Het Zweedse Candela veroorzaakt deining in de wereld van vervoer over water. Met de nieuwe veerboot P-30 claimt het bedrijf het snelste, volledig elektrische passagiersschip ooit te hebben ontworpen. Door dieselferry’s te vervangen door een elektrische wordt niet alleen van een hogere snelheid geprofiteerd maar ook bijgedragen aan een schonere lucht en beter en gezonder milieu.
De P-30 heeft een lengte van 12 m en biedt plaats aan 30 passagiers. Voor de aandrijving zorgt een paar 60 kW elektrische pod-aandrijvingen. De topsnelheid die hiermee wordt bereikt bedraagt 30 knopen; de kruissnelheid ligt rond de 20-25 knopen. De 180 kW lithium batterij aan boord van de ferry staat garant voor een bereik van meer dan 60 zeemijlen.
Met deze specificaties wordt de P-30 volgens Candela het snelste elektrische passagiersschip ter wereld met een groot bereik. Dat grote bereik dankt de ferry aan een boordcomputer die honderd keer per seconde de neus- en rolneiging van de boot beoordeelt en aanpassingen aan de draagvleugels uitvoert om hem horizontaal te houden en vlekkeloos over het water te laten scheren.
Het energieverbruik is daarmee ongeveer 80 procent minder vergeleken met de huidige snelle veerboten. Tegelijkertijd blijft de boot stabiel en is de kielzog nihil. Daardoor kan de P-30 met hogere snelheden stedelijke waterwegen varen, zonder schade te veroorzaken aan andere vaartuigen of de omgeving. Door meer gebruik te maken van stedelijke waterwegen worden investeringen in nieuwe infrastructuur overbodig en blijven grote steden goed bereikbaar. Naar verwachting zullen de testen voor de P-30 in 2022 in Stockholm van start gaan; de start van de commerciële activiteiten staan gepland voor 2023.
De meest gevaarlijke scheepsvaartroute in Noorwegen is die rondom het schiereiland Stad. De lokale weersomstandigheden zorgen vaak voor vertragingen en gevaarlijke omstandigheden voor de opvarenden. Bij het Noorse schiereiland is daarom recent het startschot gegeven voor de bouw van een opmerkelijk ambitieuze tunnel voor schepen. De tunnel zal het hele schiereiland doorsnijden waardoor schepen de gevaarlijkste scheepvaartroute van Noorwegen kunnen omzeilen.
De Stadstunnel wordt wereldwijd de eerste tunnel voor grote, zeegaande schepen. Zij kunnen hierdoor de verraderlijke tocht door de wateren van het schiereiland Stad vermijden. De hoogte van de tunnel zal 50 meter bedragen en de breedte 36 meter. De totale krijgt een totale lengte van 1,7 km.
Verwacht wordt dat in totaal 3 miljard kubieke meter rots moet worden verwijderd. De tunnel wordt deels geboord; deels zal met traditionele explosieven worden gewerkt om eerst het bovenste deel van het tunnelplafond te verwijderen. De in- en uitgang van de tunnel worden gedurende deze periode gedeeltelijk geblokkeerd, zodat het binnenste droog blijft tijdens de werkzaamheden. Wanneer de werkzaamheden aan de binnenzijde van de tunnel zijn afgerond, zal deze worden open geblazen om deze met water te vullen. Het gerenommeerde architectenbureau Snøhetta is verantwoordelijk voor het ontwerp van de in- en uitgang. Zodra de haven opengaat, zullen er gemiddeld 19 schepen per dag passeren, met eenrichtingsverkeer dat elk uur wordt afgewisseld. Er is nog niet bekend gemaakt tot welk tonnage de tunnel mogelijk maakt, maar het zal in ieder geval om aanzienlijke vrachtschepen en passagiersschepen gaan. Als alles volgens plan verloopt, wordt de voltooiing verwacht in 2026.
De Zweedse botenbouwer X Shore werkt sinds 2016 aan een duurzamere botenbouw. In Amerika heeft die beweging gezorgd voor de introductie van de 8 m lange Eelex 8000. Deze 302-pk krachtige en 100% elektrische boot ontleent zijn naam aan zijn vorm die geïnspireerd lijkt te zijn door de natuurlijke vorm van een elektrische paling.
