Cirkelend door het Deense bladerdak

In de bossen van Gisselfeld Klosters, ongeveer een uur rijden ten zuiden van Kopenhagen staat een grote nieuwe uitkijktoren die is opgetrokken uit staal. De elegante constructie, die de naam Camp Adventure Tower draagt, geeft bezoekers 360 graden uitzicht over het ongerepte landschap.

De Camp Adventure Tower is ontworpen door Effekt Architecten. De totale hoogte van de toren bedraagt 45 meter en wordt bereikt via een 900 meter lang pad dat zigzaggend door het bos loopt. De beklimming van de toren maakt deel uit van een outdoor-ervaring die verder onder meer bestaat uit het afdalen via een kabelbaan, boomklimmen, e.d..

De Camp Adventure Tower zelf wordt beklommen via een langzaamaan omhoog cirkelende helling met een lengte van 650 m. Met deze zachtglooiende stijging wilden de architecten de nadruk leggen op het natuurlijke landschap. Die natuur is net even iets toegankelijker gemaakt met een reeks nieuwe en alternatieve perspectieven. Opvallend daarbij is de slanke taille van de toren die zich naarmate de bezoeker hoger komt steeds verder verbreedt. Zo stijgen de bezoekers naarmate ze hoger komen langzaam boven het bladerdak uit. Het contact met de natuur krijgt op die manier een bijzondere lading.

Constructief bestaat de Camp Adventure Tower uit een 650 ton stalen frame met een roestige uitstraling en hout. Als houtsoort werd onder meer gekozen voor lokaal eikenhout. De keuze voor de bouwlocatie is ingegeven door de bestaande, aanwezige grindweg waarover materialen konden worden aangevoerd zonder de bosbodem te verstoren.

De bouw van het project begon in mei 2018 en werd in maart van dit jaar afgerond.

Accerion trekt investeerders aan voor automatisering industriële voertuigen

Verschillende investeerders steken geld in het Nederlandse Accerion. Dit Venlose bedrijf ontwikkelt technologie waarmee industriële voertuigen zoals vorkheftrucks en logistieke mobiele robots kunnen worden geautomatiseerd. Onder meer Phoenix Contact Innovation Ventures en het agentschap van de provincie Limburg LIOF investeren in Accerion. Om welke bedragen het gaat is niet bekend; financiële details over de investeringsronde zijn niet bekend gemaakt. 

Accerion ontwikkelt positioneeringstechnologie die het mogelijk maakt bestaande industriële voertuigen volledig autonoom te laten opereren. Dit is aantrekkelijk voor bedrijven, die hiermee over autonome voertuigen kunnen beschikken en tegelijkertijd van hun bestaande investeringen in voertuigen kunnen blijven profiteren. 

Jupiter

Het Venlose bedrijf heeft een tweetal sensormodules ontwikkeld. Het vlaggenschip van het bedrijf is Jupiter, een product dat voertuigen in staat stelt zijn positie in een industriële omgeving nauwkeurig te bepalen. Jupiter vindt zelfstandig zijn weg door te kijken naar de ondergrond, zonder dat hiervoor speciale infrastructuur nodig is. 

Voertuigen die zijn voorzien van Jupiter kunnen zich met een snelheid van 2 m/s voortbewegen. De sensormodule kan zowel binnen als buiten worden gebruikt. De module weegt 2,4 kg en is 340 bij 120 bij 120 mm groot. Met behulp van Jupiter kunnen voertuigen een oppervlakte tot 40.000 m2 beslaan. Indien gewenst kan het systeem op verzoek echter ook geschikt worden gemaakt voor grotere oppervlaktes tot 100.000 m2.

Jupiter kan opereren in twee modi: Relative Mode en Absolute Mode. In Relative Mode zoekt Jupiter zelfstandig zijn weg, waarbij het voertuig kijkt vanwaar hij vandaan komt en welke weg hij heeft afgelegd. In deze modus wordt een nauwkeurigheid van meer dan 99,8% gerealiseerd. In Absolute Mode is het mogelijk voertuigen de vloer te laten herkennen middels herkenning van de (natuurlijke) ondergrond zonder extra markeringen, waarvoor Jupiter met sub-mm nauwkeurigheid zijn positie kan bepalen.

Triton

Naast Jupiter levert Accerion ook Triton, de kleine broer van Jupiter. Triton is ontworpen om nauwkeurige positionering mogelijk te maken in een kleine vormfactor. Net als Jupiter brengt Triton zijn omgeving in kaart en kan gebruikt worden voor navigatie, zonder dat hiervoor speciale infrastructuur nodig is. 

