In opleidingen en het werk van jonge ingenieurs moeten duurzame energie en circulariteit een grote rol gaan spelen dan nu het geval is. Dat is de belangrijkste uitkomst van een enquête van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). ‘Young professionals hebben een grote behoefte om iets goeds te doen voor Moeder Aarde.’
Jonge ingenieurs (<35 jaar) vinden dat ze in hun werk nu te weinig met duurzaamheid en circulariteit bezig zijn. Van de 160 geënquêteerden – representatief voor de young professionals – zegt 38 % helemaal niet of nauwelijks bezig te zijn met duurzaamheid, voor circulariteit is dat met 54 % zelfs meer dan de helft. De resultaten van de enquête zijn gepubliceerd in de nieuwste uitgave van De Ingenieur.
Er leeft duidelijk een wens om groener bezig te zijn; dat geldt bij beide onderwerpen voor bijna de helft van de jonge ingenieurs (49 % voor duurzaamheid en 48% voor circulariteit). Het percentage waarvoor dat niet hoeft, ligt voor duurzaamheid op 20 % en voor circulariteit op 17 %. Tegelijk is er optimisme over de toekomst: de jonge ingenieurs denken dat er voor beide onderwerpen meer ruimte komt.
‘De wens om meer met duurzaamheid en circulariteit bezig te zijn, zit dicht bij de verwachting dat dit ook zal gaan gebeuren’, zegt ir. Daniël Poolen van KIVI. ‘Het betekent dat het onderwerp leeft op het werk en tegelijk dat het voor de motivatie en betrokkenheid van de ingenieurs belangrijk is dat het bedrijf of de overheidsinstelling de wens waarmaakt.’ Een geënquêteerde verwoordt het zo: ‘Ik zou heel graag meer willen doen met duurzaamheid en circulariteit, maar heb een halfjaar tevergeefs naar zo’n baan gezocht. Goede en leuke banen zijn er gewoonweg te weinig.’
Sectoren die heel ‘groen’ kleuren zijn chemie en energie, waarbij duurzaamheid beter scoort dan circulariteit. De sectoren informatica, onderwijs en industriële vormgeving scoren duidelijk minder dan gemiddeld op in het werk bezig zijn met duurzaamheid of circulariteit.
De jonge ingenieurs is ook gevraagd of er in hun opleiding veel is gedaan aan duurzaamheid en circulariteit. Van de respondenten zegt 80 % dat die onderwerpen in vakken, colleges of studieprojecten aan bod kwamen. Toch is de ontevredenheid erover groot, met name bij circulariteit. Van de respondenten vindt 58 % dat circulariteit helemaal niet of nauwelijks een rol speelde in de opleiding, voor duurzaamheid is dat 32 %. Dat had veel beter gemoeten, vindt 62 % voor circulariteit en 55 % voor duurzaamheid.
‘De resultaten uit de enquête onderschrijven een probleem dat al jaren broeit op universiteiten en met name hogescholen’, zegt Poolen. ‘Er is een gebrek aan gedegen vakken over duurzaamheid en circulariteit. Young professionals hebben niet alleen een grote behoefte om iets goeds te doen voor Moeder Aarde, de maatschappij vraagt simpelweg ook van ingenieurs dat ze met deze thema’s aan de slag gaan.’
Een van de respondenten liet zelfs openlijk blijken het onbegrijpelijk te vinden dat er op de Nederlandse universiteiten zo weinig aandacht aan duurzaamheid wordt besteed. Hij schrijft: ‘Wat mij opviel tijdens mijn studie aan de TU Delft, was dat het volgen van vakken over duurzaamheid optioneel was. Het werd je ook niet makkelijk gemaakt om er een certificaat mee te bemachtigen. Bij mijn tussentijdse studie aan de Amerikaanse University of North Carolina in Charlotte werd ik daarentegen gebombardeerd met verplichte vakken over duurzaamheid. Ik heb meer over duurzaamheid geleerd tijdens mijn korte verblijf in de VS dan in Nederland op het hbo (2005- 2009, Avans Tilburg), de Academie van Bouwkunst (2008, Rotterdam) en de TU Delft (2009-2013) bij elkaar. Voor een land dat pretendeert een kenniseconomie te zijn, valt het inhoudelijk toch behoorlijk tegen.’
Het Financieele Dagblad publiceerde vorige week een artikel waarin wordt bevestigd dat jonge ingenieurs waarde hechten aan duurzaamheid en circulariteit. Zo blijkt volgens de krant dat Shell niet meer tot de favoriete werkgevers van studenten van de TU Delft behoort. Het zakte in een paar jaar tijd van plaats drie naar zes. Shell is de afgelopen jaren meerdere keren negatief in het nieuws gekomen omtrent haar duurzaamheidsbeleid, of eerder het gebrek daaraan. ‘Veel technici willen zich niet meer vereenzelvigen met dit type bedrijven. Je draagt er niet bij aan een betere, duurzamere wereld’, zo citeert de krant een headhunter van Page Group Nederland. En cum laude afstudeerder werktuigbouwkunde Michel Bots zegt erover in die krant: ‘Shell is eerder een remmer dan een aanjager van de energietransitie. Daarom is het voor mij een minder interessant bedrijf.’
Door: Kelly Bakker
Bron: De Ingenieur
Foto: Techniekbeeldbank