Het onlangs voltooide Apple Marina Bay Sands, een van Apple’s meest ambitieuze retailprojecten, lijkt in Singapore op het water te drijven. Het gebouw is voorzien van royale beglazing met een prachtig panoramisch uitzicht en is bereikbaar via een onderwateringang.
Het ontwerp van de Apple Marina Bay Sands is geïnspireerd op het Pantheon in Rome en is tot stand gekomen in samenwerking met Foster + Partners. De winkel is uitgevoerd als bol waarin de bezoeker een ononderbroken 360 graden panoramisch uitzicht heeft. Voor schaduw zorgen zowel de omringende bomen als de lamellen, die zorgvuldig zijn gevormd om een aangenaam lichteffect te creëren. De bol bestaat uit 114 stukken glas en is volledig zelfdragend dankzij slechts 10 smalle verticale stijlen.
Het interieur zal vertrouwd zijn voor iedereen die al eens eerder een Apple Store heeft gezien. Een ruimte die het Forum wordt genoemd, bevat een videowall voor het organiseren van evenementen. De zogenaamd Boardroom ligt onder de waterlijn; hier kan advies worden gekregen over het gebruik van Apple en Apple software. Het gebouw is bereikbaar via een voetgangersbrug, maar er is ook een onderwatertunnel die verbonden is met een nabijgelegen winkelcentrum.
Schepen en zeilen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al duizenden jaren maken we gebruik van zeilen om schepen voort te bewegen. Zo’n honderd jaar geleden maakten de vertrouwde zeilen plaats voor verbrandingsmotoren. Daarmee waren zeilen eigenlijk alleen nog interessant voor recreatieve zeilvaart.
De verbrandingsmotoren aan boord van schepen krijgen nu toch weer concurrentie van zeilen. Emissievrije vrachtvaart krijgt steeds meer aandacht, waardoor ook zeilen nu weer terugkomen als aantrekkelijke voortstuwingsmogelijkheid. Door gebruik te maken van geavanceerde materialen, computerbesturing en nieuwe ontwerpen presteren de zeilen daarbij op alle niveaus uitstekend.
Het nieuwste concept is de Oceanbird, een gigantisch vrachtschip dat maximaal 7.000 auto’s kan vervoeren met een gemiddelde snelheid van 10 knopen. Dat is niet zo snel als een conventioneel vrachtschip maar is toch al aardige prestatie. Voor de voortstuwing zorgen vier kolossale 80-meter hoge uitschuifbare vleugelzeilen. De uitstoot van de Oceanbird ligt daarmee maar liefst 90 procent lager dan die van conventionele vrachtschepen .
De vleugelzeilen, opgebouwd uit metaal en composietmaterialen, kunnen worden ingetrokken tot ongeveer 20 m. Op die manier kan ook onder stormachtige omstandigheden gewoon worden doorgevaren of onder bruggen door worden gegaan. Naast de zeilen blijft de Oceanbird voor een deel van het vermogen toch afhankelijk van motoren al was het alleen maar om goed de haven in de manoeuvreren of om het schip in geval van nood bestuurbaar te houden.
De Oceanbird is een samenwerkingsproject tussen de scheepsbouwer Wallenius Marine, het Zweedse onderzoeksinstituut SSPA en het Koninklijk Instituut voor Technologie in Stockholm. Het zeilschip heeft een lengte van ongeveer 200 m en een breedte van 40 m. Naast vrachtschepen leent dezelfde technologie zich ook voor andere grote schepen, zoals cruiseschepen. Het is vooralsnog onwaarschijnlijk dat het containerschepen zal gaan vervangen. Deze hebben nu eenmaal het gehele dekoppervlak nodig om containers te kunnen stapelen.
Dat zeilvaart de nodige voordelen biedt, bewijzen de cijfers: de commerciële scheepvaart draagt ongeveer 2,5 procent bij aan de wereldwijde CO2-uitstoot en is verantwoordelijk voor 18-30 procent van de stikstofoxiden die vrijkomen in de atmosfeer. Door de goedkope, vuile brandstof veroorzaakt de commerciële scheepvaart bovendien 9 procent van de zwaveloxiden dankzij goedkope, vuile brandstof. Zien wat het zeilen betekent? Onderstaande video geeft een aardige indruk.
Met de Swordfish introduceert het Franse Platypus een tender waarmee de eigenaar op- en onder water kan varen.
De 12 meter lange Swordfish is een tender die de passagiers niet alleen op maar ook onder water laat genieten. De boot is voorzien van een koepel die met hydraulische armen onder de golven wordt gedompeld. Naast de kapitein kunnen maximaal zeven passagiers, comfortabel achterover leunend, geniet van het onderwater-zeemilieu. De koepel krijgt automatisch zuurstof toegevoerd zodat zuurstofmaskers voor de inzittenden overbodig zijn.
De Swordfish wordt leverbaar in elektrische en hybride uitvoering. De eerste is uitgerust met twee 500-kW motoren en 400-Wh batterijen en heeft een topsnelheid van zo’n 40 knopen en een kruissnelheid van 18 knopen. Bij een snelheid van 7 knopen s het bereik van de accu’s zo’n 115 zeemijlen. De hybride versie heeft twee V8-benzinemotoren met een vermogen van 900 pk elk en twee elektrische motoren van 80 kW. Dit model biedt een topsnelheid van 50 knopen en uiteraard een veel groter bereik. Dankzij de elektromotoren kan voor onderwaternavigatie toch maximaal worden geprofiteerd van stilte.
Het ontwerp van de tender als trimaran is opvallend voor een vaartuig van deze omvang. De romp heeft een kern van hout en gedraagt zich uitstekend bij golven. Het onderwatergedeelte heeft veel weg van een stealth vliegtuig. De Swordfish wordt naar verwachting in 2021 in productie genomen door Platypus en L2. De wereldpremière wordt verwacht op de Monaco Yacht Show van dat jaar.
De Thammasat University Rooftop Farm (TURF) maakt van het ongebruikte dak van de Thammasat University’s Rangsit Campus een duurzame boerderij. In het project worden zonne-energie en regenwateropvang gecombineerd om studenten zo duurzame agrarische technieken bij te brengen.
TURF heeft een afmeting van ruwweg 22.000 vierkante meter en is daarmee het grootste organische dak van Azië . Het ontwerp is afgeleid van de traditionele Thaise rijstvelden. Op het dak worden zo’n 40 gewassen geteeld, waaronder rijst, groenten, kruiden en fruitbomen. De gewassen zijn speciaal geselecteerd voor gebruik op een dak. Jaarlijka produceert het project circa 80.000 maaltijden organisch eten voor de universiteit. De kantine van de campus zorgt ervoor dat voedselresten worden gecomposteerd zodat hiermee de volgende oogst kan worden bemest.
De energie voor de boerderij en het ondergelegen universiteitsgebouw worden geleverd door zonnepanelen. Het regenwater wordt opgevangen in kanalen die het naar reservoirs leiden zodat het op een later tijdstip kan worden gebruikt.
Het aflopende dak zorgt voor een afwatering die 20 keer efficiënter is dan een traditioneel dak van beton. Omdat het regenwater naar beneden zigzagt, profiteert elk terras van het afvloeiende water dat geleidelijk aan wordt geabsorbeerd en gezuiverd. Aan het einde van de terrassen wordt het regenwater opgevangen in reservoirs met een capaciteit van ruim 11 miljoen liter.
Op het terrein is ruimte waar bezoekers elkaar kunnen ontmoeten en spreken. Wie wil, kan ook het dak opklimmen om bovenaan te genieten van een spectaculair uitzicht over 360 graden. Een groot amfitheater wordt gebruikt voor lesdoeleinden en workshops.
