maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Belang Nederlandse maakindustrie neemt fors toe

Nederlandse maakindustrie vertoont groeiende economische impact

De maakindustrie staat voor grote uitdagingen op het gebied van innovatie, digitalisering en de werving van talent. Dat zei de CEO van ASML, Peter Wennink, vanochtend bij de opening van de TechniShow en ESEF Maakindustrie, gezamenlijk het grootste platform voor de maakindustrie in de Benelux. De maakindustrie draagt jaarlijks voor 18% bij aan de Nederlandse economie en toont de afgelopen jaren een groei met dubbele cijfers. In economisch belang is de sector nu vergelijkbaar met de chemie en de food industrie. TechniShow en ESEF Maakindustrie vinden deze week plaats in de Jaarbeurs in Utrecht.

Wennink gaf aan dat het versnellen van innovatie de volle aandacht van de sector moet hebben. Door toenemende systeemintegratie, waarbij machines onderdeel zijn van een groter complex systeem, is samenwerking in de keten bij innovatie van groot belang. Innovatie betreft niet alleen de machines zelf, maar ook service en onderhoud. Bij ASML kijken ingenieurs via hololenzen met een klant aan de andere kant van de wereld mee om storingen te verhelpen. Een samenwerkend, internationaal kennisnetwerk is de basis om relevant te blijven voor afnemers. Wennink gaf bij de opening ook aan dat innovatie niet kan zonder risico en dat de overheid in dat risico zou moeten delen. De sector kan die hulp goed gebruiken.

War on Talent

Een tweede belangrijke uitdaging voor de sector is het werven en behouden van talent. Wennink riep de sector op daarvoor niet alleen naar de overheid te kijken, maar samen de schouders te zetten onder de opleiding van talent. Alleen al in Veldhoven werken 110 nationaliteiten, een belangrijk signaal dat de pool voor nieuw talent in Nederland te klein is. Internationaliseren van opleidingen en investeren in een leven lang leren zijn daarom cruciaal om genoeg talent te hebben en behouden. ASML verwacht bijvoorbeeld de komende jaren de capaciteit te kunnen verdubbelen, waardoor ook de toeleveranciers die slag zullen moeten maken, en meer medewerkers nodig zullen zijn. Van de jaarlijkse inkoop van ASML, goed voor circa 10 miljard euro, vindt jaarlijks 80% binnen Europa plaats, waarvan de helft in Nederland.

Digitalisering

Een ander belangrijk thema dat deze dagen in Utrecht centraal staat, is de digitalisering van de maakindustrie. Theo Henrar, voorzitter van FME, gaf bij de opening aan dat de maakindustrie een ruggengraat is van de Nederlandse economie, die steeds meer de waardering krijgt die ze verdient. Digitalisering betreft niet alleen de machines zelf, maar ook de integratie van alle ermee samenhangende processen, zoals verkoop, logistiek en voorraadbeheer. Ook Henrar benadrukte het grote belang van samenwerking in de keten op het gebied van digitalisering en waarschuwde voor de risico’s op het gebied van cybersecurity.

Productie automatisering moet

André Gaalman, voorzitter van FPT-VIMAG, de Federatie voor Productietechnologie en eigenaar van TechniShow, benadrukte bij de opening dat de sector niet ontkomt aan verdere productieautomatisering, als gevolg van krapte op de arbeidsmarkt en de niet aflatende behoefte aan verdere efficiëntie. In de Jaarbeurs laten enkele honderden exposanten deze dagen hun innovaties zien, bijvoorbeeld op het gebied van 3D printing. TechniShow en ESEF Maakindustrie vinden van dinsdag 30 augustus tot en met vrijdag 2 september plaats in de Koninklijke Jaarbeurs in Utrecht. Toegang tot de evenementen is gratis.

Solarwatt behaalt Cradle to Cradle-certificaat voor glas-glas zonnepanelen

Solarwatt GmbH heeft als eerste Duitse fabrikant van zonnepanelen een Cradle to Cradle certificaat behaald. De glas-glas zonnepanelen produceert Solarwatt in Dresden. De zonnepanelen van het Saksische bedrijf worden daarmee gedurende de hele cyclus – van materiaalinkoop tot recycling – als bijzonder duurzaam gekwalificeerd. Met deze certificering speelt Solarwatt in op de groeiende belangstelling voor duurzame zonnepanelen in Europa.

“Het is voor ons belangrijk dat onze zonnepanelen niet alleen schone energie leveren, maar ook duurzaam worden geproduceerd. Solarwatt heeft zijn productie de afgelopen jaren al daarop ingericht en gebruikt 100 procent groene stroom. We hebben het veeleisende certificeringstraject doorlopen om ons commitment nu ook voor onze klanten zichtbaar te maken”, zegt general manager Erik de Leeuw van Solarwatt B.V.

Hoogste niveau van duurzaamheid

Cradle to Cradle-certificering is een wereldwijd erkende standaard dat materialen en producten beoordeelt op hun milieuprestaties als sociale implicaties. “In tegenstelling tot milieunormen wordt ook gekeken naar de sociale verantwoordelijkheid van het bedrijf. Bijvoorbeeld met behulp van de UN Global Compact Self Assessment Tool”, legt Annika Beck, Corporate Social Responsibility Manager bij Solarwatt, uit.

