maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

SmartBrick maakt kademonitoring kosteneffectief en schaalbaar

De eerste SmartBricks van Althen zijn op dinsdag 12 oktober geplaatst op de locatie Proefbelasting Overamstel. SmartBrick is ontstaan vanuit een innovatiecompetitie van de Gemeente Amsterdam, waar het in twee eerdere fases van dit programma de hoogste score behaalde uit 46 inzendingen.

De eerste slimme baksteen is gelegd

Smartbrick: een concept om kademonitoring schaalbaar en betaalbaar te maken

Het nieuwe IoT-sensorsysteem – Smartbrick – is ontworpen voor betaalbare en nauwkeurige monitoring van civiele infrastructuur (kades, funderingen, gebouwen, etc.). Smartbrick detecteert en bewaakt helling en andere fysieke parameters met hoge nauwkeurigheid en stuurt deze gegevens direct draadloos door naar een online controlecentrum. Het is uniek in zijn combinatie van nauwkeurige dagelijkse metingen en geïntegreerde AI en ultralaag stroomverbruik. Waardoor een volledig draadloos, eenvoudig te installeren, batterijgevoed en goedkoop meetsysteem ontstaat.
“Smartbrick is een low-cost, hightech, plak-and-play monitoringsapparaat dat grootschalig constructies kan monitoren. Daardoor kan toekomstige instorting van kademuren en infrastructuur worden voorkomen”, zegt Bernd Rietberg, Business Development Manager Althen Industrial IoT. “Door de opkomst van nieuwe elektronica en industriële IoT worden dit soort concepten toegankelijk en schaalbaar.”

Proefbelasting Overamstel

De proeftuin waar SmartBrick geplaatst is, is een uitdagend project waarin een kade gecontroleerd wordt belast tot deze daadwerkelijk naar voren beweegt. “Het project biedt ontzettend veel waardevolle data voor onderzoekers om te begrijpen hoe kadefalen tot stand komt. Voorspellen is dan mogelijk en heel belangrijk.” Aldus Erik Hutcheson, projectleider van Proefbelasting Overamstel. “Door het gecontroleerde belasten van deze kade, kan je rekenmodellen valideren. Met dit model kunnen we straks heel precies voorspellen hoe kades bewegen en wanneer er risico optreedt en ingegrepen moet worden.” In november volgt de werkelijke proefbelasting van de kade.

SBIR Monitoring van bruggen en kademuren

Medio 2020 nodigde de gemeente Amsterdam en RVO ondernemend Nederland uit om mee te doen met een Innovatiecompetitie voor monitoring bruggen en kademuren voor Gemeente Amsterdam (SBIR oproep). Opdracht: Dien een innovatief voorstel in waarmee het areaal kades en bruggen vaker, sneller en goedkoper te meten is. Met in totaal meer dan 200 kilometer kade met zandlagen gefundeerde kadeconstructies, is het voor de gemeente essentieel om te weten welke kilometers prioriteit moeten krijgen.

Casper van der Peet, technisch manager monitoring bruggen en kademuren van de gemeente Amsterdam en projectleider van de SBIR: “Bewaking en monitoring van bruggen en kademuren gebeurt momenteel op traditionele wijze. Dit gebeurt op slechts circa 10% van de stad terwijl het overige deel niet zonder risico is. De SBIR is in het leven geroepen om innovatieve technieken en methodieken te ontwikkelen. Met Smartbric zijn wij in staat al onze bruggen en kademuren te monitoren. Op een goedkopere en efficiëntere manier. Smartbrick is één van de vier winnende en veelbelovende technieken uit de SBIR die ons hopelijk verder kan helpen met deze opgave.”

Zesenveertig partijen hebben zich in 2020 aangemeld bij de SBIR competitie. Acht partijen gingen door naar de eerste fase. In juli 2021 is bekend gemaakt dat Althen met drie andere partijen de competitie heeft gewonnen. Althen haalde de hoogste score. De oplossingen uit de competitie zijn doorontwikkeld en in de praktijk getest. De laatste fase van het SBIR-traject duurt tot juli 2022. Daarna kan de gemeente Amsterdam Smartbrick verder uitrollen.

De digitaliseringspush komt eraan: waarom bedrijven de overstap naar 5G niet mogen missen

De nieuwe 5G-netwerktechnologie wordt in Nederland nu door de drie grootste providers aangeboden. In juli 2021 bood bijna 62% van de zendmasten in Nederland 5G aan. De verwachting is dat dit aantal alleen nog maar zal stijgen. Terwijl met 4G transmissiesnelheden van 1,45 Gbit/s mogelijk zijn, biedt 5G snelheden tot 10 Gbit/s.
Wat is de impact van netwerkuitbreiding en digitalisering op het concurrentievoordeel van bedrijven?

Er wordt dagelijks meer data dan ooit gegenereerd door machines en auto’s, tijdens zakelijke transacties of via mobiele apparaten. Niets is belangrijker dan een betrouwbare, low-latency dataverbinding. Al voor de pandemie waren automatisering in de productiesector en investeringen in Industrie 4.0-concepten belangrijke succesfactoren voor industriële bedrijven. De afgelopen maanden hebben laten zien hoe deze technologieën beslissend zijn in tijden van crisis. De mogelijkheid om machines op afstand te onderhouden biedt flexibiliteit en veiligheid – en een continue probleemloze werking. De nieuwe 5G-standaard komt daarom precies op het juiste moment.

Campusnetwerken – optimaal afgestemd op de betreffende toepassing

Tot nu toe is 5G in Nederland nog niet uitgebreid naar een heel groot gebied. Toch biedt de nieuwe standaard een groot potentieel voor de zakelijke infrastructuur. Zo is er de mogelijkheid om een ​​5G-campusnetwerk op te zetten. Installatie en bediening kun je als bedrijf zelf of in samenwerking met een externe provider, zoals een serviceprovider voor mobiele telefonie. Met de oprichting van een eigen campusnetwerk behalen bedrijven datatransmissie- en doorvoersnelheden die geen enkele andere mobiele communicatiestandaard kan bieden.

Ook biedt dit de mogelijkheid om het campusnetwerk op eigen behoeften af te stemmen. Zo kan bijvoorbeeld nauwkeurig worden gedefinieerd welke delen van het bedrijfspand het netwerk moet omvatten en welke toepassingsprofielen geschikt zijn.

