Tekorten in onderdelen en chaos in de toeleveringsketen zijn al lang geen uitzondering meer. Bijna de helft (45%) van de besluitvormers in de Nederlandse industrie gelooft dat de situatie in de toekomst zal verbeteren. Dat is minder dan in de voorgaande jaren. In 2021 was ruim twee derde nog positief over de toekomst en het jaar ervoor was dit 48 procent. Dat blijkt uit het Supply Chain-rapport dat werd uitgevoerd in opdracht van reichelt elektronik. Voor het derde jaar op rij werden 250 Nederlandse besluitvormers uit verschillende industriële sectoren ondervraagd.
Wel hebben de respondenten van de enquête vertrouwen in de veerkracht van hun eigen bedrijf (88%). En dat terwijl de meerderheid (52%) het ermee eens is dat hun bedrijf de afgelopen drie jaar aanzienlijke verliezen heeft geleden. Ook vreest 59 procent het economische risico dat hun bedrijf loopt wanneer er grote tekorten ontstaan aan bepaalde componenten. Het invoeren van een betrouwbaar systeem is nodig. De respondenten zijn ervan overtuigd dat ze de problemen in de toeleveringsketen hiermee kunnen overwinnen (69%).
De voorraden van materialen worden schaars, leveringen worden vertraagd of helemaal geannuleerd. Daardoor komt de productie in Nederland vaak tot stilstand. Toch laten de resultaten van de enquête van dit jaar een verbetering zien ten opzichte van voorgaande jaren. In 2021 was er gemiddeld 38 dagen productiestilstand. In 2022 was dit gemiddeld 47 dagen. En dit jaar konden bedrijven slechts 30 dagen niet produceren. Zelfs 19 procent van de ondervraagden hoefden ondanks de hindernissen het werk helemaal niet neer te leggen. Dit resultaat toont het succes aan van de maatregelen die in de afgelopen twaalf maanden zijn genomen.
Er is een nieuwe en populaire trend om knelpunten in de toeleveringsketen het hoofd te bieden. En om veerkracht op te bouwen of te behouden. Een meerderheid van de bedrijven (90%) ziet leveranciersdiversificatie als een kernstrategie. Steeds meer bedrijven werken met meerdere leveranciers samen voor bepaalde componenten en grondstoffen. Ook onshoring, dat wil zeggen het samenwerken met lokale leveranciers, is een belangrijke strategie (84%) om onafhankelijk te worden van de globale handel en politieke onrust. Het overschakelen naar goedkopere leveranciers staat ook hoog in de lijst (80%).
Het verhogen van de voorraden blijft een populaire tegenmaatregel. Deze wordt genomen om knelpunten in de bevoorrading tegen te gaan. In 2021 volgde 49 procent van de bedrijven deze strategie. In 2022 was dit 64 procent. Dit jaar doet nog zo’n 39 procent aan het vergroten van de voorraden van kritieke componenten. Nog eens 42 procent is van plan dit in de komende 12 maanden verder te vergroten. In detail omvat dit de verwerkende industrie van hardwarecomponenten en elektronische componenten, bouwkunde, de auto-industrie en nutsbedrijven, waar ongeveer een derde van de bedrijven op deze maatregel vertrouwen.
Ruim een derde van de ondervraagden keerde in de afgelopen twaalf maanden terug naar het just-in-time-concept. Toch blijven ze ook hun magazijnen bevoorraden met de belangrijkste componenten. Met name de auto-industrie, de elektronica- en hardware-industrie, en de nutsbedrijven vertrouwen op deze combinatie. De terugkeer naar just-in-time is een bevestiging van de resultaten van de enquête van 2022. Daarin kon 70% van de bedrijven zich voorstellen opnieuw op deze strategie te vertrouwen.
Ondanks de aanhoudend onstabiele toeleveringsketen is de inkoop van componenten en materialen de afgelopen twee jaar aanzienlijk verbeterd. Vooral de prijsstijging voor kritieke componenten in de toekomst wordt gevreesd en is sterk gestegen: van 30 procent van de bedrijven in 2022 naar 61 procent dit jaar. De bezorgdheid over de inflatie (53%) is sterk aanwezig. Ook ziet men de algemene recessie (52%) als risicofactor.
In 2021 was er nog hoop op het licht aan het einde van de tunnel. Op dat moment hadden we te maken met het einde van de coronapandemie. Inmiddels zijn er conflicten in het Oosten en het Midden-Oosten. Er is een algemene recessie en inflatie. Daarnaast is er een verhoogde werkdruk als gevolg van milieuvoorschriften en de nieuwe wet op de toeleveringsketen. Dergelijke gebeurtenissen vormen een grote potentiële bedreiging voor Nederlandse industriële bedrijven. Met name 52 procent van de respondenten uit de Nederlandse industrie schrijft een grote invloed op de wereldhandel toe aan de oorlog tussen Oekraïne en Rusland.
Het verlangen naar onafhankelijkheid is alomtegenwoordig in 2023. De meerderheid van de bedrijven (78%) hoopt op meer officiële politieke steun voor Nederlandse onderzoeksprojecten zoals de productie van halfgeleiders of andere essentiële componenten. Dit is nodig om concurrerend te blijven en meer zelfvoorzienend te worden. In 2022 was slechts 36 procent er voorstander van. En in 2021 was dat nog maar 27 procent. 69 procent zou zich in de toekomst meer willen specialiseren in nieuwe technologietakken, omdat ze daar betere kansen zien om het technologisch leiderschap uit te breiden, bijvoorbeeld in quantumtechnologie (60%).
Openingsfoto van MustangJoe via Pixabay en infographic: reichelt elektronik
Lees ook het onderzoek van mei 2023: Energiebesparing: Nederlandse industrie balanceert tussen succes en frustratie