Beoordeling in vijf categorieën

De beoordeelde categorieën zijn: Materiële gezondheid, Materiaalcyclus, Hernieuwbare energiebronnen, Waterbeheer en Sociale verantwoordelijkheid. Certificering vindt plaats op de niveaus Basic, Bronze, Silver, Gold en Platinum. Het laagste niveau is bepalend voor het uiteindelijke certificeringsniveau. Om een hoge rating te halen, moet een product dus in alle categorieën even hoog scoren.

Het onafhankelijke Cradle to Cradle Products Innovation Institute (C2CPII) kent de certificaten toe. De Solarwatt glas-glas zonnepanelen zijn beoordeeld door EPEA, dat door C2CPII is geaccrediteerd. Wereldwijd hebben slechts twee andere producenten van fotovoltaïsche panelen een actuele Cradle to Cradle-certificering. Solarwatt is de eerste Duitse zonnepanelenfabrikant die deze certificering ontvangt. De zonnepanelen van Solarwatt kregen de beoordeling Goud in de subcategorieën Hernieuwbare energiebronnen en Waterbeheer. Zilver in de andere categorieën, wat uiteindelijk leidde tot het eindpredikaat Zilver.

“Wij zijn er trots op dat we deze holistische en veeleisende certificering met zo’n goed niveau hebben kunnen behalen. Dit is een grote stap in de richting van ons doel om ons bedrijf en ons productenaanbod consequent duurzaam in te richten”, aldus Annika Beck.

Huizen printen met aarde en isoleren met rijstafval

Duurzaam bouwen en circulariteit zijn veel gehoorde termen. Steeds vaker bereiken bouwers prachtige resultaten. In Italië bijvoorbeeld. Daar ontwikkelde 3D Wasp een 3D printer die gebruik maakt van materialen die in de buurt van de bouwplaats te vinden zijn. Isolatiemateriaal: rijstafval.

Rijst wordt over de hele wereld verbouwd. Gevolg: bij de verwerking ervan blijft veel rijststro achter op de velden. Vaak wordt het materiaal ter plekke verbrand. Het Italiaanse RiceHouse werkt daarom aan de duurzame verwerking van het restproduct tot bouw- en isolatiemateriaal.

Interessante samenwerking

3D Wasp en RiceHouse (IT) zijn een interessante samenwerking aangegaan; Gaia (godin van de aarde en Griekse meisjesnaam die aarde betekent red.). Aarde is het belangrijkste bindmiddel van het mengsel waarmee 3D Wasp print. Het wordt in de buurt van de bouwplaats gewonnen en op locatie gemengd. Een belangrijk ‘ingrediënt’ is rijstafval, geleverd door RiceHouse.

Plantaardige vezels

Voor de realisatie van Gaia leverde RiceHouse de plantaardige vezels waarmee WASP een compound heeft ontwikkeld dat bestaat uit 25% grond afkomstig van de locatie (30% klei, 40% slib en 30% zand), 40% uit stro gesneden rijst, 25 % rijstschil en 10% kalk. Het mengsel is gemengd door het gebruik van een muller, waardoor het mengsel homogeen en verwerkbaar is.

Binnenklimaat

Door de wijze van productie, de dikte van de wanden en de gebruikte materialen ontstaat een gunstige klimaathuishouding. Volgens de producenten zelfs zodanig dat verwarming en/of airconditioning niet nodig zijn. De woning heeft een “milde en comfortabele binnentemperatuur. Zomer en winter.”

Wereldwijd inzetbaar

De grondstoffen voor dit type woning, met deze samenstelling zijn wereldwijd in overvloed beschikbaar. De printer, Crane Wasp en de technologie zijn toegankelijk en makkelijk leverbaar. 3D Wasp en RiceHouse zetten dan ook in op een snelle wereldwijde uitrol van deze zeer duurzame en circulaire woningen.

Hybride vrachtwagens, aangedreven door een bovenleiding. Waarom niet?

Eigenlijk is het raar. Al in 2016 introduceerde Siemens Mobility het eHighway systeem. Niets meer of minder dan een bovenleiding langs belangrijke snelwegen, waar hybride vrachtwagens op aan kunnen koppelen. Simpel en doeltreffend. Toch hoor je er maar weinig over.

Het principe is eenvoudig. Boven de rechter baan van snelwegen waar veel doorgaand vrachtverkeer rijdt worden bovenleidingen aangelegd, die grondstations voorzien van stroom. Vrachtwagens zijn uitgerust met een zogenaamde ‘stroomafnemer’ die door de chauffeur handmatig, of via een sensor, automatisch aankoppelt.

De vrachtwagen is hybride. Beschikt dus over een verbrandingsmotor, maar ook over de technologie om elektrisch te rijden. Zodra de stroomafnemer koppelt met de bovenleiding wordt de elektrische motor ingeschakeld. Er is dan nauwelijks een verschil in rijgedrag merkbaar. Als de chauffeur van baan moet verwisselen om bijvoorbeeld in te halen, klapt de stroomafnemer in en rijdt de vrachtwagen weer op de verbrandingsmotor. Ook bij plotselinge bewegingen klapt de stroomafnemer in.