Waar zijn de verschillende toepassingsprofielen voor geschikt?

eMBB (Enhanced Mobile Broadband) is het eerste gebruikersprofiel dat is geïntroduceerd. Gegevensvolumes bereiken 10 Tbit/s/km2 en pieken van 10 Gbit/s. Dit is met name geschikt voor gebruik op veel mobiele apparaten, in virtual reality-toepassingen zoals logistiek en ook interessant voor onderhoud op afstand van machines.

Het toepassingsprofiel mMTC (Massive Machine Type Communications) is in de eerste plaats ontworpen voor het bewaken van de machinecondities in slimme fabrieken. Het maakt een hoge IoT-apparaatdichtheid van één miljoen per vierkante kilometer mogelijk en verbruikt slechts ongeveer tien procent van de energie in vergelijking met LTE-systemen. Op deze manier kunnen sensorgegevens van machines over een lange periode naar een doel worden gestuurd.

Het bekendste toepassingsgebied voor het URLLC-profiel (Ultra-Reliable en Low Latency Communications) is autonoom rijden: enorme hoeveelheden gegevens moeten in realtime worden verzonden en geëvalueerd. Een uitval van het netwerk of zelfs korte onderbrekingen zouden fataal zijn. Daarom heeft URLLC een beschikbaarheid van 99,999 procent.

Beleidsmakers moeten vooraf definiëren welke doelen ze willen bereiken met 5G en welke projecten ze concreet willen aanpakken, voordat ze nadere besluiten over de aard van het netwerk nemen. Hoe beter de oplossing dan aansluit bij de taak, hoe langer deze succesvol kan worden ingezet op de lange termijn.

Elasticiteit en schaalbaarheid inbegrepen

Campusnetwerken met 5G hebben het grote voordeel dat bedrijven ten alle tijde controle behouden over de gegenereerde en gebruikte data. Dat betekent niet dat een campusnetwerk beperkt moet blijven tot slechts één locatie. Bedrijven met meerdere regionaal verspreide vestigingen kunnen hun netwerk landelijk uitbreiden en desgewenst locaties wijzigen of aanpassen.

Een ander belangrijk punt is schaalbaarheid. 5G krijgt voortdurend nieuwe functies. De nieuwe releases verbeteren continu de 5G-standaard, verhogen de datatransmissiesnelheden en betrouwbaarheid, of bieden nieuwe functies zoals nauwkeurigere positie-informatie.

Deze punten dragen eraan bij dat bedrijven die zijn uitgerust met 5G, efficiënte en veilige gegevensoverdrachten waarborgen

Moeten bedrijven investeren?

Lange tijd bestond de hardnekkige mening dat 5G niet meer kon dan LTE, en dat hogere datatransmissiesnelheden sowieso niet of slechts kleine verbeteringen zouden brengen. Kijkend naar de in 2020 voltooide release 16 en de geplande release 17 eind 2022, is het duidelijk: 5G kan veel meer dan alleen snelle data verzenden. Het is een standaard die speciaal is geoptimaliseerd voor industrieel gebruik en die steeds meer inspeelt op de behoeften van bedrijven. 5G is op weg om zichzelf te vestigen als de benchmark voor de industrie.

Een stevige voorbereiding is noodzakelijk

Ook al overwegen nog niet alle bedrijven om met 5G uit te breiden, het is toch belangrijk dat zij zich nu al voorbereiden en verdere stappen nemen. Denk aan uitbreiding van het bedrijfsnetwerk of de veilige uitwisseling van gegevens. Bij het opzetten van een campusnetwerk moet er voldoende tijd zijn voor grondige voorbereidende tests, aangezien er momenteel nog niet veel ervaring is met de installatie van 5G-systemen. Zodra het 5G-netwerk is uitgebreid, kunnen juist de bedrijven die zich al voorbereiden, eerder werken met een flexibel en snel netwerk.

Copyright: Thomas Kruse, productmanager bij reichelt elektronics

Future.Industry Experience over ontwikkelingen maakindustrie

Altair organiseert 19-21 oktober het wereldwijde digitale evenement Future.Industry Experience, over ontwikkelingen in de maakindustrie. Tijdens dit event is te zien hoe bedrijven hun innovatiecyclus versnellen door de voordelen van convergentie van nieuwe technologieën te benutten. Simulaties, high-performance computing (HPC) en kunstmatige intelligentie transformeren namelijk nu en in de toekomst de manier waarop maakbedrijven ontwerpen, produceren en concurreren. Met visies en ervaringen van onder andere Ford, Samsung Mobile, BMW en Altium.

Chief futurist Ford

De eerste dag deelt Sheryl Connelly, chief futurist bij Ford, haar inzichten. Zij geeft haar visie en ervaringen over invloeden van consumenten- en lifestyletrends op organisaties. Zij is ook een spreker bij TED Global. Stond op de Fast Company’s lijst van ‘100 Most Creative People in Business’. En er is over haar gepubliceerd in The Wall Street Journal, Reuters , Financial Times en andere media.  

Driedaags digitaal event  

Tijdens de driedaagse Future.Industry Experience van Altair delen onder andere de volgende bedrijven hun visies en ervaringen:

  • Altium – simulatie op systeembordniveau mogelijk maken
  • BMW – duurzaam ontwerpen door automatisering engineering
  • Alstom Transportation – de toekomst van treinvervoer
  • Leonardo SpA – fysica-gebaseerde simulaties verrijken met echte data voor digital twins
  • Samsung Mobile – ontwerpen met verificatie van productiekenmerken

De tweede dag bestaat uit interactieve klantpresentaties over slimme verbonden producten, duurzaamheid, de toekomstige ingenieur en maakbaarheid. Dag drie worden diverse praktische toepassingen van Altair’s technologie tijdens de hele productlevenscyclus gedemonstreerd.

“Tijdens Future.Industry Experience is te zien hoe samenwerkende bedrijven een slimme, meer verbonden en duurzame wereld creëren”, zegt James R. Scapa, oprichter en CEO van Altair.  “Het verheugt ons dat zoveel innovatieve experts uit verschillende markten hun ‘best practices’ willen delen om alle deelnemers uit te dagen en te inspireren voor onze toekomst.”

Meer informatie

Het virtuele Altair Future.Industry Experience event wordt onder andere gesponsord door Intel, SAE, Tech Briefs, Automotive Engineering, Develop3D, Scientific Computing World, Engineering Update, NAFEMS, CIMdata, Engineering.com en het Center for Automotive Research. Bezoek voor meer informatie en registratie onze website.