TURF werd eind vorig jaar in gebruik genomen maar is pas recent volledig afgerond. Het project maakt deel uit van de ambitie van de Thaise universiteit om duurzamer te worden.
Nemesis Yachts heeft een razendsnelle en luxueuze draagvleugelcatamaran gepresenteerd. Met de Nemesis zijn waanzinnige snelheden tot 50 knopen mogelijk dankzij de draagvleugels die de catamaran uit het water tillen.
De waterstofcel waarmee de Nemesis wordt uitgerust, heeft een aanzienlijke opslagcapaciteit die worden aangevuld met 750 vierkante meter aan zonnepanelen, goed voor zo’n 150 kW aan vermogen. Hiermee bereikt de Nemesis One snelheden tot 18 knopen; met alle zeilen in gebruik wordt die snelheid al snel verveelvuldigd.
Volgens de catamaranbouwer is voor de Nemesis One een minimum aan bemanning nodig. Het gigantische Oceanwing-zeil wordt volledig geautomatiseerd bediend. Hydraulische en elektrische systemen nemen daarmee het handwerk van de traditionele bemanning over. In combinatie met de krachtige computers wordt onder alle weersomstandigheden de beste en snelste zeiltactiek gekozen.
De Nemesis One wordt door de draagvleugels uit het water getild. Het geautomatiseerde zeil, een ontwikkeling van het Franse bedrijf Ayro, wordt automatisch gehesen, gereefd en ingehaald. Het zeil werkt nauw samen met de aandrijf- en navigatiesystemen van de catamaran en is daarmee volgens de bouwer zo’n 2,5 keer efficiënter dan conventionele zeilen van vergelijkbare omvang. Volgens de leverancier kan de Nemesis One zelfs volledig autonoom varen: LiDAR wordt ingezet om obstakels te herkennen terwijl golfvormen, -hoogte en -frequentie continu worden gemonitord.
Ook de draagvleugels zijn geautomatiseerd en passen zichzelf voortdurend aan voor optimaal comfort op het dek. Voor topsnelheden wordt overgeschakeld op “performance mode” waarbij de draagvleugel aan de windzijde uit het water komt wat ten koste gaat van wat comfort.
Nemesis One is met een lengte van 101 meter, een breedte van 39 meter en een zeilhoogte van maar liefst 89 meter en bepaald geen kleintje. Het dek en de kajuiten zijn navenant omvangrijk. Deze laatste kunnen met een kraan zelfs volledig worden verwijderd. In dat geval kan worden geprofiteerd van de “ultra-light race mode”.
De Nemesis One alvast een keer zien? Check de video hier
Proteus – de zoon van Poseidon – is de naam van ’s werelds meest geavanceerde onderwater onderzoeksstation. Het onderwatercentrum is een initiatief van Fabien Cousteau wiens grootvader Jacques Cousteau, de oceanograaf is die bekend werd door talloze populaire en invloedrijke boeken, films en tv-programma’s.
De ‘jonge’ Fabien, nu 52 jaar oud, heeft het familiebedrijf goed draaiende gehouden. Sinds hij op vierjarige leeftijd leerde duiken, is hij een van de meest vooraanstaande oceaanbeschermers en documentairemakers van zijn generatie geworden. De volgende stap zet hun nu samen met industrieel ontwerper Yves Behar met het plan om het grootste onderwaterlaboratorium op de planeet te bouwen. Zijn opa had natuurlijk zelf een paar scheuren in het idee. Jacques Cousteau’s Conshelf 1, 2 en 3 waren onderwaterverblijven of ‘habitats’ waarmee ook onderzoek po de zeebodem werd verricht.
Fabien Cousteau’s ambitieuze project Proteus zal meer dan drie keer zo groot zijn als een eerdere poging en kan tot twaalf mensen tegelijk huisvesten. Het is een spiraalvormig dubbeldekkerontwerp op palen die zich aanpassen aan de verschuivende zeebodem. Het centrum wordt volledig aangedreven door wind- en zonne-energie van het oppervlak en thermische energie van de oceaan.