Aanzienlijke CO2-reductie

“Vrachtvervoer over de weg speelt een centrale rol in de strijd tegen klimaatverandering. In Duitsland is het verantwoordelijk voor een 33% van alle CO2-uitstoot in de transportsector. Vrachtwagenfabrikanten streven verschillende concepten na om deze last te verminderen. Met eHighway heeft Siemens Mobility een kant-en-klare technologie ontwikkeld voor energiezuinig, kosteneffectief en emissievrij vrachtwagentransport. Deze kan worden gecombineerd met andere aandrijfsystemen om de ruggengraat te worden voor de bestrijding van klimaatverandering in deze sector, ” zegt Michael Peter, CEO van Siemens Mobility. In Nederland is het vrachtvervoer verantwoordelijk voor 11% (CBS 2020).

Duitse testtrajecten

De eHighway wordt momenteel getest op drie openbare routes in Duitsland: op de snelweg A5 in de deelstaat Hessen tussen de luchthaven van Frankfurt en Darmstadt/Weiterstadt. In de deelstaat Sleeswijk-Holstein op de snelweg A1 tussen de knooppunten Reinfeld en Lübeck en op de rijksweg B462 in de deelstaat Baden-Württemberg tussen Kuppenheim en Gaggenau. Het systeem is ook getest in Los Angeles en in Zweden.

Het is niet de bedoeling om iedere snelweg te voorzien van bovenleidingen. Alleen op die wegen waar veel doorgaand vrachtverkeer is. In Nederland komen de A15 tussen de Rotterdamse haven en het Oosten van het land in aanmerking en de A67 vanuit de richting Antwerpen.

TechniShow 2022 geeft antwoord op alle vragen over 3D printen

Eén van de hotspots tijdens TechniShow 2022 wordt het 3D Procesplein. Daar vind je de volledige 3D print workflow voor de maakindustrie. Hier doorloopt de bezoeker van de beurs alle stappen om van idee tot en met een 3D geprint eindproduct te komen.

Met twee pleinen wordt 3D printen één van de hoofdthema’s tijdens TechniShow 2022. Op het 3D Techniekplein tonen exposanten zoals Renishaw Benelux, Laagland en andere exposanten, AM-technieken. Wie vooral geïnteresseerd is in de verschillende technieken en de nieuwste machines, kan hier terecht. “De technologie staat echter niet op zichzelf. Er zijn vóór en na het 3D printen stappen nodig om tot het eindproduct te komen. Dat hele proces belichten we op het 3D Procesplein”, zegt Kris Binon, directeur van Flam3D. De Benelux-brancheorganisatie voor de AM-industrie ondersteunt FPT-VIMAG en Jaarbeurs bij de invulling van het 3D Procesplein. Door het onderwerp te splitsen in techniek en proces, is een bezoek aan TechniShow de moeite waard zowel voor maakbedrijven die amper iets van 3D printen afweten alsook de bedrijven die verdieping zoeken.

Hele proces doorlopen

TechniShow bezoekers kunnen op het 3D Procesplein letterlijk de verschillende stappen doorlopen. “We delen het plein niet in vakjes op. Deelnemers zoals ProductionToGo, Fuselab, QDP en Materialise, staan in een halve cirkel naast elkaar en laten zien hoe je van 3D scannen, met design- en simulatiesoftware via het printen bij de nabewerking komt”, schetst Kris Binon de invulling van het plein. De beursvloer geeft de deelnemers alle ruimte om live machines, software en toepassingen te demonstreren. Bijvoorbeeld het scannen en verwerken van scandata tot een printbare file. Hierna volgen de machines om de onderdelen na te bewerken, van het verwijderen van support tot en met het gladder maken van het oppervlak.

Elke dag lezingenprogramma

Alle demo’s worden aangevuld met een lezingenprogramma, afwisselend de ene dag over AM-technieken, de andere dag over het hele proces. AM-experts belichten in totaal zes verschillende AM-technieken, waaronder Laser Powderbed Fusion, WAAM, binder jetting én SLS, een techniek om kunststof onderdelen te printen. “Want”, legt Binon uit, “sommige onderdelen die de maakindustrie nu van bijvoorbeeld aluminium freest, kun je heel goed in kunststof 3D printen. Die boodschap willen we ook overbrengen.” De AM-technieken worden in de lezingen toegelicht aan de hand van concrete toepassingen. In de lezingen over het proces wordt bijvoorbeeld de link naar design voor additive manufacturing belicht én het nabewerken van de geprinte onderdelen. “Onder andere verspanende nabewerking”, zegt Binon. Daarmee plaatst de TechniShow additive manufacturing als oplossing midden in de bestaande productieprocessen in de maakindustrie.

Modulair bouwen met 3D printen

Het vertrekpunt op het 3D Procesplein wordt de 3DESK van Flam3D, een voorbeeld van hoe 3D printen kan worden toegepast. Deze 3DESK bestaat uit 3D geprinte kunststof koppelstukken die stevige profielen uit gerecycleerd kunststof verbinden. Kris Binon: “De 3DESK toont aan dat 3D printen niet alleen geschikt is voor speciale implantaten of dure raketmotoren. Door de verbindingsstukken te printen van gerecyclede materialen en deze te combineren met de profielen, kun je voor weinig geld snel iets bouwen, de afmetingen aanpassen of een andere look and feel geven, zonder dat kostbare tooling nodig is.” Machinebouwers kunnen zo’n concept ook toepassen, denk hij.