Koninklijke Metaalunie positief over verduurzamingsinvesteringen in reactie op Prinsjesdag

In een eerste reactie is Koninklijke Metaalunie positief over de economische cijfers die het demissionaire kabinet tijdens Prinsjesdag heeft gepresenteerd. Goed nieuws voor Nederland, goed nieuws voor mkb-maakbedrijven. Metaalunie is blij met het feit dat het demissionaire kabinet nu al ruim € 6 miljard reserveert voor duurzame investeringen.

Veel nieuw beleid en daaraan gekoppelde uitgaven worden helaas overgelaten aan een nieuw kabinet. “De politiek moet daarom nu echt vaart maken met de formatie. Een nieuw kabinet moet sowieso werken aan versnelling van de klimaatplannen, aan een steviger innovatiebeleid voor het mkb en aan een grotere instroom van technische vakmensen”, zegt Fried Kaanen, voorzitter Metaalunie.

Eerste miljarden naar klimaat en verduurzaming

“We zijn positief over de aangekondigde investeringen in klimaat en verduurzaming. Mkb-maakbedrijven kunnen als geen ander bijdragen aan de realisatie van de infrastructuur die nodig is om over te schakelen van een fossiele naar een hernieuwbare samenleving. Zelf verbruikt de sector relatief weinig energie”, aldus Kaanen. Om desondanks ook de eigen bedrijfsvoering verder te kunnen verduurzamen, is verbeterde toegang tot stimuleringsregelingen voor het mkb noodzakelijk. Een groot deel van de beschikbare middelen zou ook ingezet moeten worden voor het versneld bereiken van de doelstellingen van het uitvoeringsprogramma circulaire maakindustrie. “Circulair ondernemen zet immers een hefboom op het verdringen van broeikasgassen. Metaalunie rekent er echter wel op dat het mkb niet langer als hoofdfinancier van de energietransitie wordt gezien. Forse verlagingen van de Opslag Duurzame Energie (ODE) zijn noodzakelijk”, vindt de Metaalunievoorzitter.

Innovatiebeleid 2.0 noodzakelijk

Het innovatiebeleid was de afgelopen jaren zeer versnipperd. Duidelijke strategische lijnen ontbraken, innovatieprogramma’s waren moeilijk bereikbaar voor het mkb en de focus lag (te) veel op ontwikkeling van producten en technologieën en te weinig op productie-innovatie voor en digitalisering van het mkb. Kaanen: “We verwachten van een nieuw kabinet dan ook een samenhangend innovatiebeleid, met een separaat actieprogramma voor het mkb. Daarbij moet nadrukkelijk ingezet worden op productie-innovatie en digitalisering en behoud en uitbreiding van productie in Nederland. Koppel daarnaast innovatiebeleid veel meer aan de maatschappelijke uitdagingen, zoals onder andere op thema’s als zorg, klimaat, circulariteit en woningtekort.”

Investeer in instroom technische vakmensen

Om de uitdagingen van innovatie(stimulering) en de klimaattransitie aan te gaan, is meer goed opgeleid technisch personeel hoognodig vindt Kaanen. De vraag naar (technische) vakmensen bij mkb-maakbedrijven is volgens hem groter dan ooit. Metaalunie roept de politiek dan ook op om nu echt werk te maken van meer instroom van techniekstudenten en een evenwichtige arbeidsmarkt. “Er moet een investering gedaan worden van ten minste € 300 miljoen per jaar voor ‘Sterk Techniekonderwijs’ in de hele onderwijsketen. Met deze investering kunnen scholen, docenten en leerbedrijven optimaal hun werk doen. De studie- en collegegelden voor technische opleidingen moeten omlaag om deze extra aantrekkelijk te maken voor leerlingen en studenten,” meent hij.

In kleine stappen naar Industrie 4.0

Retrofit biedt uitweg voor productiesector bij digitale transformatie

De route naar Industrie 4.0 hoeft voor de productiesector geen sprong te zijn of een volledige vervanging van bestaande machines. Integendeel: met een aanpak via kleine stappen zijn vaak betere, duurzamere digitaliseringsresultaten te behalen.

Tijdens de Hannover Messe in 2011 werd de term Industrie 4.0 voor het eerst uitgesproken. Sindsdien zijn er tien jaar verstreken. Volgens een studie van IT-marktonderzoeksbureau IDC medio 2019 over de mate van implementatie van IoT in de industriële sector, zijn zelf optimaliserende systemen nog steeds zeldzame uitzonderingen. Er zijn nog vaak belemmerende drempels tussen de afzonderlijke onderdelen van de productiefaciliteiten en IIoT wordt slechts zelden gebruikt als informatieknooppunt.

De uitweg: retrofit

Het goede nieuws: door retrofitten kunnen machines en systemen ook geleidelijk worden omgezet in cyber-fysieke objecten en geïntegreerd worden in het IIoT. Uitgaande van de juiste IT- en algemene besturingssystemen kan je deze uitrusten met moderne, geïntegreerde bedieningsconcepten en is hun mate van automatisering te verhogen. De bekabeling en netwerken van de bestaande systemen in het zogenaamde brown field (in tegenstelling tot nieuwe systemen in het spreekwoordelijke green field) en de benodigde extra sensoren leiden tot complexe uitdagingen op het gebied van systeemautomatisering.

Geen wondermiddel

Er is geen wondermiddel om die te overwinnen, omdat er in elk geval afstemming moet zijn met betrekking tot verschillende eisen en individuele omstandigheden. Om industriële machines een makeover te geven en geschikt te maken voor het IIoT – door  middel van ‘informatisering’ – is dan ook een logische, toekomstgerichte taak van automatiseringsbedrijven.

Creëer modulariteit en onafhankelijkheid

De kunst is om de mogelijkheden op de verschillende punten in het totale netwerk onbevooroordeeld te gebruiken. En om ze zo goed mogelijk aan te passen aan de eisen. Bij het ontwikkelen van een heterogene omgeving moet het uitgangspunt een flexibel modulair bouwpakket zijn dat uit autonome eenheden bestaat. Daarnaast is het goed om de vele verschillende technische mogelijkheden goed in kaart te brengen. Dit helpt bij het koppelen van de bestaande en later toegevoegde sensoren en actuatoren in de machines met hun besturingen en secundaire en hogere systemen.

Een agnostische keuze van technologie en product kan te grote afhankelijkheid van de voorkeursnormen van individuele hardwarefabrikanten voorkomen en een hoog niveau van economische efficiëntie bij gebruik en onderhoud garanderen. De focus ligt op connectiviteit op de verschillende datatechnische niveaus.

