maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

HyperloopTT opent testtraject in Frankrijk

Een nieuw testtraject voor de hyperloop wordt momenteel gebouwd in het Franse Toulouse. Het 320 meter lange traject wordt ontwikkeld door de startup Hyperloop Transportation Technologies (HyperloopTT). Dit Amerikaanse bedrijf wil het traject gebruiken om zijn passagierscapsule te testen.

Dit heeft HyperloopTT bekend gemaakt tegenover CNBC. De Hyperloop is een concept voor een vacuümtrein die in 2012 werd gepresenteerd door ondernemer en entrepreneur Elon Musk, onder meer bekend van SpaceX, Tesla en The Boring Company. Het transportsysteem maakt gebruik van een buissysteem waarin een middenvacuüm wordt gecreëerd. Dit vacuüm maakt het mogelijk hoge snelheden te realiseren. 

Hyperloop Pod Competition

Om de ontwikkeling van de Hyperloop te versnellen heeft SpaceX in juni 2015 de Hyperloop Pod Competition uitgeschreven. Voor de wedstrijd werd een testtraject van 1,6 kilometer lang gebouwd naast het hoofdkantoor van SpaceX in de Amerikaanse staat Californië. Het Nederlandse studententeam Delft Hyperloop van de TU Delft won deze competitie, terwijl het Duitse WARR team uit München de hoogste snelheid wist te realiseren. 

Inmiddels zijn ook verschillende commerciële Hyperloop initiatieven opgezet door partijen die niet aan SpaceX zijn gerelateerd. Eén van deze partijen is HyperloopTT. Dit Amerikaanse bedrijf heeft inmiddels de eerste contracten voor de realisatie van Hyperloop systemen gesloten. Zo gaat het bedrijf in Abu Dhabi, Oekraïne en China een Hyperloop trajecten bouwen. 

Testtraject in Toulouse

Als voorbereiding op de realisatie van deze trajecten werkt HyperloopTT momenteel aan een eigen testtraject van 320 meter lang. Dit traject wordt gebouwd in het Franse Toulouse en wordt naar verwachting binnen enkele maanden afgerond. De komende tijd wordt onder meer een pompsysteem geïnstalleerd dat in de tunnel voor een vacuüm gaat zorgen. 

“In Toulouse hebben we de tijd genomen een daadwerkelijk commercieel haalbaar systeem te ontwerpen en bouwen”, zegt Dirk Ahlborn, CEO van HyperloopTT, in een toelichting tegen CNBC. Ahlborn geeft aan dat het nieuwe traject het mogelijk maakt testen uit te voeren voor de commerciële Hyperloop trajecten die het gaat bouwen voor klanten. De CEO hoopt het eerste commerciële traject over ongeveer drie jaar te openen. 

Eerste testen in april

Het bedrijf verwacht in april de eerste testen uit te voeren op het traject. Deze testen zullen worden uitgevoerd met de Quintero One, een passagierscapsule voor Hyperloop trajecten die eind 2018 door HyperloopTT werd gepresenteerd. Deze capsule is nagenoeg volledig geconstrueerd uit Vibranium, een dubbellaags slim composietmateriaal dat door het bedrijf in eigen huis is ontwikkeld. De passagierscapsule is 32 meter lang en bevat een cabine van 15 meter. De capsule weegt 5 ton en bestaat uit 82 koolstofvezelpanelen. 

De Quintero One capsules kunnen afhankelijk van hun configuratie 28 tot 40 passagiers vervoeren. HyperloopTT verwacht dat de capsules een maximumsnelheid van 1.223 kilometer per uur kunnen halen. De trajecten die HyperloopTT wilt bouwen zijn ontwikkeld om iedere veertig seconden een nieuwe capsule te laten vertrekken. Dit betekent dat per dag op één lijn 164.000 passagiers kunnen worden vervoerd. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: CNBC
Bron: HyperloopTT

Nieuwe elektrische sportwagen laadt binnen 5 minuten op tot 80% capaciteit

Piëch Automotive lanceert de elektrische auto Mark Zero. Opvallend aan het voertuig is onder meer de accu. De Zwitserse fabrikant claimt dat deze in slechts 4:40 minuten tot 80% capaciteit kan worden opgeladen.

De Mark Zero wordt omschreven als een elektrische ‘Grand Tourer’ (GT). Het voertuig heeft een bereik van 500 kilometer en maakt gebruik van een speciaal soort accu dat tijdens het laden en ontladen nauwelijks warmte genereert. Dit biedt belangrijke voordelen. Zo maakt deze lagere warmteproductie het mogelijk hogere stromen door de accucellen te laten stromen, wat een kortere laadtijd mogelijk maakt. Volgens Piëch Automotive kan de accu met behulp van een snellader in 4:40 minuten worden opgeladen tot 80% capaciteit. 

