Er gaat binnenkort weer een stukje Nederlandse high-tech de ruimte in. De Sentinel-5P satelliet draagt een meetinstrument van Nederlandse makelij met zich mee.
Sentinel-5P is onderdeel van het Europese ruimtevaartproject Copernicus. Eind september wordt de satelliet vanuit de Russische basis Plesetsk gelanceerd. En de satelliet heeft een belangrijk Hollands tintje. Een team van Nederlandse experts bouwde Tropomi, een instrument voor het meten van de luchtkwaliteit en de verdeling van broeikassen op aarde. Het bevindt zich in het hart van de satelliet.
Het Copernicus project is opgezet om de veiligheid en gezondheid van de aarde te monitoren. Eerder gingen al vijf Sentinel-satellieten de ruimte in. Allemaal bekeken zij onze planeet op verschillende aspecten.
Het met de hoogste precisie naar de aarde kijken, is volgens kenners hard nodig. Zo stelt Pepijn Veefkind van het KNMI, dat samen met het ruimteonderzoeksinstituut SRON de wetenschappelijke leiding heeft over het project: “Met eerdere satellietmetingen hebben we kunnen aantonen hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit boven verstedelijkte gebieden in de wereld, zoals West-Europa en het Oosten van China. De rode vlekken op de kaarten die we daarvan maken spreken boekdelen. Met de precieze waarnemingen van Tropomi geven we handvatten om dit probleem aan te pakken.”
Tropomi kan straks vanuit de satelliet, vanaf 824 meter hoogte, elke dag opnieuw de hele atmosfeer in kaart brengen met details van zeven bij zeven kilometer. Deze hoge resolutie maakt het mogelijk om luchtvervuiling te detecteren op stadsniveau. Het instrument ‘kijkt en vergelijkt’ en detecteert via een aantal stappen licht dat weerkaatst wordt door de dampkring en vergelijkt dit met licht direct van de zon. Juist uit dat verschil tussen de twee lichtbronnen kan waardevolle informatie worden gehaald over de samenstelling van onze atmosfeer.
Tropomi is in staat om veel verschillende golflengtes waar te nemen, van infrarood tot ultraviolet. Het licht kaatst via spiegels, wordt uiteengerafeld door tralies en uiteindelijk vastgelegd met een detector. Nederlandse innovaties als de ‘verzonken tralie’ en vrij gevormde optica maken het instrument volgens de makers aanzienlijk beter dan zijn voorgangers. Airbus verwerkte deze technologische vondsten in het totaalconcept. Sytze Kampen van Airbus: “Onze partners SRON en TNO kwamen bijvoorbeeld met het idee van zogenoemde verzonken tralies. Dat is een slimme vinding waardoor het instrument veertig keer kleiner kon worden. En dat is pure winst in ruimtevaart.”
Satelliet Sentinel-5P zal ook worden gebruikt om meer stappen te kunnen maken op het gebied van het klimaatprobleem. Tropomi draagt daarin een steentje bij door gedetailleerd in kaart te brengen hoe broeikasgassen zich verspreiden door de aardse atmosfeer. Veefkind: “Een gas als methaan, bijvoorbeeld, komt minder voor in de atmosfeer dan koolstofdioxide, maar heeft een veel sterkere broeikaswerking. Tropomi gaat laten zien waar het vandaan komt en waar het naartoe gaat.”
De Nederlandse overheid investeerde bij elkaar zo’n 80 miljoen euro in de ontwikkeling van het ruimtevaartproject, sinds toenmalig Minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven in 2009 een handtekening zette onder de overeenkomst met ESA. Dat geld werd onder meer gebruikt voor de realisatie van Tropomi. Niet alleen levert de inzet van het instrument nieuwe wetenschappelijke inzichten op, het zet Nederland ook op de kaart. “We kapitaliseren hiermee op waar Nederland internationaal al wereldtop is”, aldus adjunct-directeur van het NSO, Nico van Putten. “Met Tropomi creëren we dus ook kansen voor Nederlandse ruimtevaarttechnologie op nieuwe internationale projecten.”
Kampen van Airbus: “In Tropomi komt Hollandse high tech en vele jaren van toewijding van een hecht team van specialisten samen. Dat zo’n project echt klaar is voor lancering, dat maak je als ruimtevaartingenieur in je loopbaan niet zo heel vaak mee”.
Tropomi is een samenwerking tussen Airbus Defence and Space Netherlands, KNMI, SRON en TNO, in opdracht van het NSO en ESA. Airbus Defence and Space Netherlands is hoofdaannemer voor de ontwikkeling van het instrument. De wetenschappelijke leiding is in handen van het KNMI en SRON. TROPOMI wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Door: Kelly Bakker
Bron: ESA, Dutch Space/Sander Koenen, Tropomi