Media voor datatransport

Ook bij de keuze van de fysieke dataverbindingen staan organisaties voor een enorme variëteit. Binnen de machines zul je eerder vertrouwen op industriële koperen kabels met bijvoorbeeld M12-connectoren. Glasvezelkabels dan alleen inzetten bij foutgevoelige toepassingen. Vanwege de vaak moeilijke en kostenintensieve bekabeling van bestaande productiefaciliteiten gaat de trend naar externe communicatie steeds meer richting WLAN en andere draadloze transmissienetwerken.

5G

Hier hoort ook de nieuwe 5G-standaard bij. De geschiktheid ervan voor datatransport in het IIoT staat buiten kijf en er wordt veel reclame voor gemaakt. Ook tal van fabrikanten brengen voortdurend geschikte aansluitapparaten op de markt. De feitelijke gegevensoverdracht zal echter pas in de praktijk duidelijk worden.

Als alternatief kan men ook speciaal voor IIoT ontwikkelde transmissienetwerken kiezen. Deze kunnen sensoren rechtstreeks met IT laten communiceren, en daarmee bestaande besturingssystemen omzeilen. Deze omvatten het wereldwijde draadloze netwerk Sigfox of het Long Range Wide Area Network (LoRaWAN). LoRaWAN-sensoren scoren met een bijzonder lage energiebehoefte en een zeer hoge inherente gegevensbeveiliging. Daarom zijn ze uitermate geschikt voor het integreren van systemen op afstand en zelfs mobiele systemen.

Geen vrije capaciteit

Aanvullende gegevens en signalen van achteraf geïnstalleerde sensoren zijn niet alleen relevant voor bovenliggende systemen, maar ook voor lokale besturings-, regel- en visualisatiesystemen. De aansluiting hierop kan doorgaans het beste tot stand worden gebracht via I/O-modules. Deze dienen compatibel te zijn met de bestaande veldbus of Industrial Ethernet. De vraag of de DIN-railmontage in een bestaande of nieuwe schakelkast voldoende is, beïnvloed de keuze van componenten. Als dat niet het geval is, is de beschikbaarheid van varianten met een hogere beschermingsklasse en met een groter temperatuurbereik en de mogelijkheid van voeding met laagspanning voor installatie direct op het machineframe essentieel.

De bestaande machinebesturingen hebben vaak geen vrije capaciteit. Daarom moeten fabrikanten van IIoT-oplossingen vaak een verder verwerkingsniveau inbouwen. Lokale computerintelligentie neemt de voorbewerking en vertaling van de aanvullende informatie, de communicatie met de bestaande besturingseenheid en het doorsturen van de gegevens naar de buitenwereld over. Meer en meer vervangen industriële versies van de flexibele, programmeerbare kleine Raspberry Pi-computer de voorheen dominante PLC-apparaten.

Alles uit één hand

Of je gebruik maakt van de bestaande netwerkstructuur, een draadloos netwerk introduceert, of een directe verbinding met cloudservices (of een combinatie hiervan); de switches, routers en protocolconverters zijn centrale elementen van de connectiviteitsupgrade. Net als alle andere componenten, van kabelassemblage tot overspanningsbeveiliging, hoeven deze niet alleen beschikbaar te zijn in industriële uitvoeringen.

IIoT-projecten zijn zeer individueel, de makers bouwen componenten en apparaten in zeer kleine hoeveelheden tot individuele onderdelen. Je hebt iemand nodig die op korte termijn de benodigde hardware met de juiste compatibiliteitseigenschappen kan leveren. Ook in kleine hoeveelheden en met langdurige beschikbaarheid.

Noorse scheepvaarttunnel maakt passage veiliger

Sinds in 1874 voor het eerst melding gemaakt werd van het plan in de Noorse krant Nordre Bergenhus Amtstidende is het eigenlijk nooit uit beeld geweest. Het heeft echter tot 2021 geduurd om ook daadwerkelijk de plannen goedgekeurd te krijgen. Er komt een scheepvaarttunnel van 1.700 meter lang, 36 meter breed en 50 meter hoog om passage door de Stadhavetzee, een van de meest gevaarlijke zeestraten, veiliger te maken.

De tunnel baant zich een weg door het bergachtige schiereiland Stadhavet in het noordwesten van Noorwegen. Het bouwen van dit technische wonder kost ongeveer 2,8 miljard Noorse kronen (€ 270 miljoen) en duurt drie tot vier jaar. De eerste schepen moeten in 2026 door de tunnel heen varen.

“Het is een project dat al tientallen jaren gepland staat. Het is dus heel prettig om over een jaar eindelijk met de bouw te kunnen beginnen”, zegt tijdelijk projectmanager Terje Andreassen van de Noorse kustadministratie. “De kustlijn buiten het schiereiland is het meest stormachtige gebied van Noorwegen. Je krijgt hier veel vreemde stromingen.”

Wachten

“Soms moeten schepen dagenlang wachten in de dichtstbijzijnde haven totdat de weersomstandigheden verbeteren.
Maar in de tunnel hebben weer en getij geen invloed. Het efficiënter maken van de scheepvaart biedt tevens kansen voor de industriële en commerciële activiteiten in het gebied..

3 miljoen kubieke meter steen

Het graven wordt gedaan via ondergrondse boorplatforms en palletstellingen. Het bouwen van de tunnel omvat waarschijnlijk het verwijderen van enkele gebouwen – en ongeveer drie miljoen kubieke meter steen.

Niet te voet

De Noorse kustadministratie zegt dat de tunnel het meest weg zal hebben van “een grote en lange berghal”. De tunnel zal waarschijnlijk de aandacht zal trekken van infrastructuurenthousiastelingen van over de hele wereld. Het belangrijkste doel van de tunnel is om de overtocht door de Stadhavetzee “veilig” en “voorspelbaar” te maken. Het zal niet mogelijk zijn om te voet door de tunnel te lopen. Dus als je geïntrigeerd bent, is de boot de enige optie.

Schaarste grondstoffen remt groei mkb-maakindustrie

Terwijl Nederland nog steeds kampt met de gevolgen van het coronavirus, geldt voor de meeste mkb-maakbedrijven dat de productie weer op het niveau van voor de pandemie ligt. In het eerste kwartaal is de binnenlandse orderpositie redelijk hersteld. In het tweede kwartaal is ook de buitenlandse orderpositie bij veel bedrijven weer toegenomen.

