Wat er op het eerste gezicht uitziet als een heuvelachtig stuk boslandschap is in werkelijkheid een nieuw, met groen bedekt natuurhistorisch museum. Het ontwerp is van de hand van de invloedrijke studio Bjarke Ingels Group (BIG). Het energiezuinige gebouw wordt voornamelijk opgetrokken uit hout en biedt bezoekers de mogelijkheid om over de verhoogde vorm te lopen.
Het Hongaars Natuurhistorisch Museum komt aan de rand van Debrecen, de op één na grootste stad van Hongarije.
Het museum wordt 23.000 vierkante meter en is uitgevoerd als een kunstmatige heuvel die bestaat uit drie overlappende, groen bedekte linten. Bezoekers kunnen hierop lopen en genieten van het uitzicht op het omringende landschap. Constructief zal het gebouw voornamelijk uit hout bestaan, met een verkoolde houten gevel; een deel zal in de grond verzonken zijn.
Het gebouw is gemaakt van massief hout en heeft een gevel van lokaal gewonnen verkoolde houten panelen. Deze panelen lopen door tot in de grond, waardoor de grenzen tussen architectuur en de omgeving vervagen. Het museum maakt gebruik van de thermische massa van de grond en integreert energiesystemen, zoals geothermische lussen en fotovoltaïsche panelen. Hierdoor kan het hele jaar door een stabiel binnenklimaat worden gegarandeerd.
Het interieurontwerp doet denken aan BIG’s Plus meubelfabriek en zal op een bijzondere manier gebruik maken van de natuurlijke schoonheid van hout, met een grote ontvangsthal die als centraal punt fungeert en toegang biedt tot de omliggende tentoonstellingsvleugels. Boven deze ruimte komt een bibliotheek en restaurant, terwijl er beneden een verzameling werkplaatsen, speelruimtes en onderzoekslaboratoria komt. Het ontwerp van BIG voor het Hongaars Natuurhistorisch Museum werd gekozen na een architectuurwedstrijd. Het museum maakt deel uit van een breder plan om Debrecen te verbeteren tegen 2030, dus tegen die tijd zou het klaar moeten zijn.