Single-use wordt circulair. Maar hoe?

Nederland circulair in 2050! Dat is het streven van de overheid. En al lijkt 2050 nog ver weg, er moet nog enorm veel gebeuren om dit doel te bereiken. Dat realiseren wij ons bij Hitma ook. We hebben nota bene een afdeling die zich volledig richt op single-use technologie voor (bio)farmaceutische processen. Wat kunnen we nog met deze disposable producten in een circulaire industrie?

Afvalprobleem

Ik ben het er volledig mee eens dat we het afvalprobleem moeten oplossen. En dat geldt dus ook voor de plastic afvalstromen waar onze assemblages deel van uitmaken. Het is alleen een uitdaging die we lang voor ons hebben uitgeschoven. Op dit moment worden deze farmaceutische materialen meestal verbrand (soms zelfs gewoon samen met huisafval). Zonde, want het is een waardevol materiaal dat prima kan dienen als grondstof voor andere producten.

Om over de circulariteit van farmaceutische single-use producten te brainstormen, hebben we een projectteam opgericht en zijn we om de tafel gaan zitten met verschillende externe specialisten op het gebied van duurzame innovaties en afvalverwerking. Voor ons een volledig nieuwe tak van sport, maar tot onze verrassing zijn de reacties over de mogelijkheden positief. De platinum cured siliconen slangen en styrenic thermoplastic elastomer slangen uit ons assortiment zijn onderzocht en deze kunnen prima hergebruikt worden.

Bijkomend voordeel is dat de samenstelling van het kunststof exact bekend is en dat deze gedocumenteerd wordt. Gezien de strenge eisen binnen de farmaceutische industrie moet deze informatie immers altijd beschikbaar zijn. Dat maakt van afgedankte disposables na reinigen en shredderen een zuivere grondstof (in tegenstelling tot veel ander plastic afval waar diverse soorten kunststof bij elkaar worden gevoegd voor het recyclingsproces).

Enthousiast

Na deze positieve berichten zijn we visjes gaan uitgooien binnen de (bio)farmaceutische industrie. We ontvingen meteen enthousiaste reacties en verdiepen ons nu in de volgende stappen; het verzamelen, reinigen en tot nieuwe grondstof verwerken van afvalmateriaal. Hoe kan dit het beste worden opgepakt en welke bedrijven houden zich daarmee bezig? We hebben dit soort afvalverwerkingsbedrijven nu nog niet in ons netwerk, dus als iemand tips heeft, dan hoor ik het graag.

En om de keten compleet te maken, zijn er natuurlijk ook partijen nodig die de nieuwe grondstof in hun proces kunnen inzetten. We dagen ontwikkelaars in de maakindustrie, start-ups, universiteiten etc. uit om met creatieve, duurzame ideeën te komen. Stuur me een bericht en je ontvangt de specificaties van het materiaal.

Ontdekkingstocht

Er is nog veel te doen voordat de Nederlandse economie in 2050 volledig draait op herbruikbare grondstoffen. De weg ernaartoe vind ik hoopvol en inspirerend. Een ontdekkingstocht naar duurzame oplossingen.

De kracht van sociale media in coronacrisistijd

In deze onwerkelijke en ook wel angstige coronacrisistijd, put ik hoop uit alle hartverwarmende initiatieven die ontstaan. Mensen bieden elkaar troost en afleiding, maar vooral praktische hulp. En al die initiatieven komen in sneltreinvaart tot stand. De verbondenheid via sociale media helpt daarbij enorm. Een bewonderenswaardig voorbeeld is Project Open Air NL. Dit is een netwerk van een groeiende groep producenten uit de Nederlandse maakindustrie die kennis en productiecapaciteit beschikbaar stellen voor de medische sector.

Oproep via Linkedin

Een deel van de COVID-19-ziekenhuispatiënten heeft kunstmatige beademing nodig. Op plekken waar de pandemie om zich heen grijpt, bestaan echter acute tekorten aan beademingsapparatuur en onderdelen hiervoor. Engineers die zich hebben aangesloten bij Project Open Air NL staan klaar om beademingsapparatuur en onderdelen te produceren die nu hard nodig zijn in de zorg. Via een LinkedIn-oproep van initiatiefnemer Tijn Kooijmans kwam ik te weten dat hij dringend op zoek was naar een hoog contact bij het Ministerie van Volksgezondheid. Hij vroeg of, gezien de tijdsdruk, zoveel mogelijk mensen zijn oproep wilden delen.

Nuttige relaties

Ik sprong meteen uit de startblokken, deelde de oproep via Linkedin en Twitter en tagde personen uit mijn netwerk die wel eens nuttige relaties zouden kunnen hebben voor dit project. Via Twitter had ik meteen beet. Erik Gerritsen, Secretaris-Generaal bij het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport, zou de juiste man op de juiste plek zijn. Hij werd in een reactie op mijn tweet getagd, waardoor de kwestie bij hem onder de aandacht kwam. Erik Gerritsen reageerde meteen. Hij gaf zijn directe e-mailadres door met het verzoek hem te mailen. Binnen een half uur had Tijn contact met de hoogste ambtenaar van het ministerie van VWS. Een mooi voorbeeld van de kracht van sociale media in crisistijd.

