De productie van de Nederlandse industrie is in augustus 0,5 procent teruglopen ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Wel is de krimp kleiner dan in de zeven voorgaande maanden.
Dit blijkt uit cijfers van het CBS. In bijna de helft van de bedrijfsklassen in de industrie is de productie in augustus lager uitgevallen dan in augustus 20232. De grootste productiedaling noteert de reparatie en installatie en machines met -14,3%. De productie van transportmiddelen is met 7,5% gedaald, terwijl de machinebouw 3% minder produceerde.
De metaalproductenindustrie laat met 4,1% juist de grootste stijging zien. Ook de productie van rubber en kunststof is gestegen (1,5%), evenals de productie van voedingsmiddelen (1,1%).
Ten opzichte van juli is de productie in augustus met 2,1% gestegen. Het gaat daarbij om voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerde cijfers. Het CBS wijst erop dat de voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerde cijfers doorgaans aanzienlijk fluctueert, waarbij dalingen en stijgingen elkaar snel opvolgen.
De productie van de industrie bereikte in mei 2022 een dieptepunt. Daarna is een stijgende lijn ingezet tot mei 2022, waarna de trend is omgeslagen. Met name in de periode juni tot en met oktober 2023 daalde de productie flink.
Producenten in de industrie waren in september overigens iets minder negatief dan in augustus. Fabrikanten waren positiever over de verwachte bedrijvigheid. Het producentenvertrouwen lag in september onder het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar, meldt het CBS.
Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Bij onze oosterburen is het vertrouwen in september juist negatiever dan in augustus, blijkt uit cijfers van Eurostat. De kalendergecorrigeerde productie van de Duitse industrie komt in augustus 3% lager uit dan een jaar eerder. De Duitse productie steeg met 3,4% ten opzichte van juli.
Meer informatie is hier beschikbaar.