Uitdagingen voor de sector liggen nu vooral op het gebied van beschikbaarheid en prijzen van de materialen. Bijna twee derde heeft in de eerste helft van 2021 te maken met materialen die niet leverbaar zijn. Daarnaast geeft 95% aan dat de materiaalprijzen gestegen zijn.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten uit de Koninklijke Metaalunie Economische Barometer van de mkb-maakindustrie over het tweede kwartaal van 2021.

Orderpositie binnenland

Het herstel van de binnenlandse orderpositie in het eerste kwartaal, zet zich door in het tweede kwartaal. Bij vier op de tien respondenten is de orderpositie binnenland verbeterd ten opzichte van het vorige kwartaal. Bij twee op de tien bedrijven verslechterde deze. De waardering is in het tweede kwartaal weer wat positiever dan in het eerste kwartaal van dit jaar. Ruim 45% van de respondenten geeft aan tevreden te zijn, terwijl 12% aangeeft ontevreden te zijn. De verwachtingen van de binnenlandse orderpositie voor het derde kwartaal liggen op hetzelfde niveau als in het vorige kwartaal. Dit is opmerkelijk omdat het derde kwartaal vanwege de zomervakantie normaal gesproken wat rustiger is dan het tweede kwartaal. 37% van de bedrijven verwacht een groei van de orderpositie terwijl 14% een afname verwacht. De gemiddelde orderportefeuille in weken is in het tweede kwartaal gestegen met ruim een week ten opzichte van het eerste kwartaal en bedraagt nu gemiddeld 10,8 weken.

Orderpositie buitenland

Van de respondenten geeft de helft aan te exporteren. 10% exporteert tot 10% van hun omzet. 40% exporteert meer dan 10%. Van de bedrijven die meer dan 10% van hun omzet exporteert, is het exportaandeel van de omzet gemiddeld 36%. De voorzichtig positieve verwachtingen aan het einde van het eerste kwartaal is uitgekomen. Terwijl de orderpositie buitenland in het eerste kwartaal maar weinig verbeterde ten opzichte van het kwartaal ervoor, is de ontwikkeling ervan in het tweede kwartaal positiever. Bij een op de drie exporterende bedrijven is de orderportefeuille buitenland in het tweede kwartaal toegenomen, terwijl deze bij 12% van de bedrijven is afgenomen. 34% is tevreden en 14% geeft aan ontevreden te zijn, de rest is neutraal. Voor het derde kwartaal van dit jaar wordt een voorzichtige toename van de exportportefeuille verwacht. 38% verwacht een groei van de buitenlandse orderpositie terwijl 12% verwacht dat deze zal afnemen.

Prijzen en beschikbaarheid materialen

Verhoogde in het eerste kwartaal 36% van de mkb-maakbedrijven de verkoopprijs, in het tweede kwartaal is dit gestegen tot 61%. Overigens is dit hoge aandeel al eens eerder gehaald: namelijk in het eerste kwartaal van 2008. Het verschil tussen sectoren is hierbij groot. Uiteraard heeft deze toename van de verkoopprijzen alles te maken met de spanning tussen de vraag en het aanbod van grondstoffen. Bij 95% van de mkb-maakindustrie zijn de inkoopprijzen het afgelopen halfjaar gestegen. De gemiddelde stijging van de inkoopprijzen was 30%. Voor de onderhoudsbedrijven is dit gemiddeld 9%, terwijl voor de metaalwarenbedrijven de gemiddeld prijsstijging van de inkoop 55% is.

Nog vervelender dan hoge inkoopprijzen, is het niet beschikbaar zijn van materialen. Bijna twee derde van de respondenten geeft aan daar het afgelopen halfjaar tegen aan te zijn gelopen. 40% van de respondenten geeft aan dat dat ze de hogere inkoopprijzen volledig heeft kunnen compenseren door de eigen verkoopprijzen te verhogen. Daarnaast geeft 5% aan dat de inkoopprijzen gelijk gebleven zijn. Voor meer dan de helft van de bedrijven geldt dat zij de hogere inkooprijzen niet (volledig) bij hun afnemers in rekening kunnen brengen.

Personeel

Bij de respondenten van deze Economische Barometer werken gemiddeld 20 mensen. 18,9 medewerkers met een vast contract en 1,1 met een flexibel contract. Het aandeel respondenten met meer mensen in vaste dienst heeft zich in het tweede kwartaal net zo ontwikkeld als in het eerste kwartaal van dit jaar. 17% van de respondenten heeft meer vaste medewerkers in dienst, terwijl 9% aangeeft minder vaste mensen in dienst te hebben. Voor ingeleend personeel geldt een iets kleiner groeicijfer. Bij 14% nam het aantal mensen op een flexibel contract toe terwijl dit bij 9% van de bedrijven afnam. Het aandeel vacatures blijft groeien, 55% van de mkb-maakbedrijven heeft medio 2021 tenminste een vacature uitstaan. Gemiddeld hebben de bedrijven 1,7 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten gemiddeld voor 4,7% van het personeelsbestand aan vacatures openstaan. De meeste bedrijven verwachten overigens niet dat ze alle openstaande vacatures het komende halfjaar kunnen invullen.

Bedrijfsresultaat

De ontwikkeling van de winstgevendheid houdt geen gelijke tred met die van de orderpositie. Terwijl de orderpositie gestaag toeneemt, blijft de ontwikkeling van de winstgevendheid hangen op het niveau van het vierde kwartaal van 2020. De belangrijkste oorzaak hiervoor zijn de hogere materiaalprijzen. Een op de drie bedrijven geeft aan een beter bedrijfsresultaat te hebben behaald dan het kwartaal ervoor, terwijl 20% een slechter kwartaal achter de rug heeft. Ook de waardering van het bedrijfsresultaat is na een afname in het eerste kwartaal in het tweede kwartaal iets positiever. 48% procent van de bedrijven is tevreden, terwijl 12% aangeeft ontevreden te zijn over het bedrijfsresultaat.

Het verwachte bedrijfsresultaat voor het derde kwartaal van 2021 is aanmerkelijk minder positief dan een kwartaal eerder. De oorzaak hiervoor is dat de zomervakantie in het derde kwartaal valt, de kosten lopen dit kwartaal door terwijl de omzet minder is. Voor het tweede kwartaal gaf per saldo 26% aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten, nu geeft per saldo nog maar 13% aan een beter bedrijfsresultaat in het derde kwartaal te verwachten. De ontwikkeling van de winst is als gevolg van de hogere materiaalprijzen nagenoeg gelijk aan die van het eerste kwartaal van 2021 en het vierde kwartaal van 2020. Zes op de tien bedrijven draait met winst, 25% draait break-even en 15% maakt verlies.