Bolachtige vormen die uit de hoofdruimte steken, zullen dienst doen als slaapkamers, laboratoria, medische ruimtes, behuizingen voor systemen en opslagruimtes. De grootste van deze pods zal de “natte veranda” zijn – een groot naar beneden gericht gat, dat fungeert als een dok voor onderwatervoertuigen, waardoor duikers het station kunnen betreden. Er zal ook ’s werelds eerste onderwatertuin zijn en faciliteiten voor videoproductie.
Als alles goed gaat – de financiering is nog niet rond – zal de Proteus-habitat zo’n 20 meter onder de oppervlakte van de kust van Curaçao komen te liggen. Duikers en onderzoekers zullen er wekenlang kunnen blijven, waarbij ze profiteren van het feit dat ze dag in dag uit kunnen werken zonder dat ze elke keer weer het lange proces van decompressie hoeven te ondergaan.
Net als een onderzees internationaal ruimtestation hoopt Cousteau regelmatig live streams te doen en virtual reality en augmented reality beelden vrij te geven om het belang van het onderzoek duidelijk te maken.
Architectenkantoor Zaha Hadid Architects (ZHA) werkt aan een eilandgemeenschap van houten huizen met een duurzaam ontwerp, die flexibel zijn in omvang en stijl.
De Roatán Próspera Residences is gepland voor het eiland Roatán bij Honduras, en zal een nog onbekend aantal woningen gaan omvatten. De woningen variëren van kleine studioappartementen tot grotere gezinswoningen. Ze zullen in de buurt worden vervaardigd uit duurzaam hout en ter plaatse worden geassembleerd.
Te oordelen naar de eerste tekeningen, vertaalt ZHA’s kenmerkende, flamboyante stijl zich net zo goed naar hout als naar beton. De woningen kenmerken zich door grote gebogen daken en royale raampartijen. De interieurs worden ingericht rond open leefruimtes en worden aangevuld met royale terrassen.
ZHA benadrukt dat de huiseigenaren van Roatán Próspera Residences hun woning volledig kunnen aanpassen aan hun wensen. Het idee is dat ze kiezen voor de plaatsing van het meubilair en de materialen, plus de indeling van het interieur en eventuele extra’s, zoals een speelkamer. Voor een optimale flexibiliteit heeft het kantoor een speciaal digitaal platform gecreëerd voor het project.
Het configuratieplatform past elke woning aan het terrein en eventuele bijzonderheden aan. Daarnaast biedt het een keuze aan ingebouwde meubelmodules en ruimtelijke indelingen die passen bij de individuele levensstijl en voorkeuren. Huiseigenaren kunnen ook lokale leveranciers aanwijzen om meubilair te maken dat specifiek is voor elke kamer. Het platform biedt hiervoor alle middelen, inclusief een 3D-model van de woning.
Naast het duurzaam geproduceerde hout zijn er ook andere milieuvriendelijke aspecten van het project, zoals het opvangen van water. Daarnaast worden luifels voorzien van geïntegreerde zonnepanelen, die worden aangesloten op accu’s om elektriciteit op te slaan. Roatán Próspera Residences wordt gerealiseerd in samenwerking met Hilson Moran Partnership en ATK II, dat ook betrokken was bij de Generali-toren van ZHA in Milaan. De bouw zal naar verwachting later dit jaar starten. Over de kosten van de woningen is nog niets bekend.
Bjarke Ingels Group (BIG) onderscheidt zich door architectuur die een tweeledig doel dient. Zo is het Twist museum van hun hand ook een brug en is de CopenHill energiecentrale tegelijkertijd een skipiste. Aan dit rijtje kan binnenkort een meubelfabriek worden toegevoegd die dienst doet als wandel- en kampeerbestemming. Het gebouw wordt voorzien van zonne-energie en efficiënte verwarmings- en koelsystemen terwijl voor de bouw gebruik wordt gemaakt van gerecyclede bouwmaterialen.