Kennis en slagkracht nodig

Met de succesvol afgesloten zoektocht naar de hooggeplaatste VWS-ambtenaar is Project Open Air NL nog niet klaar. Het netwerk stelt zich beschikbaar voor rechtstreekse vragen vanuit de zorg, maar ook voor andere initiatieven. Van alle kanten sluiten bedrijven, universiteiten en zorginstellingen zich aan en de eerste projecten lopen al.

Door de toenemende vraag naar engineering- en productiecapaciteit, kunnen ze nog meer kennis en slagkracht gebruiken. Ben jij engineer of heb je een bedrijf met potentieel relevante productiecapaciteit? Sluit je aan bij Project Open Air NL. Daarnaast zoeken ze nog de volgende specialisten:

• Projectleider Crowd Funding; voor het managen van de crowdfunding campagne die binnenkort via OnePlanetCrowd van start gaat
• PR Manager; voor beheer media- en perscontacten
• Legal support; aansprakelijkheidsrecht
• Financieel-/boekhoudkundige ondersteuning

Help je mee?

Als we met elkaar de handen ineen slaan, dan is het mogelijk snel en op grote schaal te produceren wat nodig is om coronapatiënten te helpen. En daarom is het belangrijk dat we met elkaar dit initiatief onder de aandacht brengen bij zoveel mogelijk mensen. Wil jij ook de kracht van de sociale media benutten en Project Open Air NL toegang geven tot jouw netwerk? Deel dan alstublieft nu de informatie over dit project.

www.projectopenair.nl

Crowdfunding Project Open Air NL

Rabobank: Meeste Nederlandse industriebedrijven niet klaar voor de toekomst

Het merendeel van de Nederlandse industriebedrijven is niet klaar voor de toekomst. Zo is bijna 80 procent van de industriebedrijven onvoldoende voorbereid op technologische ontwikkelingen, is 42 procent onvoldoende voorbereid op handelsbelemmeringen en is 44 procent nauwelijks bezig met verduurzaming. Meer aandacht voor managementpraktijken en investeren in R&D is het devies. Dat schrijven economen van Rabobank in hun vandaag verschenen studie Naar een toekomstige maakindustrie.

Wat kunnen industriebedrijven doen om te blijven groeien? En hoe kunnen ze zich wapenen tegen de uitdagingen van de toekomst? Om deze vragen te beantwoorden, hebben de Rabo-economen een enquête afgenomen onder 464 Nederlandse industriebedrijven, waaronder 262 bedrijven uit de maakindustrie. Sjoerd Hardeman, een van de auteurs van de studie, licht toe: “Uit onze enquête blijkt dat de meeste industriebedrijven de afgelopen jaren zijn gegroeid in omzet, maar dat het merendeel van hen niet is voorbereid op toekomstige uitdagingen die spelen op het vlak van nieuwe technologieën, internationalisering en verduurzaming.”

Investeringen en managementpraktijken belangrijke groei-aanjagers 

Hamvraag is natuurlijk wat wel en niet bijdraagt aan de omzetgroei van industriebedrijven, nu en in de toekomst. Aan welke knoppen kunnen bedrijven draaien? Hardeman: “Door investeringen en omzetgroei tegen elkaar af te zetten, krijgen we een indruk van de relatie tussen investeren en groei op dit moment. Deze relatie is duidelijk positief en vanuit statistisch oogpunt ook nog eens significant. Het valt op dat industriebedrijven die veel investeren ook harder groeien.”

Ook hebben de Rabo-economen de relatie tussen de kwaliteit van managementpraktijken en omzetgroei van industriebedrijven onderzocht. Hardeman: “In eerder onderzoek lieten we al zien dat de kwaliteit van managementpraktijken samenhangt met de arbeidsproductiviteit van middelgrote en grote industriebedrijven. Nu blijkt dat goede managementpraktijken niet alleen positief en significant samenhangen met arbeidsproductiviteit, maar ook met de omzetgroei van industriebedrijven. Het effect van managementpraktijken op omzetgroei is bovendien groot: bedrijven die over de slechtst mogelijke managementpraktijken beschikken, en deze weten te verbeteren tot de best mogelijke, verhogen de kans om zeer snelle groei door te maken met maar liefst 35 procent.”

Uitdagingen voor de toekomst

De omgeving waarin industriebedrijven opereren staat niet stil, benadrukt Hardeman. “Op dit moment hebben industriebedrijven, net als bedrijven in andere sectoren, te maken met krapte op de arbeidsmarkt. Naar de toekomst toe komen daar ten minste drie uitdagingen bij: industriebedrijven zien zich geconfronteerd met nieuwe technologieën als Artificial Intelligence en Big Data, krijgen gezien de afhankelijkheid van import en export mogelijk te maken met de gevolgen van toenemende handelsbelemmeringen en ook de roep om verduurzaming zal niet aan industriebedrijven voorbij gaan. Zoomen we in op de factoren die met toekomstbestendigheid samenhangen, dan zie we dat net als voor omzetgroei ook hier weer de kwaliteit van managementpraktijken van belang is.”