Triton is zowel kleiner als lichter dan Jupiter. Het apparaat is 120 x 108 x 50mm groot en weegt slechts 0,6 kg. Het product is gericht op gebruik in kleinere voertuigen, zoals lichte industriële voertuigen en kleinere Automated Guided Vehicles (AGV’s), of voor voertuigen die reeds gebruik maken van relatieve odometrie.

Net als Jupiter biedt Triton de mogelijkheid om met sub-mm nauwkeurigheid zijn positie te bepalen op oppervlaktes tot 40.000 m2. Deze sensormodule biedt echter geen ondersteuning voor Relative Mode, wat wel beschikbaar is op Jupiter. Triton is in februari aan het publiek gepresenteerd. In maart kondigde Accerion aan proof-of-concept projecten op te zetten met een select aantal klanten, waar het product met succes is geïmplementeerd. De fabrikant meldt sindsdien al bestellingen voor enkele honderden exemplaren te hebben ontvangen.

Sneller aan de slag

Voordat Jupiter en Triton gebruikt kunnen worden in het navigatiepakket, moet de vloer aan de sensoren worden in-geleerd. Om dit proces te versnellen heeft Accerion de Scout robot ontwikkeld. Deze robot is voorzien van een Jupiter en een lidar-sensor. Met behulp van deze apparatuur brengt de Scout robot de omgeving in kaart en combineert de Lidar beelden met de vloerdata. De informatie die hierbij wordt verzameld kan vervolgens als startpunt worden gebruikt voor andere Jupiter of Triton modules, die hierdoor minder tijd nodig hebben om hun route te leren. Dit is onder meer aantrekkelijk voor klanten die een groot aantal Jupiter of Triton modules willen implementeren. 

Meer informatie is beschikbaar op de website van Accerion. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Accerion

Opmerkelijk museum als toonbeeld van oer-gereedschap

Het architectenkantoor Studio Libeskind heeft plannen onthuld voor een opvallend nieuw museum in Kenia: Ngaren. Het ontwerp van het museum lijkt op de handbijlinstrumenten die door de vroege mens zijn gemaakt. In het museum wordt de geschiedenis van de mensheid getoond en wordt onder meer ingegaan op de techniek en wetenschap achter klimaatverandering en evolutie.

Hoewel er nog geen beelden van het interieur beschikbaar zijn, lijkt de buitenkant van het museum zeer goed te passen in het Keniaanse landschap. Het museum wordt gesitueerd op de rand van een klif met uitzicht op de Rift-vallei in Noord-Kenia. Hier werd ooit het meest complete skelet van de vroege mensheid gevonden: de Turkana Boy. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van natuurbeschermer, politicus en paleo-antropoloog Dr. Richard Leakey aan wie onder meer de ontdekking van de Turkana Boy wordt toegeschreven. Het museum krijgt de naam Ngaren: Museum van de Mensheid.

De architect verwacht dat het museum een plek zal zijn voor ontdekking, verwondering en beschouwing. Door de architectuur en de tentoonstellingen zal Ngaren alle lagen van het leven in Afrika vastleggen en het epicentrum van het menselijk bestaan vormen. De architect heeft een reeks dramatische ruimtes in het museum voor ogen die architectonisch dynamisch en provocerend zijn. Daarmee wil hij een unieke context creëeren voor de tentoonstellingen van het museum waar artefacten niet tot rust komen, maar worden versterkt en verlevendigd.

Momenteel wordt een crowdfunding campagne gevoerd voor het project. Van de beoogde 7 miljoen dollar zijn er inmiddels ruim 4 miljoen opgehaald. Wordt ongetwijfeld vervolgd. 

Rotterdam stuurt hyperintelligente container op wereldreis

Begin vorige week is de hyperintelligente ‘Container 42’ vanuit de Rotterdamse haven op een twee jaar durende dataverzamelreis om de wereld gestuurd. De met sensoren en communicatietechnologie uitgeruste container meet tijdens de reis vibratie, helling, positie, geluid, luchtvervuiling, vochtigheid en temperatuur. De container is ook uitgerust met zonnepanelen om te zien hoeveel energie een container op een containerschip, een trein of een truck kan oogsten tijdens de reis. De container maakt morgen een eerste stop in München en is daar te bezichtigen tijdens de Transport Logistic 2019 (TLM).

Container 42

Met de ambitie om de ‘smartest port’ te zijn, neemt Rotterdam het voortouw in de digitale transformatie van haven en logistiek. ‘Container 42’ is een metafoor voor die transformatie.

