Robdekon staat voor Robotic Systems for Decontamination in Hostile Environments. Het is onderdeel van het programma “Onderzoek voor civiele veiligheid” van de Duitse overheid. Het bevindt zich momenteel in de tweede fase. Daarin testen onderzoekers de ontwikkelde technologieën in de praktijk in nauwe samenwerking met gebruikers.
In Robdekon werkt Fraunhofer IOSB aan de ontwikkeling van autonome bouwmachines die bijvoorbeeld zelfstandig aardlagen kunnen verwijderen. De autonome graafmachine Alice kan, ondersteund door een assistentiesysteem, op afstand opdracht krijgen om mogelijk verontreinigde vaten op te halen. Alice herkent, grijpt en laadt de vaten vervolgens volledig autonoom naar een locatie, 500 km verderop. “Vooral nu in de testfase van Robdekon zijn we blij dat we kunnen laten zien hoe goed onze technologie al werkt.” Dat zegt Janko Petereit, projectmanager bij Fraunhofer IOSB en coördinator van Robdekon.
Het KIT-TMB presenteerde tijdens het BMBF innovatieforum ‘Civil Security’ in Berlijn een betonfreesmachine. Daarmee is het mogelijk oppervlakken in nucleaire installaties te ontsmetten. Daarnaast ontwikkelt Robdekon ook oplossingen voor andere processtappen. Denk aan stappen die nodig zijn om de ontmanteling van dergelijke installaties zoveel mogelijk te automatiseren. Denk hierbij aan digitale omgevingsregistratie, vrijgavemeting en afvaltransport.
Robdekon is een competentiecentrum. Sinds 2018 financiert de BMBF Robdekon als onderdeel van het programma “Onderzoek voor civiele veiligheid”. Het ontwikkelt autonome robotsystemen die mensen ondersteunen bij complexe ontsmettingstaken. Ze kunnen worden gebruikt voor de decontaminatie van nucleaire faciliteiten, de sanering van verontreinigde locaties en stortplaatsen en voor de veilige terugwinning van gevaarlijke stoffen. In de huidige tweede financieringsfase worden de ontwikkelde technologieën getest en verder ontwikkeld in proefprojecten in reële omgevingen.
Openingsfoto: De autonome graafmachine ALICE verzamelt vaten. Dit is een eerdere demonstratie waarbij hij werd bestuurd vanaf een afstand van 50 meter. (foto: Fraunhofer IOSB)