Naast de kwaliteit van managementpraktijken blijkt uit de analyses dat factoren als R&D-intensiteit van investeringen, het opleidingsniveau van medewerkers en de mate waarin medewerkers training volgen een rol spelen bij de toekomstbestendigheid van industriebedrijven. Hardeman: “Terwijl voor omzetgroei dus de hoogte van de investeringen van belang is, blijkt dat voor de toekomstbestendigheid van industriebedrijven vooral het type investeringen van belang is: hoe groter het aandeel van de investeringen dat uitgaat naar onderzoek en ontwikkeling, hoe groter de toekomstbestendigheid van industriebedrijven. En terwijl uit onze analyses verrassend genoeg niet blijkt dat opleidingsniveau en training van werknemers direct bijdragen aan de omzetgroei van bedrijven, zijn deze twee factoren wel degelijk van belang voor hun toekomstbestendigheid. Tel daarbij op dat opleidingsniveau en training van werknemers bijdragen aan de kwaliteit van het personeelsmanagement, en het is duidelijk dat aandacht voor het kennis- en vaardighedenniveau van medewerkers onontbeerlijk is voor het industriebedrijf van de toekomst.”

Multiframe: innovatie in kantoor- en prestentatiewanden

Het is verbluffend eenvoudig geworden om beurs-, presentatie- en kantoorwanden te maken met het modulaire Comhan MultiFrame®-systeem

Het systeem met een diepte van slechts 70 millimeter, bestaat uit drie zeer solide aluminium profielen. Het is daarom uitermate geschikt voor het realiseren van grote wanden, zonder extra verstevigingen aan te hoeven brengen.

Uiteenlopende opstellingen mogelijk

Het MultiFrame® kan eenvoudig ter plaatse worden geassembleerd en biedt veel vormvrijheid. Het systeem is namelijk op verschillende manieren in elkaar te zetten, waardoor u uiteenlopende opstellingen kunt creëren. Doordat het MultiFrame® zo solide en robuust is vormgegeven kan het telkens opnieuw hergebruikt worden.

Extra mogelijkheden

Indien nodig is het MultiFrame® ook te combineren met akoestische materialen tussen de doeken. Zo creëert u geluidsabsorberende wanden. Wilt u de wanden verlichten? Comhan levert ook bijbehorende LED spots! Daarnaast is het mogelijk om eigen onderdelen aan het systeem te bevestigen, denk aan LED schermen.

Je vindt Comhan Holland op stand 04.A125 tijdens ESEF Maakindustrie.

Meer weten? Ga naar www.comhan.com

Heico-Lock en Heico-Tec prominent aanwezig tijdens ESEF Maakindustrie

“ESEF Maakindustrie is het hart van de maakindustrie”, zegt Johan Sikkema, Sales Engineer bij HEICO Benelux. “Niet alleen inkopers, maar juist ook de tekenaars en ingenieurs en al die mensen die onze producten verwerken, komen naar de beurs. Dat zijn de mensen die wij juist willen spreken en ESEF Maakindustrie is het platform waar dit kan.”

HEICO Benelux is een familiebedrijf dat al vier generaties in de markt is. “Onze technische know-how, decentrale marktbenadering en de mentaliteit die een familiebedrijf met zich meebrengt, zorgen ervoor dat wij goede en langdurige relaties met onze klanten hebben”, gaat Sikkema verder.

“Wij bieden onze diensten aan volgens de hoogste standaarden en waar nodig en gewenst geven wij technisch advies en ondersteuning in de toepassing van onze producten. Door onze wereldwijde, decentrale filialen beschikken wij over ruime voorraden en garanderen wij korte levertijden.”

Vriendelijke ontvangst

“Sowieso kunnen bezoekers rekenen op een vriendelijke ontvangst”, zegt Sikkema. Bezoekers van de stand van HEICO tijdens ESEF Maakindustrie kunnen kennismaken met de producten van de Groningse ondernemer. De focus ligt op het HEICO-LOCK Borgingssysteem en de HEICO-TEC Voorspanmoeren. Voor beide systemen zal er een testopstelling op de stand aanwezig zijn waar snel en eenvoudig de werking van het borgingssysteem en de voorspanmoeren getoond kunnen worden. Bezoekers kunnen op de stand meer informatie krijgen. Ook kunnen wij een klantspecifieke toepassing bespreken. Na de beurs is ook van alles mogelijk. Hetzij bij de klant op locatie, dan wel in het uitstekend uitgeruste laboratorium van HEICO.

Je vindt HEICO Benelux op stand 04.D058 tijdens ESEF Maakindustrie.

LINK Ketendebat: blijf relevant en digitaliseer

De maakindustrie bevindt zich in een interessante periode. De competitie vanuit het Verre Oosten neemt toe, maar de Nederlandse industrie weet zich te onderscheiden door te focussen op snelheid, kwaliteit, modularisatie en nieuwe businessmodellen en diensten voor afnemers. De rode draad die deze ontwikkelingen voortdrijft is digitalisatie.

Oem’ers en system suppliers zetten sterk in op deze ontwikkelingen en stellen daarmee steeds hogere eisen aan toeleveranciers. Dat terwijl de marges onder druk staan waardoor de investeringsruimte beperkt is. Samen met het gebrek aan gekwalificeerde medewerkers heeft dat een grote impact op de snelheid waarmee bedrijven digitaliseren. Toch zullen zij dezelfde mate van efficiëntie, flexibiliteit en kwaliteitswaarborging na moeten streven om relevant te blijven en insourcing bij de oem’ers en system suppliers te voorkomen. De keten is immers zo sterk als de zwakste schakel.