Wat maakt een containerlading mee tijdens de zeereis en het transport over land? Container 42 legt alles vast. De verzamelde gegevens helpen inzicht te geven in de uitdagingen in transport en logistiek en dragen bij aan de ontwikkeling van een zogenaamde ‘digital twin’ van de haven: een digitale representatie van de werkelijke, fysieke haven. Het huidige Internet of Things (IoT) platform van het Havenbedrijf Rotterdam legt hiervoor de basis.

Via dit cloudplatform verzamelt en verwerkt het Havenbedrijf data, afkomstig van sensoren in de haven. Op die manier komt er realtime informatie binnen over onder meer infrastructuur, water en lucht en kan de Rotterdamse haven de dienstverlening verder verbeteren. Digitalisering in de Rotterdamse haven leidt tot een nog veiligere, betrouwbaarder en snellere doorvoer en stelt Rotterdam in staat om in de toekomst autonome schepen in de haven te verwelkomen.

Transport Logistic München

Voordat de container de wereld over gaat reizen, kan de wereld kennismaken met Container 42 tijdens de Transport Logistic 2019 in München, één van de bekendste beurzen over Logistiek en Transport. Van 4 tot en met 7 juni staat de Container 42 bij de entree aan de Oostzijde. Experts van het Havenbedrijf Rotterdam en de deelnemende partners geven daar graag informatie over de laatste innovaties op het gebied van digitalisering.

Container 42 is een platform waar Havenbedrijf Rotterdam, IBM, Cisco, Esri, Axians, Intel, HyET Solar, Van Donge & de Roo, Awake.ai, Betta Batteries, Simwave, Advanced Mobility Services, Kalmar en Shipping Technology intensief samen werken.

Bron: Havenbedrijf Rotterdam

Nieuw op de markt: de eerste 3D-geprinte kranen

GROHE wil met behulp van 3D-printing een nieuwe designtrend starten. Vanaf deze maand verkoopt het sanitairbedrijf twee verschillende kranen gemaakt door 3D-metaaldruk. GROHE is hiermee een pionier in de industrie: met 3D-printing luidt het bedrijf een nieuw tijdperk in voor interieur. Geen keuken of badkamer hoeft meer hetzelfde te zijn.

De eerste 3D-geprinte kranen, GROHE Atrio Icon 3D en GROHE Allure Brilliant Icon 3D, zijn nu verkrijgbaar. De kranen zijn gemaakt van messing en hebben een slank design. Het ultradunne ontwerp van de GROHE Atrio Icon 3D en het holle interieur in het vertrouwde ontwerp van GROHE Allure Brilliant zorgen ervoor dat de waterstroom eruitziet als een optische illusie. De printer doet er enkele dagen over om de kranen te produceren.

Personalisatie door innovatie

GROHE komt met de nieuwe technologie tegemoet aan de groeiende behoefte van consumenten naar het ontwerpen van keukens en badkamers volgens hun eigen individuele smaak. Personalisatie en innovatie staan hierbij centraal en gaan hand in hand. Met de introductie van 3D-printing brengt GROHE productdesign en het gebruik van water naar een hoger niveau. Michael Seum, Vice President Design bij GROHE, zegt: “Bij GROHE geloven we dat iets compleet nieuws een gedurfde visie nodig heeft. Wat wel of niet mogelijk is, wordt een kwestie van perspectief. Met 3D openen we een compleet nieuwe manier van denken over productontwerp in de toekomst. We overwinnen grenzen door met behulp van 3D-metaalprinting producten te maken die op het eerste gezicht onmogelijk lijken. Deze productiemethode biedt de mogelijkheid om kranen in kleine hoeveelheden te ontwerpen volgens de wensen en persoonlijke smaak van onze klanten. Zo stellen we geen grenzen meer aan individuele personalisatie.”

De limited editions van de GROHE Icon 3D en GROHE Allure Brilliant Icon 3D zijn op aanvraag verkrijgbaar.

Prototype van Chinese 600 km/u snelle maglev-trein onthuld

Het eerste prototype van een nieuwe 'magnetic-levitation' (maglev) trein is in de Chinese stad Qingdao van de productieband gerold. Het prototype kan snelheden tot 600 km/u halen en wordt de komende tijd uitgebreid getest. De trein moet in 2021 in commerciële productie gaan. 

Een maglev trein, ook wel een magneetzweeftrein genoemd, is een voertuig dat dankzij een magnetisch veld op zo’n 10 tot 20 millimeter boven zijn baan zweeft. Het voertuig komt hierdoor niet in contact met de baan, wat zorgt voor een lage weerstand en een hogere topsnelheid mogelijk maakt dan traditionele treinen. Het concept is niet nieuw; al sinds de jaren zestig worden experimenten uitgevoerd met de technologie. 

Vijf commerciële magneetzweeftreinen in gebruik

Op dit moment zijn vijf commerciëel magneetzweeftreinen in gebruik, waarvan drie in China, één in Japan en één in Zuid-Korea. Deze treinen halen overigens lang niet allemaal een hoge snelheid. Zo rijdt de Japanse Linimo magneettrein met maximaal 100 km/u, terwijl de Zuid_Koreaan Incheon Airport Maglev een maximumsnelheid kent van 110 km/h. 

Slechts één van deze lijnen is een hogesnelheidslijn: de Shanghai Transrapid in China. Deze magneetzweeftrein heeft een maximumsnelheid van 430 km/u. In 2027 wordt naar verwachting in Japan de tweede hogesnelheidslijn met een maglev-trein ter wereld in gebruik genomen. Deze trein haalt een maximumsnelheid van 505 km/u. 

Het nieuwe prototype dat nu in China van de productieband is gerold is echter nog sneller en heeft een maximumsnelheid van 600 km/u. Deze snelheid werd eerder overigens wel al gehaald door een maglev-trein van Japan Railway, die hiermee in 2015 een snelheidsrecord voor maglev-treinen van 603 km/u realiseerde. Dit snelheidsrecord werd gevestigd met de hogesnelheidsmaglev-trein die in 2027 in Japan in gebruik moet worden genomen.

Gat tussen hogesnelheidstreinen en luchtvaart opvullen

De nieuwe Chinese maglev-trein is ontworpen door China Railway Rolling Stock Company (CRRC), dat in handen is van de Chinese staat. Met de nieuwe trein wil CRRC het gat vullen tussen hogesnelheidstreinen en de luchtvaart. Ding Sansan, adjunct-hoofdingenieur bij CRRC, legt aan CNN uit: “Neem de reis tussen Beijing en Shanghai bijvoorbeeld. Inclusief voorbereiding voor de reis, duurt dit ongeveer 4,5 uur per vliegtuig, zo’n 5,5 uur per hogesnelheidstrein en slechts 3,5 uur met de snelle maglev.”

Ding meldt samen met zijn team drie jaar onderzoek te hebben gedaan naar de maglev-trein. Op basis van dit onderzoek is een lichtgewicht trein ontwikkeld die de technische fundering vormt voor prototypes waaraan het team werkt. Het prototype dat nu is geproduceerd is de eerste van een reeks van vijf. De prototypes zullen worden getest door CRRC-dochter CRRC Qingdao Sifang. Deze organisatie bouwt momenteel een testcentrum en een productiecentrum voor de Chinese magnetische hogesnelheidstreinen. Naar verwachting zijn deze nieuwe centra in de tweede helft van 2019 operationeel. 

Hyperloop

Een andere trein die gebruik maakt van magneten is de Hyperloop, die de afgelopen jaren veel aandacht in de media heeft gekregen. De Hyperloop is een hoge snelheidstrein die een vacuümbuis rijdt. Dit vacuüm maakt het mogelijk nog hogere snelheden te realiseren dan met een ‘reguliere’ magneetzweeftrein; naar verwachting kan de Hyperloop snelheden van meer dan 1.200 km/u behalen. 

De Hyperloop komt uit de koker van ondernemer en entrepreneur Elon Musk, onder meer bekend van SpaceX, Tesla en de Boring Company. Om de ontwikkeling van de Hyperloop te versnellen schreef SpaceX in juli 2015 de Hyperloop Pod Competition uit. Deelnemende teams werden uitgedacht een Hyperloop-capsule te bouwen en testen op een testtraject van 1,6 kilometer bij het hoofdkantoor van Space X in het Amerikaanse Californië. Deze wedstrijd werd gewonnen door het Nederlandse studententeam Delft Hyperloop van de TU Delft. Het Duitse WARR team uit München wist te hoogste snelheid te halen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: China Railway Rolling Stock Company
Bron: CNN

Wheeebo – elektrische schotel op water

Het Japanse bedrijf Yanmar is het meest bekend om zijn dieselmotoren en gerobotiseerde landbouwmachines. Daarnaast maakt het bedrijf ook waterscooters voor persoonlijk gebruik. De meest recente aanvulling op het portfolio is de Wheeebo, een soort Segway voor op water.

De Wheeebo komt naar verwachting volgend jaar op de markt en ziet eruit als een dikke, ronde schijf die op het water drijft en waar de watersporter op staat. Wanneer het lichaamsgewicht in een bepaalde richting wordt verplaatst, registreren geïntegreerde sensoren deze verandering. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat de elektrische aandrijving versnelt, stopt of draait. Yanmar verwijst hiervoor naar een schroef die onder de Wheebo is gemonteerd. Het is alleen niet duidelijk of die schroef in verschillende richtingen kan draaien of wordt aangestuurd door een roer.