Vraagbaak

Bezoekers van de TechniShow kunnen elke dag met concrete vragen of zelfs producten terecht bij de AM-experts die het 3D Procesplein bemannen. Kris Binon: “Hoe concreter de vragen, des te beter. Spreek ons aan met concrete ideeën, de vraag of je een product kunt of moet 3D printen. Eventueel doorlopen we samen met bezoekers het proces.” De vragen over additive manufacturing veranderen het laatste jaar, merkt hij. “De kennis is toegenomen. Nu komt men met vragen over de toegevoegde waarde van 3D printen, de businesscase, de investeringen.” Bij de exposanten op het 3D Techniekplein én 3D Procesplein vinden de TechniShow bezoekers de antwoorden op deze vragen.

Technishow vindt gelijktijdig plaats met ESEF Maakindustrie van 30 augustus – 2 september Jaarbeurs Utrecht. Registreer je nu voor een bezoek en bekijk het activiteiten- en lezingenprogramma op beide beurzen via event.technishow.nl of event.maakindustrie.nl

Avond van de Maakindustrie in teken van vakmanschap en digitalisering

Op 29 augustus vindt voor de vierde keer in Jaarbeurs Utrecht de Avond van de Maakindustrie plaats. Hét event voor partners uit de maakindustrie, georganiseerd door de belangrijkste stakeholders in de mkb-maakindustrie: FPT-VIMAG en Koninklijke Metaalunie in samenwerking met Jaarbeurs.

Tijdens deze feestavond wordt de innovatiekracht en de diversiteit getoond, samen met de verbondenheid van de verschillende maakbedrijven en sectoren onderling. Innovatieve en flexibele mkb-bedrijven die samen het hart vormen van de maakindustrie in Nederland. Roelof Hemmen, onder meer voormalig presentator van het RTL 4 nieuws is dagvoorzitter. Net als tijdens de vorige editie in 2020.

Uitreiking TechniShow Awards

Tijdens de Avond van de Maakindustrie worden traditiegetrouw de TechniShow Awards uitgereikt. Begin juni nomineerde de vakjury in totaal 12 kandidaten in de categorieën ‘Flexibel Produceren’, ‘Slim Produceren’ en ‘Digitale Fabriek’ voor de TechniShow Innovation Awards 2022. De jury is positief over het niveau van de inzendingen en ziet een verdere evolutie van digitalisering in de maakindustrie.

Digitalisering

Naast de uitreiking van de TechniShow Awards staat de Avond in het teken van vakmanschap en digitalisering in de maakindustrie. Slimmer, sneller en flexibel produceren kunnen deels een antwoord zijn op het tekort aan vakmensen. Het is in ieder geval een must voor maakbedrijven om concurrerend te blijven. Sjoerd Hardeman, senior econoom Rabobank, presenteert tijdens de Avond zijn onderzoek ‘Succesvolle digitalisering vraagt om aandacht voor technologie én bedrijfsvoering’. Na zijn presentatie volgt een paneldiscussie onder begeleiding van sectormanagers industrie van de Rabobank, Kees de Schipper en Yorick Cramer.

Behoud vakmanschap

Al decennia lang spreekt men in de technische sectoren over een tekort aan – en het belang van – goed geschoolde vakmensen. De afgelopen tijd zijn arbeidsmarkt, vakmanschap, onderwijs en aanverwante thema’s steeds vaker een belangrijk onderwerp van gesprek. Emma van Geel, Founder Future of Twente en Business Analyst & Business Developer Sport Innovation bij DEMCON gaat in op dit onderwerp.

Meer weten over de vierde Avond van de Maakindustrie? Kijk op avondvandemaakindustrie.nl

Industriebeleid kabinet: erkenning van het belang van de (maak)industrie

Van woorden nu naar daden

Meer dan ooit wordt het belang van de Nederlandse industrie erkent door het kabinet. Met de presentatie van haar nieuwe industriebeleid geeft het kabinet het belang van innovatie en digitalisering eindelijk een plek in het beleid de komende jaren.

Ook start  – samen met de industrie – de uitwerking van een aanvalsplan ‘beschikbaarheid van voldoende (technisch) personeel’ en is voldoende (fysieke en milieu) ruimte voor bedrijvigheid een aandachtspunt. Koninklijke Metaalunie is verrast door het ontbreken van een duidelijke visie op het mkb in deze industriebrief, maar is gematigd positief over een aantal andere aandachtspunten. Tegelijkertijd moet er nog veel concreet uitgewerkt worden.

Het gepresenteerde industriebeleid bevat een aantal positieve nieuwe accenten. Het kabinet wil een actief industriebeleid voeren, gericht op vergroening en ontwikkeling van de (maak)industrie. Tevens zet het kabinet nadrukkelijk in op strategische onafhankelijkheid ervan. Het belang van het mkb voor onze economie wordt dan weer nauwelijks benoemd.