Maar wat zijn nou precies de eisen die deze oem’ers en system suppliers aan de keten stellen, en in hoeverre speelt digitalisatie hierin nu echt een rol? En kunnen toeleveranciers überhaupt voldoen aan de steeds hogere eisen? Tijdens het Industriedebat tijdens vakbeurzen ESEF Maakindustrie en TechniShow (1 – 4 september, Jaarbeurs Utrecht) probeert het panel, bestaande uit oem’ers en toeleveranciers, deze en andere vragen rondom actuele onderwerpen te beantwoorden.

Richard van Kray, directeur van De Klantbetekenaar.nl, leidt het debat. Tevens is hij schrijver van het boek ‘Sales vanuit je hart’. Daarin zet hij een verkoopfilosofie uiteen die niet gericht is op het snel komen tot een transactie, maar allereerst op het tot stand brengen van een duurzame, loyale klantrelatie. Bij wijze van aftrap zal Van Kray schetsen dat die filosofie ook in een digitaal businessmodel werkt.

Panelleden LINK Ketendebat

Tom Sanders, CEO Dumaco
Jellard Koers, CEO Suplacon
Bram Schildkamp, CEO MCB
Melanie van Beek, Operational Manager Broshuis Part Supplier

Link Magazine organiseert het debat samen met MCB, Isah Business Software, Trumpf, Siemens Digital Industries Software, ABN Amro, FPT/VIMAG en Jaarbeurs Utrecht.

Wanneer

Datum en locatie volgt.

Telmastaal viert veertigjarig bestaan op ESEF Maakindustrie 2020

Telmastaal bestaat dit jaar veertig jaar. Een bijzonder jubileum, eentje om niet zomaar voorbij te laten gaan. Het bedrijf uit ’s-Heerenberg heeft daarom besloten om een deel van de festiviteiten rondom haar jubileum te combineren met ESEF Maakindustrie 2020. Een aansprekende gastspreker, een illusionist, muziek en ander vermaak staan er op het programma van de staalspecialist, die al voor de vijftiende keer aan de beurs deelneemt.

“We hebben onze oude stand de deur uit gedaan en er een nieuwe, grotere stand voor ingeruild”, zegt Trudy te Loo Korts, directeur van Telmastaal. “Deze stand is meer geschikt om feestelijke activiteiten te organiseren tijdens de komende ESEF Maakindustrie 2020.” Telmastaal werd in 1980 opgericht door Henk te Loo. Het was de eerste van de drie werkmaatschappijen van de TTL group: Telmastaal, Telmastainless en Nimadi.

Telmastaal is de tak die alle kwaliteiten hoogwaardige stalen en non-ferro materialen die er verkrijgbaar zijn, in elke uitvoering (bijv. staf rond, plat, vierkant, platen, ringen) levert voor elke denkbare industriegroep in de Benelux. Telmastainless richt zich op hoogwaardige edelstalen, roestvaststalen, titaan, en specials (wederom in elke denkbare industriegroep) en Nimadi levert hoogwaardige voorbewerkte of compleet bewerkte delen in edelstalen, RVS en non-ferro materialen. “Mede dankzij onze drie werkmaatschappijen zijn we de crisis goed doorgekomen”, zegt Trudy, sinds 2002 directeur en sinds 2008 eigenaar van het bedrijf. “Momenteel hebben we vijftien medewerkers in dienst. Ons afzetgebied is gericht op de Benelux maar wordt steeds meer internationaler. Bijzonder is dat wij in Nederland de enige zijn die als zelfstandig handelshuis AS9120-gecertificeerd zijn. Dit houdt in dat we bevoegd zijn om gecertificeerde materialen op voorraad te houden en te zagen in het magazijn te ’s-Heerenberg en te leveren aan sectoren als de luchtvaartindustrie en defensie, waar de eisen veel hoger zijn. Dat is zeker voor kleine ondernemingen vrij ongewoon.”

Service

“Naast dat we producten leveren, bieden we ook service, een heel belangrijk onderdeel binnen onze organisatie”, zegt bedrijfsmanager Wendy van Ree, die het bedrijf samen met Trudy runt. “Het draait allemaal om snel en op maat leveren, luisteren naar de wensen van klanten en op basis daarvan langdurige relaties bouwen. Als je service goed inricht – leveringen combineren, weten welk materiaal nodig is, zelfs op de hoogte zijn van de machine-instellingen van klanten, enzovoorts – dan kunnen zowel wij als de klant op heel veel zaken besparen. En dat zorgt weer voor economisch verantwoord en duurzaam ondernemen. Daar zijn we intern ook druk mee; we gebruiken duurzaam materiaal voor onze kantoorinrichtingen, krijgen zonnepanelen en hebben nieuwe energiezuinige heaters laten plaatsen. We lopen in de pas met de ontwikkelingen in de markt.”

