Het gaat nog steeds niet goed met het sentiment onder Nederlandse industriële ondernemers. Ook de afgelopen maanden is dit verslechterd, stelt ABN AMRO in een nieuw rapport. De inkoopmanagersindex is verder gedaald naar 50,7 in juni. Een stand van boven de 50 duidt op optimisme over de bedrijfsacitiviteit; een stand onder de 50 duidt op pessimisme. Nederlandse ondernemers zijn dus gemiddeld nog steeds licht optimistisch.
In een aantal industriële branches zijn ondernemers pessimistisch over de eigen productie of het economische klimaat, vooral in de transportmiddelenindustrie.
De seinen voor de wereldwijde industriële activiteit staan op oranje. De samengestelde wereldwijde inkoopmanagersindex van 49,4 (juni) wijst op lichte krimp. Zowel in China als in Duitsland krimpt de industriële activiteit. Deze landen zijn belangrijke groeimotoren voor de wereldwijde industrie. De Nederlandse industrie, die relatief afhankelijk is van export, is daar gevoelig voor. Met name Duitsland kan de Nederlandse industrie meesleuren.
De Duitse PMI voor nieuwe export-orders is in juli gedaald naar 43,1. Dat is het laagste niveau sinds de kredietcrisis. De Duitse industrie worstelt met afnemende vraag uit China, bijvoorbeeld naar onderdelen of machines. Daarnaast kampt de auto-industrie met flinke problemen, zoals afnemende vraag en strengere emissienormen. De Chinese industrie hapert sinds december als gevolg van de door Trump aangezwengelde handelsoorlog.
In april en mei is de gemiddelde dagproductie van de industrie gemiddeld met 1,4% gekrompen ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Basismetaal, metaalproducten en machinebouw kampen vermoedelijk met afnemende vraag uit het buitenland.
De omzet van de industrie is tot nu toe behoorlijk gekrompen dit jaar: 3,4% jaar-op-jaar. In het eerste kwartaal bedroeg de krimp 4,2%, in april 0% en in mei 4,4%. Dat is vooral het gevolg van afnemende buitenlandse omzet. In december 2018 kromp de omzet ook al, met 2,6%. De omzetkrimp wordt veroorzaakt door de afname van de industriële activiteit in het buitenland. De binnenlandse omzet houdt de omzet nog enigszins op de been.
Ondernemers in de industrie zijn veel minder optimistisch geworden over de ontwikkeling van het aantal vacatures. De vraag naar arbeid is nog steeds hoog, maar nam sinds het tweede kwartaal van 2018 wat af. In het eerste kwartaal van 2019 herstelde het aantal ontstane banen wat, maar het aantal uitzenduren bleef krimpen, vermoedelijk door een combinatie van hoge tarieven en de afnemende groei van de werkgelegenheid.
De cijfers van de uitzendbranche doen vermoeden dat de groei van de werkgelegenheid in de industrie in het tweede kwartaal van 2019 verder is afgenomen.
Nog steeds geldt echter dat vrijwel alle industriële branches het personeelstekort als de voornaamste belemmering zien, vooral de elektrische apparatenindustrie (27,1%).
Het volledige rapport kan hier gedownload worden.
Bron: ABN AMRO.