Gewichtsreductie dankzij luchtkoeling

Doordat de accu’s aanzienlijk minder opwarmen dan reguliere accu’s, kunnen de accu van de Mark Zero worden gekoeld met uitsluitend lucht. Dit maakt het volgens de fabrikant mogelijk een gewichtsreductie van 200 kilogram te realiseren, waardoor het totaalgewicht van de Mark Zero op minder dan 1.800 kg uitkomt.

De accu’s zijn ontwikkeld door DESTEN Group, een Chinese partner van Piëch Automotive. De laadinfrastructuur voor deze accu’s is ontwikkeld door Qindao TGOOD Electric, een consortium van Chinese en Duitse technici dat in 2004 is opgericht. TGOOD beschikt over ruim 210.000 laadstations in meer dan 300 steden wereldwijd.

Drie asynchrone 150 kW motoren

Het voertuig wordt aangedreven met behulp van asynchrone motoren op de assen. Op de vooras is één asynchrone motor met een vermogen van 150 kW geplaatst, terwijl op de achteras twee van deze motoren te vinden zijn. Deze configuratie zorgt volgens Piëch Automotive voor het typische sportautogevoel. De Mark Zero kan met deze motoren in 3,2 seconden accelereren naar 100 kilometer per uur, terwijl topsnelheid 250 kilometer per uur bedraagt. 

De Mark Zero van Piëch Automotive

De Mark Zero van Piëch Automotive

Opvallend aan de Mark One is ook het modulair platform waarop het voertuig is gebaseerd. Het platform kan van verschillende soorten aandrijflijnen worden voorzien. Denk hierbij aan elektrische motoren, maar ook aan hybride aandrijfsystemen en conventionele interne verbrandingsmotoren. Op termijn wil Piëch Automotive meer automodellen bouwen op basis van het voertuigplatform. Zo heeft het bedrijf plannen voor een tweepersoonsauto, een vierpersoonsmodel en een sportieve SUV. 

Langer up-to-date houden

Ook wijst Piëch Automotive erop dat het modulaire voertuigplatform het eenvoudiger maakt het voertuig op de lange termijn up-to-date te houden. Zo kunnen software hardware- als softwarecomponenten van het voertuig volgens de fabrikant eenvoudig worden vernieuwd of vervangen. Het Zwitserse bedrijf wil het modulaire platform ook aan andere fabrikanten in de B2B-markt gaan leveren. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Piëch Automotive

Gemeentes kiezen vaker voor verkeersborden van bamboe

Steeds meer dorpen en steden in Nederland laten hun aluminium verkeersborden vervangen voor duurzame borden gemaakt van bamboe. Daarmee volgen ze het voorbeeld van Den Bosch, waar in 2017 voor het eerst een proef met de borden werd gedaan.

Rotterdam is de nieuwste in de rij van gemeentes die overstappen op de bamboe verkeersborden. Vooral de afgelopen maanden kozen tientallen dorpen en steden ervoor om de aluminium verkeersborden te vervangen voor een duurzame variant. Daarmee willen ze aantonen dat duurzaamheid hoog op de agenda staat. 

In 2017 werd in Den Bosch een proef gestart met een aantal testexemplaren. Sinds oktober heeft Amsterdam 650 bamboeverkeersborden geplaatst, ook dat is een pilot. Ook in Amstelveen, Bloemendaal, Coevorden, Dordrecht,  IJmuiden, Rijswijk en Utrecht kun je bamboeverkeersborden vinden. Den Haag plaatste afgelopen december in het Hofkwartier 57 straatnaamborden van bamboe. In het Zuid-Hollandse Voorschoten maken momenteel in het centrum alle aluminium borden plaats voor bamboe-exemplaren.

Klimaatneutraal

Een groot deel van de borden werd ontwikkeld door HR Groep in samenwerking met bamboefabrikant Moso. Tegen AD.nl zegt Hans Heijmans, bamboespecialist bij HR Groep: “Wij wilden duurzamer werken en zijn gaan zoeken naar andere materialen dan aluminium.” Hij legt ook uit dat bamboe volledig klimaatneutraal is. “Bamboe absorbeert 400 kilogram CO2 per kubieke meter. Bij de productie van aluminium uit bauxiet wordt juist 33.000 kilogram CO2 per kubieke meter uitgestoten.” 

Ook is een verkeersbord van bamboe, dat geen hout maar een grassoort is, robuuster dan een aluminium bord; het gaat langer mee omdat het bord geïmpregneerd wordt met een vocht- en schimmelwerend middel. Het is een zeer sterk materiaal, met name door de hardheid, dichtheid en stabiliteit. HR Groep biedt dan ook twintig jaar garantie op de bamboeverkeersborden, acht jaar meer dan op een aluminium bord. “Eigenlijk kan een bamboebord een kwart eeuw mee, maar het folie met het verkeersvoorschrift houdt het niet zo lang uit”, aldus Heijmans tegen AD.nl. In het bord kan ook een sensor worden aangebracht die beweging detecteert.

