De Europese Unie (EU) overweegt soepelere regels voor staatssteun voor het financieren van nieuwe chipfabrieken op Europese bodem. De komst van dergelijke fabrieken moet de afhankelijkheid van de EU van andere landen op het gebied van chips terugdringen. Staatssteun moet de financiering vereenvoudigen.
De Europese Commissie maakte vorige week bekend deze stap te overwegen gezien de ‘uitzonderlijke situatie’ rondom chips. Zo spelen grote tekorten aan chips uiteenlopende sectoren parten. Denk hierbij aan de automotive-industrie, waar verschillende fabrikanten zich het afgelopen jaar al genoodzaakt zagen de productie tijdelijk te staken. Denk echter ook aan onderdelen voor cv-ketels, waaraan in potentie deze winter tekorten kunnen ontstaan.
Deze tekorten ontstaan door een combinatie van factoren. Zo zagen veel sectoren de vraag aan het begin van de COVID-19 pandemie teruglopen. Fabrikanten verlaagden daardoor orders voor componenten.
Het economisch herstel van de COVID-19 pandemie verliep echter sneller dan verwacht. Met een snelle stijging in vraag tot gevolg. Deze vraag is verder versterkt door de algemene groeiende vraag vanuit onder meer Azië.
Deze combinatie leidt tot een fors tekort aan chips. Chipfabrikanten kunnen de vraag simpelweg niet bijbenen. Analisten verwachten dat dit tekort voorlopig nog aanhoudt. Zo voorspelde onderzoeksbureau Gartner in juli nog dat het chiptekort tot ver in 2022 blijft bestaan. Hakan Samuelsson, CEO van Volvo, zei in oktober echter wel dat de piek van chiptekort voorbij lijkt.
Chipmaker Intel verwacht echter dat het chiptekort tot 2023 aanhoudt. Wel verwacht de fabrikant dat de beschikbaarheid van chips vanaf 2022 ieder kwartaal verbeterd. Ook Reinhard Ploss, topman van chipfabrikant Infineon, verwacht dat de schaarste nog zeker tot 2023 blijft bestaan.
De EU is voor de productie van chips in belangrijke mate afhankelijk van het buitenland. Met name Azië is op het gebied van chipproductie een grote speler. De Europese Commissie wil deze afhankelijkheid terugdringen. Onder meer door het stimuleren van de bouw van chipfabrieken op Europese bodem.
De soepelere regels voor staatssteun waarover nu wordt gesproken moeten het financieren van chipfabrieken vereenvoudigen. Want dergelijke fabrieken vragen om miljardeninvesteringen. Een bijkomend probleem is de snelle ontwikkeling op het gebied van chips. Chipfabrieken zijn hierdoor een relatief korte periode actueel, waardoor de terugverdientijd ook kort moet zijn. Overheidsfinanciering kan helpen bij het verlagen van de vereiste investering voor chipfabrikanten.
Eerder riepen onder meer Frankrijk en Duitsland de EU al op tot ‘onvoorwaardelijke staatssteun’ voor de chipsector. De EU-lidstaten stellen dat staatssteun noodzakelijk is om Europese bedrijven te laten concurreren met Chinese en Amerikaanse partijen. Niet alle EU-lidstaten zijn hiervan echter voordeel. Zo verzet onder meer Nederland zich tegen deze staatssteun, die zou leiden tot oneerlijke concurrentie binnen Europa. Bloomberg meldt dat de Europese Commissie aan dit verzoek vooralsnog geen gehoor heeft gegeven.
Auteur: Wouter Hoeffnagel