Voor de snelheid kan uit twee standen worden gekozen; het regelen ervan verloopt via een afstandbediening De Wheeebo haalt daarbij een gemiddelde wandelsnelheid van 5,5 km/u. Het vermogen hiervoor levert een accupakket van nikkel-waterstof. Het pakket kan een groot aantal keer worden opgeladen maar heeft een lagere energiedichtheid dan die van de bekendere lithium-iontechnologie. Met een volle accu kan circa 60 minuten worden ‘ge-wheeebood’.

De Wheeebo is met name ontwikkeld voor gebruik onder rustige vaaromstandigheden in zout of zoet water. Afhankelijk van het gewicht van de gebruiker en het beoogde gebruik kan worden gekozen uit een Wheeebo met een diameter van 140 of 150 cm.

Onderstaande video laat de Wheeebo in actie zien.

Eerste all-electric toeristenboot bij Niagara watervallen

De schepen van Maid of the Mist varen al decennialang naar de Niagara watervallen met aan boord honderden bezoekers die op een spectaculaire wijze door de mist kennis kunnen maken met de natuurkracht van de watervallen. Binnenkort kan dat ook vanaf een volledig elektrische boot.

Bezoekers van de Niagara watervallen kunnen binnenkort op een milieuvriendelijkere manier binnen handbereik komen van het kolkende water en de oerkrachten van de Niagara watervallen. Het toerismebedrijf Maid of the Mist staat op het punt om een paar volledig elektrische boten te lanceren. De boten kennen geen CO2-uitstoot  en besparen de bezoeker het motorgeluid en de uitlaatgassen die onlosmakelijk verbonden zijn met de traditionele ‘rondvaartboten’. Zo wordt de natuur gespaard bij het bewonderen van het natuurschoon.

De nieuwe catamaranachtige boten worden nu in de Amerikaanse staat Wisconsin gebouwd en zijn naar verluidt de eerste volledig elektrische passagiersschepen die in de Verenigde Staten worden gebouwd. Aan de wal worden de lithium-ionbatterijen opgeladen met een laadsysteem waarmee de accu’s aan boord in slechts zeven minuten een capaciteit van 80 procent bereiken. Voor een attractie die jaarlijkse tientallen miljoenen bezoekers trekt is de korte doorlooptijd van groot belang.

Maid of the Mist wil voorop lopen met de implementatie van groene technologie. Bedoeld om de natuur te bewonderen, is het vanzelfsprekend dat de schepen van het bedrijf de natuur ook zoveel mogelijk ontzien. De passagiers maken aan boord van de schepen bovendien kennis met één van de schoonste en grootste energiebronnen die er bestaat: waterkracht .

De boten worden in modules gebouwd. Deze worden naar een productie- en assemblagefaciliteit nabij de Niagara watervallen vervoerd voor montage . Naar verwachting worden de schepen in september in gebruik genomen. De schepen kan twee oudere schepen uit 1990 en 1997 vervangen.

Digitalisering in de Bouw: hoe gaat het?

Ruim 80% van de ondernemers vindt dat de digitalisering van de bouwsector niet snel genoeg gaat, terwijl voor 48% de digitale transformatie van bouwprocessen een topprioriteit is. Dit blijkt uit onderzoek van Canon Nederland. Het bedrijf dat is publiceerde onlangs 'De nationale benchmark: Digitalisering in de Bouw'. Canon onderzocht waar de verschillende spelers in de bouw staan als het gaat om verbetering van bouwprocessen.

Het rapport gaat onder ander in op de digitalisatiegraad van de bouw, de impact hiervan en de kansen en knelpunten van BIM. Verschillende Nederlandse spelers in de bouw, zoals aannemers, ingenieursbureaus, ontwikkelaars en installatie- en architectenbureaus, droegen bij aan het onderzoek. Zij gaven bijvoorbeeld antwoord op vragen als: Hoe ver is de digitalisering in de bouw? Welke kansen en knelpunten ervaren bedrijven in deze sector? Waar liggen de prioriteiten? Wat zijn hun plannen voor de toekomst? We hebben enkele uitkomsten van het onderzoek verzameld.

Hoge prioriteit
De digitale transformatie heeft een hoge prioriteit in de bouwsector, zelfs hoger dan margeverhoging, kostenreductie en klanttevredenheid

Niet snel genoeg
Een kleine 40% van de ondervraagde bedrijven rekent zich tot de voorhoede wat betreft de adoptie van nieuwe technologische mogelijkheden. Toch vinden ze dat de digitalisering niet snel genoeg verloopt.

Nog veel papier
Toch gebruikt 98% daarnaast in belangrijke mate nog papier, vooral in de vorm van grootformaattekeningen. Dat percentage gaat naar verwachting van de respondenten de komende vijf jaar dalen naar 82%.

Slimme methodieken
De meeste bedrijven werken al met geavanceerde methodieken en technieken als BIM, Lean-planning, 3D-modelling en teleconferencing. Veel bedrijven zijn van plan om in de komende twaalf maanden meer gebruik te maken van collaboration tools en slimme methodieken, zoals BIM en Lean.

Digitale impact
Bedrijven zien de digitalisering vooral zien als pluspunt voor de imagovorming en klantbeleving. Ze willen zich er dus zien vooral mee profileren. De waarde ervan voor het verlagen van risico’s en het verhogen van de winstgevendheid wordt als kleiner ervaren. Men is er zich echter wel van bewust dat digitalisering belangrijk is voor het verbeteren van ontwerp- en bouwprocessen.

BIM
Het merendeel van de bedrijven werkt al langer dan vijf jaar met BIM, maar dat gebeurt meestal op het laagste niveau (3D-modelling). Minder dan tien procent doet ook de planning, calculatie, en het beheer met BIM. Verbeteren van de communicatie met ketenpartners is de belangrijkste doelstelling bij het inzetten van BIM.

Het volledige rapport is hier te downloaden.

Groeiende vraag naar elektrische auto's wakkert investeringen door fabrikanten aan

Wereldwijd zijn in 2018 meer dan twee miljoen elektrische voertuigen verkocht. Dit aantal stijgt de komende jaren naar verwachting snel; BloombergNEF's voorspelt in zijn nieuwe Electric Vehicle Outlook dat in 2025 tien miljoen elektrische voertuigen aan de man worden gebracht en dit aantal ook in de jaren daarna blijft stijgen. In 2040 worden naar verwachting zo'n 56 miljoen exemplaren verkocht. De groeiende vraag naar elektrische voertuigen wakkert investeringen door autofabrikanten aan.

BloombergNEF meldt dat in 2040 meer dan de helft van alle nieuwe auto’s (57,1%) die worden verkocht elektrisch zullen zijn. De cijfers variëren per regio. China gaat aan de leiding met 68,2%, op de voet gevolgd door Europa met 66,4%. De Verenigde Staten (VS) loopt in 2040 naar verwachting met 59,6% licht achter met de adoptie van elektrische voertuigen. 

Miljardeninvesteringen

De snelgroeiende populariteit van elektrische voertuigen vormt een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling hiervan en leidt tot miljardeninvesteringen door fabrikanten. Vooral in het vergroten van productiecapaciteit wordt fors geïnvesteerd. Alleen de autofabrikanten Volkswagen, Hyundai Kia Automotive Group, Chongqing Changan Automobile en Daimler hebben al plannen aangekondigd om in totaal meer dan 100 miljard dollar te investeren in de productie van elektrische voertuigen. De helft van deze investering (meer dan 50 miljard dollar) is afkomstig van Volkswagen Group. 

Deze investeringen zijn gericht op het op de markt brengen van nieuwe elektrische automodellen. In 2025 bieden autofabrikanten wereldwijd naar verwachting bijna 400 verschillende modellen elektrische voertuigen aan. Opnieuw valt Volkswagen hierbij op; het bedrijf heeft plannen voor 80 verschillende modellen elektrische auto’s. BMW volgt met 47, terwijl het Chinese Geely werkt aan 41 elektrische modellen. De top 5 bestaat verder uit het eveneens Chinese Changan (34 modellen) en Fiat Chrysler (32 modellen). 

China is belangrijke afzetmarkt

BloombergNEF wijst erop dat China een belangrijke afzetmarkt is voor elektrische voertuigen. Niet alleen is de Chinese markt in absolute aantallen groter dan de Europese of Noord-Amerikaanse markt, ook is de Chinese markt de afgelopen twee decennia een belangrijke bron geweest voor groei in verkoopcijfers van auto’s. Zo is het aantal verkochte auto’s wereldwijd gestegen van 47,5 miljoen in 2001 naar 81,4 miljoen in 2018. Autoverkopen in China stegen in dezelfde periode van 2,4 miljoen naar 28 miljoen stuks. Het land is hiermee verantwoordelijk voor 76% van de stijging in vraag naar auto’s wereldwijd. 

De onderzoekers wijzen ook op gedeelde mobiliteitsdiensten, zoals taxi’s, deelauto’s en zogeheten ride-hailing diensten zoals Uber en Lyft. Op dit moment wordt slechts 5% van alle kilometers die wereldwijd worden afgelegd gereden met behulp van deze gedeelde mobiliteitsdiensten. Dit percentage gaat naar verwachting de komende jaren echter flink stijgen; BloombergNEF voorspelt dat dit percentage in 2040 19% bedraagt. Deze stijging heeft ook impact op de vraag naar elektrische voertuigen. Enerzijds neemt de behoefte van consumenten om zelf een voertuig te beschikken hierdoor naar verwachting af, terwijl anderzijds vanuit mobiliteitsdiensten door economische motivaties juist meer vraag ontstaat naar elektrische voertuigen. Naar verwachting is 80% van alle voertuigen die voor gedeelde mobiliteitsdiensten worden ingezet een elektrisch voertuig. 

Autonome voertuigen hebben weinig impact

De impact van autonome voertuigen is tegelijkertijd juist zeer beperkt, zowel als we kijken naar de wijze waarop reizigers zich wereldwijd vervoeren als energiepatronen. BloombergNEF verwacht dat pas na 2030 autonome voertuigen impact zullen krijgen op deze cijfers.

Meer cijfers zijn te vinden in het rapport ‘Electric Vehicle Outlook 2019’, dat hier beschikbaar is.  

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: BloombergNEF

Startup ontwikkelt 3D-printer voor massaproductie

De Amerikaanse startup Origin introduceert de Origin One. Met deze nieuwe 3D-printer wil het bedrijf printtijden en daarmee productiekosten terugdringen, en tegelijkertijd materialen met een consistente nauwkeurigheid afleveren. Dit moet de weg vrij maken voor massaproductie met additieve productie.

Origin is een startup die vorig jaar in de openbaarheid trad. Het bedrijf is opgericht door Christopher Prucha en Joel Ong, die voor een klant in één week tijd duizenden schoenlabels moesten printen. Om deze deadline te halen lieten zij 3D-printers 24×7 opereren. Het tweetal liep hierbij echter tegen allerlei uitdagingen aan, zoals onbetrouwbare hardware, beperkte software en broze materialen. Op basis hiervan hebben Prucha en Ong met Origin een nieuw platform voor additieve productie genaamd ‘Open Additive Manufacturing’ ontwikkeld. Dit platform combineert open materialen, uitbreidbare software, modulaire hardware met een door Origin in eigen huis ontwikkelde printtechnologie genaamd Programmable Photopolymerization (P3). 

Programmable Photopolymerization

P3 is een technologie waarbij verlichting, warmte en krachten nauwkeurig worden aangestuurd om producten te kunnen printen met een hoge nauwkeurigheid en consistentie. Hierbij wordt een responsief printproces ingezet dat informatie over polymerisatie verzamelt en het printproces op basis hiervan automatisch aanpast om het beste eindresultaat te realiseren. Met de printer kan met een nauwkeurigheid van 50 micrometer (µm) worden geprint.

Origin zet hierbij in op het maximaliseren van de productiecapaciteit die klanten per vierkante meter kunnen realiseren. Het bedrijf de Origin daarom bewust voorzien van een compact ontwerp van 400mm bij 450mm bij 1100mm. Met de printer kunnen objecten van maximaal 192 bij 10 bij 350 mm worden geprint. Origin stelt dat één operator een groot aantal Origin One’s kan beheren en hiermee per dag duizenden componenten kan produceren, zonder dat hiervoor externe automatisering zoals een robotarm voor nodig is.

Origin_One_Multiple_Greybg-persfoto-bijgesneden.jpg

Nabewerking geoptimaliseerd

Ook de nabewerking is in belangrijke mate geoptimaliseerd. Zo is de Origin One zo ontworpen dat tijdens het printproces een minimale hoeveel supportmateriaal hoeft te worden geprint. Dit is een belangrijk voordeel, aangezien hierdoor tijdens de nabewerking minder materiaal hoeft te worden verwijderd. De producten hoeven alleen te worden gereinigd en met behulp van UV-straling te worden uitgehard; het is niet nodig eindproducten te bakken, polijsten of verven. De nabewerking kan hierdoor volgens Origin in slechts enkele minuten worden afgerond. 

Samenwerking met ECCO

Bij de lancering van de Origin One kondigt Origon ook een samenwerking met ECCO aan. De twee bedrijven gaan gezamenlijk een nieuwe productiemethode voor schoenen ontwikkelen op basis van het printplatform van Origin. Hierbij wordt gebruik gemaakt van materialen die ontwikkeld zijn door het chemiebedrijf BASF. “We verwachten dat de open additive aanpak van Origin ons in staat stelt de productietijd te verkorten, kosten te verlagen en time-to-market te versnellen”, licht Jakob Møller Hansen, Vice President Research & Development bij ECCO, toe. 

Voor de ontwikkeling van materialen heeft Origin het Open Material Network opgezet. Binnen dit platform ontwikkelt het bedrijf in samenwerking met partners materialen voor additieve productie. Onder meer het Duitse chemieconcern Henkel, het Nederlandse DSM en het eerder genoemde BASF zijn bij dit netwerk betrokken.

“Tot nu toe werd additieve productie gedomineerd door gesloten en inflexibele systemen met materiaal die alleen bij de printerfabrikant verkrijgbaar is. Zelfs systemen die volgens de omschrijving werken met ‘open materialen’ zijn beperkt. De materialen zijn gebonden aan bestaande chemische samenstellingen en worden aanzienlijk beperkt door het printproces. Origin hervormt additieve productie en creëert een open ecosysteem met nieuwe chemische samenstellingen die nieuwe keuzes en productaanpassingen mogelijk maken. Dit stelt bedrijven in staat te schalen en aan de vraag in hun markt te voldoen met het materiaal naar hun keuze”, schreef Origin in een persbericht over de lancering van zijn ‘Open Additive Manufacturing’-platform.

Vanaf de herfst van 2019 leverbaar

De Origin One kan per direct worden besteld en wordt naar verwachting in de herfst van 2019 verscheept naar klanten.

Amerikaanse startup haalt 190 miljoen dollar op voor medische drones

De Amerikaanse startup Zipline heeft bij investeerders 190 miljoen dollar opgehaald. Het geld wordt gebruikt om bij 2.600 zorgfaciliteiten in Rwanda en Ghana hubs op te zetten waar de drones van het bedrijf goederen kunnen afleveren.

Dit meldt CNBC. Zipline is een startup die zich specifiek richt op het vervoeren van levensreddende medische goederen naar medische faciliteiten op afgelegen locaties. De startup werd in 2014 opgericht en is gevestigd in Half Moon Bay in de Amerikaanse staat Californië, waar de technologie van het bedrijf wordt getest. Zipline beschikt wereldwijd over distributiecentra, die worden beheerd door teams van lokale operators. Naar eigen zeggen geeft het bedrijf 13 miljoen mensen wereldwijd directe toegang tot urgent medicatie. 

Rwanda

Het bedrijf is sinds 2018 actief in het Afrikaanse land Rwanda. De drones van Zipline vervoeren in dit land per dag tot 150 ladingen bloed voor bloedtransfusies naar medische faciliteiten. De drones helpen hiermee onder meer bij de aanpak van maternale sterfte, waarbij de moeder tijdens of vlak na de geboorte komt te overlijden. Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie wijzen uit dat Afrika de hoogste maternale sterftecijfers door bloedverlies heeft ter wereld.

Op termijn wil Zipline met haar drones ook andere goederen gaan vervoeren in Rwanda. Het gaat hierbij onder meer vaccinaties en medicatie voor HIV/AIDS, malaria, tuberculose en andere levensreddende medicijnen.

Ghana

Zipline kondigde in april aan zijn activiteiten uit te breiden naar Ghana. De drones van het bedrijf gaan hier op bestellingen noodbestellingen van kritieke medische goederen leveren aan zo’n 2.000 medische faciliteiten. De focus ligt hierbij op vaccinaties. Het gaat naar verluid om het grootste netwerk van drones voor het afleveren van vaccincaties ter wereld. 

De drones opereren vanuit een viertal distributiecentra, die ieder zijn uitgerust met 30 drones. Deze drones kunnen 24 uur per dag en zeven dagen per week worden ingezet om goederen waar dringend behoefte aan is in korte tijd naar de gewenste locatie te brengen. De 2.000 faciliteiten die met deze drones worden bediend bieden zorg aan naar schatting 12 miljoen mensen. 

Het dronenetwerk van Zipline is geïntegreerd in het reguliere toeleverancierketen voor nationale zorg in Ghana. De drones moeten onder meer helpen tekorten aan vaccins bij specifieke zorgfaciliteiten snel aan te pakken. Ook wil de Ghanese overheid de drones inzetten om nationale immunisatiecampagnes te ondersteunen. Distributie met de drones wordt aangestuurd door hardware- en softwaresystemen in de vier lokale distributiecentra van Zipline. 

Samenwerking met partners

Zipline werkt bij beide projecten samen met Gavi, the Vaccine Alliance en logistiek bedrijf UPS. Gavi is een internationale organisatie die publieke en private sectoren verenigd met als doel arme landen wereldwijd toegang te geven tot vaccins. De organisatie is vanuit deze rol betrokken bij Zipline. UPS levert als partner consultancy en advies aan de startup. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Zipline
Bron: Gavi, the Vaccine Alliance
Bron: UPS