De modulaire lay-out maakt de Eelex tot een soort veelzijdige elektrische SUV, waarmee mountainbikes, surfplanken, kajaks en uiteraard mensen over het water kunnen worden vervoerd. Aardig detail: de boot moet in de loop van de tijd alleen maar beter moeten worden omdat X Shore gebruik maakt van zogeheten ‘over-the-air updates’ om de prestaties te verfijnen en de autonome mogelijkheden uit te breiden.
X Shore introduceerd de Eelex tijdens de Palm Beach International Boat Show. De 302 pk sterke Eelex 8000 heeft een topsnelheid van 35 knopen (65 km/u) en een kruissnelheid van 25 knopen (46 km/u). Benedendeks zijn de lithium-ionbatterijen van 60 kWh gemonteerd. Zij zorgen samen voor een actieradius tot 161 km. Met een supercharger duurt het opladen duurt slechts één tot twee uur. Aangesloten op het gewone elektriciteitsnet neemt het opladen zo’n vijf tot acht uur in beslag.
Duurzaamheid gaat niet alleen over aandrijfvermogen – dat is ook duidelijk herkenbaar aan de constructie van de X Shore. Teak is vervangen door kurk en vezel terwijl gerecycled plastic in de romp is verwerkt.
De styling onderscheidt zich door minimalistische eenvoud. De romp van de Eelex 8000 doet misschien niet meteen denken aan lange, kronkelende paling zoals wij die kennen maar is volgens X Shore geïnspireerd op de Zuid-Amerikaanse sidderaal.
De ‘cockpit’ van de Eelex 8000 is recht en slank en lijkt op een podium onder het slanke koolstofvezel dak. De bestuurder blijft geïnformeerd via een 24” Garmin touchscreen. Koelboxen achter de cockpit houden drankjes binnen handbereik, terwijl geïntegreerde opbergvakken in de boeg oplaadapparatuur en andere benodigdheden beschermen. Een zwemtrap komt tevoorschijn van onder het achterdek.
Onderscheidend aan het Eelex-dek is het modulaire ontwerp waardoor de indeling van het meubilair gemakkelijk kan worden aangepast of verwijderd. De boot kan zo snel worden aangepast van ontspannen boottochtjes naar sportieve inspanningen (vissen of duiken) of vervoer van passagiers of uitrusting. Het koolstofvezel dak van de Eelex kan daarbij fietsen, kajaks of kano’s dragen.
Het softwareplatform van de Eelex is volledig ‘connected’. Dat betekent bijvoorbeeld dat de Eelex op afstand kan worden geactiveerd met een Garmin smartwatch en dat features als automatische overboord-detectie en remote-beveiliging standaard aanwezig zijn. De motor- en accuprestaties worden daarnaast continu geanalyseerd en geoptimaliseerd en met de geanonimiseerde data worden verbeteringen doorgevoerd die over-the-air worden gedeeld.
Een ambitieus nieuw project onder leiding van Carlo Ratti Associati (CRA) zou Helsinki kunnen voorzien van een duurzame warmtebron en daarnaast kunnen dienen als een aantrekkelijke locatie voor Finnen om te ontsnappen aan de lange strenge Scandinavische winter. De plannen van de architect, Hot Heart genaamd, omvatten verschillende kunstmatige eilanden die thermische energie zullen opslaan en een deel van die warmte zullen gebruiken om een tropisch paradijs te creëren.
Als het project doorgaat, zal Hot Heart voor de kust van Helsinki komen te liggen en bestaan uit een archipel van 10 kunstmatige eilanden die kunnen worden gezien als enorme waterbekkens. Elk eiland zal een diameter van 225 m hebben en tot 10 miljoen kubieke meter water bevatten.
Volgens CRA zal het systeem werken als een grote thermische batterij. Met behulp van zeewater-warmtepompen zal energie uit wind, zon en andere hernieuwbare bronnen worden omgezet in warmt die als warmwater wordt opgeslagen in tanks. Deze kan vervolgens ook weer worden onttrokken en in het stadswarmte-netwerk worden gepompt. Volgens CRA gaat het systeem van start met bestaande hernieuwbare energiebronnen. Naarmate het aantal zonnepanelen en windturbines in het land toeneemt, wordt het systeem daarop aangepast zodat uiteindelijk in de volledige verwarmingsbehoefte van Helsinki kan worden voorzien.