Hogere prijs

Een nadeel van bamboeborden is dat ze duurder zijn in aanschaf, ongeveer 30 procent duurder dan een aluminiumbord. Toch zeggen de meeste gemeenten dat de hogere prijs hen niet zal tegenhouden om voor de bamboeborden te kiezen. Dit heeft er vooral mee te maken dat gemeenten de borden als een manier zien om hun duurzaamheidsstreven aan de inwoners te kunnen laten zien. Het valt namelijk direct op dat het bord gemaakt is van bamboe. 

In het AD valt overigens ook te lezen dat HR Groep, dat al veertig jaar verkeersborden maakt, bezig is met nog meer duurzame materialen. Zo wordt er ook bekeken of verkeersborden van vlas en hennep gemaakt kunnen worden. 
 

Bron: AD.nl
Foto: HR Groep

Foodtech: Robotarm biedt voedingsindustrie de helpende hand

Afgelopen jaar zijn bedrijven uit de voedingsindustrie geïnterviewd over de meest veelbelovende Foodtech toepassingen voor de komende vijf jaar: robotisering, data-technologie en nieuwe verwerkingstechnieken zoals bijvoorbeeld hoge druk toepassing. Technologie als middel om te groeien en om de concurrentiekracht te versterken. De voedingsindustrie werkt continu aan vernieuwing van processen en producten. Dat is om meerdere redenen nodig.

Consument en samenleving willen meer informatie over productie van voeding

De consument wil absoluut veilige producten die traceerbaar zijn én betaalbaar. Diezelfde consument is wel enigszins in verwarring als het gaat over voeding en technologie. Men wil gezonde voeding maar is tegelijk bezorgd over de langere termijn effecten van bewerkt voedsel. Technologie creëert ook een tegenbeweging, namelijk de roep om ‘high touch’ producten die door mensenhanden zijn gemaakt. Zo zie je in de broodindustrie investeringen in authentieke uitstraling: een kleinschaliger merk binnen een groot bedrijf met specifieke marketing.

Met technologie meer, efficiënter en duurzamer produceren

Producenten zullen meer en efficiënter moeten produceren om het groeiend aantal inwoners te kunnen blijven voeden. De concurrentie uit de lage lonen landen neemt toe maar de Nederlandse voedingsindustrie kan zich hier met een hogere arbeidsproductiviteit en hoge voedselveiligheid positief onderscheiden.

De wereldbevolking groeit naar 2050 tot 10 miljard en de toenemende welvaart maakt het noodzakelijk om duurzaam en met minder grondstoffen te produceren. Er is een radicaal ander eetpatroon nodig voor mens en milieu en de voedingsindustrie zal hier nog meer op moeten inspelen. Het Nationaal Preventie Akkoord is een uitstekende vervolgstap, maar er zal echt een versnelling moeten plaatsvinden,  bij voorkeur zonder dwang van de overheid. De voedingsindustrie kan hier een belangrijke positie innemen als ‘koks en menusamenstellers’ voor de BV Nederland.

Foodtech toepassingen in de lift.

De drempels voor robotisering in voedingsindustrie zijn geslecht. In de sector komen steeds meer  precisierobots die tere en telkens wisselende producten beter kunnen verwerken in een vaak  uitdagende omgeving (hitte, vocht, kou).  Daarnaast verkleint robotisering de afhankelijkheid van de factor arbeid. Uit oogpunt van voedselveiligheid is er door minder menselijke inmenging in het productieproces een kleinere kans op besmetting. Bovendien wordt het werk door inzet van robotisering aantrekkelijker. Er verdwijnen meer productiebanen en er verschijnen meer technische banen. Dat is aantrekkelijk voor het sectorimago, wat nodig is omdat ook de voedingsindustrie te maken heeft met een toenemend tekort aan technici. ING heeft berekend dat naar 2030 er 47.000 nieuwe medewerkers nodig zijn, inclusief pensioenvervanging. Bijna 50 % hiervan kan worden  opgevangen met technologie.

 

 

 

 

 

 

 

Data-technologie voor betere traceerbaarheid en transparantie.

Toepassing van data-technologie helpt tot een betere voorspelling en planning van productie. Daarbij is een 100% traceerbaarheid van producten door de hele voedselketen mogelijk, van boer tot bord. Het is dan bijvoorbeeld gemakkelijker om antibioticavrij vlees te garanderen. Of het Beter Leven keurmerk in de hele  keten te borgen.

Value for money: technologie biedt helpende hand.

De valuecase voor investeringen in de drie veelbelovende food technologieën is steeds beter te maken omdat de payback period van deze investeringen steeds korter wordt en de arbeidskosten blijven stijgen, ook in landen als Polen. De terugverdienperiode wordt ook korter omdat de investeringen meerdere doelen dienen. Robotisering maakt het productieproces constanter en minder arbeidsintensief. Een stijgende lijn in Techinvesteringen kan de concurrentiekracht naar een hoger niveau tillen en daarmee ook bijdragen aan de continuïteit van de voedingsproductie en verwerking in Nederland.

Meer weten? Hier tref je de samenvatting en de ING sectorstudie ‘Foodtech, technologie in de voedingsindustrie. Robotarm biedt voedingsindustrie de helpende hand’.

Dit artikel is geschreven door: Ceel Elemans, Sector Banker ING Food & Agri

Nederland is koploper met lane assist systemen

39% van alle auto's die in Nederland nieuw geregistreerd worden is voorzien van een lane assist systeem, waarmee ons land in de Europese Unie (EU) koploper is. Ook het gebruik van automatisch noodremsystemen is in Nederland met 45% hoog.

Dit blijkt uit onderzoek van Bosch en Jato Dynamics naar het gebruik van zogeheten ‘advanced driver-assistance systemen’ (ADAS) in Europa. Denk hierbij aan parkeerhulpen, automatische inparkeersystemen, achteruitrijcamera’s en Lane Assist Systemen. 

Nieuwe functionaliteiten en opties worden doorgaans als eerst beschikbaar in high-end automodellen. Opvallend is dat dit bij ADAS niet het geval is. Sterker nog: uit het onderzoek van Bosch blijkt dat compacte en middelgrote auto’s doorgaans het best uitgerust zijn met dergelijke beveiligingssystemen. Zo is in Duitsland 55% van alle nieuw geregistreerde compacte en middelgrote auto’s voorzien van tenminste één parkeerassistent, zoals een achteruitrijcamera, parkeersensor of parkeerhulp. Bij high-end automodellen ligt dit percentage op 25%. 

Flinke verschillen tussen EU-lidstaten

Binnen de EU zijn tussen lidstaten flinke verschillen zichtbaar in de omarming van ADAS. Als we bijvoorbeeld naar parkeerassistenten kijken gaat Frankrijk aan de leiding; 85% van alle nieuwe voertuigen in Frankrijk is voorzien van een dergelijke assistent. Italië scoort met 44% juist opvallend laag. In Nederland ligt het percentage op 62%, waarmee ons land op de vierde positie staat. 

Nederland scoort ook hoog met het gebruik van lane assist systemen. 39% van alle nieuw geregistreerde voertuigen in ons land is van een dergelijk systeem voorzien, waarmee Nederland koploper is. Duitsland en Frankrijk staan met beide 38% op een gedeelde tweede plaats. Italië scoort met 27% het laagst van alle onderzochte EU-lidstaten.

Automatisch noodremsystemen populair in Nederland

Ook zijn automatisch noodremsystemen in Nederland populair. 45% van alle nieuwe auto’s in ons land is uitgerust met een dergelijke systeem. Dit is goed nieuws, aangezien dergelijke systemen veel levens kunnen redden. Het UN Economic Commission for Europe schat dat automatische noodremsystemen in uitsluitend de Europese Unie (EU) op jaarbasis al zo’n 1.000 levens kan redden. 

Alleen België en Duitsland scoren hoger; in beide landen is 54% van de nieuw geregistreerde voertuigen voorzien van een automatisch noodremsysteem. Italië staat met 30% opnieuw onderaan de ranglijst. 

‘Rijondersteuningssystemen kunnen levens redden’

“Meer en meer autokopers willen een voertuig dat anticipeert en zelfs ingrijpt bij rijbewegingen”, zegt Dr. Dirk Hoheisel, bestuurslid van Bosch. “Rijondersteuningssystemen zijn niet alleen coole gadgets die rijden plezieriger maken, zij kunnen ook levens redden.” 

Op dit moment wordt in de Europese Unie gewerkt aan een verplichting nieuwe voertuigen te voorzien van ADAS. Deze verplichting gaat alleen gelden voor nieuwe voertuigen; er komt geen verplichting bestaande voertuigen van dergelijke systemen te voorzien. Naar verwachting is in 2022 ieder nieuw voertuig dat in de EU op de weg komt van ADAS voorzien; de EU-commissie interne markt en consumentenbescherming stemde onlangs voor het invoeren van deze verplichting. Dit wordt gezien als een belangrijke stap richting het goedkeuren van deze wetgeving.

‘Invoering komt te vroeg’

De Europese branchevereniging voor de automotive sector ACEA vindt dat echter dat deze verplichting te snel komt. De organisatie noemt de veiligheidsmaatregelen van belang, maar vindt dat de tijd tussen het bekend maken van deze verplichting en de invoering hiervan te kort. ACEA pleit ervoor deze periode minimaal 36 maanden te maken, zodat fabrikanten voldoende tijd hebben om aan de verplichting te voldoen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Bosch
Bron: ACEA

Slimme oplossingen voor de gehele metaalindustrie op De Brabantse Metaaldagen

De metaal- en maakindustrie is volop in beweging, maar het is wel belangrijk dat iedereen de juiste richting op beweegt. Om ook internationaal concurrerend te kunnen blijven, moet er toegewerkt worden naar een Smart Industry, waarin evenveel of zelfs minder personeel en machines voor meer productie kunnen zorgen. En dat kán, met een verscheidenheid aan oplossingen, waarvan een heel groot deel gepresenteerd zal worden op De Brabantse Metaaldagen.

