De Belg gaat steeds bewuster om met het eten van vlees. Hij wisselt een maaltijd met vlees vaker af met gevogelte, vis en vegetarisch. Toch blijft vlees een belangrijke plaats innemen in het voedingspatroon van onze zuiderburen.
De Belg wisselt vlees vaker af met gevogelte, vis en vegetarisch en eet opnieuw meer buitenshuis. Wel blijft hij regelmatig genieten van een stukje vlees vanwege de smaak, de eetgewoonten en de voedzaamheid. Het thuisverbruik van vers vlees daalde het afgelopen jaar van 18,2 kg naar 17,5 kg per persoon.
Vers vlees is binnen het segment vlees, gevogelte, vis, vleesvervangers goed voor meer dan de helft van het volume voor thuisverbruik (54 procent). Gevogelte en wild zijn goed voor een derde van het thuisverbruik (30 procent), vis kwam vorig jaar uit op een aandeel van 15 procent en vleesvervangers nemen net 1 procent in.
Dit thuisverbruik dekt driekwart van de totale consumptie van vers vlees. Varkensvlees en gecombineerde vleesproducten werden meer gegeten dan rund- en kalfsvlees.
Herkomst wordt steeds belangrijker
Het belang van herkomst in de keuze voor vlees blijft verder stijgen: in 2017 gaf meer dan de helft van de Belgen (54 procent) aan dat de herkomst een zekere invloed heeft op hun aankoop van vlees. De overgrote meerderheid (96 procent) zegt een voorkeur te hebben voor vlees uit eigen land.
Een duurder vleesproduct zoals de biefstuk of tournedos daalt de laatste jaren niet in volume. Dit betekent dat de Belgische consument kiest voor minder maar steeds kwalitatiever vlees, eveneens een signaal dat de Belg bewuster met vlees omgaat. Dit blijkt uit onderzoek dat GfK Belgium en iVox uitvoerden in opdracht van VLAM ( Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing).
Vrijwel alle Belgische gezinnen kopen op jaarbasis vlees. Een doorsnee gezin kocht wel fors minder vaak vlees dan tien jaar geleden. Kocht in 2008 een gemiddeld Belgisch gezin 63 keer vlees, in 2017 was dit nog 52 keer. Dat komt deel doordat consumenten minder vaak winkelen maar dan per winkelbezoek meer kopen.
Daarnaast nam ook het totale aangekochte volume vlees af (gevogelte, wild en diepvriesvlees, maar exclusief vleeswaren): in 2008 bedroeg het thuisverbruik 34,9 kg per persoon, in 2016 kwam dit uit op 28,6 kg en vorig jaar was dat 28,1 kg per persoon.
De thuisconsumptie van gevogelte bleef de laatste tien jaar ongeveer gelijk op 10 kg per persoon. De daling komt dus vooral van vers vlees, dat van 23,7 kg in 2008 terugging tot 17,5 kg per persoon.
Vlees houdt plaats in eetgewoonten
De teruggang in het thuisverbruik van vlees komt enerzijds omdat de Belgen opnieuw meer buitenhuis zijn gaan eten en vlees meer afwisselen met gevogelte, vis of vegetarisch. In het segment vlees, gevogelte,vis en vleesvervangers blijft vlees dus nog steeds 54 procent van het volume voor thuisverbruik innemen. Gevogelte en wild zijn goed voor 30 procent, vis kwam in 2017 uit op een aandeel van 15 procent en vleesvervangers van 1 procent.
Smaak, gewoonte en voedzaamheid staan voorop
De Belg legt vaak vlees op zijn bord vanwege de smaak: vlees is lekker en hij wil het daarom graag vaak eten. Vlees hoort sterk bij de Belgische eetcultuur: Belgen zijn opgevoed met een stukje vlees en zetten dit voort in de latere eetgewoontes.
Bij een maaltijd zonder vlees krijgt de Belgische vleeseter al gauw het gevoel dat het evenwicht zoek is op zijn bord. Want hij vindt vlees voedzaam, energierijk en verzadigend, vlees is makkelijk te kopen en te bereiden en hij kan binnen het aanbod ruim variëren zodat hij het bijna elke dag kan eten zonder dat zijn eetpatroon eentonig wordt.