Europese standaarden op het gebied van CO2-emissies stimuleren de verkoop van elektrische voertuigen (EV’s). Ondanks de COVID-19 pandemie is de verkoop van EV’s sinds 1 januari sterk gestegen, wat gelijk valt met de invoering van emissiestandaarden. Naar verwachting is 10% van alle verkochte voertuigen die jaar een EV. In 2021 stijgt dit percentage tot 15%.
Dit voorspelt European Federation or Transport & Environment (T&E), een Europese koepelorganisatie voor NGO’s die zich richten op transport en milieu. T&E baseert zich op een analyse van de verkoopcijfers van de automotivebranche over de eerste helft van 2020 en de compliancestrategie van autofabrikanten. De organisatie concludeert dat ambitieuze CO2-standaarden effectief zijn om de omarming van EV’s te versnellen. Tegelijkertijd waarschuwt de organisatie voor het ontbreken van duidelijke Europese doelen voor 2025 en 2030. Het momentum van EV-omarming dreigt hierdoor na 2021 verloren te gaan.
“Verkoopcijfers van elektrische voertuigen zijn hoog dankzij emissiestandaarden vanuit de Europese Unie. Volgend jaar is één op de zeven verkochte auto’s in Europa een plug-in. Europese fabrikanten zijn terug in de EV-race, maar zonder ambitieuze CO2-doelstellingen voor 2025 en 2030 om hen te stimuleren dreigen zij vanaf 2022 stoom te verliezen”, zegt Julia Poliscanova, senior director voor schone voertuigen bij T&E.
Als we inzoomen op autofabrikanten, blijkt dat PSA Group, Volvo, FCA-Tesla en BMW Group in de eerste helft van 2020 al aan de Europese richtlijnen voor de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto’s voldoen. Renault, Nissan, Toyota-Mazda en Ford hebben nog werk te verzetten en moeten een gat van ongeveer 2 gram CO2 per kilometer dichten. T&E wijst erop dat de verkoop van de Zoë naar verwachting 15 gram van de gemiddelde uitstoot van Renault haalt dit jaar. Het Franse bedrijf voldoet hierdoor naar verwachting eind 2020 eveneens aan de Europese regels.
Andere partijen hebben een groter gat te dichten, zoals Volkswagen Group (5 gram), Hyundai-Kia (respectievelijk 7 en 3 gram), Daimler (9 gram) and Jaguar-Land Rover (13 gram). T&E verwacht dat deze partijen aan de richtlijnen gaan voldoen door de verkoop van meer plug-in hybrides of door emissies te delen met andere bedrijven. Zo verkoopt Daimler naar verwachting meer plug-in hybrids, onder meer van de E-klasse, C-klasse, A-klasse en GLC.
Indien de EU echter niet met duidelijke Europese doelen komt voor 2025 en 2030, kan de groei van het aandeel elektrische auto’s in de Europese autoverkopen echter stagneren. Waar het marktaandeel van 3 tot 10% dit jaar naar verwachting groeit tot 15% in 2021, verwacht T&E dat dit percentage in 2025 is gestegen tot slechts 20%.
Als voorbeeld van hoe snel de EV-markt kan groeien wijst het onderzoeksbureau naar Noorwegen. EV waren in 2013 nog goed voor 6% van de verkochte auto’s in het Scandinavische land, terwijl dit percentage in 2018 was gestegen tot bijna 50%.
Tegelijkertijd wijst T&E op de stijgende verkoop van SUV’s, die populair maar vervuilend zijn. 39% van de verkochte voertuigen in de EU was in de eerste helft van 2020 een SUV. Dit is volgens T&E toe te schrijven aan een maas in de wet die autofabrikanten de mogelijkheid biedt via de verkoop van relatief zware voertuigen CO2-targets te halen. Daarnaast wijst de organisatie op het bestaan van zogeheten ‘nep elektrische voertuigen’, die weliswaar een elektromotor hebben maar in de praktijk zelden worden opgeladen. Deze voertuigen stoten hierdoor tijdens praktijkgebruik twee- tot viermaal zoveel CO2 uit dan tijdens testen in een laboratorium. T&E roept de EU op 2035 als einddatum voor de verkoop van voertuigen met een brandstofmotor vast te stellen.
“De elektrische auto wordt eindelijk mainstream in Europa, maar de SUV-verkopen groeien nog steeds als onkruid. De enige manier om afscheid te nemen van deze zeer vervuilende voertuigen is door autofabrikanten nu een duidelijke einddatum te geven. Auto’s die draaien op biobrandstoffen, ‘neppe’ elektrische motoren of fossiele brandstoffen die CO2 uitstoten zouden na 2035 niet meer op de markt moeten worden toegestaan”, stelt Poliscanova.
Eerder deze maand bleek al uit cijfers van T&E dat subsidies voor bedrijfsauto’s Europese belastingbetalers jaarlijks 32 miljard euro kosten, terwijl deze subsidie bijna geheel wordt besteed aan benzine- en dieselvoertuigen. Voor de Nederlandse belastingbetaler liggen deze kosten op ongeveer 1,6 miljard euro per jaar.
De tien grootste leasemaatschappijen in de EU zijn goed voor 8% van de totale CO2-emissies door voertuigen in de EU. Dit komt vooral doordat leaseauto’s gemiddeld twee keer zoveel kilometers afleggen dan privévoertuigen. T&E roept overheden daarom op belastingvoordelen voor zakelijke voertuigen met een verbrandingsmotor te beëindigen en bedrijven te stimuleren hun wagenpark te elektrificeren.
Opvallend is dat cijfers van T&E uitwijzen dat een overstap naar elektrische voertuigen ook voor bedrijven financieel interessant is. Zo besparen bedrijven door deze overstap gemiddeld een bedrag van 4.300 euro per voertuig per jaar. Hiermee is het zakelijke bezit van een EV 9% goedkoper dan het bezit van een dieselvoertuig. Desondanks rijdt 96% van de zakelijke voertuigen die in 2019 in de EU zijn geregistreerd op benzine of diesel.
Saul Lopez, e-mobiliteitsmanager bij T&E, zegt hierover: “Elektrische voertuigen zijn al de beste keuze voor zakelijke wagenparken, die veel kilometers maken en waarbij vooral de totale kosten in plaats van aanschafkosten van belang zijn. Veel bedrijfsauto’s zijn echter voorzien van een vervuilende motor. Waarom zouden belastingbetalers in feite de vervuiling van bedrijfsvoertuigen moeten subsidiëren terwijl elektrische voertuigen goedkoper in gebruik zijn?”
Auteur: Wouter Hoeffnagel