Bovendien zullen vier van de eilanden, dankzij alle warmte die wordt geproduceerd, kunnen dienen als recreatiebestemming, met zwembaden en tropische bossen en planten. Het is de bedoeling dat ze worden omhuld met een transparante koepel en LED-verlichting, zodat de lokale bevolking ook af en toe eens kan ontsnappen aan de winterse kou.
De productie van hernieuwbare energie wordt steeds goedkoper, maar de opslag ervan is nog steeds erg duur. Door reusachtige ’thermische batterijen’ te ontwikkelen kan energie worden opgeslagen als de prijzen laag zijn, bijvoorbeeld overdag als de zon schijnt of bij een stevige bries, en weer worden ingezet als het stadsverwarmingssysteem daarom vraagt. Voor de ontwikkeling van het concept werkte CRA samen met een internationale groep van advies- en productiebedrijven en deskundigen op het gebied van energie-optimalisering. Het hele systeem van zeewaterwarmtepompen, wind-, zonne- en andere vormen van energie wordt aangestuurd door kunstmatige intelligentie. Op deze manier worden productie en verbruik van thermische energie gesynchroniseerd. Verwacht wordt dat het hele systeem tegen het einde van het decennium de volledige verwarmingsbehoefte van Helsinki, geschat op 6.000 GWh, zal dekken. CO2-uitstoot is daarmee van de baan terwijl de kostprijs van de energie naar schatting 10 procent lager ligt dan vandaag. Alhoewel Hot Heart pas in de kinderschoenen staat won het onlangs de Helsinki Energy Challenge-wedstrijd. CRA hoopt dat het tegen 2028 gerealiseerd zal zijn. Aan een vergelijkbaar idee wordt overigens ook al elders in Scandinavië gewerkt. Ook in Denemarken wordt gewerkt aan vergelijkbare alternatieven.
Triton uit Florida maakt al meer dan tien jaar high-end civiele onderzeeboten die niet alleen door wetenschappers maar ook door commerciële bedrijven en ultra-rijke superjachteigenaars worden gebruikt. Triton staat bekend om onderzeebootjes die gekenmerkt worden door een bol of bubbel van acryl. Deze geeft de bestuurder het gevoel van ultieme vrijheid.
De nieuwste Triton is de Titanic Explorer die gelijk de diepst duikende onderzeeër met plexiglas bol is. Deze kan tot 4.000 m onder water, ruim voldoende om het wrak van de Titanic te bekijken op zo’n 3.800 m onder water.
De nieuwe onderzeeër leent zich niet alleen voor een bezoekje aan de Titanic. Hij is uitgevoerd met enorme, scharnierende vleugels aan de bovenzijde. Deze vouwen zich naar beneden tegen de zijkanten van de plexiglas bol voor een mooie gladde hydrodynamische vorm als je door het water naar beneden of omhoog gaat. De reis naar de diepte van de Titanic bedraagt daarmee slechts twee uur, aanzienlijk sneller dan eerder mogelijk was.
In opengeklapte toestand hebben de vleugels een breedte van 6 meter. Omdat ze voorzien zijn van verlichting en camera-aansluitingen is het maken van foto’s of video’s op grote diepten een stuk comfortabeler. Daarnaast bevatten de vleugels ook voortstuwingsunits. Handig als je dicht bij de zeebodem of een wrak bent en zonder verstoringen toch vrij wilt kunnen manoeuvreren. Opmerkelijk is verder de Silent Glide functie. Hiermee kan de onderzeeër tijdens het dalen op een gecontroleerde manier in een zacht glijdende beweging een vaste koers aanhouden, een object volgen of gewoon naar beneden ‘glijden’, zonder de aandrijvingen te gebruiken. Zo wordt de omgeving niet verstoord en worden geen storende geluiden tijdens video-opnamen geïntroduceerd.
De Titanic Explorer heeft voldoende batterijvermogen voor tweepersoon-expedities van meer dan 12 uur. Hiervoor is maar 40 kWh aan accu’s nodig. De onderzeeër is voorzien van vier elektrische hoofd- en vier hulpvoorstuwers, elk met een vermogen van 5,5 kW. Hij weegt 12.000 kg, en meet 4,45 x 2,75 x 3 m in opgevouwen toestand. Meer weten? Check de video om te ervaren hoe het is om onder water te varen in de acryl bol.
