De technologische industrie kan een belangrijke groeimotor voor de Nederlandse economie zijn en blijven. Maar daar zijn wel een aantal belangrijke stappen voor nodig. Dat concludeert ING in het rapport My Smart Industry – slimmer groeien, sneller groeien.
ING begint haar onderzoek met te stellen dat de technologische industrie in 2017 heeft laten zien die belangrijke groeimotor van de Nederlandse economie te kunnen zijn die veel experts voor ogen hebben. Zo tegen het einde van het jaar verwacht de bank een productgroei van bijna 10 procent. Maar, zo wordt gezegd: ‘succes van de technologische industrie heeft een breder effect: de sector speelt namelijk een belangrijke rol in innovatie, stimuleert bedrijvigheid in andere sectoren en stuwt productiviteitsgroei. Behoud van de rol als groeimotor is daarom ook buiten de sector relevant, maar begint bij de sector zelf.’ In het hele onderzoek wordt overigens onderscheid gemaakt tussen toeleveranciers en eindfabrikant, die elk op andere vlakken meer impact hebben of juist meer profijt.
In de technologische sector gebeurt momenteel al erg veel en dat wordt de komende jaren alleen maar meer. ‘De energietransitie heeft een effect op meerdere afzetmarkten van de sector. De andere grote trend is digitalisering. Dit zal een belangrijke impuls betekenen voor innovatie, efficiency en kwaliteit, maar het kan uiteindelijk ook de toegevoegde waarde bij bedrijven onder druk zetten. Tegelijkertijd heeft de sector een sterke uitgangspositie in meerdere mondiaal belangrijke markten en biedt dat veel potentie voor verdere groei.’
Er zijn een aantal productmarkten waar veelbelovende groeiperspectieven zijn en waardoor Nederland ook internationaal een sterke positie heeft. Een aantal markten vallen op: agri & food, de medische technologie en de semicon industrie (halfgeleiderindustrie). Met name in de laatstgenoemde categorie heeft Nederland een unieke positie, zowel op het gebied van ontwikkeling als productie. Dat is onder meer te danken aan bedrijven als ASML en NXP. ‘Maar daaromheen bevindt zich een sterk cluster van circa 150 bedrijven en organisaties. De verdere verkleining en nieuwe toepassingen van chips geven tot 2030 nog legio groeikansen. De Nederlandse kracht in precisietechnologie komt in deze sector, net als in de medische technologie, goed tot uiting.
Hoewel ING en specialisten die voor het onderzoek naar hun mening is gevraagd, denken dat de technologische industrie veel kan betekenen voor de Nederlandse economie, zijn er wel een aantal stappen nodig. Het lukt alleen als:
De sector inspeelt op de mondiale vraagverschuiving
a) De technologische industrie heeft in een aantal kansrijke markten, waaronder agri & food, medische technologie en semicon, een sterke positie. Vooral de machinebouw kan daarvan verder profiteren.
b) Een deel van de sector, vooral toeleveranciers, zal in omzet geraakt worden door de energietransitie. Met name toeleveranciers aan de olieindustrie en automotive industrie (brandstofmotoren en gerelateerde onderdelen) zullen hun bakens deels moeten verzetten.
De sector versneld inzet op digitalisering om verspilling in de keten te verminderen
Efficiency in bedrijf en keten en daarmee een hoge arbeidsproductiviteit is cruciaal voor de concurrentiepositie van de technologische industrie. Digitalisering biedt verbeterkansen over de volle breedte: van ontwerp tot verkoopproces en van logistiek tot productie.
De sector digitalisering benut om te groeien in dienstverlening
Via meer dienstverlening kan de sector groeien in toegevoegde waarde. Ook hier speelt digitalisering een sleutelrol. Internet en data maken diensten als onderhoud en reparatie op afstand mogelijk. Bovendien worden producten steeds complexer. Klanten zullen meer behoefte hebben aan training of monitoring van processen bij de technologische industrie willen neerleggen.
R&D breder in de keten plaatsvindt
Om de toegevoegde waarde van de sector te laten groeien (zowel in euro’s als in percentage van elke euro omzet) is meer R&D essentieel. Eindfabrikanten zijn hierin vaak leidend, maar voor een succesvolle toekomst van de sector en eigen bedrijf wordt een grotere rol in R&D van toeleveranciers gevraagd.
De sector 120.000 nieuwe medewerkers weet te vinden richting 2030
Om te blijven groeien zijn meer medewerkers nodig en dat is een pijnpunt. Nu al geeft 20 tot 25 procent van de bedrijven in de sector aan dat personeelstekort een belemmering vormt voor hun activiteiten. Een groei van de toegevoegde waarde tot 2030 met jaarlijks ruim 4% vereist naar schatting circa 50.000 extra medewerkers. Tel daarbij de circa 70.000 medewerkers die met pensioen gaan en de sector staat voor de opgave om tot 2030 120.000 mensen aan te trekken.
Door: Kelly Bakker
Bron: ING