Via een simpele bloedstaal binnen een kwartier weten of je kanker hebt? Het Leuvense onderzoekscentrum Imec werkt aan een chip die dat mogelijk moet maken. Binnen drie tot vijf jaar kan het apparaatje op de markt komen, als de nodige fondsen worden gevonden.
Het is een uitvinding van de wetenschapster Liesbet Lagae van het Leuvense Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (Imec) Imec en haar team. Ze werkten vier jaar aan de chip, die uitzaaiende kankercellen kan opsporen in het bloed. “Hiermee gaan we levens kunnen redden”, zegt ze over de doorbraak aan Het Laatste Nieuws.
De chip kan op basis van één bloedstaal elke cel apart fotograferen. “Eenvoudig uitgelegd komt de uiteindelijke test hierop neer: je laat bloed prikken, de dokter plaatst het bloedstaal in een toestelletje waarin de chip zit, de chip fotografeert razendsnel miljoenen bloedcellen en stuurt die foto’s door naar een computer”, legt Liesbet Lagae uit. “Algoritmes analyseren al die foto’s en sorteren er de kwaadaardige cellen. Binnen vijftien minuten krijgt de dokter op zijn computerscherm te zien of er kankercellen zijn en zo ja, in welke mate. Anders gezegd: de arts ziet onmiddellijk of er uitzaaiingen zijn.”
De chip maakt gebruik van nanotechnologie en vervangt dus de klassieke optische lenzen van een microscoop waardoor een oncoloog vandaag naar een plaatje met kankercellen kijkt. De digitale testmethode zou ook minder risico geven op fouten. “De meest gangbare techniek om kanker op te sporen, is nu nog altijd een MRI-scan. Maar: een tumor moet al een paar centimeter groot zijn opdat de scan die detecteert. Dus zo’n scan ziet pas vrij laat of er al dan niet sprake is van kanker. Terwijl onze chip ook hele kleine tumoren kan opsporen”, zegt Lagae. “Hoe sneller je kanker kan opsporen, hoe hoger de kans op genezing. Momenteel moeten mensen soms wekenlang wachten op een diagnose. Liefst 90 procent van de kankerdoden, zo blijkt uit de statistieken, is het gevolg van een te late diagnose of omdat er uitzaaiingen waren.”
De chip zou over drie tot vijf jaar op de markt kunnen komen. “We hebben de chip uitgetest op een zeer beperkte groep patiënten en weten met zekerheid dat de techniek werkt. Het geld dat we van de EU kregen om de chip te ontwikkelen – twee miljoen euro – is na vier jaar onderzoek op. Om de chip en het toestelletje marktklaar te krijgen én om de wettelijk verplichte klinische studie te doen bij een groot aantal patiënten, hebben we nog een paar tientallen miljoenen nodig.”
Door: Kelly Bakker
Bron: Het Laatste Nieuws