Verduurzaming – daar draait het momenteel om in de bouw. Niet alleen in Nederland maar ook in alle andere delen van Europa. Een bijzonder voorbeeld daarvan levert Foster + Partners dat een 100 jaar oud en vervallen industrieel gebouw in Madrid, Spanje momenteel renoveert. De oorspronkelijke ruwbouw blijft behouden maar een modern en duurzaam interieur en energie-efficiënte voorzieningen zoals zonne-energie en regenwateropvang maken het gebouw helemaal van de 21e eeuw.
Het gebouw is oorspronkelijk gebouwd in 1905 en maakte deel uit van het plaatselijke aardgasnet. In 2017 werd het overgenomen door Acciona, een bedrijf dat inzet op een duurzame combinatie van infrastructuur en energie.
Het project, dat de naam Acciona Ombú draagt, omvat meer dan 10.000 vierkante meter aan nieuwe kantoorruimte. Foster + Partners zal met houtskeletbouw een reeks verdiepingen onder het bestaande dak plaatsen. De voorstellen die hiervoor zijn ontwikkeld latn ook een aanzienlijke hoeveelheid groen laten zien. Daarnaast wordt een grote nieuwe binnenplaats gecreëerd die aansluit op een park met meer dan 300 bomen.
Door optimaal gebruik te maken van het milde klimaat van Madrid, komen er ruimtes om te socializen en aangename werkplekken in de open lucht, als aanvulling op de kantoren binnen. Dit gebied zal ook aansluiten op een nabijgelegen metrostation.
Het gebouw dat nu wordt omgetoverd is een prachtig voorbeeld van het werk van de Spaanse architect Luis de Landecho uit het begin van de twintigste eeuw. Het ontwerp van Foster + Partners is erop gericht de oorspronkelijke geest ervan te behouden en tegelijkertijd een werkplek te creëren die flexibel is en kan worden aangepast aan nieuwe manieren van werken.
Het project zal de LEED Gold score voor groene gebouwen krijgen. LEED (Leadership in Energy and Environmental Design) is een evaluatie- en certificatiesysteem waarmee de duurzaamheidsprestatie van gebouwen kan worden bepaald. Tijdens de renovatie wil Foster + Partners 10.000 ton baksteen hergebruiken die op de site aanwezig is. Daarnaast denkt het bureau dat het gebruik van de houten structuur voor de kantoorvloeren meer dan 1.000 ton CO2 zal besparen en bovendien het voordeel biedt dat het gemakkelijk kan worden verwijderd en gerecycled als dat in de toekomst nodig mocht zijn.
Zonnepanelen dragen verder bij om het energieverbruik van het gebouw te verminderen. Verder zullen natuurlijke ventilatie en daglichtverlichting zoveel mogelijk worden bevorderd. Door regenwater op te vangen en op te slaan, kan dit worden gebruikt voor irrigatiedoeleinden. Acciona Ombú zal naar verwachting in 2022 klaar zijn.
Saildrone, een fabrikant van waterdrones, heeft een grotere en verbeterde versie van zijn onbemande vaartuig gepresenteerd. Deze recent geïntroduceerde 22 m lange Saildrone Surveyor is uitgerust met hardware waarmee de zeebodem van oceanen in kaart wordt gebracht. Daarmee kan meer kennis worden opgebouwd van het onderwatermilieu.
Eerder al sloot een Australisch onderzoeksteam een overeenkomst om Saildrones in te zetten voor het verkennen van de Zuidelijke Oceaan. Deze worden voortgestuwd door de wind, maar gebruiken zonne-energie als energiebron voor de elektronica aan boord, zoals navigatiesystemen en maritieme en atmosferische sensoren.
Door deze combinatie kunnen de Saildrones tot 12 maanden achtereen op zee blijven, hetzij autonoom, hetzij op afstand bediend vanaf de wal. Ze lenen zich daarmee bij uitstek voor uitgebreide verkenningsmissies waarbij milieugegevens op lange termijn worden verzameld. Hierbij kan worden gedacht aan het meten van hoeveelheden koolstof in de oceaan of het analyseren van biomassa in het water.