Investeringen in het machinepark – Na de eerste klap door de coronacrisis wordt de stemming om te gaan investeren in het machinepark in de loop van de kwartalen steeds minder negatief. Nu geeft per saldo negatief 8% aan minder te gaan investeren. Dit is overigens minder slecht dan het langjarige gemiddelde wat negatief 14% is.

Bron: Koninklijke Metaalunie

Straatverlichting op windenergie

Lichtvervuiling en het toenemende energieverbruik van straatverlichting hebben een impact op onze planeet, op dieren, planten en mensen. PAPILIO is een straatlantaarn met een insectenvriendelijk lichtspectrum, die lichtvervuiling aanpakt en tegelijkertijd energie opwekt. Dit door middel van een geïntegreerde windrotor.

De klimaatneutrale energieproductie wordt een esthetisch spel en verrijkt de openbare ruimte – zowel overdag als ’s nachts.

Hoge steden vangen veel wind

Hoe hoger we onze steden bouwen, hoe meer wind zij vangen. Enerzijds zorgen stijgende luchtmassa’s boven de warmtebergende steden voor fysieke windfenomenen. Zoals het Venturi-effect. Klimaatverandering in het algemeen zorgt voor een grotere windintensiteit in stedelijke omgevingen. Aan de andere kant genereert de mens ook actief meer en meer wind. Bijvoorbeeld door verkeer in smalle straatkloven of in metroschachten. Er is een groeiend potentieel voor het gebruik van windenergie, met name in stadsstraten.

Lichtvervuiling

Een tot nu toe vaak verwaarloosd probleem in dit verband is lichtvervuiling. Elk jaar groeit de wereldwijde hoeveelheid kunstlicht met 6 procent. 83 procent van de wereldbevolking heeft al last van een onnatuurlijk heldere nachtelijke hemel. En dankzij studies heeft meer dan 44% van de mensen onder de 30 jaar de Melkweg nog nooit eerder in hun leven gezien. We staan ​​op het punt de echte duisternis en de natuurlijke nacht te verliezen. Lichtvervuiling heeft niet alleen slechte gezondheidseffecten voor de mens en heeft ook ernstige gevolgen voor flora en fauna.

Duits onderzoek

Alleen al in Duitsland sterven ongeveer 1,2 miljard insecten in één enkele zomernacht als gevolg van straatverlichting. Volgens het Duitse federale ministerie BMU besteedt de wereldbevolking nog steeds bijna een vijfde van de totale wereldwijde elektriciteit aan openbare verlichting. Daarbij een aanzienlijke hoeveelheid broeikasgassen uitstotend. Alleen al in Duitsland stoot straatverlichting per jaar ongeveer 2,5 miljoen ton CO2 uit.

Klimaatneutrale energie

PAPILIO verkleint de ecologische voetafdruk van straatverlichting vele malen. Enerzijds door elektriciteit op te wekken met een geïntegreerde windgenerator en anderzijds lichtvervuiling te minimaliseren. Een geïntegreerde Savonius-rotor, waarbij de windrichting niet relevant is, wordt gebruikt om klimaatneutrale energie te produceren. Door zijn diagonale oriëntatie werkt de rotor zowel met verticale (natuurlijke wind) als met horizontale luchtstromen (bijv. luchtstroom veroorzaakt door verkeer). Een oplaadbare batterij slaat de opgewekte elektriciteit op en kan zo ook perioden van rust overbruggen. Dit maakt het mogelijk om PAPILIO volledig autonoom te laten werken zonder dat er dure ondergrondse elektriciteitsinfrastructuur nodig is.

Teruggave aan het elektriciteitsnet

Als alternatief kan het product ook worden aangesloten op een bestaand elektriciteitsnet om bij harde wind overtollige energie aan het netwerk te leveren. Om lichtvervuiling tot een minimum te beperken, is het product ontworpen als een “full-cut-off” licht, dat alleen licht naar beneden uitstraalt. Daarnaast heeft de straatlantaarn een infraroodsensor, die het licht alleen activeert wanneer het echt nodig is. tot een lagere blauwe component en een warme kleurtemperatuur van 2800 Kelvin is het gebruikte lichtspectrum minder aantrekkelijk voor insecten.

Papilio

Hoe Veco Precision bouwt aan een toekomstbestendige commerciële strategie

Van drieduizend naar dertigduizend maandelijkse websitebezoekers: Veco Precision speelde het klaar. Inmiddels haalt het maakbedrijf uit Eerbeek 30 procent van zijn new business uit de online activiteiten. Het geheim: gerichte investeringen in een digitaal commercieel proces. 

Het in 1934 opgerichte Veco Precision maakt metalen precisie-componenten voor onder meer de vliegtuigbouw, de auto-industrie en de halfgeleidersector. Innovatie heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld binnen het bedrijf. Zo maakten de oprichters al van meet af aan gebruik van elektroformeren, een technologie waarbij metaal wordt neergeslagen op een matrijs totdat het gewenste product met de gewenste dikte ontstaat. Zeker in die tijd een vrij onconventionele en onbekende technologie. Maar ook anno 2021 is elektroformeren nog altijd een specialistische, relatief onbekende technologie, die echter veel mogelijkheden biedt voor de productie van high precision metalen componenten.

Co-development 

Lange tijd bestond Veco’s klantenkring voor een aanzienlijk deel uit bedrijven die voornamelijk kant-en-klare producten aanschaften: metalen componenten waarvoor weinig tot geen R&D nodig is. Interessanter zijn de klanten die hun metalen componenten samen met Veco ontwikkelen, vertelt Filipe Oliveira da Silva (Managing Director). “De levenscyclus van deze producten is aanzienlijk langer, en vaak mondt zo’n co-developmenttraject uit in een waardevolle samenwerking op de lange termijn. Engineers zijn zich vaak echter niet bewust van het bestaan van sommige technologieën, zoals elektroformeren. Laat staan dat zij weten dat Veco Precision een product samen met hen kan ontwikkelen en hen zo tijd, geld en energie bespaart.”

