Een aantal bedrijven bouwt een hybride energiepark voor de Belgische kust. Oceans of Energy bouwt een 3MW zonnepark, terwijl CorPower Ocean een 1,2MW ‘golfslagenergiepark’ realiseert.
Wereldwijd stijgt het energieverbruik. Waar het verbruik op dit moment 21.000 TWh per jaar bedraagt, is de vraag in 2050 naar verwachting verdubbeld. Tegelijkertijd staan overheden voor de uitdaging tot het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen.
Offshore energiewinning is voor de Europese Unie (EU) een belangrijk focuspunt. Zo wil de EU in 2050 netto geen broeikasgassen meer uitstoten. Met het oog hierop wil de EU in 2050 offshore respectievelijk 230 tot 440GW aan windenergie en 40GW aan golfslagenergie opwekken.
Het hybride energiepark omvat zowel een zonnepark als golfslagenergiepark. Beide in combinatie met een windmolenpark. Bij het zonnepark van Oceans of Energy gaat het om een vaste windmolen, waarbij windmolens op de zeebodem worden geplaatst. Bij het golfslagenergiepark van CorPower Ocean gaat het om een drijvend windmolenpark.
Het project heet European SCalable Offshore Renewable Energy Sources (EU-SCORES). Het moet de weg vrij maken voor de inzet van commercieel relevante hybride offshore energieparken in Europa vanaf 2025. Het project staat onder leiding van het Dutch Marine Energy Centre.
Bij traditionele zonne- en windparken is de opbrengst uitsluitend afhankelijk van de opbrengst van de weersomstandigheden. Het park levert hierdoor niet altijd evenveel energie op, wat tot onbalans in het energienetwerk kan leiden. De combinatie van de verschillende duurzame energiebronnen gaat dit tegen. En maakt een continue afgifte van duurzame energie mogelijk.
Het hybride park moet zorgen voor een ‘meer veerkrachtig en stabiel energiesysteem, hogere capaciteitsfactoren en een lagere totale kosten per MWh’. Het project moet aantonen hoe een hogere energieopbrengst en hogere geïnstalleerde capaciteit per vierkante kilometer de benodigde ruimte in zee terugdringt. Hierdoor is de impact van hybride energieparken kleiner. En blijft er meer ruimte over voor bijvoorbeeld natuur, visserijen, scheepvaart en beschermde milieuzones.
De lagere kosten per MWh zijn onder meer mogelijk doordat partijen samen kritieke elektrische infrastructuur gebruiken. Ook onderzoeken de betrokken partijen hiervoor de inzet van innovatieve autonome systemen voor zowel aansturing als onderhoud.
Bij het project zijn een brede reeks partijen betrokken. Het project staat onder leiding van Dutch Marine Energy Centre (DMEC). Andere betrokken partijen zijn Oceans of Energy, TU Delft, SBM Offshore, POM West-Vlaanderen (POM), RWE Renewables (RWE), CorPower Ocean, Uppsala University, Lappeenranta-Lahti University of Technology (LUT), Enel Green Power, RINA offshore consultants, INNOSEA – a AqualisBraemar LOC Group company, EDP Labelec, WavEC Offshore Renewables, INESC TEC, Exceedence en Western Star Wave – a Simply Blue Group company.
Het project krijgt steun van branchevereniging voor Nederlandse toeleveranciers in de offshore energie industrie IRO, ENECO Group, het Portugese utiliteitsbedrijf Redes Enérgeticas Nacionais, Parkwind, Ocean Winds en het Duitse energiebedrijf Energie Baden-Württemberg.
Vattenfall bouwt bij Haringvliet op Goeree-Overflakkee al langer een hybride energiepark. Het bedrijf combineert hierbij zonnepanelen, windturbines en batterijen. Het park bestaat uit zes windturbines, die in het noorden van het eiland Goeree-Overflakkee tussen Middelharnis en Stad aan het Haringvliet staan. Zij leveren naar verwachting zo’n 22 MW aan energie op.
Het zonnepark bestaat uit 124.000 zonnepanelen die in totaal 38 MW capaciteit leveren. Vattenfall combineert de zonnepanelen met batterijen van BMW met een vermogen van 12MW.
Auteur: Wouter Hoeffnagel