De Saildrone Surveyor legt daarbij de nadruk op het in kaart brengen van de zeebodem, waarvan slechts ongeveer 20 procent in kaart is gebracht. De vorm van de zeebodem is van groot belang om de stromingspatronen van de oceaan te kunnen doorgronden. Die patronen hebben onder meer gevolgen voor het klimaat en weer, getijden, golfvorming, sedimenttransport en de voortplanting van tsunami’s.
Alhoewel onderzoekers de afgelopen jaren hard hebben gewerkt aan nieuwe gedetailleerde kaarten, blijft er nog veel te doen. De Saildrone Surveyor heeft sonarapparatuur aan boord die nodig is om de zeebodem in kaart te brengen tot een diepte van 7.000 m. Ook zullen DNA-monsters van uit het water worden verzameld zodat onderzoekers de organismen die er leven beter kunnen onderzoeken.
Het nieuwe, onbemande systeem biedt een economisch interessante mogelijkheid om diepten van de oceaan in kaart te brengen en te verkennen, visserij te monitoren en informatie te verstrekken over het potentieel van de ‘Blue Economy’. Volgens Saildrone heeft hun vloot van onbemande vaartuigen tot nu toe meer dan 10.000 dagen op zee doorgebracht. Kennismaken met de Saildrone Surveyor kan via onderstaande video.
Het bekende architectenbureau Foster + Partners heeft een nieuw innovatiecentrum ontworpen waar bezoekers zelfs in het meest barre Alpenweer warm en comfortabel blijven. Het centrum – InnHub La Punt – onderscheidt zich in duurzaamheid. Veel hergebruikte materialen, gerecycled regenwater en zonne-energie leggen een duurzame basis.
InnHub La Punt komt op een prominente locatie bij de ingang van het dorp La Punt-Chamues in Zwitserland. Het heeft een oppervlak van 6.000 m2, verdeeld over drie hoofdverdiepingen en een kelderverdieping. Het gebouw omvat woon-, werk- en vergaderruimten, sportfaciliteiten, winkels, een restaurant en een ondergrondse parkeergarage. Voor het ontwerp heeft de architect zich laten inspireren door de plaatselijke topografie en de traditionele architectuur met koepeldak om de sneeuwbelasting te verminderen.
Rondom ligt een beschermende muur die het terrein omhult, de koude wind tegenhoudt en zo zorgt voor een aangenaam microklimaat. Deze muur fungeert als een hedendaagse interpretatie van de dikke, isolerende muren en diepe ramen waar de Engadin vallei om bekend staat. Het dak is zorgvuldig ontworpen en afgestemd op gebruik van zonne-energie. De schuine vlakken voorkomen tegelijkertijd sneeuwophoping terwijl daglicht de diepste delen van het gebouw kan binnendringen.
Het gebouw zal worden gemaakt van plaatselijk afkomstig hout; in de kelder gerecycled beton. Meer dan 30 procent van de benodigde elektriciteit wordt opgewekt door een fotovoltaïsche installatie op het dak. Terwijl een grondwarmtepomp in combinatie met een vloerverwarmingssysteem, zorgt voor energiezuinige verwarming bij kouder weer. De isolatie zal uitstekend zijn en er zal ook aandacht worden besteed aan natuurlijke verlichting via dakramen.
Daarnaast realiseert men minimalisering van waterverbruik door het gebruik van waterbesparende armaturen en toiletten, gerecycled water en regenwater en water van gesmolten sneeuw. De bouw van InnHub La Punt begint in 2021. De oplevering verwacht men in 2022.
Bij geheime militaire missies op wordt er veel aan gedaan om onzichtbaar te blijven voor de vijand. Daar komt VICTA in beeld: een vaartuig dat dat tevens onderzeeër is en speciaal werd ontwikkeld om duikers af te zetten.
De VICTA wordt momenteel ontwikkeld door de Britse firma SubSea Craft en is 11,95 meter lang en 2,3 meter breed en biedt plaats aan zes duikers plus een piloot en een navigator. De matzwarte composiet romp is gemaakt van koolstofvezel met een kern van Diab-schuim, voor een goede sterkte/gewichtsverhouding.
Bij het begin van de missie, beweegt VICTA zich snel over het oppervlak als een gewone boot. Hij wordt daarvoor aangedreven door een aangepaste Seatek 725+ dieselmotor die 725 pk levert aan een set Konsberg Kamewa waterjets. Hiermee kan een topsnelheid van 40 knopen, een kruissnelheid van 30 knopen en een actieradius van 250 zeemijlen worden bereikt.