Arbeidsmarkt: gezamenlijke aanpak noodzakelijk

Het kabinet erkent dat meer gekwalificeerde technische mensen nodig zijn om de vele ambities in de industriebrief te halen. Ondanks vele inspanningen vanuit de overheid en het bedrijfsleven, is er in Nederland een stijgend tekort aan vakmensen. Metaalunie hoopt dat de ministers van EZK, OCW en SZW nadrukkelijker gaan samenwerken om het tekort aan technisch geschoold personeel aan te pakken. Ook de Tweede Kamer heeft recentelijk een motie in grote meerderheid aangenomen, waarbij de minister van EZK is opgeroepen meer haar verantwoordelijkheid op dit vlak te nemen.

Aandacht voor productie-innovatie mkb te beperkt

Nieuw is dat het kabinet de kansen van productie-innovatie (procesinnovatie) van het mkb, in relatie tot het verhogen van de arbeidsproductiviteit, benoemt. Helaas is weinig nieuws te lezen over hoe het kabinet dit denkt te realiseren. Het ministerie blijft hangen in het beeld dat alleen met digitalisering alles opgelost zal worden. Maar onderkent niet dat nog veel mkb ondernemingen grote stappen moeten zetten alvorens digitalisering überhaupt in beeld komt. Recentelijk heeft Metaalunie bijvoorbeeld een concrete stimuleringsregeling voor productie-innovatie voor mkb-maakbedrijven (de Mkb-booster) aangeboden aan het ministerie van EZK en de Tweede Kamer.

Metaalunie had verwacht dat het kabinet stimuleringsmaatregelen op het vlak van productie-innovatie verdergaand zou hebben uitgewerkt. De minister heeft in haar brief slechts oog voor de inzet op Smart Industry. In een recente onafhankelijke evaluatie door het ministerie van EZK, en in een onderzoek van Berenschot waarin het voorstel voor de Mkb-booster is gelanceerd, is echter aangetoond dat Smart Industry niet in staat blijkt om de mkb-maakbedrijven voldoende te bereiken.

Circulaire economie: gerichte aanpak gewenst

Voorlopig veel woorden maar te weinig concrete acties om tot een circulaire economie te komen. De overheid heeft een rol bij het aanjagen van deze vorm van economie. Hiervoor presenteert zij voor het einde van het jaar een nieuw Nationaal Programma Circulaire Economie. Metaalunie benadrukt al jaren de kansen voor een circulaire maakindustrie. Met een Nationaal Programma Circulaire Economie hoopt Metaalunie dat nu eindelijk echt slagen gemaakt gaan worden. Met stevige eigenaarschap binnen het kabinet en daaraan gekoppeld voldoende financiële middelen (bijvoorbeeld uit het Klimaat en/of Groeifonds).  

Balans woningbouw, natuur en bedrijvigheid onderstreept

Niet eerder sprak een kabinet zo uit dat het garanderen van (regionale) ruimte voor bedrijvigheid van belang is. Op dit moment gaat in veel gemeenten vaak woningbouw ten koste van (uitbreidings-) mogelijkheden voor maakbedrijven. Het kabinet presenteert later dit jaar een Nationaal Programma Werklocaties en een aanscherping van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Doel hiervan is om – samen met provincies en gemeenten – de benodigde ruimte voor bedrijvigheid te garanderen. Metaalunie juicht deze regierol van het kabinet toe.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid

Het kabinet presenteert duidelijke ambities met het strategisch en groen industriebeleid. Veel zaken moeten echter nog uitgewerkt worden. Metaalunie roept het kabinet dan ook op om (nog) meer de samenwerking met het bedrijfsleven op te zoeken bij het uitwerken van de plannen. Stimulering van productie-innovatie van het mkb moet wat Metaalunie betreft een nadrukkelijker plek krijgen in het industriebeleid. En samen met het bedrijfsleven moet het kabinet het grote tekort aan technisch geschoold personeel aanpakken. Metaalunie gaat er dan ook vanuit dat zij de komende maanden actief betrokken zal zijn bij het uitwerken van alle ambities.

Over Koninklijke Metaalunie

Koninklijke Metaalunie is met 15.000 leden de grootste ondernemersorganisatie voor de mkb-maakindustrie. De leden hebben samen een omzet van meer dan 30 miljard euro en bieden werkgelegenheid aan zo’n 180.000 mensen.

Groen omkeerdak in uniek en energieneutraal woningbouw project

’t Eemgoed in Almere: een uniek woningbouwproject van architectenbureau cepezed met 82 woningen waar een nieuwe manier van leven, contact met de natuur en energieneutraliteit centraal staan. Het project wordt gekenmerkt door zijn structuur van langhuizen – geschakelde bungalows waar het landschap overheen loopt – met daartussen verschillende landschapskamers die bestemd zijn voor onder andere moestuinen en speelpleinen.

De ontwikkelaars/initiatiefnemers 2Open en cepezedprojects kozen voor woningen met een groen omkeerdak van JACKON Insulation om het duurzame karakter te versterken. De realisatie gebeurde in samenwerking met Quality Roofing Systems en Roof Protection.