Het project werd in opdracht van de meubelmaker Vestre gebouwd en krijgt de naam de Plus, vermoedelijk door zijn plusvormig ontwerp. Het nieuwe gebouw verrijst in Magnor, een bosrijk gebied in Noorwegen.
Het interieur gaat vier hoofdproductieruimtes omvatten – een magazijn, een kleurenfabriek, een houtfabriek en een verzamelpunt. De verschillende ruimten sluiten allemaal aan op een centraal knooppunt met logistiek kantoor en expositiecentrum. Dit krijgt een groene openbare binnenplaats waar de nieuwste meubels van Vestre te zien zijn. Het interieur zelf wordt kleurrijk; in de fabriek zullen slimme robots en zelfrijdende vrachtwagens worden ingezet.
De Plus zal ook dienen als wandel- en kampeerbestemming waar bezoekers bovendien het productieproces kunnen bekijken. Er kan zelfs op een terras op het groene dak worden gewandeld. Hellingbanen en paden zorgen ervoor dat deze ook geschikt zijn voor minder-validen.
De grote open productie-eenheid met een oppervlak van 6.500 m² wordt gecombineerd met een openbaar wandel- en kampeerterrein van 121 hectare. Het moet een mijlpaal worden in de missie van de regio om een groene productie-industrie op te zetten. Van alle vier de zijden van de gebouwen worden bezoekers en personeel uitgenodigd om rond te wandelen en de wandeling af te sluiten op het groene dakterras.
De Plus wordt door BIG geprezen als de meest duurzame meubelfabriek ter wereld en voor zover bekend is het gebouw het eerste industriële gebouw in Scandinavië dat een BREAM Outstanding certificering heeft behaald. De bouwmaterialen bestaan uit lokaal hout en gerecycled staal . Verder worden 1.200 zonnepanelen onder een hoek op het dak worden geplaatst voor een maximaal rendement. Overtollige warmte zal naar een ijswatersysteem worden gestuurd om te koelen, terwijl een systeem van warmte- en koudeopslagtanks, warmtepompen en aardwarmte zullen bijdragen aan een efficiënte verwarming en koeling. Volgens de berekeningen van BIG zorgt het duurzame ontwerp voor minstens 90 procent minder energie dan een vergelijkbare conventionele fabriek. De bouw zal later dit jaar beginnen; de opleveringsdatum is nog niet bekend.
Om offshore-installaties, zoals windturbines, efficiënt te kunnen bewaken, ontwikkelden vier Nederlandse bedrijven in samenwerking met een Amerikaanse partner een concept voor een autonoom bewakingsvaartuig (Autonomous Guard Vessel, AGV).
Het onbemande schip wordt elektrisch aangedreven en keert periodiek terug naar een onsite laadstation om de accu’s bij te vullen. Omdat er geen bemanningsverblijf nodig is, is de AGV aanzienlijk kleiner en lichter dan de bestaande bewakingsvaartuigen. En een kleinere en lichtere uitvoering betekent ook: minder energieverbruik. De AGV kan worden voorzien van zonnepanelen op het dek zodat de essentiële functies – zelfs wanneer de accu’s bijna leeg zijn – zijn uit te voeren. Om non-stop bewaking te garanderen, worden meerdere AGV’s gelijktijdig ingezet en aan meerdere locaties toegewezen. Op die manier kan zelfs als de ene boot is afgemeerd en opgeladen een andere op patrouille gaan.
Dit ‘clean and lean’-concept ter vervanging van conventionele bewakingsschepen ontstond in een projectgroep die werd gefaciliteerd door LISA, een gemeenschap voor maritieme professionals. De projectgroep resulteerde in een consortium, bestaande uit C-Job Naval Architects, SeaZip Offshore Service, Sea Machines en sinds kort ook MARIN en eL-Tec elektrotechniek BV. Hun gecombineerde kennis van de industrie heeft geleid tot dit levensvatbare, innovatieve en duurzame alternatief dat zowel de eigenaren van windturbines als de beheerders van de bewakingsvaartuigen ten goede komt.
De AGV’s detecteren en identificeren binnendringende vaartuigen via een combinatie van optische camera’s, radar en het bestaande automatische maritieme identificatiesysteem (AIS), een automatisch volgsysteem op basis van transponders die gegevens zoals snelheid en koers van schepen doorgeven. Komt een schip te dicht in de buurt van de offshore-installatie dan stuurt de AGV een waarschuwing via de radio, om vervolgens langszij te komen en het schip fysiek uit het gebied te begeleiden. Op die manier worden botsingen met en schade aan offshore-installaties voorkomen. Mocht dat schip niet aan het verzoek voldoen, dan kan het videosysteem van de AGV het incident opnemen voor eventuele latere vervolging. Bovendien zou de AGV, indien nodig, het personeel van een commandocentrum aan de wal of op het moederschip kunnen waarschuwen, die het in realtime kunnen overnemen en op afstand kunnen bedienen.
Met de ontwikkeling wil de groep bedrijven het beveiligingsproces van een offshore-omgeving verbeteren en tegelijkertijd duurzame oplossingen integreren en de totale kosten verlagen.
Met de zomervakantie voor de deur zijn sit-on-top kajaks bijzonder populair. Die belangstelling geldt niet alleen voor toeristen maar ook bij vissers die de kajak zien als een aantrekkelijk alternatief voor het vissersbootje. Het kajak-summum van dit moment is de Tyr; een kajak van koolstofvezel die een slank ontwerp combineert met een lichtgewicht uitvoering.
De Tyr is het geesteskind van Eric Jackson, die vier keer wereldkampioen wildwaterkajakken was. Hij combineerde zijn kennis met die van Russ Emanis, die het composieten programma bij Lockheed Martin leidde en Bob Blair, een ontwerper van bekroonde stand up paddleboards.
De Tyr heeft een kern van piepschuim in een (handbeschilderde) behuizing van koolstofvezelschaal. Het gewicht van de kajak komt daarmee uit op zo’n 18 kg. Vergelijkbare kajaks die worden gebruikt om te vissen wegen doorgaans al snel anderhalf keer zoveel.
Bovendien is de romp van de Tyr, in tegenstelling tot de meeste andere sit-on-tops, vlak waardoor de kajak zich gemakkelijk door vrij ondiep water beweegt. Een vin aan de onderzijde zorgt voor een goede wendbaarheid.
De romp van de Tyr is aan de voorzijde licht gebogen waardoor deze snel door golven snijdt . Door de open kuip van de kajak loopt binnenkomend water ook weer gewoon weg uit de achterzijde. Dat voorkomt onnodige weerstand en watergeluiden.
De peddelaar zit in een gegoten zitting van koolstofvezel. Deze kan naar beide kanten worden gedraaid en naar voren of achteren worden geschoven. Ze kan ook rechtop worden gestaan; uitglijden wordt daarbij voorkomen door een laag natuurlijke kurk dat het dek bedekt. De uitrusting wordt opgeslagen in een bescheiden laadruimte aan de voorzijde, waarvan het luik magnetisch wordt gesloten. Op verschillende plaatsen zijn magneten geïntegreerd om metalen voorwerpen (zoals gereedschap of kunstaas) op hun plaats te houden. Momenteel zijn de ontwikkelaars naarstig op zoek naar investeerders via crowdfunding.
Zo’n negen jaar geleden verwoestte een cycloon de Noorse toeristenhut Tungestølen, die al meer dan een eeuw dienst deed als onderkomen voor bergwandelaars. Snøhetta zorgde voor vervanging met een cluster van hutten die zo zijn gevormd dat ze stormachtige wind met een gerust hart doorstaan.
Snøhetta werd in opdracht van de Noorse Nationale Trekking Vereniging ingehuurd om het Tungestølen-project te ontwerpen. Het project ligt op een klein plateau met uitzicht op de Jostedalen-gletsjer en zal uiteindelijk gaan bestaan uit negen hutten, waarvan er tot nu toe drie zijn voltooid.
De hoofdhut bevat een gemeenschappelijke eetzaal met grote eettafels en een stenen open haard. Vlakbij ligt een slaapzaal voor 30 personen, evenals een andere kleinere privé-hut. De inrichting is eenvoudig en sober.
Door het ongewone uiterlijk van de hutten vallen ze niet alleen op, maar dienen ze ook een praktisch doel: hun vorm is ontworpen om de effecten van krachtige wind in de omgeving te verzachten. Voor het ontwerp maakte Snøhetta gebruik van gespecialiseerde windanalysesoftware op een 3D-model. Daarnaast werden tijdens het ontwerpproces winddeskundigen geraadpleegd.
Met de ravage van de originele Tungestølen-toeristenhut vers in het geheugen, ontwierp Snøhetta een nieuwe constellatie van negen robuuste vijfhoekige en schuine cabines, gemaakt van gelijmde houtlaminaat frames, die zijn afgewerkt met platen kruislaaghout (CLT) en bekleed met grenen. De naar buiten gerichte wanden van de hutten hebben een snavelachtige vorm gekregen om wind die opstijgt uit het dal te vertragen. Het interieur is door de speelse vorm opvallend en is voorzien van panorama-ramen die zicht geven op de bergen en dalen. Het uitzicht en het intredende licht hebben een rustgevende werking. Wie z’n zomervakantie dus nog niet heeft geboekt, kan op naar het hoge Noorden.
Al een kleine tien jaar bouwt het Franse bedrijf Iguana Yachts een aantal van de meest interessante amfibische boten ter wereld – slanke, moderne schepen die zich net zo goed thuisvoelen op het water als op bij rotsachtige, modderige of zanderige kusten. Recent kondigde het bedrijf de Day Limo aan: een ‘passagierslimousine’ voor 12 personen voor gebruik over land en op zee. Dankzij de cabrio-kap blijven de passagiers goed beschermd tijdens hevige regen of stralende zon.
De Day Limo is met 9,2 meter vergelijkbaar met een Iguana limousine met zeven zitplaatsen. Deze heeft een uitschuifbaar (hard) dak dat de passagiers beschermt bij slecht weer en voor sensatie zorgt in de open lucht bij mooier weer.
De Day Limo biedt plaats aan vijf extra passagiers door twee banken tegenover elkaar te plaatsen in plaats van individuele stoelen. Achter elke sofa schuilt aan weerszijden een cabrio-achtige luifel die over het hoofd kan worden getrokken en in het midden aan elkaar kan worden vastgezet. Deze overkapping beschermt niet alleen tegen neerslag, maar ook tegen opspattend water aan de zijkant van de Day Limo. Een fraaie manier om gasten van en naar een feest, bruiloft of andere formele gebeurtenis op een superjacht te laten pendelen.
Een ander voordeel van het volledig intrekbare daksysteem met dubbele kap is boothoogte die nu beperkt blijft tot 1,75 meter. Hierdoor kan de Day Limo zelfs in compacte ‘garages’ aan boord van superjachten worden geplaatst.
De Day Limo is voorzien van opbergladen onder het dek voor schoenen en kleinere spullen en een bagageruimte voor maximaal zes koffers onder het voordek. Een netjes weggewerkte koelkast biedt ruimte voor verfrissing.
Volgens Iguana kan de Day Limo worden aangedreven door diesel-, gas- of elektromotoren tussen 300 en 600 pk. De boot is in staat op een land snelheid van 7 km/u te halen. Op water is de maximale snelheid 40 knopen.
Wat de prijs van de Day Limo wordt, is nog niet bekend. Wel kunnen we hier alvast een korte video van één van Iguana’s paradepaardjes te zien.