Wordt het kritischer dan stopt VICTA en overspoelt het de cabine, waardoor deze binnen twee minuten onder water komt te staan. Het wordt dan een “natte onderzeeër”: de inzittenden worden in het water ondergedompeld en dragen een duikuitrusting. De duikers en de bemanning ademen via een open circuit luchtsysteem aan boord, zodat de duikers hun tanks niet voortijdig hoeven te gebruiken. Met het systeem aan boord kunnen acht mensen vier uur vrij ademen.
In de onderwatermodus schakelt VICTA de aandrijving over op zes elektrische voortstuwers die worden aangedreven door een lithium-ionbatterij. Hij bereikt dan een topsnelheid van 8 knopen. De maximale duikdiepte bedraagt 30 meter en het bereik is 25 zeemijlen. De fly-by-wire stuurtechniek maakt het mogelijk om dezelfde set bedieningselementen zowel aan het oppervlak als onder water te gebruiken.
Bij het bereiken van het doel van de duikers stopt VICTA, en de duikers verlaten de duikers via vleugeldeuren aan de zijkanten.
Op dit moment wordt er een prototype samengesteld. De onderstaande video geeft alvast een indruk van de VICTA.
Het Nederlandse architectenkantoor ZJA putte inspiratie uit een verloren kustduinlandschap voor het ontwerp van een hotel/casino in het Belgische dorp Middelkerke. Het hotel/casino biedt uitzicht over de Noordzee en is ontworpen als een kunstmatige zandduin met daar bovenop een reusachtige kei.
Het project, Casino Middelkerke genaamd, zal bestaan uit het casino met een restaurant en evenementenhal. Daar bovenop komt het hotel met een gevel in houten vakwerkconstructie.
De inspiratie voor het ontwerp vond ZJA in het verhaal over de oorsprong van de stad. Middelkerke is ontstaan op het eiland Testerep en kon door de natuurlijke bescherming van de duinen en door een directe verbinding met de Noordzee, uitgroeien tot een welgesteld vissersdorpje. De duinen en waterkanalen van Middelkerke verdwenen als gevolg van verstedelijking in de afgelopen eeuw.
De bouw van het casinogebouw in Middelkerke wordt gebruikt om het historische kustlandschap te vernieuwen en een eigentijdse betekenis te geven. De nieuwbouw nestelt zich op een natuurlijke manier in het landschap. De gloednieuwe evenementenhal, het restaurant en het casino worden zo achter een transparante gevels in het duin genesteld en bieden een spectaculair uitzicht op het strand en de zee. Het hotel heeft ondanks de bescheiden grondoppervlak een krachtige visuele uitstraling en staat als een kei bovenop het verhoogde landschap.
Wanneer de bouw begint, is nog niet definitief bekend. Wel zal gebruik worden gemaakt van gerecyclede materialen en duurzaam geproduceerd hout. Volgens ZJA zal de uitkragende vorm van het duingebouw voor de nodige schaduw in het interieur zorgen waardoor er minder behoefte is aan actieve koeling. Het interieur is zodanig ontworpen dat daglicht en ventilatie maximaal kunnen toetreden.
Bezoekers kunnen op het dak van het casino lopen en genieten van het uitzicht over de Noordzee. Naast een nieuwe, autovrije openbare ruimte zal ook de lokale zeewering worden versterkt. De bouw wordt gerealiseerd door het Nautilus consortium waarin naast ZJA ook Ciril, Delva, Oz, Bureau Bouwtechniek en Furnibo & Democo behoren. Ook COBE, VK Engineering, Beersnielsen, Witteveen + Bos, Plantec, MINT en Sertius zijn bij het project betrokken.
De Italiaanse architect Stefano Boeri heeft samen met een team van adviseurs kosteloos het architectonische en communicatieve concept voor de Italiaanse Covid-19 vaccinatiecampagne bedacht en ontwikkeld. Het geïntegreerde voorstel omvat drie elementen: een campagnelogo in verschillende vormen; het ontwerp voor de tijdelijke paviljoens voor het toedienen van het vaccin op de belangrijkste Italiaanse pleinen; en een mobiele informatiezuil die op openbare plaatsen moet worden opgesteld.