Omkeerdak, een ecologische voltreffer

De ruimtelijke leefomgeving van dit project is uitzonderlijk. Het landschap loopt namelijk over de woningen heen. De rug van de langhuizen bestaat uit een laag aarde die begroeid is met grassen en bloemen. Eronder bevindt zich de dakstructuur van de woningen en ertussen de dakisolatie. Omdat de woningen grotendeels prefab zijn, was de keuze voor een omkeerdak met de Jackon XPS-isolatieplaten de meest logische zet. Door hun lichte gewicht beperken ze namelijk de druk op de structuur.

“Het aanleggen van een omkeerdak beperkt vochtschade tot een minimum. De JACKODUR® XPS-isolatieplaten nemen geen vocht op, ze voeren het af. Via een vochtafvoerende filterdoek (JACKODUR® WA) wordt de volledige dakstructuur beschermd”, benadrukt Sjoerd van de Werf van Quality Roofing Systems.

JACKODUR PLUS, het ideale product voor een omkeerdak

Voor de projectontwikkelaars is duurzaamheid de rode draad in het project. Ook de JACKODUR® producten passen in dit plaatje en werden door de dakwerker als ideaal product naar voren geschoven. Het is een systeem dat zijn isolatiewaarden behoudt, geen kracht verliest, een lange levensduur heeft en bovendien makkelijk te plaatsen is. “De JACKODUR® PLUS XPS-isolatieplaten hebben, ondanks hun geringe dikte, de beste Lambda-waarde (0,027 W/(m.k) die er bestaat. Ze hebben een uitstekend isolerend vermogen wat in dit unieke  project een doorslaggevende factor is. Ook de dikte van de dakopbouw is lager waardoor er minder totaalvolume nodig is. Dit heeft dan weer een gunstig effect op het prijskaartje. Het lagere gewicht zorgt voor een snelle en makkelijke plaatsing. Een meerwaarde voor de dakconstructie en de dakwerkers”, aldus Sjoerd van de Werf.

Achter- en voorzijde van een woning in ’t Eemgoed, Almere

Een goede samenwerking is essentieel

Voor het project was een strakke planning opgesteld. Er is zo’n 7500m² aan materiaal gebruikt, een heel groot volume op logistiek vlak. Het was dus belangrijk om duidelijke afspraken te maken tussen de verschillende partijen om het project tot een goed einde te brengen.

“We werken al enkele jaren samen met Quality Roofing Systems. Ze kennen onze producten heel goed. Samen met Roof Protection adviseerden we de projectontwikkelaars en architecten over de beste keuze voor de aanleg van het dak. Het resultaat is een uniek en energieneutraal woonproject met groene omkeerdaken, waaraan Jackon zijn ecologisch steentje heeft bijgedragen” aldus Marco Duivelaar van Jackon Insulation Nederland. 

JACKODUR® PLUS 300 in een notendop

  • Bijzonder hoge druksterkte 300 kPa
  • Met λD = 0,027 W/(m·K) beste lambdawaarde bij geringe isolatiedikte
  • Isolatiediktes van 50 mm tot 320 mm
  • Maatvast, vochtbestendig, rotvrij
  • 25 % meer isolerend vermogen in vergelijking met andere isolatiematerialen
  • Plaatsing in één laag tot 320 mm
  • Tijd- en kostenbesparend te plaatsen    

Duurzaamheid van de waterdichting bij omkeerdak

Bij omkeerdaken wordt de isolatielaag boven op de waterdichting geplaatst. Deze omgekeerde constructie biedt vele voordelen omdat de isolatie de waterdichting beschermt tegen allerlei weersinvloeden zoals temperatuurschommelingen en UV-straling. Mechanische schade wordt ook vermeden. Dat verlengt de levensduur van de waterdichting aanzienlijk.

Over 10 jaar nog relevant zijn als bedrijf: Ketentheater tijdens ESEF Maakindustrie geeft antwoorden

De Nederlandse maakindustrie is springlevend en heeft tegelijkertijd te maken met veel uitdagingen op korte en lange termijn. Aanvoerproblemen, kostenstijgingen en personeelstekorten zijn acuut. Ontwikkelingen op het gebied van technologie en innovatie hebben grote impact op de lange termijn. Hoe ga je daarmee om? En hoe blijf je succesvol? Daarvoor heeft het Ketentheater de antwoorden, van 30 augustus tot en met 2 september 2022 op ESEF Maakindustrie.


Van 30 augustus tot en met 2 september 2022 verzamelt de hele maakindustrie zich in Jaarbeurs Utrecht voor de vakbeurzen ESEF Maakindustrie en TechniShow 2022. Hier hoor je alles over noviteiten, ontwikkelingen en de toekomst van de industrie. Er is een groot activiteiten- en lezingenprogramma op de beide beurzen te vinden, waaronder het Ketentheater op ESEF Maakindustrie, in hal 10 tussen de ingang en het 3D-Plein.

Ketentheater: actuele thema’s

In het Ketentheater vinden op alle beursdagen presentaties en workshops plaats over thema’s die nu actueel zijn in de maakindustrie, zoals industry 4.0, productiviteitsverbetering, ketensamenwerking, planning en automatisering. Michel van Buren is de drijvende kracht achter het Ketentheater. Hij is directeur van BLMC, dat organisaties helpt te transformeren naar succes. Michel: ‘We zien dat de maakindustrie met verschillende uitdagingen te maken krijgt. Via dit podium willen we graag een bijdrage leveren aan de industrie, door de kennis van onze specialisten te delen. Daarnaast hebben we experts uit
wetenschap en uit verschillende branches uitgenodigd en delen sterke spelers uit de industrie hun
praktijkcases.’

Zo blijf je als bedrijf relevant

Zo legt Erik Elgersma uit hoe je met data-analyses betere beslissingen kunt nemen, Pieter van Opstal
van Dubré/Vorselaars laat zien hoe hij vorm geeft aan groei en Arthur van der Lee van DCS deelt de
do’s en dont’s van innovatie vanuit zijn eigen praktijk. Gerard Ekhart presenteert een manier om te
zorgen dat je als bedrijf over 10 jaar ook nog relevant bent. Hij schreef het boek ‘Onze maakindustrie
crasht
’. Natuurlijk biedt hij ook een oplossing: ‘Ik zie hoe de maakindustrie verandert en ben van
mening dat ‘omdenken’ hard nodig is. Veel ondernemingen lijden aan het Kodak-syndroom en blijven
hangen in een ondernemingsstrategie die is opgeschreven in de vorige eeuw. Ik heb een nieuw
model ontwikkeld, het Vitaliteitswiel, waarmee de bedrijven hun levensvatbaarheid in de 21ste eeuw
kunnen zekerstellen.’

Ook voor Technishow

Het Ketentheater op ESEF Maakindustrie is zeker ook relevant voor de bezoekers van TechniShow,
en gemakkelijk gratis te bezoeken. ESEF Maakindustrie vindt gelijktijdig plaats met Technishow. Registreer je nu voor een bezoek en bekijk het activiteiten- en lezingenprogramma.

Welkom in de techniekfamilie

Vijf jaar geleden verliet een collega ons bedrijf om onderwijsassistent te worden bij het vak techniek op een middelbare school in de buurt. Jammer voor ons, maar van haar een hele stoere stap waar ik enorm veel bewondering voor heb. Zij ging écht iets doen om het tekort aan techneuten in Nederland op te lossen, en wel bij de bron; het onderwijs. En het bleef niet bij onderwijsassistent. Twee jaar later startte ze met de lerarenopleiding en vervolgens stond ze als techniekdocent voor de klas.

Net als ik vraagt mijn oud-collega zich af waarom relatief weinig jongeren een technische opleiding kiezen en waarom ze technische banen zo vaak links laten liggen. Om hier verandering in te brengen zet ze nu opnieuw een stap in haar carrière. Met pijn in ‘t hart neemt ze afscheid van haar leerlingen om bij TechCampus Amsterdam aan de slag te gaan. Ik had nog nooit van de TechCampus gehoord, maar het blijkt een samenwerkingsverband en tegelijk een decentrale, stadsbrede leeromgeving te zijn waar leerlingen van alle Amsterdamse vo-scholen en uit het primair onderwijs meerdere keren in hun schoolloopbaan kennis maken met technologie en bijbehorende beroepen. Wat een goed initiatief!

Zelf ben ik niet zo dapper om mijn baan op te zeggen en me fulltime te richten op het promoten van techniek onder jongeren, maar ik voel me wel medeverantwoordelijk voor de toekomst van de technische sector. Het aantal techniekstudenten schijnt nog steeds terug te lopen en dat is een ramp als je ziet voor welke uitdagingen we staan (energietransitie, vergrijzing, robotisering, digitalisering). Er moet dus echt iets gebeuren.

Werk jij nou ook bij een technisch bedrijf, schreeuw dan van de daken hoe leuk, belangrijk en uitdagend jouw werk is. Nodig jongens en meisjes van alle leeftijden uit en vertel ze dat je als techneut een hele goede boterham kunt verdienen. Maar nog belangrijker; laat ze weten dat in technische branches leuke, aardige collega’s vaak jarenlang met elkaar samenwerken, waardoor zo’n bedrijf bijna als familie voelt. En als soms een ‘familielid’ de overstap naar het onderwijs maakt, dan laten we deze techniekambassadeur met liefde gaan.

Astrid van Ballegoy

Kopstukken ASML en FME openen TechniShow en ESEF Maakindustrie 2022

De 2022-edities van TechniShow en ESEF Maakindustrie worden geopend door de CEO van ASML, Peter Wennink, en de voorzitter van FME Theo Henrar. Het duo zal het publiek van het grootste b2b-evenement voor de maakindustrie in de Benelux welkom heten op 30 augustus in Jaarbeurs Utrecht.

Peter Wennink is als hoogste baas bij het belangrijkste Nederlandse hightechbedrijf al ruim twee decennia verantwoordelijk voor de ontwikkeling van machines voor de halfgeleiderindustrie. ASML wordt internationaal gezien als één van de belangrijkste hightechbedrijven in de wereld. Maar dat is het ook voor de maakindustrie in de Benelux. Het Veldhovense bedrijf houdt een ecosysteem aan toeleveranciers in het leven. Volgens schattingen creëert elke baan bij ASML twee of drie banen bij toeleveranciers. 