De Brabantse Metaaldagen – van 10 t/m 12 april in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch – is een nieuw evenement dat gericht is op de metaal- en maakindustrie en helemaal in het teken staat van procesoptimalisatie en productieverbetering. Hier zullen zowel sprekers als exposanten slimme oplossingen presenteren die professionals echt verder kunnen helpen met hun bedrijf.

Op weg naar Industrie 4.0
Het grootste probleem van de maakindustrie is het gebrek aan goed gekwalificeerd personeel. Dit heeft te maken met de veranderende behoefte van de markt. In plaats van extra machines en mensen is men nu op zoek naar oplossingen om meer productie te draaien met het huidige personeel of zelfs minder mensen. Kortom, de klant is op zoek naar manieren om snelle productieverbeteringen te realiseren.

Deze productieverbeteringen kunnen bereikt worden met grote én kleine oplossingen, zoals een nieuwe machine, automatisering, betere software of opleiding van het personeel, maar ook het tijdig leveren van het juiste materiaal en gereedschap. Alles wat kan helpen bij het efficiënter en productiever maken van bedrijven op weg naar Industrie 4.0, is het onderzoeken waard.

Industriebrede oplossingen
De volle breedte van oplossingen zal aan bod komen op De Brabantse Metaaldagen. Zo is er niet alleen – zoals gebruikelijk op metaalbeurzen – aandacht voor tastbare onderdelen als machines, materialen en gereedschappen, maar ook voor software- en organisatorische oplossingen. En die aandacht is er niet alleen in de vorm van concrete, kant-en-klare producten maar ook in de hoedanigheid van presentaties die voor de nodige inspiratie en verdieping zorgen.

Mediumverdelers en gestandaardiseerde modulariteit
De Metaaldagen zijn de perfecte plek voor een professional om werkbare oplossingen aangereikt te krijgen voor zijn specifieke vakgebied. Bedrijven als MHT, Cellro, Astes4 en Olmia Robotics zullen er hun unieke producten laten zien. Zo zal er een systeem te zien zijn dat een lasersnijmachine combineert met een automatisch magazijn, voor een optimale materiaalstroom. Daarnaast komen voorbeelden langs van zogenaamde gestandaardiseerde modulariteit: een vernieuwende benadering van productieautomatisering. Maar er is meer, veel meer; zoals een beladingskast voor bewerkingsmachines waarmee de productie wordt verhoogd. En wat te denken van een ‘mediumverdeler’ waarmee het efficiënte en schonere droogfrezen een realiteit wordt?

Additive manufacturing en digital twins
Ook aan innovatieve diensten en ideeën is geen gebrek. Keynotesprekers als Dr. Bibi Visnjicki van het Fraunhofer Instituut, Michael Strahlberger van Siemens en Stewart Lane van Renishaw zullen allemaal hun unieke perspectief bieden op de kansen die er liggen binnen de metaal- en maakindustrie. Daarbij zal het gaan over specifieke technologische oplossingen, de voordelen van additive manufacturing en de manier waarop digital twins de productie kunnen verhogen.

Daarnaast dragen onder meer de bedrijven Isah Business Software en ING hun steentje bij, met presentaties over – respectievelijk – goede softwareoplossingen voor procesoptimalisatie en de kansen voor toeleveranciers in de snelgroeiende hightechindustrie.

Bereikbare oplossingen voor een slimme maakindustrie
Het mag duidelijk zijn: er moeten zonder twijfel stappen worden gezet, maar die slimme industrie is dichterbij en bereikbaarder dan zij misschien in eerste instantie lijkt. Ieder bedrijf kan nu al profiteren van de kennis die er is binnen de metaal- en maakindustrie en de vele vernieuwende producten die ontwikkeld zijn. Het is alleen nog een kwestie van het vinden van de best passende oplossing voor elke individuele professional. En dit kan nergens beter dan op De Brabantse Metaaldagen.

Geïnteresseerden kunnen zich via deze link registreren voor gratis toegang tot De Brabantse Metaaldagen.

Robot bouwt deel Robot Science Museum

Het Turkse architectenbureau Melike Altinisik Architects (MAA) is geselecteerd voor de bouw van het nieuwe Robot Science Museum (RSM) in Seoul, Zuid-Korea. Opmerkelijk is het feit dat het gebouw volgens het bureau gedeeltelijk door robots zal worden gebouwd. Daarnaast worden ook 3D-printmachines en drones ingezet bij de bouw.

Het Robot Science Museum wordt gebouwd in opdracht van de gemeenteraad van Seoul dat de publieke belangstelling voor en kennis van robotica wil vergroten. Het initiatief maakt deel uit van een bredere ontwikkeling in een gebied waar ook een fotomuseum zal komen te staan.

Naast robotica komen in het Robot Science Museum ook andere wetenschappelijke ontwikkelingen aan de orde. Zo passeren bijvoorbeeld ook kunstmatige intelligentie, Virtual Reality en Augmented Reality en holografische technologie de revue. De bouw van het museum is echter de eerste ‘tentoonstelling’.