Het voorstel van Boeri associeert de vaccinatiecampagne met een sleutelbloem die na de lange winter tot bloei komt en de heropleving van de natuur en de komst van de lente aankondigt. Daarmee staat de bloem symbool voor de enorme biodiversiteit die in heel Italië te vinden is, maar tegelijk ook voor de natuurlijke cyclus van het leven en de voortdurende vernieuwing.
De bloem is het element dat elk aspect van de campagne zal verbinden, omdat het hetzelfde cirkelvormige patroon heeft als de indeling van de paviljoens die op de Italiaanse pleinen en in de openbare ruimte zullen worden neergezet. Het zal duidelijk zichtbaar zijn van bovenaf, aangezien grote versies ervan zullen worden geprint op de daken van de paviljoens, op de zijwanden en op de informatiezuilen.
De cirkelvormige structuur van de vaccinatiepaviljoens is eenvoudig te monteren en demonteren. Het paviljoen rust op een geprefabriceerde houten basis die ook zal worden gebruikt voor de ondersteuning van de verschillende systemen in de interne ruimtes. Het dragende frame wordt gemaakt van hout. De buitenbekleding zal vervaardigd van textiel met een combinatie van verschillende recyclebare en natuurlijk afbreekbare waterbestendige materialen. Het dak herbergt een systeem van zonnepanelen en is ontworpen om voldoende elektriciteit op te wekken om in de behoeften van het hele paviljoen te voorzien.
De scheidingswanden voor de binnenruimtes zullen worden gemaakt met geprefabriceerde textielsystemen die bekend staan om hun lichte gewicht, flexibiliteit, geluidsabsorptie en transparantie. In het paviljoen bevinden zich de ruimten die nodig zijn voor de toediening van het vaccin alsook de ruimten die nodig zijn voor de ontvangst en het wachten na de vaccinatie. De centrale kern van de cirkel is ontworpen voor serviceruimten voor de operators (administratie, opslag, kleedkamers, speciale toiletten, etc).
Het iconische Maritiem Centrum Rotterdam, een ontwerp van het Nederlandse bureau Mecanoo, komt te liggen in het midden van het water aan de Rijnhaven. Het organische gebouw vormt een fraai contrast met het rationele, industriële ontwerp van de haven. Het is elegant, veelzijdig en nodigt uit om te worden ontdekt. In het centrum komen het verleden, het heden en de toekomst van de internationale maritieme wereld samen. Het wordt een plek voor maritieme ondernemers, wetenschap en cultuur. Het centrum zal toegankelijk zijn voor het publiek en wordt een omgeving waar bezoekers kunnen verblijven, op en in het water, met uitzicht op de omringende haven.
Het Maritiem Centrum Rotterdam zal een belangrijk onderdeel vormen van het Rondje Rijnhaven en het steigerpad vanaf het Wilhelminaplein richting Katendrecht; deze wandeling langs de kades van de Rijnhaven sluit aan op het geplande netwerk van paden langs en op het water. Een deel van het gebouw komt onder water te staan. Hierdoor biedt het gebouw veel mogelijkheden zonder dat het te groot wordt voor de haven in termen van grootte en schaal.
Bij eb wordt ook het deel van het gebouw dat onder water staat zichtbaar, waardoor het getijdenverschil van 1,5 tot 2 meter voelbaar wordt. Naast logistieke ruimtes is de onderwaterwereld ook geschikt voor exposities, met ideale indirecte verlichting door middel van ronde lichtkoepels die boven het water uitsteken. Een gelaagde route die onder, langs, over en door het Maritiem Centrum loopt, geeft vorm aan het ontwerp en de inrichting van het gebouw. Een elegant lint slingert zich om de paviljoens heen en stimuleert de interactie tussen de verschillende programmaonderdelen.
In de nabije toekomst zal de Rijnhaven een grondige transformatie ondergaan. Het water zal vaker worden gebruikt en de haven moet ruimte bieden aan een scala van activiteiten. Nieuwbouw zal de skyline rond de haven volledig veranderen, maar ook programmatisch intensiveren. Centraal in de ontwikkelingen in de haven staat het Maritiem Centrum, dat als spil fungeert voor de activiteiten en als katalysator voor dit gebied.