Bestuurd door vrouwen

Dat de TTL group bestuurd wordt door vrouwen, is in de maakindustrie ook redelijk uniek. Trudy en Wendy lopen er niet mee te koop, maar hebben wel een stelregel. “We proberen de helft van de medewerkers uit vrouwen te laten bestaan”, zegt Trudy. “Gewoon, omdat we dat belangrijk vinden. Met Wendy had ik direct een goede klik. Ze heeft een drive, veel kennis en heeft de handschoen vanaf het begin af aan zonder schroom opgepakt. Dan kom je samen ergens. Zij regelt intern eigenlijk alles. Ik ga zelf nog niet weg bij de firma, maar geef wel alle nieuwe mensen de ruimte om het bedrijf in de komende twintig jaar zelfstandig verder uit te kunnen bouwen. Sinds zeven jaar werkt mijn dochter ook in het bedrijf. Gestart op de onderste trede en inmiddels een waardevolle office manager. Met deze twee geweldige dames en een fantastisch goed opgeleid team is de toekomst van de TTL group gewaarborgd.”

De metaalsector

Wat betreft die toekomst: die wordt volgens Trudy en Wendy uitdagend genoeg. “Het is momenteel echt niet makkelijk in de metaalbranche. Je moet heel alert zijn om boven water te blijven. Onze tactiek zal echter nooit veranderen: doen waar je goed in bent. Niet de grootste willen worden maar wel de beste blijven. Ten alle tijden kwaliteit blijven leveren. We hebben er alle vertrouwen in dat we met de TTL group toekomstbestendig zijn.  Wij zijn in alle industrieën actief, hebben zeer vroeg allerlei informatie tot onze beschikking en kunnen snel op wijzigingen in de markt reageren.  Klanten waarderen onze snelheid van reactie, het verhogen of verlagen van voorraden, nieuwe kwaliteiten op de markt brengen etc. Daarnaast kunnen we deels of compleet bewerkte  onderdelen of producten laten maken maar ook als het gaat om advisering en scholing van klanten, dan kunnen ze bij ons terecht.”

ESEF Maakindustrie 2020

Op ESEF Maakindustrie 2020 echter geen zwaar gemoed, maar een feestelijke stemming. ‘Het is de vijftiende keer dat we meedoen – we hebben slechts twee keer overgeslagen – en dit wordt natuurlijk wel een bijzondere editie voor ons. We vinden het belangrijk om aan de beurs mee te doen; je ziet wat nieuw is op de markt, wie er zijn en wat er gaat gebeuren. Omdat je een hele week met elkaar in één gebouw bent, kun je veel mensen spreken. Daarnaast laat je zelf natuurlijk ook zien welke ontwikkelingen je hebt doorgemaakt. Voor iedereen binnen Telmastaal is het echt een feestje omdat we ook nog veertig jaar bestaan. Ik denk dat het alles bij elkaar voor een hele positieve vibe gaat zorgen!’

Je vindt de TTL Group op stand 3.A060 tijdens ESEF Maakindustrie 2020.

Hesling introduceert Alvaro spatbord

Lichtgewicht kunststof spatbord maakt kabels onzichtbaar

Met het Alvaro spatbord is het Hesling gelukt de kabels met eenvoudige clips onder het spatbord vast te zetten. De positie voor kabeldoorvoer kan exact bepaald worden, op elke willekeurige plek in het spatbord. Dit zorgt voor een cleane afwerking van de kabels en een perfecte boog van het spatbord.

Strak design

Het Alvaro spatbord is met zijn strakke design écht een onderdeel van de fiets: de kleur van het spatbord is in tegenstelling tot ‘extrusie’ spatborden exact af te stemmen op de kleur van het frame, maar er kan ook een contrasterende kleur gekozen worden. Het spatbord kan zowel glanzend als mat worden uitgevoerd.

Duurzaam

Het Alvaro spatbord wordt vervaardigd van kunststof en heeft een strak design: licht in gewicht, volledig recyclebaar en het voldoet daarmee aan de toenemende vraag naar duurzame producten. Het is zelfs mogelijk om het spatbord van gerecycled materiaal te produceren. Ook is het mogelijk om geïntegreerde jasbeschermers te monteren met een variabele opening voor het slot of slot/rem gat.

Je vindt het Alvaro spatbord op stand 4.C039 van Hesling Plastics tijdens ESEF Maakindustrie

Appkuns al 40 jaar ‘Performance in plastics’

Appkuns bestaat precies veertig jaar. In 1979 was de vader van de huidige directeur Van Baal actief als onderhoudsmonteur binnen de industrie. Tijdens zijn bezoeken aan klanten merkte ‘senior’ dat hij allerlei problemen van klanten oploste en daarmee eigenlijk het hele proces van kleine producten en verpakkingen zelf deed.

“Kunststof is altijd in beweging”, zegt Giancarlo Cascu, salesmanager bij Appkuns. “We zijn een hightech bedrijfstak, waarbij we continu te maken hebben met nieuwe materialen, nieuwe processen en nieuwe eisen. Onze kennis en onze ervaring maken dat wij kunnen excelleren in de plastics-markt.”Een goed voorbeeld is de ‘slimme’ rollator, waaraan ze hebben meegewerkt. In opdracht van Robot Care Systems mocht Appkuns de kunststof onderdelen voor de eerste smart rollator ter wereld maken. “We hebben in korte tijd oplossingen gevonden voor onderdelen die anders niet maakbaar waren. Het is een uniek project. We moesten veertig matrijzen maken, wat een behoorlijke investering vereist. Wat het mooiste was, is dat je met veel partijen samen werkt en in korte tijd als team zaken oplost, die anders niet maakbaar zouden zijn.”Corné van Baal, directeur van Appkuns heeft de plastics-markt zien veranderen. De eisen zijn hoger, de processen moeilijker en de aantallen variëren tussen heel klein en heel groot. Het is een situatie waarin het veertigjarige bedrijf juist rendeert. “Onze processen zijn perfect op elkaar afgestemd. De kunststofspecialist voor een grote diversiteit aan vraagstukken met kunststof, ook voor de ogenschijnlijk uitdagende producten!

Appkuns bestaat precies veertig jaar. In 1979 was de vader van de huidige directeur Van Baal actief als onderhoudsmonteur binnen de industrie. Tijdens zijn bezoeken aan klanten merkte ‘senior’ dat hij allerlei problemen van klanten oploste en daarmee eigenlijk het hele proces van kleine producten en verpakkingen zelf deed. Zijn gedachte: als ik dit al doe, kan ik net zo goed voor mijzelf beginnen. Vandaag de dag is Appkuns een ontwikkelaar en producent van kunststof producten voor medische-, verpakkings- en industriële toepassingen. Het verschil met vroeger? Van Baal: “De klant maar ook de wetgeving eist meer, de processen zijn moeilijker en de aantallen worden vreemd genoeg zowel kleiner als groter. Om dat laatste te verduidelijken: of men wil richting hele specifieke producten in lage aantallen of men wil in hoge volumes. Een tussenweg lijkt er minder te zijn.

Eisen

“Kunststof is altijd in beweging”, zegt Giancarlo Cascu, salesmanager bij Appkuns. “We zijn een hightech bedrijfstak, waarbij we continu te maken hebben met nieuwe materialen, nieuwe processen en nieuwe eisen. Onze kennis en onze ervaring maken dat wij kunnen excelleren in de plastics-markt.”Een goed voorbeeld is de ‘slimme’ rollator, waaraan ze hebben meegewerkt. In opdracht van Robot Care Systems mocht Appkuns de kunststof onderdelen voor de eerste smart rollator ter wereld maken. “We hebben in korte tijd oplossingen gevonden voor onderdelen die anders niet maakbaar waren. Het is een uniek project. We moesten veertig matrijzen maken, wat een behoorlijke investering vereist. Wat het mooiste was, is dat je met veel partijen samen werkt en in korte tijd als team zaken oplost, die anders niet maakbaar zouden zijn.”

Bio-materiaal en MVO

Belangrijk voor Van Baal is maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). “Waarom MVO? Het is gewoon binnen ons bedrijf. Dat komt mede dankzij het product dat we gebruiken, namelijk kunststof. Een van de mooie eigenschappen van kunststof is de recyclebaarheid. Restmateriaal hergebruiken we opnieuw in het proces. We kijken continu naar nieuwe ontwikkelingen binnen de diverse materialen. Kijk naar bio-materiaal of andere milieuvriendelijke oplossingen. Die handschoen pakken we op.”Ook werkt Appkuns al meer dan 12,5 jaar samen met een sociale werkplaats vanuit ‘Sovak’ waardoor ze mensen die normaal een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, een plek geven binnen het productieteam. Daar werken dagelijks tussen de tien en vijftien man. “We zijn uitermate trots op hen. Zij doen voor ons nuttig en relevant werk op de assemblage-afdeling. Wij bieden begeleiding en we ondersteunen de mensen in hun deelname aan het arbeidsproces.”De ambities van Appkuns? Van Baal is bescheiden. “In eerste instantie gewoon doorgaan. Dat houdt wat mij betreft in dat we vergroten, maar niet verdubbelen. Ik hoef helemaal geen honderd machines te hebben draaien. Misschien groeien tot een man of dertig a vijfendertig, zodat het bedrijf wat meer body heeft. Verder wil ik gewoon mooie producten maken met een goed team, zodat we de huidige en de nieuwe klanten goed kunnen blijven dienen.”Verder kijkt hij naar ontwikkelingen als 3D-printen, maar vooralsnog is die techniek niet geschikt voor hoge volumes. Volgens Van Baal zijn er heus wel interessante ontwikkelingen. “Voor ons is 3D-printen een aanvulling op ons huidige aanbod. En we gebruiken het voor prototyping. Maar we blijven vooral doen wat we het beste kunnen en dat is producten maken die anderen niet kunnen. Dat is onze passie en dat is onze kracht.”

Je vindt Appkuns B.V. op stand 4.A018 tijdens ESEF Maakindustrie

Wintheon toont ERP-oplossingen voor plaatbewerkers en machinebouwers met een eigen plaatwerkafdeling

Bezoekers kunnen op ESEF Maakindustrie onder meer een bezoek brengen aan Wintheon Management Services. Het bedrijf toont op de beursvloer de Ridder iQ en Wintheon Software, ERP-oplossingen die specifiek zijn toegespitst op de maakindustrie. Met behulp van de door Wintheon ontwikkelde modules kunnen de oplossingen naar wens worden afgestemd op de behoeften van plaatbewerkers en machinebouwers. Hoe dit in zijn werk gaat en welke voordelen dit biedt toont Wintheon van 1 tot en met 4 september 2020 op de beursvloer.

Wintheon Management Services is sinds 2011 actief als reseller van Ridder software. Het bedrijf maakt sinds 2018 onderdeel uit van Ridder Data Systems. Als dochteronderneming opereert Wintheon zelfstandig op de markt. “We denken vanuit de praktijk en gaan flexibel te werk. Onze consultants zijn veel bij klanten over de vloer in onze specifieke marktsegmenten en weten hierdoor hoe deze organisaties te werk gaan. Deze praktijkkennis zetten zij in om klanten zo goed mogelijk te ondersteunen”, legt Lissa Verhoog, Sales en Marketing bij Wintheon Management Services, uit.

Een ERP-systeem voor de praktijk

Wintheon is gespecialiseerd in ERP-producten voor plaatbewerkers, toeleveranciers en machinebouwers met een eigen plaatafdeling met onder meer een eigen laser- en kantbank. Het bedrijf levert Ridder iQ, een voor de praktijk ontwikkeld ERP-systeem. Deze oplossing bestaat uit een basismodule, die kan worden aangevuld met additionele modules om te voorzien in uiteenlopende functionaliteiten.

Denk hierbij aan modules voor het registreren van werkuren met behulp van barcodes en productieplanning, maar ook aan CAD- en CAM-integraties, PDA-logistiek en productieplanning. “De software biedt onder meer functionaliteiten voor het automatiseren van de voorcalculatie en het verzamelen van informatie uit productiesystemen. Gegevens hoeven dankzij deze functies niet langer handmatig ingevuld hoeven te worden, wat zowel tijdrovend als foutgevoelig is.”

Procesgericht denken

Wintheon helpt klanten de juiste modules te selecteren, iets waarbij procesgericht denken centraal staat. “Veel van onze medewerkers zijn de hele dag onderweg en over de vloer bij maakbedrijven. Zij brengen de processen van klanten in kaart en helpen deze zo goed mogelijk te automatiseren door de juiste modules te selecteren”, legt Verhoog uit.

De modulaire opbouw van Ridder iQ biedt voordelen voor de klant. “Klanten bepalen zelf welke functionaliteiten zij aan de ERP-oplossing toevoegen. Niet alleen weten zij hierdoor zeker over de functies te beschikken waar zij behoefte aan hebben, ook betalen zij niet voor functionaliteiten waar zij geen profijt van hebben.”

In eigen huis ontwikkelde modules

Naast de aanvullende ‘standaardmodules’ die Ridder Data Systems levert, biedt Wintheon ook een viertal ’standaard’ modules aan. “Het gaat hierbij om onder meer Wintheon Uren Management voor urenregistratie en Wintheon Importer voor het importeren van gestructureerde 3D-tekeningen. De Wintheon Importer helpt machinebouwers bijvoorbeeld CAD-tekeningen te importeren en volledig geautomatiseerd stuklijsten op te stellen”, aldus Verhoog. “Wintheon CAM Calculatie automatiseert de voorcalculaties en genereert hiermee een juiste calculatie in combinatie met de CAM-systemen, tevens worden de digitale documenten gekoppeld in het ERP-systeem. De oplossing stelt plaatbewerkers in staat vooraf het offertetraject al een calculatie uit te voeren. De module Wintheon CAM productie maakt integratie met diverse CAM-systemen mogelijk.” De gesneden of gezette opdrachten worden direct met het ERP-systeem uitgewisseld, waardoor de klant een juist zicht heeft op de nacalculatie en status van de verschillende orders.

Ridder iQ met eigen ogen bekijken

Wintheon is tijdens de komende editie van ESEF Maakindustrie aanwezig op de beursvloer. “ESEF Maakindustrie staat bekend als dé beurs voor de maakindustrie. Wintheon kan de maakindustrie goed ondersteunen en helpen in hun gang naar industrie 4.0, wat ESEF Maakindustrie voor ons een belangrijke beurs maakt om aanwezig te zijn”, zegt Verhoog.

“Het thema dat voor ons centraal staat op ESEF Maakindustrie is ‘de digitale fabriek; the next step’. De focus ligt op de integratie met CAD- en CAM-systemen; momenteel bieden wij integraties met software van LVD Software en Wicam. Dit wordt de komende tijd verder uitgebreid naar onder meer Libellula en Bystronic en meer”, legt Verhoog uit. “Op de beursvloer worden deze integraties gedemonstreerd en kunnen bezoekers het Ridder iQ pakket met eigen ogen zien.”

Wat kunnen we in 2020 van 3D-printen verwachten?

3D-printen is de fase van de hype voorbij. Steeds meer bedrijven experimenteren met nieuwe businessmodellen en werkwijzen die mogelijk worden door de inzet van deze technologie. Maar wat staat ons de komende tijd te wachten op dit gebied? Experts binnen Ultimaker voorzien een aantal trends, waarvan ik er hier drie uitlicht.

1. Fabrikanten zetten in op lokale productie en korte levertijden
   Veel traditionele productiemethoden zijn kostenefficiënt als ze op grote schaal worden toegepast, maar zorgen voor een hoge kostprijs als je één artikel of onderdeel laat maken. Bovendien is het vervaardigen van deze producten of onderdelen vaak dermate specialistisch dat er wereldwijd maar een paar leveranciers zijn, met lange lead-times tot gevolg. Daarom is 3D-printen al snel goedkoper bij de vervaardiging van kleine aantallen. Het kan in allerlei situaties worden toegepast: voor gereedschappen en hulpstukken, (reserve-)onderdelen en prototypes.
2. Digitaal magazijn bestaat naast het fysiek magazijn
   Het gevolg van bovenstaande trend is dat fysieke magazijnen deels worden vervangen door digitale. Zo’n digitaal magazijn is eigenlijk een bibliotheek met printbare bestanden. Omdat 3D-printen zich voor sommige producten beter leent dan voor andere, zullen veel bedrijven in 2020 de analyse gaan maken voor welke producten het loont om op te nemen in de digitale bibliotheek en welke nog altijd het best fysiek in een centrale voorraad kunnen worden bewaard.
3. Vereenvoudigde productie door 3D-printen
   Veel productiebedrijven hebben problemen om nieuwe technisch geschoolde medewerkers te vinden. Zeker fabrieken, waar technische kennis noodzakelijk is vanwege de complexiteit van het werk, hebben het moeilijk. 3D-printen biedt een uitkomst. Door de toegankelijke techniek steeds meer in bestaande productieprocessen te integreren, wordt de inzet ervan sneller een no-brainer. De vraag naar 3D-printspecialisten zal als gevolg hiervan groeien. Gelukkig zijn deze mensen sneller op te trainen.

Natuurlijk zijn er nog veel meer 3D-printtrends die we dit jaar gaan terugzien. Welke mis jij nog in dit rijtje? En van welke trend verwacht jij komend jaar het meest? Laat het me weten in de reacties!

Paul Heiden voor Maakindustrie

Bedrijven laden zich beperkt op voor batterijopslag

Batterij rendeert, maar opbrengsten zijn onzeker

De stroomvoorziening van bedrijven wordt veelzijdiger. Vroeger haalden ondernemers alle stroom van het net. Nu wekken steeds meer mkb-bedrijven zelf stroom op met zonnepanelen. Opslag van stroom in een grote batterij is een volgende stap. Zo’n batterij kan zoveel opbrengsten genereren dat de stroomvoorziening niet langer geld kost, maar geld oplevert. De opbrengsten zijn echter onzeker door nog te maken keuzes in het klimaatakkoord. Batterijen zijn daarmee nog geen standaard oplossing, zoals zonnepanelen dat al wel zijn. Bedrijven die hun stroomvoorziening willen verduurzamen, zullen daarom eerder met zonnepanelen dan met batterijen aan de slag gaan, zo becijfert het Economisch Bureau in een recent verschenen rapport.

Stroomvoorziening levert geld op bij inzet batterij om netfrequentie te handhaven

Indicatieve opbrengsten en kosten gedurende 30 jaar

Batterij kan ervoor zorgen dat stroomvoorziening geld opbrengt i.p.v. kost

Een batterij kan zoveel opbrengsten genereren dat de stroomvoorziening niet langer geld kost, maar geld oplevert. Een ‘gemiddeld mkb-bedrijf’ betaalt over een periode van 30 jaar zo’n €1,5 miljoen voor netstroom. Met zonnepanelen en een batterij kan de stroomvoorziening zelfs €620.000 opleveren. De batterij moet dan wel volledig ingezet worden om de frequentie van het stroomnet op 50 Hertz te houden. Dan kan de ondernemer een rendement van circa 12% op het eigen vermogen behalen. De batterij is nu nog te duur om alleen gebruikt te worden voor het opslaan van zelfopgewekte zonnestroom.

Zonnepanelen aantrekkelijker dan batterij

Indicatieve investering en rendement van opties 2 en 3

Batterij nog niet voor veel ondernemers geschikt

Een investering in grootschalige batterij-opslag kan nu een rendement van circa 12% op het eigen vermogen genereren, maar de risico’s zijn groot. Het klimaatakkoord zet sterk in op flexibilisering van de stroommarkt om de toename van zon- en windenergie op te vangen. Batterijen kunnen daar een bijdrage aan leveren, maar de opbrengsten hangen af van nog te maken keuzes in het klimaatakkoord. Daarnaast is veel kennis van de elektriciteitsmarkt nodig om als ondernemer geld te kunnen verdienen aan een batterij. Batterijen zijn niet iets wat je er als ondernemer ‘even bij doet’. Zonnepanelen zijn dat wel, vergen een lagere investering en het rendement op eigen vermogen van circa 15% is aantrekkelijker.

“Batterijen zijn in tegenstelling tot zonnepanelen nog geen standaard oplossing voor mkb-bedrijven. Ondernemers die hun stroomvoorziening willen verduurzamen, zullen dus vooral met zonnepanelen aan de slag gaan. Wie toch stroom in batterijen wil opslaan doet er verstandig aan om eerst een batterij te huren en ervaring op te doen”, aldus Martijn Stevens: programmamanager sustainability grootzakelijk bij ING. 

Investering in batterij niet altijd financieel gedreven

Naast deze financiële argumenten kunnen bedrijven ook vanuit andere motieven in batterijen investeren. Zo kunnen batterijen ook vervuilende aggregaten vervangen en bedrijven helpen om hun noodstroomvoorziening te verduurzamen of om minder stikstof op bouwplaatsen uit te stoten.

Copyright: ING Economisch Bureau. Beelmateriaal: ING en Getty Images
Volledig artikel op ING.nl