De Zwitserse universiteit EPFL beschikt sinds kort over een eigen testtraject voor de hyperloop. Het traject is gebouwd op de Lausanne campus van de EPFL en is bedoeld voor het testen van een lineaire inductiemotor. De locatie is gerealiseerd in samenwerking met Swisspod, een spin-off van de universiteit.
Hyperloop is een vorm van transport al jaren met enige regelmaat in het nieuws is. De transportmethode moet reizen over afstand vereenvoudigen en vernieuwen. Onder meer door het bieden van een schoner alternatief voor transport per vliegtuig en trein. Verschillende hyperloop-projecten wereldwijd worden momenteel uitgevoerd, onder meer in het Duitse Hamburg, de Amerikaanse Nevada woestijn en China.
Denk echter ook aan aan Nederland. Zo tekenden ProRail en de Technische Universiteit Delft in september 2018 een overeenkomst voor het ombouwen van een ongebruikte tweede tunnelbuis van een spoortunnel in Delft tot een testbuis voor de hyperloop. Eind 2019 is daarnaast een testbaan van drie kilometer lang in de omgeving van de stad Groningen aangekondigd, dat in 2022 klaar moet zijn.
Ook de EPFL beschikt sinds kort over een testtraject. Het gaat om een cirkelvormig testtraject op de Lausanne campus. EPFL spreekt over het eerste operationele model van de hyperloop in Europa. De locatie is bedoeld voor het bestuderen van nieuwe ideeën over de structuur en pod van de hyperloop, evenals het onderzoek naar de haalbaarheid van dergelijke ideeën voor massatransport.
Het testtraject is cirkelvormig, 120 meter lang en 40 meter in diameter. De locatie is ontwikkeld door het Distributed Electrical Systems Laboratory van het EPFL, dat onder leiding staat van Mario Paolone. Het testtraject is vervaardigd uit een aluminiumlegering. Het is ontwikkeld om een eindelijke hyperloop te stimuleren, met pods van verschillende afmetingen afhankelijk van testdoelstellingen en -resultaten.
De prestaties op het gebied van aandrijving, levitatie en kinematica worden in een vacuüm getest op een schaal van 1:12. Op termijn moet dit 1:6 worden. De aanwezigheid van uiteenlopende sensoren geven onderzoekers inzicht in de eigenschappen van geteste ontwerpen.
“Met dit testtraject op kleinere schaal zijn we in staat de fundamentele aspecten van onze elektromagnetische aandrijving en levitatiesysteem van onze pod’s te testen”, legt Paolone uit. “We gebruiken de resultaten voor het verbeteren van het ontwerp van de pod en het efficiënter maken van de loop.”
De onderzoekers willen onder meer experimenteren met lineaire inductiemotors, die in de pods een grote rol spelen. Om de kosten van een hyperloop-traject te beperken wordt de energie die nodig is voor de aandrijving door de pods zelf opgeslagen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een elektrisch aangedreven trein, die hiervoor doorgaans van een bovenleiding gebruik maakt.
Het gebruik van efficiënte lineaire inductiemotor moet het energieverbruik per passagier fors terugdringen ten opzichte van alternatieve vervoersmiddelen. Zo bedraagt de energiekosten bij een elektrische auto 97 tot 100 Wh per km per passagier, terwijl dit bij een vliegtuig oploopt tot 515 tot 600 Wh per km. Het gebruik van lineaire inductiemotors moet dit terugdringen tot 10 tot 50 Wh per km.
Auteur: Wouter Hoeffnagel