Koud bellen

Probleem was dus vooral de relatieve onbekendheid van de technologie en van de expertise van Veco op dit vlak, schetst Oliveira da Silva. “Onze salesafdeling bestond voornamelijk uit accountmanagers die zowel bestaande klanten bedienden als ‘op jacht’ waren naar nieuwe. Dat laatste probeerden ze te bereiken met koud bellen.” Terwijl engineers vooral online naar oplossingen zoeken, was Veco juist dáár niet aanwezig. “Als we onze commerciële strategie niet zouden veranderen, bleven we dezelfde klanten aantrekken: klanten die niet met ons meegroeien.”

Het roer om 

Veco besloot het roer om te gooien. Het stroomlijnen van de sales- en marketingprocessen kreeg de hoogste prioriteit. De focus zou moeten komen te liggen op het online genereren van leads en het voorspellen van toekomstige omzet via prospecting. “We moesten een manier vinden om sales en marketing structureel te laten samenwerken in het genereren, nurturen en tracken van leads. En daarbij niet het product, maar de klant centraal zetten.” In samenwerking met een externe partner (HubSpot Consultancy bureau Webs) rolde Veco een inbound marketingstrategie uit. Waarbij hoogwaardige, voor de doelgroep relevante content zou moeten gaan zorgen voor online instroom van de juiste bezoekers. Die vervolgens zouden kunnen worden geconverteerd naar klanten. “Vanuit het omzetprobleem en op basis van concrete doelstellingen richtten we eerst de juiste commerciële processen in. Waarna we mensen met de juiste skills aanhaakten. Daarna gingen we aan de slag met de tooling: Eerst met een marketing automation-tool om leads aan te trekken. Daarna met het inrichten van een goed systeem voor Customer Relationship Management (CRM).”

Engineer Jim

Om intern een beter beeld te krijgen van de voornaamste doelgroep werd bovendien een persona ontwikkeld: ‘Engineer Jim’. Een belangrijke eyeopener, vertelt Oliveira da Silva. “Door de introductie van deze persona gingen onze marketing- en salesactiviteiten meer leven. Daardoor begreep iedereen in de organisatie beter wat de doelen en uitdagingen zijn van de gemiddelde engineer. Aan de hand van deze persona zijn vervolgens fysieke campagnes opgezet om leads te genereren, resultaten te meten en te verbeteren. Al snel zagen we een flinke groei in het online bezoek en leads.”

Exponentiële groei

De nieuwe strategie heeft Veco geen windeieren gelegd. De traffic op de website groeide in korte tijd in 2018 al van 3.000 naar 30.000 maandelijkse bezoekers. Het aantal gekwalificeerde leads ging van van 0 naar 40 per maand. En onder de streep mocht Veco in het eerste jaar 21 nieuwe klanten verwelkomen. Waarbij 30 procent van de new business aantoonbaar uit ‘online’ komt. 

Al met al heeft Veco grote stappen gezet in business development, benadrukt Oliveira da Silva. “Onze grootste prioriteit is nu om de kwaliteit van leads verder te verbeteren. Zo komt ons doel steeds dichterbij: de nummer 1 co-development partner worden in high precision metalen componenten.”

Download de case-study

Earth Overshoot Day valt vroeg dit jaar

Dit jaar valt Earth Overshoot Day al op 29 juli. Op die dag hebben we ons quotum van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde opgebruikt. In 1970 viel deze dag van overschot op 28 december. Kun je nagaan. Wat een verschil met nu. En 29 juli is de wereldwijd berekende datum. Kijken we alleen naar Nederland, dan doen we het nog een stuk slechter. In ons land viel Earth Overshoot Day dit jaar al op 27 april.

Afscheid lineaire economie

Het probleem van de beschikbaarheid van grondstoffen wordt alleen maar groter. Onlangs volgde ik een webinar van Machevo over recycling en circulariteit. Te gast waren Kees Uppenkamp van Smicon (ontwikkelaar en producent van recycling-machines) en Remko Walsweer van Prezero (afvalverwerker die gelooft in een toekomst waar afval waarde heeft). Zij voerden een interessant gesprek over afvalverwerkers die grondstoffenleveranciers worden en hoe we afscheid gaan nemen van de lineaire economie.

Deze omslag vraagt om meer samenwerking in de gehele keten. Een eerste stap is de hoeveelheid afval beperken. We zullen consumptie moeten verlagen en de mate van recycling verhogen. De Levensduur van producten en machines wordt verlengd. Dus meer repareren en uiteindelijk recyclen. Een langere levensduur wordt op termijn een verplichting om op een short-list te komen. Producenten zullen bij de productie al rekening gaan houden met mogelijkheden tot hergebruik van hun product (in overleg met eindklant en afvalverwerker). Uiteraard speelt ook de overheid met regelgeving een belangrijke rol om stoffen terug te krijgen in de keten.

Circulariteit stagneert

Circulariteit is geen kwestie meer van willen. De verandering is al lang ingezet. Maar alhoewel tijdens het Machevo-webinar werd gezegd dat we binnen 10 jaar recycling in West-Europa optimaal hebben georganiseerd, blijkt uit diverse berichten dat de groei van de circulariteit binnen de maakindustrie stagneert. In Nederland steken de circulaire prestaties wel gunstig af bij die van Europese sectorgenoten, maar toch komt de klad in de vooruitgang. Want hoewel per gemaakt product steeds minder materiaal nodig is, groeit het totale materiaalgebruik van onze maakindustrie in absolute zin nog steeds.

De meeste milieuproblemen hangen sterk samen met het delven en verwerken van natuurlijke hulpbronnen. Het totale directe jaarlijkse welvaartsverlies als gevolg van milieuschade schat het Planbureau voor de leefomgeving voor Nederland op ruim € 31 miljard (in 2015). De industriesector is verantwoordelijk voor ruim 14% daarvan. Dat we elk jaar stilstaan bij Earth Overshoot Day is natuurlijk prima, maar wat doen we ermee? Als de huidige klimaatverandering nog geen stok achter de deur is om in te zetten op circulariteit, dan is de angst voor welvaartsverlies dat wellicht wel. Ik hoop dat die boodschap 29 juli tijdens Earth Overshoot Day luid en duidelijk binnenkomt.

Pegamento wint Challenge Detectie met ‘Bridge Calamity Recognizer’

Pegamento uit Zeist heeft de Challenge Detectie 2020 van Rijkswaterstaat gewonnen. Zij introduceerden een methode om bruggen veiliger te maken. De ‘Bridge Calamity Recognizer’ is verkozen tot winnend concept vanwege de toepassing van beeldherkenning en interface-ontwerp op praktijksituaties. Het systeem volgt personen, vervoermiddelen en andere voorwerpen over de hele brug. Een slimme totaaloplossing die de risico’s bij het bedienen van bruggen beperkt en gewonden en doden voorkomt.