Volgens het architectenbureau speelt het nieuwe Robot Science Museum een rol in het bevorderen en uitdragen van wetenschappelijke kennis, technologie en innovatie in de samenleving. Naast het tentoonstellen van robots zullen deze volgens het bureau ook een rol gaan spelen bij het verdere ontwerp, de productie en constructie en dienstenverlening. In alle aspecten zal de robot terugkomen.

De gebogen metalen gevel van het bolvormige gebouw wordt gegoten, gemonteerd, op zijn plaats gelast en vervolgens gepolijst door machines. Daarnaast worden 3D printers gebruikt voor het maken van de betonnen elementen van de omliggende landschapsarchitectuur. Verder verwachten de architecten dat drones onder meer gebruikt gaan worden voor bouwinspecties, veiligheidsbewaking en het houden van toezicht op de robotachtige voertuigen op de bouwplaats.
 

Elektrische draagvleugelboot als taxi

Door boten te voorzien van draagvleugels kunnen deze als het ware uit het water worden getild en zijn ze veel comfortabeler en efficiënter. Een in Frankrijk ontworpen draagvleugelboot maakt ook nog eens gebruik van elektrische aandrijving en een automatisch zelfstabiliserend systeem. Dat zorgt voor schoon en stil vervoer over water.

De taxi maakt nu ook in Amerika furore, waar deze als eerste wordt ingezet in Miami. De Bubble Taxi heeft vijf zitplaatsen en heeft daarmee veel weg van een auto die over het water vliegt.

Het prototype van de Bubble Taxi heeft twee propellers op een elektrische aandrijving van 20 kW (27 pk). Zodra een snelheid van circa 13 km/u wordt bereikt, ontwikkelen de draagvleugels voldoende opwaartse druk om het uit het water omhoog te komen. Op die manier kan een topsnelheid van 28 km/u worden gehaald. De taxe zweeft daarbij zo’n 40 cm boven het water.

Omdat de romp van de boot uit het water komt, ligt de weerstand zo’n 40 procent lager en kan met de 21,5 kWh-batterij langer worden gevaren. De batterij is goed is voor twee uur gebruik of 40 km; de oplaadtijd bedraagt vijf uur. En omdat er door de draagvleugels ook minder contact is met het wateroppervlak, is het reizen met de Bubble Taxi ook nog eens comfortabel. Deze cijfers gelden volgens producent Seabubbles voor het prototype. Verwacht wordt dat de uiteindelijke uitvoeringen sneller zullen zijn en – met grotere batterijen – ook een grotere actieradius hebben en een laadtijd van slechts 35 minuten.

Heb je het gevoel dat zo’n draagvleugelboot er toch een beetje onstabiel uitziet met drie van de draagvleugels? De Bubble Taxi gebruikt gyroscopische en hoogtesensoren die voortdurend de hellingshoek en rolhoeken meten. De besturing wordt hier direct op aangepast, zodat de boot zich tijdens het varen automatisch corrigeert en stabiliseert.

Alhoewel de Bubble Taxi oogt als een auto, is die met een prijs van rond de 200.000 dollar wel een tikje duurder. Dat wordt deels gecompenseerd door besparingen op brandstof en onderhoud. Maar het allerbelangrijkste blijft toch wel de uitstraling; die is ronduit futuristisch en trendy.

Zien hoe die eruit ziet? Onderstaande video geeft je een indruk.

 

Temperatuurbril geeft ogen rust na kijken op scherm

10 uur en 39 minuten. Dat is de tijd die we gemiddeld doorbrengen achter de schermen van onze computers en smartphones. Dat heeft ook nadelige gevolgen: slecht in slaap komen en schade aan de ogen. Een Canadees bedrijf heeft daar iets op gevonden. Het heeft een 'temperatuurbril' ontwikkeld dat de ogen na al die schermtijd rust moet geven.

De soort ’temperatuurbril’ is ontworpen door het bedrijf Umay Care. De makers stellen dat het gebruik van de bril de ogen rust geeft nadat deze lange tijd zijn blootgesteld aan schermen.
We spenderen gemiddeld zo’n tien uur achter een scherm. Verschillende studies hebben al aangetoond dat dit niet alleen schadelijk is voor de geestelijke gezondheid en de kwaliteit van slapen maar ook voor de ogen. 

Warmtetherapie

Er wordt momenteel veel getest met prototypes. Deze kunnen koelen met een temperatuur van 16-20 graden en warmt op tot 40-45 graden. De makers noemen de techniek Meditative Heat. Het is gebaseerd op jarenlang onderzoek naar warmtetherapie. 

De bril is draagbaar, licht van gewicht en komt met een USB-oplader. Daarnaast vibreert de bril lichtjes wat de gebruiker rustiger moet laten ademen. De Umay-bril komt waarschijnlijk later dit jaar op de markt in de VS en Europa. Waarschijnlijk gaat de bril zo’n 250 euro kosten. Je kunt je via de website al inschrijven voor de wachtlijst. 

In aanloop naar CES 2019 werd Umay met de bril al benoemd tot ‘CES Innovation Awards Honoree’ in de categorie ‘Tech for a better world’.

 

Bron: Nu.nl/Umay

HoloLens 2 geeft chirurgen zicht bij minimaal invasieve operaties

Philips combineert zijn platform voor beeldgeleide interventies Azurion met de HoloLens 2 van Microsoft. Op de deze headset worden beelden getoond die chirurgen tijdens minimaal invasieve operaties helpen hun weg te vinden door het menselijk lichaam.

Dit hebben Philips en Microsoft bekend gemaakt op het Mobile World Congress (MWC) in het Spaanse Barcelona. De HoloLens 2 is een zogeheten ‘Mixed Reality’-headset die door Microsoft dit jaar op de MWC is geïntroduceerd. Deze headset maakt het mogelijk een virtuele laag op de fysieke wereld te projecteren en hierdoor extra elementen aan de wereld toe te voegen. Zo is het mogelijk instructies en uitleg te projecteren op de bril, zodat een gebruiker deze instructies kan lezen terwijl hij handelingen uitvoert.

Wat is Mixed Reality?

Mixed Reality is een tegenhanger van twee andere technologieën: Virtual Reality en Augmented Reality. Waar een gebruiker bij Virtual Reality zich volledig in een virtuele wereld bevindt, wordt bij Augmented Reality juist de fysieke wereld aangevuld met virtuele elementen. Dit is ook bij Mixed Reality het geval. Het verschil tussen Augmented Reality en Mixed Reality is dat bij deze laatste technologie fysieke en virtuele elementen nauwelijks tot niet van elkaar te onderscheiden zijn. De grens tussen werkelijkheid en virtueel vervaagt hierdoor. 

De mogelijkheid virtuele beelden te projecteren kan voor chirurgen die minimaal invasieve operaties uitvoeren van grote waarde zijn. Zo wordt bij dit soort operaties via één of enkele kleine incisies in het menselijk lichaam geopereerd. Door deze minimale incisies heeft de chirurg tijdens de operatie geen direct zicht op zijn eigen handelingen. Om dit zicht toch te krijgen wordt gebruik gemaakt van beeldvormende technologie zoals röntgenstralen en ultrasound. 

Beeld: Philips

Beeld: Philips

Azurion platform

Philips heeft hiervoor het Azurion platform ontwikkeld, dat al langer beschikbaar is. Dit platform werd begin 2017 gelanceerd en vormt een totaaloplossing voor beeldgeleide interventies. Azurion wordt gecombineerd met de HoloLens 2, de Mixed Reality-headset van Microsoft. 

“De transitie van open chirurgie naar beeldgeleide procedures heeft voor een verschuiving gezorgd in het verbeteren van patiëntresultaten en het reduceren van kosten – onder meer door het verblijf van patiënten in een ziekenhuis na hun behandeling te verkorten”, legt Atul Gupta, Chief Medical Officer voor Image Guided Therapy bij Philips. 

Focus op de patiënt houden

“Op ons Azurion platform integreren we een reeks databronnen op een wijze die intuïtief te begrijpen en gebruiken is. Door samen te werken met Microsoft en HoloLens 2 tillen we dit naar het volgende niveau, waarbij we de arts onderdompelen in een op maat gemaakt augmented reality omgeving. Dit concept stelt mij in staat de echte wereld te zien, aangevuld met live data en 3D-medische beelden die nodig zijn voor nauwkeurige operaties. Niet onbelangrijk: het laat mij ook Azurion aan te sturen met mijn stem, oogbewegingen en geavanceerde gebaren. Het draait allemaal om focus kunnen houden op de patiënt”, aldus Gupta.

“Mixed Reality geeft mensen nieuwe manieren om interactie te hebben met de digitale en fysieke wereld, wat de voordelen van de digitale revolutie naar geheel nieuwe ervaringen brengt”, zegt Alex Kipman, Technical Fellow AI & Mixed Reality bij Microsoft. “Ik ben verheugd te zien dat bedrijven in een brede reeks sectoren meer bereiken door de producten in te zetten die wij samen met onze partners en ecosysteem hebben ontwikkeld. Mixed Reality heeft een geweldige potentie in de zorg, en onze samenwerking met Philips toont aan dat we op weg zijn deze potentie te realiseren.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Philips
Bron: Microsoft

Ultimaker, een toekomstbestendig cloud-platform dat de 3D-print workflow ondersteunt

De snelle adoptie van 3D-printen vraagt om een platformoplossing die de workflow voor de gebruiker eenvoudiger maakt en die verenigbaar is met een breed scala aan softwareapplicaties en materialen. De open strategie van Ultimaker maakt het voor industriële partners, zoals leidende CAD-leveranciers en materiaalfabrikanten, mogelijk om te integreren met Ultimaker Cloud.

Ultimaker heeft op de TCT ASIA de lancering van Ultimaker Cloud aangekondigd. Ultimaker Cloud is een toekomstbestendig cloud-platform dat is ontworpen om de professionele 3D-print workflow te ondersteunen. De eerste cloud-diensten die worden aangeboden zijn 3D-printen of afstand, ongelimiteerde toegang tot de Marketplace en beoordelingen in de Marketplace. Ook is er nu de mogelijkheid om een back-up te maken van gebruikersinstellingen voor toegang op afstand. Ultimaker Cloud is vanaf 19 maart beschikbaar samen met Ultimaker Cura 4.0, die beschikt over een vernieuwde gebruikersinterface.

Jos Burger, CEO van Ultimaker: “Ultimaker Cloud vormt de basis voor toekomstige waardeproposities van Ultimaker en onze belangrijkste industriële partners. Dit is een belangrijke stap in onze missie om de wereldwijde transitie naar lokale, digitale productie te versnellen. We hebben samen met ons wereldwijde netwerk van software- en materiaalpartners hard gewerkt aan deze oplossing. Ik twijfel er niet aan dat dit ervoor zorgt dat Ultimaker de voorkeursoplossing op het gebied van dekstop 3D-printen wordt.

Data als nieuw materiaal voor ontwerpers

Producten die we gebruiken worden steeds slimmer, genereren bergen data en zijn steeds vaker met internet en met elkaar verbonden. Vaak worden de data van dit soort intelligente ecosystemen achteraf gebruikt om te evalueren wat mensen van het product vinden. Janne van Kollenburg en Sander Bogers, die op donderdag 28 februari promoveren aan de faculteit van Industrial Design aan de Technische Universiteit Eindhoven, hebben een methode ontwikkeld waarbij data vanaf het begin worden betrokken in het creatieve proces van ontwerpers.

De ‘Data-enabled Design-methode’ stelt ontwerpers in staat om betere producten te ontwerpen die optimaal zijn afgestemd op de wensen van de gebruiker. Ook kunnen ze zo al in een vroeg stadium bepalen welke data relevant zijn. Eventuele zorgen over veiligheid en privacy kunnen daarmee al in een vroeg stadium worden meegenomen. “Data is zo’n belangrijk onderdeel geworden van een ontwerp, dat je ook moet beginnen met ontwerpen vanuit de data die een product verzamelt”, zeggen Bogers en Van Kollenburg.

Slimme Babyfles

In hun duo-proefschrift beschrijven Bogers en Van Kollenburg drie voorbeeldprojecten die ze hebben ontwikkeld in samenwerking met Philips Design. Zo ontwierpen zij een prototype van een flessenhoes die past op de Philips Avent babyflessen. De hoes registreert onder andere de drinktijd, de temperatuur van de melk en de hoeveelheid melk die de baby drinkt. De flessenhoes werd door verschillende families getest.

Door de data kreeg het ontwerpteam inzicht hoe verschillend ouders en verzorgers hun baby voeden en ontstonden er nieuwe ideeën om hen daarin te ondersteunen. Omdat de prototypes op afstand konden worden gevolgd en aangepast, kon de feedback van de deelnemende ouders snel worden verzameld en was het uitproberen van nieuwe ideeën eenvoudig.

Zo ontstond uiteindelijk de Slimme Babyfles, die ouders persoonlijk advies kan geven bij het voeden van hun kind. Zo kan de fles bijvoorbeeld persoonlijke tips geven over hoe het beste over te schakelen naar een voeding per dag minder.

Nieuwe generatie van design

Naar aanleiding van het promotieonderzoek is er inmiddels een Data-enabled Design team opgezet binnen Philips Design. Ook hebben Bogers en Van Kollenburg een lesprogramma ontwikkeld voor studenten van Industrial Design aan de TU/e. Naast de methodologische inzichten hebben de voorbeeldprojecten zelf ook veel impact gehad. De Slimme Babyfles is gepresenteerd op grote technologiebeurzen en wordt zeer binnenkort op de markt gebracht door Philips Avent. Andere innovaties zijn beschreven in een drietal patenten die nu nog verder in ontwikkeling zijn bij Philips.

Het volledige proefschrift is hier te lezen. 

 

Bron: TU Eindhoven

Foto: Philips

HyperloopTT opent testtraject in Frankrijk Nieuwe elektrische sportwagen laadt binnen 5 minuten op tot 80% capaciteit Gemeentes kiezen vaker voor verkeersborden van bamboe Foodtech: Robotarm biedt voedingsindustrie de helpende hand Nederland is koploper met lane assist systemen Slimme oplossingen voor de gehele metaalindustrie op De Brabantse Metaaldagen Robot bouwt deel Robot Science Museum Elektrische draagvleugelboot als taxi Temperatuurbril geeft ogen rust na kijken op scherm HoloLens 2 geeft chirurgen zicht bij minimaal invasieve operaties Ultimaker, een toekomstbestendig cloud-platform dat de 3D-print workflow ondersteunt Data als nieuw materiaal voor ontwerpers

Meer van Wouter Hoeffnagel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven