De eerste vlucht ter wereld op synthetische brandstof is onlangs succesvol uitgevoerd door de Britse Royal Air Force (RAF) en Zero Petroleum. De partijen vestigen hiermee een Guinness World Record voor de eerste vlucht ter wereld op uitsluitend synthetische brandstof.
De vlucht is uitgevoerd door piloot Peter Hackett in een Ikarus C42 vliegtuig op het Cotswold Airport in het Verenigd Koninkrijk. Het vliegtuig vloog hierbij op UL91. Dit een synthetische brandstof die door Zero Petroleum is vervaardigd uit water en koolstof uit CO2 afkomstig uit de atmosfeer. Bij dit productieproces wordt duurzame energie ingezet.
Het initiatief is onderdeel van Project MARTIN van de Britse luchtmacht (RAF). De Britten willen met het project de CO2-uitstoot per vlucht met 80 tot 90% verlagen. RAF’s visie is een toekomst waarin synthetische brandstoffen een grote rol spelen in het aandrijven van snelle vliegtuigen, zoals straaljagers.
Er zijn ook andere groene technologieën beschikbaar voor het aandrijven van vliegtuigen, zoals waterstof en elektriciteit. Beide zijn volgens de RAF echter niet geschikt voor het aandrijven van vliegtuigen die hoge prestaties leveren. Zij vragen om een alternatieve vloeibare brandstof. De RAF ziet UL91 van Zero Petroleum als een voorbeeld hiervan. Zero Petroleum is een Brits energiebedrijf dat synthetische, niet-biologische brandstoffen produceert. Specifiek gaat het op dit moment om benzine, diesel en kerosine. Deze brandstoffen worden allen geproduceerd via een productieproces dat volledig vrij is van fossiele brandstoffen. Het bedrijf maakt hierbij gebruik van atmosferische CO2 en waterstof.
Zero Petroleum wijst erop dat accupakketten voor vliegtuigen op dit moment vijftig keer zwaarder zijn dan verbrandingsmotoren. Ook stelt Zero Petroleum dat de toekomst ontwikkeling van accu’s beperkt is door fundamentele natuurwetten. De energiedichtheid van de synthetische brandstof is volgens het bedrijf 50 keer hoger dan die van batterijen en 4 keer hoger dan die van waterstof.
UL91 kan zonder aanpassingen aan vliegtuigmotoren worden toegepast in bestaande vliegtuigen. Hierbij treedt over het algemeen geen verlies van vermogen of prestaties op. Zero Petroleum stelt dat synthetische brandstoffen zelfs superieur zijn aan fossiele brandstoffen. Zo bevatten zij onder meer geen vervuiling zoals sulfaat. Dankzij een betere moleculaire samenstelling leveren zij een schonere verbranding op.
Zero Petroleum is opgericht voormalig Formule 1-technicus Paddy Lowe in samenwerking met de hoogleraar chemische wetenschap Nilay Shah van het Britse Imperial College. Lowe is CEO, terwijl Shah CTO is. Samen met CFO Nick Parker vormen zij het bestuur van Zero Petroleum.
Zero Petroleum maakt in zijn productieproces gebruik van een techniek genaamd Direct FT. Dit is een doorontwikkeling van een proces ontwikkeld door de Duitse geleerden Fischer en Tropsch voor het omzetten van een gasmengsel van syngas en waterstof in vloeibare brandstof. Het productieproces bestaat uit een vijftal stappen:
Het bedrijf wijst erop dat synthetische brandstof niet verward moet worden met biobrandstoffen of brandstoffen vervaardigd uit afvalstoffen. Het gaat om een volledig industrieel proces, waarbij met behulp van duurzame energie synthetische brandstof wordt vervaardigd. Dit proces kan op nagenoeg iedere locatie worden uitgevoerd, wat de lokale productie van brandstof mogelijk maakt. Dit zonder afhankelijkheid van buitenlandse toelevering van grondstoffen.
Vooraf aan de vlucht met de Ikarus C42 is de UL91 brandstof getest door het bedrijf CFS Aero. Uit deze testen blijkt dat de motor met UL91 dezelfde prestatie oplevert als met fossiele brandstof, maar de motor tegelijkertijd minder warm wordt. De RAF meldt dat het gebruik van UL91 dan ook niet alleen het milieu ontlast, maar ook de levensduur van vliegtuigmotoren kan verlengen.
Het project draagt bij aan een duurzaamheidsdoelstelling van de RAF. De Britse luchtmacht wil vanaf 2025 over een luchthaven met netto-nul uitstoot beschikken. De RAF wil als geheel in 2040 een uitstoot van netto-nul hebben.
Auteur: Wouter Hoeffnagel