Wennink wordt geflankeerd door Theo Henrar. Hij werd een jaar geleden gekozen tot voorzitter van FME. De geboren Amsterdammer was vanaf 2008 directievoorzitter van Tata Steel Nederland/Corus Nederland, als Sales Director verantwoordelijk voor de distributie-units op het vasteland van Europa en het Verenigd Koninkrijk en voor de verkoopsectoren Verpakkingen en Bouwsystemen van Tata Steel in Europa. 

Trots

Volgens George Wels, directeur (a.i) van FPT-Vimag, is deze zware delegatie bij de opening van de TechniShow een bewijs dat machinebouw en productietechnologie in hoog aanzien staan. “FPT-Vimag, al zeventig jaar verantwoordelijk voor TechniShow, verenigt ondernemers die vooraan staan als het gaat om innovatie. Onze leden voorzien de (inter)nationale maakindustrie van technologie en kennis die nodig is om efficiënt te produceren en haar concurrentiepositie te waarborgen. Dat een hightech-machinebouwer als ASML ons evenement opent, maakt ons nog trotser dan we al waren op onze sector.”

TechniShow en ESEF Maakindustrie vinden plaats van 30 augustus tot en met 2 september in Jaarbeurs Utrecht. Meer informatie en registreren voor een bezoek via event.technishow.nl

ING: ‘Personeelstekorten vereisen productiviteitsverhoging technologische industrie’

De economische meerwaarde die de technologische industrie produceert, is de afgelopen vijf jaar gemiddeld 5% per jaar gegroeid. Wanneer de sector dit groeitempo volhoudt, zal deze toegevoegde waarde in 2030 twee keer zo groot zijn als in 2010. Toch staat de sector voor grote uitdagingen: het personeelstekort neemt de komende jaren verder toe en een betere benutting van digitale technologie is noodzakelijk om de productiviteitsgroei hoog te houden.

Drie zaken zijn cruciaal voor het grijpen van de digitale kansen. Deze moeten daarom hoog op de agenda van elke producent staan

  • meer en beter opgeleide vakkrachten;
  • intensiever samenwerken in de keten;
  • volop investeren in R&D.

“De technologische industrie heeft de afgelopen jaren een mooie groei laten zien. Het groeiende personeelstekort vraagt om actie wil de sector het huidige groeitempo vasthouden. Technische vakmensen worden schaarser en ook IT-ers zijn steeds harder nodig om de digitale kansen volop te benutten. Als gevolg van de arbeidsmarktkrapte is productiviteitsgroei de belangrijkste driver voor verdere groei, maar ook voor verbetering van de internationale concurrentiepositie.”

Belangrijke take-aways van deze sectorstudie:

  • Investeren in technologische vooruitgang is cruciaal voor groei van de technologische industrie.
  • Productiviteitsgroei is belangrijkste element om toegevoegde waarde te laten groeien.
  • Innovatie en efficiëntie bepalend voor de totale productiviteit. Deze neemt toe door:
    • Efficiëntere inzet personeel en kapitaal
    • Door te investeren in kennis en skills
    • Investeringen in nieuwe technologie
    • Investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D)

Wat is het potentieel van digitalisering voor productiviteit?

In smart industry staat digitalisering centraal, hierdoor kunnen processen efficiënter verlopen;

  • Via online communicatie in de keten (toeleveranciers en afnemers).
  • Tussen bedrijfsonderdelen (inkoop, productie, verkoop)
  • Tussen machines en apparaten in het productieproces

Waar liggen de kansen voor succesvolle digitalisering?

  • In geautomatiseerde fabrieken. Machines via een digitaliseringslaag koppelen biedt mogelijkheid van volledig (24/7) geautomatiseerde fabriek.
  • Effectiever datagebruik. Data-analyse biedt veel inzicht in procesefficiëntie en productkwaliteit. Als dit voor procesoptimalisatie wordt ingezet, kan de productiviteit sterk verbeteren.
  • Efficiënter productontwerp en engineeringsproces door digitale simulatie. Met ontwerp o.b.v. ‘digital twin’ kan product virtueel worden geproduceerd en getest voordat prototype wordt gemaakt.

Lees de volledige sectorstudie hier.

Belang Nederlandse maakindustrie neemt fors toe Solarwatt behaalt Cradle to Cradle-certificaat voor glas-glas zonnepanelen Huizen printen met aarde en isoleren met rijstafval Hybride vrachtwagens, aangedreven door een bovenleiding. Waarom niet? TechniShow 2022 geeft antwoord op alle vragen over 3D printen Avond van de Maakindustrie in teken van vakmanschap en digitalisering Industriebeleid kabinet: erkenning van het belang van de (maak)industrie Groen omkeerdak in uniek en energieneutraal woningbouw project Over 10 jaar nog relevant zijn als bedrijf: Ketentheater tijdens ESEF Maakindustrie geeft antwoorden Welkom in de techniekfamilie Kopstukken ASML en FME openen TechniShow en ESEF Maakindustrie 2022 ING: ‘Personeelstekorten vereisen productiviteitsverhoging technologische industrie’

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven