Het energiezuinige laboratorium- en kantoorgebouw Matrix One in Amsterdam is onlangs opgeleverd door MVRDV. Het gebouw is ontworpen op flexibiliteit en beschikt over een demontabele constructie. Hierdoor is meer dan 90% van de bouwmaterialen her te gebruiken.
Matrix One is het grootste van zeven gebouwen die samen het Matrix Innovation Center vormen in het Amsterdam Science Park. In het park werken wetenschappers en ondernemers samen aan duurzame oplossingen voor huidige en toekomstige problemen.
Het 13.000 vierkante meter tellende interieur is verdeeld over zes verdiepingen en biedt onderdak aan een mix van laboratoria en kantoren voor tech- en duurzaamheidsbedrijven zoals Qualcomm, Photanol en Skytree. Het is ook ontworpen als het sociale centrum van de omliggende campus en beschikt over een grote “sociale trap” met meerdere zitjes en tafels voor informele vergaderingen en koffiepauzes. Andere opmerkelijke ontwerpelementen voor het interieur zijn groene muren en een afwerking met zachte vilt om geluidsweerkaatsing te verminderen. Een ruim centraal atrium wordt natuurlijk verlicht met grote dakramen. Elders op de begane grond bevinden zich een restaurant, een bar en een auditorium met 100 zitplaatsen.
MVRDV heeft kosten noch moeite gespaard om ervoor te zorgen dat Matrix One indien nodig opnieuw kan gedemonteerd en hergebruikt. Zo zijn schroeven en bouten om het gebouw aan elkaar te bevestigen makkelijk bereikbaar en zijn de luchtkanalen vrij gelaten voor onderhoud. Alle binnenwanden kunnen verplaatst of verwijderd worden, waardoor verschillende lay-outs mogelijk zijn naarmate de wensen veranderen. Cruciaal is het dat er een online materialendatabase is gebruikt om de ongeveer 120.000 gebouwonderdelen en hun (her)bruikbaarheid bij te houden voor toekomstig gebruik.
Matrix One bood MVRDV een uitstekende gelegenheid om een aantal CO2-reductiestrategieën te testen. Het gebouw is momenteel state-of-the-art, maar dat begrip is ook aan verandering onderhevig. Daarom hebben MVRDV zowel de binnenruimtes als de bijbehorende technische installaties zo flexibel mogelijk gemaakt; kantoren kunnen eenvoudig worden omgebouwd tot laboratoria en vice versa, en laboratoria kunnen eenvoudig worden uitgebreid met nieuwe systemen om te voldoen aan veranderende standaarden. In de komende decennia, als het gebouw niet meer hypermodern is, zal het een bron worden om materialen uit te oogsten voor andere gebouwen.
In 2019 lanceerde de Canadese startup Ride Solar een Kickstarter om een 52 jaar oude watertaxi om te bouwen tot een door zonne-energie aangedreven cruiseschip voor sightseeingtours op Prince Edward Island. De campagne was niet succesvol, maar het idee leefde voort. Inmiddels is de taxi omgebouwd en omgedoopt tot Islola Solaretto en klaargemaakt voor gebruik.
Het schip, Canadese erfgoed, kwam voor het eerst in dienst tijdens de Expo van Montreal in 1967 als een van de weinige vaporetto’s die passagiers rond de wereldtentoonstelling vervoerden. Expo Service No.5 werd vervolgens buiten gebruik gesteld en bracht de vroege jaren zeventig door in de haven van Charlottetown en de West River voordat hij in de jaren tachtig naar Nova Scotia en New Brunswick verhuisde.
Peter Ixkes en Steve Arnold van Ride Solar vonden het schip uiteindelijk vervallen aan de kust van Shediac en kochten hem in 2015 voor renovatie. De oorspronkelijke romp van 11,66 m gemaakt met glasvezel werd afgebroken, de dieselmotor werd verwijderd en er werd een nieuwe handgemaakte cabine van glasvezel geplaatst.
Vervolgens werd een elektrische motor geplaatst, samen met een accubank en lichtgewicht fotovoltaïsche panelen. Eettafels, een volledige keuken, bar en sanitair volgden, evenals entertainmentsystemen en Wi-Fi aan boord. De retrofit werd voltooid in november vorig jaar.
De 6 kW zonnepanelen op het dak zijn verbonden met een hoge capaciteit-batterijbank die de 20 kW motor van het schip van stroom voorziet. Op zonnige dagen, als het niet hard waait, kan er onbeperkt worden rondgevaren op zonne-energie alleen. Dat soort dagen zijn echter vrij zeldzaam, waardoor er ook wallaadvoorzieningen zijn geïnstalleerd om de accu’s tussen de tochten door en ’s nachts bij te vullen als dat nodig is.
De Islola Solaretto is naar verluidt de grootste boot op zonne-energie van Noord-Amerika en is klaar voor 41 passagiers (plus maximaal vier bemanningsleden) voor rondvaarten van 1,5 tot 2 uur in de haven van Charlottetown.
Nu het ernaar uitziet dat AI-technologie de komende jaren een enorme impact zal hebben – ten goede of ten kwade – hoopt de Duitse gemeente Heilbronn mee te doen en zich te positioneren als Europa’s antwoord op Silicon Valley. Om deze visie een duwtje in de rug te geven, heeft de gemeente het gerenommeerde architectenbureau MVRDV opdracht gegeven een hightech AI-innovatiecentrum te ontwerpen in de vorm van een grote cirkelvormige campus met duurzaamheidsvoorzieningen als zonne- en windenergie.
Het Innovation Park Artificial Intelligence wordt 265.000 vierkante meter groot en omvat laboratoria en wetenschappelijke gebouwen, evenals een startupcentrum. Er komen daarnaast woningen en voorzieningen zoals een restaurant, een kleuterschool, een wandelpark, een skatepark en een atletiekbaan.
De meeste gebouwen kenmerken zich door eenvoudige rechthoekige vormen met bescheiden hoogtes van ongeveer 27 meter waardoor ze relatief gemakkelijk en efficiënt te bouwen zijn. Er zullen echter uitzonderingen zijn, zoals een opvallende ronde toren die een communicatiecentrum zal herbergen en waarboven een daktuin komt.
Een oud Romeins pad zal worden opgenomen en dienen als de belangrijkste noord-zuidroute, terwijl de aanzienlijke landschapsaanleg weilanden zal omvatten die zullen worden aangeplant voor AI-landbouwonderzoek.
De recente ontwikkelingen op het gebied van AI vragen om de aandacht van mensen uit alle lagen van de bevolking en met dit ontwerp creëert MVRDV een compacte campus waar dit kan gebeuren. De opvallende vorm van de campus kan helpen om deze naar een internationaal podium te tillen en talent van wereldklasse aan te trekken. Ondertussen maken de uitnodigende sfeer en het herkenbare uiterlijk de plek tot een bestemming waar mensen zich kunnen bezighouden met de toekomst van AI-technologie.
Volgens MVRDV zal het energieverbruik van de campus ongeveer 80% lager liggen dan dat van een vergelijkbare campus van dezelfde omvang. Isolerende, met groen bedekte daken en energie-efficiënte verwarming en koeling zullen helpen het energieverbruik te minimaliseren, terwijl de elektriciteit zal worden geleverd door een combinatie van windturbines en zonnepanelen. Deze worden aangesloten op batterijen, en er is ook sprake van een geothermisch systeem.
Het Innovation Park Artificial Intelligence is het winnende ontwerp van een internationale architectuurwedstrijd en wordt ontwikkeld in samenwerking met LOLA Landscape Architects, Thornton Tomasetti, Studio Animal-Aided Design, Realace, Peutz Consult en Gruner Deutschland. Het is nog onbekend wanneer de campus wordt opgeleverd.
De China State Shipbuilding Corporation (CSSC ) heeft het MSC Tessa megaschip geleverd aan de Mediterranean Shipping Company. Met een dek dat een oppervlak van ongeveer vier voetbalvelden omvat, kan het schip tot 24.116 containers tegelijk vervoeren, gestapeld tot 26 diep.
Met een lengte van nog net geen 400 meter en een breedte van 61,5 meter kan de MSC Tessa meer dan 240.000 ton lading aan. Het is het eerste schip dat deze grens doorbreekt en het eerste vaartuig dat meer dan 24.000 containers tegelijk kan vervoeren.
Het interessante is dat het schip in lengte en breedte vrijwel identiek is aan tientallen, misschien wel honderden eerdere recordhouders. Zo doet het model bijvoorbeeld terugdenken aan het Triple-E containerschip van Maersk uit 2011. Ook de opvolgers -de MSC Irina of MSC Loreto die beide in bestelling zijn bij dezelfde klant- zullen een paar honderd containers meer vervoeren maar fysiek ook niet groter zijn.
De MSC Tessa is gericht op efficiëntie – en dat moet ook wel bij de genoemden aantallen. De belangrijkste innovatie in dit opzicht is een luchtsmeersysteem op basis van luchtbellen, dat volgens CSSC het energieverbruik en dus de uitstoot met 4% vermindert. Het blijft echter een scheepsdiesel en het is niet waarschijnlijk dat we op korte termijn emissieloze schepen van dergelijke omvang gaan zien.
MSC verwacht tegen augustus nog drie zoals de MSC Tessa te kunnen afnemen. Naar verluidt hebben de vier schepen MSC in totaal ongeveer 600 miljoen dollar gekost.
Zie de MSC Tessa in actie (en in aanbouw) in de video hieronder
De Oostenrijkse botenbouwer Silent Yachts is vooral bekend door zijn catamarans op zonne-energie. Nu heeft het bedrijf het superjacht Silent 120 Explorer aangekondigd. Deze biedt ruimte voor een een eVTOL (electric vertical takeoff and landing aircraft) en een persoonlijke onderzeeër. De eerste Silent 120 Explorer is al in aanbouw en zal deze volgend jaar te water worden gelaten.
De luxe catamaran is 36,74 meter lang, 13,85 meter breed en 10,46 meter hoog. Het vaartuig maakt gebruik van meerdere 40 kWp fotovoltaïsche panelen om een 800 kWh lithium-ion accubank op te laden. Deze drijft op zijn beurt twee elektromotoren van 340 kW aan, die een topsnelheid van 16 knopen (30 km/u) halen. De efficiëntere kruissnelheid van het schip is ongeveer 8 knopen (15 km/u). Maar liefst drie interne verbrandingsgeneratoren kunnen worden gebruikt om back-up stroom te leveren en het bereik van het jacht te vergroten als de accu alleen niet voldoende is.
En ja, daar is die eVTOL (electric vertical takeoff and landing aircraft) … Deze heet de XP4 en wordt ontwikkeld door het Britse luchtvaartbedrijf VRCO. Het moet in 2024 gecertificeerd worden en biedt plaats aan vier personen. Het toestel bereikt een snelheid van 296 km/u en heeft een maximale vliegtijd van een uur. De eVTOL landt en stijgt op vanaf een helikopterplatform op het dak van de Silent 120 Explorer. Hier worden de zonnepanelen van het schip gebruikt om de accu op te laden. Maar als het jacht zelf meer stroom nodig heeft, kan de XP4 die leveren – net zoals elektrische auto’s al kunnen worden gebruikt om huizen van stroom te voorzien, wanneer dat nodig is.
Hij is al beschikbaar en heet Nemo. Hij is gemaakt door het Nederlandse duikbootbedrijf U-Boat Worx en biedt plaats aan twee personen. Nemo afdalen tot een maximale diepte van 100 m en heeft een topsnelheid van 3 knopen (6 km/u). De onderzeeër kan acht uur autonoom varen. Via de Silent 120 Explorer kan hij worden opgeslagen op het hoofddek naast het zwembad (vermoedelijk met een kleine kraan in de buurt), of in de tendergarage van de bakboordromp.
Rakhee Shobhit Design Associates (RSDA) biedt met zijn Container House een indrukwekkend voorbeeld van op scheepscontainers gebaseerde architectuur. Op een pittoreske locatie nabij het Indiase platteland, werd een verzameling scheepscontainers omgetoverd tot een paar opmerkelijk aantrekkelijke en lichte woningen.
Het Container House, door RSDA omschreven als een avant-gardistische boerderij, ligt op een uitgestrekt perceel in de uitlopers van het Aravalligebergte in het noordwesten van India. Het project werd opgezet na het begin van de COVID-19 pandemie en stelde de eigenaars in staat te ontsnappen aan de drukte van het stadsleven.
De twee huizen heten Champa en Chameli. De laatste bestaat uit twee containers van ongeveer 12 x 2,4 meter in lengte. Champa bestaat uit een U-vormige opstelling van vijf containers van 6 x 2,4 meter. Beide containerwoningen hebben een minimalistisch interieur dat het concept van modulariteit weerspiegelt en tegelijkertijd uitnodigend en strak is. Opvallend zijn de kleuren van het meubilair. De Chameli unit heeft een open indeling waarin keuken, slaapkamer en woonkamer naadloos met elkaar verbonden zijn. Als materiaal is hier gekozen voor houtfineer met de nerven duidelijk zichtbaar.
Architecten lijken nooit moe te worden van het experimenteren met op zeecontainers gebaseerde architectuur. Helaas zitten er ook nadelen aan het gebruik van grote metalen dozen voor de bouw van woningen – de meest opvallende daarvan is dat ze zeer slecht presteren in de hitte en de kou.
Om dit te verhelpen heeft RSDA de twee huizen iets boven de grond verheven op holle metalen buizen op een betonnen fundering ter bescherming tegen seizoensregens en slangen. In de huizen zijn grote ramen gemaakt, waarvan sommige open kunnen om de natuurlijke ventilatie te bevorderen. Er is ook polyurethaanschuimisolatie aangebracht en een verhoogd bamboedak beschermt de woningen tegen de hete zon.
Een van de meest opwindende bedrijven op het gebied van opslag van hernieuwbare energie op het net is Form Energy. De innovatieve ijzer-luchttechnologie van het bedrijf belooft beter te presteren dan grote lithium-batterij projecten. De kosten zijn daarentegen een fractie. Schaalvergroting is op handen met de bouw van een eerste fabriek.
De batterijen van Form zijn opgebouwd rond enorme platte ijzer-luchtcellen. De cellen hebben een afmeting van een vierkante meter. Hiervan worden er ongeveer 50 in modules ter grootte van een wasmachine geplaatst en in een vloeibare elektrolyt worden ondergedompeld. Deze cellen werken effectief via roestcycli. Ze laden op op door energie toe te passen op ijzeroxide, waardoor het terug verandert in metallisch ijzer. Vervolgens voeg je zuurstof toe om het roestproces op gang te brengen en energie vrij te maken.
IJzer is goedkoop en in overvloed aanwezig, waardoor deze modules uiterst betaalbaar zijn. Ze gaan lang mee, zijn veilig en recyclebaar. Dat maakt deze batterijen tot een uitzonderlijk betaalbare vorm van energieopslag, met een Levelized Cost of Storage (LCoS) die meer dan 10 keer lager is dan die van lithiumbatterijen.
De batterijen laden en ontladen daarentegen niet zo snel als lithium. Daarom lijkt het waarschijnlijk dat ze naast lithium netbatterijen in hybride configuraties ingezet gaan worden. De ijzer-lucht batterijen zorgen daarbij voor langere, langzamere belasting terwijl de lithium packs tijdelijke pieken opvangen. Form zegt dat ze uitblinken wanneer energie ongeveer 100 uur of meer moet worden opgeslagen.
De technologie van Form heeft zeker indruk gemaakt op investeerders; Bill Gates’ Breakthrough Energy Ventures is al enige tijd aan boord, samen met de Luxemburgse staalgigant ArcelorMittal en andere. Het wordt nu tijd om commercieel te gaan. Vorige maand kondigde het bedrijf aan dat het een productielocatie heeft gekozen voor zijn eerste Amerikaanse batterijfabriek: een fabriek van 55 hectare in de stad Weirton, West Virginia. Het project van 760 miljoen dollar zal werk bieden aan ongeveer 750 mensen. De bouw start naar verwachting later dit jaar en de eerste commerciële ijzer-lucht-batterijen zullen in 2024 worden geproduceerd.
De noodzaak is de moeder van alle uitvindingen. Dat bewijst Bjarke Ingels Group (BIG) met het ontwerp van de buitengewone wolkenkrabber Vancouver House. De opvallende vorm van het gebouw werd afgestemd op een zeer uitdagende locatie die volgens het bureau bijna te klein was om op te bouwen.
Vancouver House ontleent zijn naam aan de Canadese stad waar het zich bevindt en ligt op een zeer klein perceel. Het terrein in bebouwde omgeving is omsloten door andere gebouwen, een rivier en een brug.
Volgens de strenge plaatselijke stedenbouwkundige regelgeving mag de toren niet minder dan 30 m van de brug verwijderd zijn tot hij 30 m hoog is. BIG bedacht een oplossing door de vorm van de toren zo te modelleren dat hij oprijst van een slank driehoekig podium en vervolgens kronkelt en breder wordt naarmate hij stijgt tot een maximale hoogte van 155 meter. De kenmerkende stalen gevel met patronen biedt ruimte voor balkons en terrassen. Deze garanderen een uitstekend uitzicht op de bergen en de nabijgelegen rivier .
Vancouver House ligt aan de toegang tot Vancouver, precies waar de Granville-brug in drieën deelt als hij de binnenstad bereikt. De resulterende driehoekige stukken land waren voorheen onbebouwd. Voor de nieuwbouw begon BIG met het in kaart brengen van de beperkingen. Vervolgens bleef er slechts een klein driehoekig terrein over – bijna te klein om op te bouwen. Het resultaat is dat Vancouver House subtiel uit de grond oprijst en langzaamaan groter wordt als een geest uit de fles. Het woningen zijn verdeeld over 49 verdiepingen en omvatten 75 koopappartementen en 106 huurappartementen. Op lagere verdiepingen bevinden zich ook winkelruimtes, kantoren en voorzieningen.
Foster + Partners heeft voor een ambitieus nieuwbouwproject in Londen gekozen voor modern gefabriceerd hout. Het ontwerp voor het project voor gemengd gebruik onderscheidt zich door duurzaamheid en wordt volgens het Britse bureau een van de grootste houten gebouwen van de stad.
Het project heet The William en maakt deel uit van een grotere ontwikkeling ter waarde van 3 miljard pond in de Londense wijk Bayswater. Dit project, de Queensway, vervangt een bestaand naoorlogs gebouw dat in slechte staat verkeert. Over de exacte omvang is nog niets bekend, maar het is wel duidelijk dat het na voltooiing een mix van kantoor-, woon- en winkelruimten herbergt. De gebouwen worden grotendeels gerealiseerd met gelamineerd hout.
Met zes verdiepingen kantoorruimte, winkels en 32 nieuwe woningen is The William een integraal onderdeel van de revitalisering van Bayswater. De nieuwbouw is vernoemd naar William Whiteley, de gelijknamige oprichter van het nabijgelegen warenhuis Whiteleys, dat ook door Foster + Partners wordt herontwikkeld. The Whiteleys zal nog eens 139 topappartementen bevatten alsmede 19 winkels en restaurants en het vlaggenschip van Six Senses Hotel en Spa.
The William krijgt de BREEAM classificatie Outstanding voor het energie-efficiënte ontwerp. Naast het gebruik van duurzaam geproduceerd hout, zal de nadruk liggen op het maximaliseren van natuurlijke ventilatie en natuurlijk licht door royale beglazing. Een groot deel van het dak en de vele terrassen zullen met groen worden bedekt en het gebouw zal bij voltooiing ook CO2-vrij zijn. Dat betekent dat hernieuwbare energiebronnen gebruikt zullen worden.
De werkzaamheden aan het project zullen naar verwachting in 2023 beginnen en in 2026 worden voltooid. Het project is het laatste voorbeeld van Foster + Partners’ enthousiasme voor houtbouw en volgt op een houten warenhuis dat het kantoor ontwierp.
De scheepvaartsector vergroent en dat brengt een terugkeer van grote zeilen dichterbij. De China Merchant Energy Shipping company (CMES) heeft een nieuwe supertanker in gebruik genomen met vier grote zeilen. Deze verminderen het gemiddelde brandstofverbruik met bijna 10%.
Zeilen waren duizenden jaren lang de belangrijkste aandrijving voor grote schepen. Dat veranderde toen de Duitse uitvinder Rudolf Diesel in 1897 zijn eerste motor aan de praat kreeg. Zes jaar later voeren al de eerste door diesel aangedreven schepen op zee. Dat was veiliger en efficiënter dan stoommachines. Langzaam namen deze dieselschepen de scheepswereld over en werden een pijler van de internationale handel. Ze zijn echter wel vervuilend: zo’n 50.000 koopvaardijschepen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 1,7% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Alhoewel methanol en ammoniak worden gezien als veelbelovende alternatieven voor schonere energie, is de technologie op dit moment nog lang niet uitgekristalliseerd.
Zeilen daarentegen zijn bekend terrein en al minstens tien jaar zijn er concepten en plannen om grote zeilen terug te brengen in de vracht- en passagiersvaart. Het Ierse B9 Shipping kwam al in 2012 met het idee van een 100% door zeilen aangedreven vrachtschip, maar daar lijkt niet veel van terecht te zijn gekomen. Oceanbird, een dochteronderneming van Wallenius, heeft de lanceringsdatum voor haar eerste schip met stijve zeilen verschoven van 2024 naar 2026.
Maar China’s Dalian Shipbuilding Industry Co (DSIC) heeft nu de stap gezet. De M/V “New Aden” is een 333-meter lange supertanker. Deze kolos, die op 24 september te water werd gelaten, beschikt over een relatief bescheiden, maar baanbrekend windenergiesysteem. In het midden van het lange dek zijn vier intrekbare zeilen gemonteerd, die elk 40 m van het dek uitsteken en een oppervlakte van 1.200 m² hebben.
De lichtgewicht, corrosiebestendige koolstofvezel composietbladen kunnen met een druk op de knop omhoog of omlaag worden gebracht. Een ‘Aerofoil Sails Intelligent Control’-systeem is ontworpen om voortdurend de heersende omstandigheden en navigatiegegevens te controleren. Op basis hiervan is de hoek van de zeilen voortdurend aan te passen om maximaal gebruik te maken van de beschikbare wind.
Als relatief kleine implementatie van het autozeilconcept is dit systeem niet bedoeld als primaire aandrijving. Het schip zal nog steeds veel diesel verbruiken. Maar op een voorbeeldvaarroute tussen het Midden-Oosten en het Verre Oosten zal het naar verwachting het gemiddelde brandstofverbruik met meer dan 9,8% verminderen. Dat bespaart naar schatting 2.900 ton kooldioxide-uitstoot per reis.
De New Aden is een supertanker voor ruwe olie, dus ondanks de groene belofte, is zijn primaire doel nog steeds om ongeveer twee miljoen vaten fossiele brandstof over de wereld te vervoeren. Maar of je het nu als greenwashing ziet of niet, het bewijst duidelijk dat deze enorme zeilsystemen voor grote, moderne schepen economisch verantwoord is.
De Valo Hyperfoil is een nieuwe ultra-klasse elektrische waterscooters. Deze tweezits jetski op uitschuifbare draagvleugels ontstijgt woelige wateren en gaat sneller dan elk ander elektrisch of draagvleugelvaartuig.
De Valo Hyperfoil concurreert niet op paardenkracht met andere hoogwaardige jetski’s. Daar waar sommige jetski’s over meer dan 300 pk beschikken, heeft de Valo slechts 80 kW, ofwel 108 pk. Daar staat tegenover dat de Valo niet zijn hele romp door het water hoeft te duwen, omdat hij een meter boven het oppervlak uitsteekt op uitschuifbare draagvleugels. Voor de stabilisatie wordt gebruik gemaakt van complexe regelsoftware.
De aandrijving vindt plaats via een vijfbladige elektrische propeller op de achterste vleugel. Hiermee worden topsnelheden tot 50 knopen (93 km/u) behaald. Volgens ontwikkelaar Boundary Layer Technologies is het daarmee ’s werelds snelste elektrische draagvleugelboot.
Het is inmiddels 50 jaar geleden dat de eerst jetski op de markt kwam. En volgens Boundary Layer Technologies was het hoog tijd voor een grote upgrade. Alle technologie die het bedrijf ontwikkelde voor containerschepen en veerboten wordt nu gebruikt voor een nieuw recreatief product. Het team waarmee het bedrijf werkt, ontwikkelde eerder draagvleugels voor de America’s Cup. Het eerste prototype is binnenkort klaar voor proefvaart. De eerste exemplaren met een verwachte prijs van 59.000 dollar worden medio 2023 geleverd.
Na de voltooiing van zijn Google hoofdkantoor, heeft de Bjarke Ingels Group (BIG) plannen onthuld voor een nieuw culinair centrum in San Sebastian, Spanje. Het gebouw gaat onderdak bieden aan startende bedrijven, onderzoekers en chef-koks. Als ‘kers op de taart’ krijgt het gebouw een groot groen overdekt dak waar bezoekers kunnen wandelen of genieten van het uitzicht.
Het Gastronomisch Open Ecosysteem is 9.090 m² groot en wordt aan de buitenkant gekenmerkt door zacht glooiende terrassen en een toegankelijk dak. Opvallend zijn verder de grote glaspartijen om de daglichttoetreding binnen te maximaliseren. Het park op het dak leven vormt een uitnodiging om bezig te zijn met de kunst en wetenschap van de gastronomie.
In het gebouw zullen laboratoria worden gewijd aan de ontwikkeling van nieuwe alternatieve eiwitten, landbouwrobotica, vermindering van de voedselverspilling en ander voedselgerelateerd onderzoek.
De bezoekers komen binnen in een centrale hal die loopt van de begane grond tot op het dak, met trappen voor de toegang die tevens dienst doen als amfitheater voor evenementen en lezingen. Van hieruit kan de bezoeker het onderzoek in de laboratoria en demonstratiekeukens bekijken. Als de eetlust is geprikkeld, kunnen de bezoekers natuurlijk ook een restaurant bezoeken op de bovenste verdieping. Elders bevinden zich een auditorium, openbare terrassen en kantoorruimte.
Het is nog niet bekend wanneer het gebouw gereed zal zijn, maar het project is momenteel in volle gang. De opdracht werd gegeven na een internationale architectuurwedstrijd die werd uitgeschreven door het Basque Culinary Center.