Rijkswaterstaat wil het bedienen van objecten zoals bruggen nog veiliger maken met slimme technologie. Met haar Challenge Detectie 2020 daagde zij partijen uit om nieuwe oplossingen te vinden. Pegamento ging de uitdaging aan en won de challenge met de ‘Bridge Calamity Recognizer’. Pegamento uit Zeist is expert op het gebied van procesoptimalisaties met beeldherkenning, kunstmatige intelligentie en robotisering. Dit is een technologische oplossing om personen, vervoermiddelen en andere voorwerpen over de hele brug te detecteren en zo onveilige situaties te voorkomen.

Ook voor Koninklijke Marechaussee

Pegamento werkte op het moment dat de challenge werd ingezet al aan een systeem voor de Koninklijke Marechaussee. Daarbij worden mensen en hun kijkgedrag in de openbare ruimte met meerdere camera’s gevolgd. Het bedrijf zag de synergie van deze oplossing met de vraag van Rijkswaterstaat. Het systeem behoefde alleen nog aanpassing voor het volgen van fietsen en voertuigen. “We hebben ons aangemeld en zijn gaan ontwikkelen”, licht Thomas de Wolf van Pegamento toe. “We hebben gesproken met brugoperators over wat hen zou helpen en gebruiksvriendelijke tools gebouwd om hun werk overzichtelijker te maken. Met de Bridge Calamity Recognizer bewaken ze de veiligheid op afstand. Met de output van meerdere camera’s en kunstmatige intelligentie vormen één informatief geheel.”

Brugoperators zijn positief over de oplossing. In 2022 zal het detecteersysteem officieel in gebruik worden genomen. Pegamento ziet ook mogelijkheden voor toepassing bij sportwedstrijden, veiligheid van personen op heftrucks in magazijnen en voor slechtzienden in het verkeer. Het systeem is eenvoudig in de dagelijkse praktijk is in te passen.

TU Delft studenten naar wereldkampioenschap met vliegende waterstofboot

’s Werelds eerste vliegende waterstofboot is een feit! Het TU Delft Solar Boat Team heeft een jaar lang toegewerkt naar hun droom: het realiseren van de eerste vliegende waterstofboot met hun project Hydro Motion. Bij een snelheid van 22 kilometer per uur zorgen de draagvleugels ervoor dat de boot, een trimaran van ruim 1000 kilogram, boven het water vliegt. Het team doet deze week mee aan het wereldkampioenschap op de open zee in Monaco, waar zij het opnemen tegen andere duurzaam aangedreven boten.

Het bleek een enorme klus om binnen een jaar de boot te realiseren. Rick van Wilsem, Chief Engineer, vertelt enthousiast: “Het is gelukt, dat kunnen we wel met zekerheid zeggen. De gehele boot is uit het water gekomen. We zijn als team heel trots dat wij ’s werelds eerste foilende waterstofboot hebben gemaakt!” Van 8 tot 10 juli zal het studententeam strijden voor de wereldtitel in Monaco. De studenten doen dan mee aan de Open Sea Class van de Monaco Energy Boat Challenge. Ze gaan voor de overwinning van de lange afstandsrace. Hiermee willen zij de potentie van waterstofaangedreven boten demonstreren.

Spannende wedstrijd

Het wordt een enorm spannende wedstrijd. Met geduchte tegenstanders vanuit de hele wereld. Studenten maar ook bedrijven. Elektrisch- en waterstofaangedreven boten strijden op drie onderdelen; manoeuvreerbaarheid, de sprint en als belangrijkste race; de lange afstandsrace. Het team heeft zijn zinnen gezet op die laatste race. De waterstofboot is dan ook geoptimaliseerd om deze uitdaging aan te gaan: 6 uur lang varen op open zee zonder bij te tanken. Het team dat de meeste afstand aflegt, is de winnaar. De race is te volgen via de website en de sociale media kanalen van het TU Delft Solar Boat Team.

De Hydro Motion waterstofboot

De boot waar het team dit jaar aan heeft gewerkt is een indrukwekkende verschijning: een zeewaardige, ruim 8 meter lange trimaran, uitgerust met een compleet waterstofsysteem. Aan boord de slimste elektronica en alle onderdelen om de boot krachtig voort te stuwen. En natuurlijk de sterkste draagvleugels. De boot wordt bestuurd door drie piloten en haalt snelheden tot wel 40 kilometer per uur. In de boot wordt waterstofgas onder hoge druk bewaard in een tank. De brandstofcel brengt deze waterstof samen met zuurstof uit de lucht en genereert zo elektriciteit. Hiermee wordt de motor aangedreven.

Onder de boot zijn drie super sterke draagvleugels bevestigd. Deze werken onder het wateroppervlak op vergelijkbare wijze als de vleugels van een vliegtuig. Bij de take-off speed van 22 kilometer per uur liften ze het gewicht zo’n 40 centimeter boven de golven uit, een spectaculair gezicht. Wanneer de rompen van de boot boven het water vliegen, ondervinden ze drastisch minder weerstand dan in het water. Op deze manier gebruikt de boot erg weinig energie. Efficiëntie is van groot belang tijdens de uitdagende lange afstandsrace die het team te wachten staat in Monaco.

De missie van het team

Het TU Delft Solar Boat Team is een multidisciplinair team dat bestaat uit 20 studenten. Allen hebben ze een jaar lang hun studie aan de kant gezet voor het Hydro Motion project. De studenten werken aan dit project met een belangrijke missie. Ze willen de maritieme industrie, momenteel een grootverbruiker van fossiele brandstoffen, inspireren naar een groene toekomst.

SmartBrick maakt kademonitoring kosteneffectief en schaalbaar De digitaliseringspush komt eraan: waarom bedrijven de overstap naar 5G niet mogen missen Future.Industry Experience over ontwikkelingen maakindustrie Koninklijke Metaalunie positief over verduurzamingsinvesteringen in reactie op Prinsjesdag In kleine stappen naar Industrie 4.0 Noorse scheepvaarttunnel maakt passage veiliger Schaarste grondstoffen remt groei mkb-maakindustrie Straatverlichting op windenergie Hoe Veco Precision bouwt aan een toekomstbestendige commerciële strategie Earth Overshoot Day valt vroeg dit jaar Pegamento wint Challenge Detectie met ‘Bridge Calamity Recognizer’ TU Delft studenten naar wereldkampioenschap met vliegende waterstofboot

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven