Mogelijk worden waardevolle goederen met een laaggewicht zoals medicijnen of bloemen in de Randstad in de toekomst vervoert via de hyperloop. Onder meer de gemeenten Haarlemmermeer, Rotterdam en Westland hebben hiervoor een convenant getekend met het bedrijf Hardt Hyperloop.
De hyperloop is een vervoersmiddel dat door een vacuümbuis reist. Dit vacuüm zorgt voor een lage weerstand, waardoor het voertuig met relatief weinig energie een hoge snelheid kan bereiken. Met een topsnelheid van zo’n 1.200 kilometer per uur moet een reis van Amsterdam naar Parijs in ongeveer dertig minuten kunnen worden afgelegd.
Het onderzoek dat nu is aangekondigd is gericht op de inzet van het hyperloop concept voor van goederen. Het gaat hierbij specifiek vracht met een beperkt gewicht en hoge waarde, zoals bloemen of medicijnen. Een eerste trace tussen de regio’s Rotterdam en Amsterdam wordt onderzocht. Het onderzoek moet uitdagingen identificeren waarmee ook andere stedelijke gebieden in Europa kampen en hiervoor oplossingen vinden. Dit moet de weg vrijmaken voor investeringen in hyperloopinfrastructuur op het volledige continent.
Hardt Hyperloop spreekt van een pilotroute die een eerste stap is in het creëren van een pan-Europees emissievrij hyperloopnetwerk. Het netwerk moet het transport van goederen door Europa terugdringen naar uren en wereldwijd naar dagen. Daarnaast moet de hyperloop ook de onderhoudskosten aan bestaande infrastructuur terugdringen en files bestrijden. En door vermindering van CO2-uitstoot de luchtkwaliteit kunnen verbeteren.
Een groot aantal partijen zijn bij het onderzoek betrokken. Naast de gemeente Haarlemmermeer, Rotterdam en Westland gaat het om Agora Flores Holland, Air Cargo Netherlands, Amsterdam Airport Area, Amsterdam Logistics Board, APMT(Maersk), Baas, Berg Roses, BestFreshGroup, De Wintertuin, Dümmen Orange, Dutch Flower Group, Europool Systems, evofenedex, Greenport Duin- en Bollenstreek, The Greenery, GroentEnFruithuis, InnovationQuarter, Port of Amsterdam, provincie Noord-Holland, provincie Zuid-Holland, SADC, Royal Schiphol Group, TLN en de provincie Groningen.
De partijen bundelen hun krachten onder de vlag van het Hyperloop Development Program (HDP), een publiek-privaat partnership voor de ontwikkeling van hyperloop die eind 2020 is aangekondigd. De HDP richt zich op de ontwikkeling van een hyperloop als duurzaam transportmiddel, zowel voor passagiers als goederen. Onder meer de ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W) zijn hierbij betrokken, evenals de provincie Groningen, industriepartners en kennis- en onderzoekinstituten.
“Deze samenwerking is een belangrijke stap in de ontwikkeling van deze nieuwe modaliteit, waarmee we straks in staat zijn om vaker, verser en vlugger te leveren tegen een lager tarief. We kunnen goederen gaan vervoeren met een snelheid die zeer concurrerend is met vrachtwagens, met frequentere en kleinere zendingen. Omdat het systeem autonoom en integraal opereert, kan de capaciteit met platooning snel en eenvoudig worden bijgestuurd. Dat geldt vanzelfsprekend niet enkel voor het Nederlandse bedrijfsleven, ook vele andere markten, zoals de ecommerce en farma wereldwijd, zijn gebaat bij een dergelijk netwerk”, zegt Rik Roeske, projectleider van de cargo hyperloop.
Marja Ruigrok, wethouder economie & innovatie bij de gemeente Haarlemmermeer: “Als wethouder economie & innovatie blijf ik natuurlijk graag aangesloten bij deze ontwikkelingen. Het is natuurlijk fantastisch als producten sneller op hun plek van bestemming komen en het aantal vrachtwagenkilometers over de weg verminderd kan worden.”
Walther Ploos van Amstel, econoom en lector Stadslogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam: “De Hyperloop is een ‘gamechanger’ voor de transportsector, net als de container uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Het concurrentievermogen van regio’s zal veranderen. Nederland moet daar nu als logistieke mainport van Europa op inspelen”.
Wie het netwerk uiteindelijk gaat uitvoeren en hoe fijnmazig het netwerk kan worden, is allemaal nog onderdeel van het onderzoek. De eerste resultaten van het onderzoek worden in de loop van 2022 verwacht.
Auteur: Wouter Hoeffnagel