maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nieuwegeins ziekenhuis laat opbaarmeubeltje maken voor overleden baby's

Het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein heeft een bijzonder product laten ontwikkelen. Op de kraamafdeling wordt vanaf nu gebruikgemaakt van een speciaal opbaarmeubel voor baby's die komen te overlijden.

Het is voor het eerst dat een ziekenhuis in Nederland een dergelijk meubeltje laten maken voor baby’s die voor of tijdens de bevalling overlijden. Toch is het volgens het ziekenhuis van belang dat zoiets er is. “Om het verlies van een kindje te verwerken is het voor ouders erg belangrijk om op een passende manier afscheid te kunnen nemen. Dit meubeltje helpt daarbij”, vertelt Sandra Tangelder, hoofd Zorg en Ondersteuning, waar ook het Mortuarium van het ziekenhuis onder valt in een persbericht.

Bij Geboortezorg in het St. Antonius wordt gewerkt volgens de visie van ‘Family Centered Care’ ofwel gezinsgerichte zorg, wat betekent dat het gehele gezin centraal staat in de zorgverlening rondom de geboorte. Een van de kenmerken hiervan is dat moeder en kind na de bevalling niet worden gescheiden, ook niet wanneer een van de twee extra zorg nodig heeft.

“Graag wilden we dit concept ook toepassen als een kindje tijdens of vlak na de geboorte overlijdt”, vertelt Sandra. “Samen met de medewerkers van Geboortezorg zijn we op zoek gegaan naar een mooie manier waarop het gezin van vroeggeboren en voldragen overleden kindjes zo lang en zo dicht mogelijk bij elkaar kan blijven. Dat helpt bij het afscheid nemen. ”

De medewerkers van het Mortuarium en Geboortezorg hebben contact gezocht met een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen van opbaarmogelijkheden. “Met de kennis en ervaring van deze drie partijen samen, is het gelukt om een mooi opbaarmeubeltje te ontwikkelen. Hierdoor kan het overleden kindje 24 uur per dag bij de ouders op de kraamsuite verblijven totdat ze naar huis mogen.”

Wateropbaring

In het opbaarmeubeltje is ook ruimte gemaakt voor wat persoonlijke spulletjes, zoals een knuffel of foto. Binnenkort wordt het meubeltje nog voorzien van een hemeltje. Naast reguliere opbaring is met het nieuwe meubeltje ook wateropbaring mogelijk. Wateropbaring is een methode waarbij het vroeggeboren overleden kindje langer en mooier bewaard kan blijven door het kindje in een thermo-acrylaat bakje in water te leggen. “Het speciaal geïntegreerde koelplaatje van het meubel zorgt ervoor dat het water op de juiste temperatuur blijft en het kindje er mooi blijft uitzien.”

Bij reguliere opbaring wordt het meubel opgemaakt als een bedje en zorgt het koelplaatje er ook voor dat het kindje de juiste temperatuur behoudt. Dat is van groot belang, omdat ouders het kindje vaak ook thuis nog willen opbaren. “Nieuw leven en dood, welkom heten en afscheid nemen, het ligt zo dicht bij elkaar, een zeer  ingrijpend proces voor ouders”, vertelt Sandra. “We hopen op deze manier  een bijdrage te kunnen leveren aan het op een passende manier afscheid nemen. Dat kun je maar één keer goed doen.”

 

Bron: Sint Antonius Ziekenhuis

Ford 3D-print grootste onderdeel voor rijdende auto ooit

Ford maakt bekend met behulp van een 3D-printer een aluminium inlaatspruitstuk te hebben geproduceerd. Het spruitstuk wordt gebruikt op de Hoonitruck, een gemodificeerde Ford F-150 uit 1977.

Het inlaatspruitstuk is door Ford Performance, de motorsport divisie van Ford, ontwikkeld in samenwerking met onderzoekers van het Digital Additive Production Institute van het Duitse RWTH Aachen. Het spruitstuk leidt lucht van de twee turbochargers van de F-150 naar de cilinders van de V6 motor.

926 pk sterke F-150 uit 1977

De Hoonitruck is een opvallend pick-up truck die eigendom is van Gymkhana-ster en rallyrijder Ken Block. Het voertuig is gebaseerd op een Ford F-150 uit 1977, al heeft de Hoonitruck naast zijn uiterlijk weinig overeenkomsten met dit klassieke Amerikaanse voertuig. Zo is de pick-up voorzien van een 3,5-liter Twin Turbo EcoBoost V6 motor, die is gebaseerd op het motorblok van de Le Mans-winnende Ford GT. Het motorblok levert zo’n 926 pk. 

Voor dit motorblok heeft Ford Performance samen met de onderzoekers van de RWTH Aachen een aluminium inlaatspruitstuk ontwikkeld. Het ontwerp is vervolgens met behulp van een 3D-printer vervaardigd. Ford stelt dat het om het grootste 3D-geprinte onderdeel voor een rijdende auto ooit gaat.

 Ford)

De Hoonitruck (bron foto: Ford)

Complexe web-achtige structuur

Raphael Koch, engineer Advanced Materials and Processes bij Ford, geeft aan dat het project het maximale heeft gevraagd van zowel het team als beschikbare rekenkracht, die wordt ingezet om simulaties uit te voeren. “Het inlaatspruitstuk heeft een complexe web-achtige structuur die niet vervaardigd kan worden met traditionele productiemethoden. We hebben de ondersteunende structuren uiteindelijk opgelost in zuur”, legt Koch uit. 

Het printen van het inlaatspruitstuk voor de Hoonitruck in totaal vijf dagen in beslag genomen. Het onderdeel weegt bijna zes kilogram. 

Verticaal printen

Ford zet al langer addivitieve productie in. Zo kondigde de autofabrikant in 2017 aan te gaan experimenteren met een Stratasys Infinite Build 3D-printer. Deze printer print in tegenstelling tot de meeste andere 3D-printers verticaal in plaats van horizontaal. Waar het printproces bij horizontaal printen wordt beperkt door een maximale hoogte, maakt verticaal printen het in theorie mogelijk objecten met een onbeperkt formaat te printen. 

Inmiddels wordt de productietechniek ingezet tijdens het ontwikkelproces van nieuwe voertuigen, meldt Ford. Zo wordt additieve productie gebruikt om nieuw ontworpen onderdelen snel te kunnen testen en verfijnen. Ook kan het bedrijf speciale gereedschappen sneller en kosteneffectiever produceren. 

Ford toonde in januari al een aantal onderdelen voor productievoertuigen die het bedrijf heeft 3D-geprint. Het ging hierbij onder meer om een beugel voor de airco in de Ford Focus, een stekker voor de Ford F-150 Raptor en een houder voor de elektrische parkeerrem van de Ford Mustang GT500.  Deze onderdelen zijn geproduceerd met behulp van 3D-printtechnologie van het Amerikaanse bedrijf Carbon. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Ford (foto)

Nieuwe 3D-printer print in enkele minuten een volledig object

Een nieuwe techniek voor additieve productie kan 3D-printen nog aantrekkelijker maken voor toepassingen in onder meer de maakindustrie. De techniek maakt gebruikt van licht om een vloeistof in korte tijd om te zetten in een vaste materie. Dit maakt het mogelijk in slechts enkele minuten een volledig object te printen, iets wat met veel andere printers al snel uren in beslag neemt.

De printer is ontwikkeld door de University of California Berkeley (UC Berkeley). De 3D-printer wordt de ‘replicator’ genoemd, wat een verwijzing is naar een apparaat uit Star Trek waarmee objecten kunnen worden gecreëerd.

‘FDM kent veel nadelen’

Met de replicator willen de onderzoekers beperkingen van bestaande 3D-printers aanpakken. Veel bestaande 3D-printers – inclusief varianten die al gebruik maken van licht – maken gebruik van fused deposition modeling (FDM), een techniek waarbij telkens een nieuwe laag wordt geprint om een object laag voor laag op te bouwen. Deze aanpak biedt volgens de onderzoekers verschillende beperkingen en nadelen:

Met FDM is het relatief moeilijk om flexibele objecten te printen aangezien flexibele materialen tijdens het printproces vervormen.
Om bepaalde vormen zoals bogen te printen zijn ondersteunende constructies nodig, die na het printproces verwijderd moeten worden.
Doordat objecten laag voor laag worden geprint, ontstaat een ’trapeffect’ aan de zijkanten van een object.

Viscose vloeistof

De replicator biedt een antwoord op deze beperkingen en nadelen. De printer maakt gebruik van een viscose vloeistof. Indien deze vloeistof – die ook als een hars wordt omschreven – aan een bepaalde hoeveelheid licht wordt blootgesteld, ontstaat een reactie waardoor het materiaal uithard. Door nauwkeurig patronen van licht te projecten op een roterende cilinder van de viscose vloeistof, kan deze vloeistof in één keer worden uitgehard in een gewenste vorm. Deze patronen van licht vergelijken de onderzoekers met films. 

Voor het printproces zijn eenvoudig beschikbare componenten nodig. “In feite neem je een standaard videoprojector, die ik letterlijk van huis heb meegenomen, en plugt deze in een laptop om een reeks gecomputeriseerde afbeeldingen te projecteren, terwijl een motor een cilinder draait waarin 3D-printhars aanwezig is”, legt Hayden Taylor, als universiteit docent werktuigbouwkunde bij UC Berkeley, uit. “Uiteraard zijn er hierbij allerlei subtiliteiten, zoals de wijze waarop je de hars opbouwt en vooral hoe je de afbeeldingen die geprojecteerd worden genereert. De barrière voor het creëren van een zeer eenvoudige versie van deze tool is echter niet groot.”

Materiaal rond een bestaand object printen

De onderzoekers stellen dat de replicator objecten kan printer die gladder, flexibeler en complexer zijn dan met traditionele 3D-printtechnieken mogelijk is. Zo maakt de replicator het onder meer mogelijk een nieuwe laag materiaal te printen rond een bestaand object. Als voorbeeld noemen de onderzoekers de hendel van een schroevendraaier, die om het metalen deel heen wordt geprint. 

De techniek achter de replicator kan een grote impact hebben op de inzet van 3D-printers, verwachten de onderzoekers. “Ik denk dat dit een route is naar het in staat zijn om op grote schaal objecten op maat te maken, ongeacht of dit nu protheses of hardloopschoenen zin”, aldus Taylor. “Het feit dat je een metalen component of iets uit een ander productieproces kunt nemen en hier een op maat gemaakte geometrie aan kunt toevoegen, kan de wijze waarop producten worden ontworpen geheel veranderen.”

Het team heeft inmiddels een reeks objecten geprint met de replicator. Deze objecten variëren van een klein beeldje tot een op maat gemaakt model van een kaak. Met behulp van de 3D-printer kunnen op dit moment objecten met een diameter van maximaal zo’n 10 centimeter worden geprint. 

Geïnspireerd op CT-scanners

De techniek achter de replicator is geïnspireerd op CT-scanners uit de zorg, waarmee artsen in staat zijn in het menselijk lichaam te kijken. Een CT-scanner stuurt röntgenstralen of andere elektromagnetische stralen onder verschillende hoeken het menselijk lichaam in. Door de patronen die hierdoor ontstaan te analyseren is het mogelijk organen en weefsels in beeld te brengen. “In feite draaien we dit principe om”, aldus Taylor. “We proberen een object te creëren in plaats van een object te meten. Veel van de onderliggende theorie die hiervoor nodig is kan echter worden vertaald uit de theorie achter computertomografie (CT).”

De hars die gebruikt wordt bestaat uit vloeibare polymeren vermengd met lichtgevoelige moleculen en opgeloste zuurstof. Door deze hars bloot te stellen aan licht, worden deze lichtmoleculen geactiveerd. Hierdoor ontstaat een proces waardoor de zuurstof in de hars oplost. Alleen op plekken waar de zuurstof volledig is opgelost vormen de polymeren de verbindingen die de vloeibare hars omzetten in een vaste materie. Hars die hierbij niet wordt gebruikt kan voor 100% worden hergebruikt. Bij het printen van objecten gaat hierdoor volgens de onderzoekers nauwelijks materiaal verloren. 

Object hoeft niet transparant te zijn

De onderzoekers benadrukken dat hoewel het licht in de hars moet kunnen doordringen om deze te kunnen uitharden, het uiteindelijke object niet transparant hoeft te zijn. Dit is mogelijk dankzij de inzet van een speciale verf die lichtgolven die nodig zijn om de hars te laten uitharden doorlaat, maar andere lichtgolven absorbeert. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: UC Berkeley
Foto door: Hayden Taylor van UC Berkeley

Studenten TU Delft presenteren weer innovatieve robots

Een robot die onkruid wiedt, een robot die met een camera naar de diepzee afreist, en een robot die blauwalg uit het water vist. Deze en nog vijf andere robots zijn op woensdag 30 januari 2019 te zien tijdens de demodag van de minor Robotica van de TU Delft.

De demodag is het jaarlijks terugkerende hoogtepunt van de minor Robotica, een educatief programma waarin studententeams van verschillende studierichtingen vijf maanden lang werken aan een robot, met alle uitdagingen die daarbij komen kijken. Dit jaar werken acht verschillende teams aan een robot. De studententeams maken de robots in opdracht van een klant, bijvoorbeeld een bedrijf of een museum. In veel gevallen moeten de robots dan ook een concreet probleem oplossen. Tijdens de demodag op 30 januari presenteerden de teams de resultaten van hun inspanningen.

Dit zijn de robots die bedacht zijn:

Onkruid wieden
Team: Bolts ’n Bears
Opdrachtgever: Odd.Bot 

De Weed Whacker is een lichte onkruidwiedrobot die zelf onkruid kan detecteren en verwijderen. Hierdoor hoeft er niet meer met zware machines gewerkt te worden die moeilijk bij het onkruid kunnen komen, en kan mogelijk het gebruik van bestrijdingsmiddelen teruggedrongen worden. Het team studenten werkt voor de ontwikkeling van deze robot samen met de startup Odd.bot.

Naar de diepzee
Team: LOBSTER

De diepzee is een van de meest fascinerende omgevingen op aarde. Het is echter zeer complex en duur om de diepzee te bereiken voor bijvoorbeeld onderzoek of inspectie. Team LOBSTER ontwikkelt een relatief kleine en autonome robot die snel de diepzee kan bereiken, foto’s kan nemen en/of metingen kan doen, en weer terug naar het zeeoppervlak kan gaan.

Meer informatie: http://lobster-explorer.com/

Blauwalg verwijderen
Team: Blooming Robotics
Opdrachtgever: Deltares

In de zomer worden de Nederlandse wateren geteisterd door een ongewenste gast, de blauwalg. Dit giftige micro-organisme maakt activiteiten in en op het water lastig of onmogelijk. In opdracht van Deltares ontwikkelt team Blooming Robotics aan een autonoom vaartuig dat algen van het wateroppervlak verwijdert en afvoert.

Meer informatie: https://www.bloomingrobotics.nl/

Onderhoud vliegtuigmotoren
Team: nFocus
Opdrachtgever: KLM Engine Services

Het onderhoud van vliegtuigmotoren is een zeer tijdsintensieve opgave, die per onderhoudsbeurt kan oplopen tot zo’n 80 uur. Team nFocus werkt aan een robot die autonoom de eerste inspectie van een vliegtuigmotor kan uitvoeren. Zij kijken hierbij niet alleen naar de technische aspecten, maar ook naar hoe de robot in het totale inspectie- en onderhoudsproces geïntegreerd kan worden.

Kaas rijpen
Team: Easy Cheesy
Opdrachtgever: Lely

Team Easy Cheesy werkt aan een volledig autonome kaasrijp-robot. Deze robot kan door een kaasrijp magazijn rijden en behandelt het gehele rijpproces van ruim 3500 kazen van zo’n 16 kg. Hiervoor dient de robot de kazen geregeld te keren zodat deze niet uitzakken. Ook worden de kazen gecoat met een speciale schimmeldodende coating zodat de kaas goed blijft.

Autonoom baggeren
Team: Indepth Dredging
Opdrachtgever: Boskalis

Voor het uitbaggeren van havens en waterwegen worden grote schepen gebruikt die de hele wereld afreizen om daar te werk te gaan. Hiervoor worden veel fossiele brandstoffen en mankracht gebruikt. De robot van team Indepth Dredging, Amphi, moet dit proces autonoom, duurzaam en schaalbaar maken. De onderwater robot rijdt met zijn rollers over de bodem om slib op te zuigen en naar een centrale pomp te vervoeren. 

Draagbare drone show
Team: bHive
Klant: MAVlab TU Delft

Er zijn regelmatig drone demonstraties om mensen enthousiast te maken voor de techniek en de vele mogelijkheden. bHive heeft een drone show ontwikkeld die makkelijk vervoerd wordt in een kist en overal (binnen) opgevoerd kan worden. De drones vliegen zelf op uit de kist en keren na afloop van de show zelf weer terug.

Coffee Corner robot
Team: Dorst. Robotics
Opdrachtgever: Science Centre Delft
 
De huidige coffee corner in het Delftse Science Centre bestaat uit een koffiezet apparaat en een koelkast. Het Science Centre wil van deze coffee corner graag een interactieve omgeving maken, die beter aansluit bij de expositieruimte. Team Dorst Robotics wil dit proces automatiseren met een modulair systeem en een robotarm. 

 

Bron: TU Delft

Daimler en BMW onderzoeken samenwerking voor ontwikkeling autonome voertuigen

De Duitse autofabrikanten Daimler en BMW overwegen een strategische samenwerking aan op het gebied van autonome voertuigen. De partijen willen gezamenlijke producten op dit gebied gaan ontwikkelen om zo de ontwikkelingskosten te verlagen. Ook willen de partijen een industriestandaard gaan opzetten.

Dit meldt het Duitse Handelsblatt op basis van anonieme bronnen binnen Daimler en BMW. Beide partijen willen onafhankelijk van elkaar blijven opereren, maar hun krachten op strategisch niveau bundelen. Daimler en BMW willen overigens niet bevestigen met elkaar in gesprek te zijn over een dergelijke strategische samenwerking. 

Hoge ontwikkelkosten maken samenwerkingen interessant

Daimler en BMW zijn van oudsher concurrenten. Dat de partijen nu toch een samenwerking aangaan op het gebied van autonome voertuigen is volgens Handelsblatt niet verrassend. Steeds meer autofabrikanten zouden tot dergelijke samenwerkingen worden bewogen door de hoge ontwikkelingskosten van autonome voertuigen. Daarnaast moeten autofabrikanten de concurrentie aan met IT-bedrijven zoals Google’s Waymo en vervoersdiensten als Uber, die een voorsprong hebben op dit gebied.

Daimler en BMW zijn dan ook niet de enige partijen die hun krachten bundelen. Zo kondigden Ford en Volkswagen recentelijk eveneens aan een strategische samenwerking aan te gaan. De partijen melden de mogelijkheden te onderzoeken om samen te werken op het gebied van elektrische voertuigen, autonome voertuigen en mobiliteitsdiensten. Door hun krachten te bundelen verwachten Ford en Volkswagen te kunnen profiteren van zowel schaalvoordelen als efficiëntieverbeteringen en hun concurrentiepositie te kunnen verbeteren.

De partijen verwachten in 2022 de eerste gezamenlijke producten op de markt te brengen. De focus ligt hierbij in eerste instantie op middelgrote pick-up trucks voor de wereldwijde markt en bestelwagens voor de Europese markt. 

Mercedes zet in op elektrische voertuigen

Mercedes kondigde deze maand ook aan meer dan een miljard euro te investeren in een zevental accufabrieken voor elektrische voertuigen wereldwijd. De eerste fabriek wordt gerealiseerd in het Poolse Jawor. In deze fabrieken worden accucellen die Mercedes bij externe partijen aanschaft geassembleerd tot accu’s. De overige zes fabrieken worden op termijn geopend in Duitsland, de Verenigde Staten, China en Thailand gebouwd. 

Een analyse van publiekelijk toegankelijke data door Reuters wijst uit dat Volkswagen op wat betreft investeringen in elektrische voertuigen met afstand koploper is. Autofabrikanten wereldwijd investeren in de komende vijf tot tien jaar naar verwachting 300 miljard dollar in technologie voor elektrische voertuigen. Bijna een derde van dit bedrag – zo’n 91 miljard dollar – is afkomstig van Volkswagen. 

China wordt belangrijke speler

Bijna de helft van deze investeringen zijn gericht op China, blijkt uit de analyse van Reuters. Dit onderschrijft het beeld dat naar voren komt in het Global Automotive Executive Survey 2019 van accountants- en adviesbureau KPMG, waarvoor ruim 1.000 managers in de autoindustrie en bijna 2.000 consumenten zijn ondervraagd. Ondervraagde managers voorzien dat China op korte termijn uitgroeit tot de grootste fabrikant van elektrische voertuigen. De autoproductie in West-Europa loopt tegelijkertijd juist terug; naar verwachting wordt in 2030 nog minder dan 5% van de auto’s wereldwijd in West-Europa geproduceerd.  https://www.maakindustrie.nl/nieuws/china-aan-leiding-in-elektrische-mob…

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Handelsblatt
Bron: Ford
Bron: Mercedes-Benz
Bron: Reuters
Bron foto: Pixabay / Bru-nO

Gaan robot-honden in de toekomst pakketjes bezorgen?

Het zou zomaar kunnen dat 'robot-honden' binnenkort pakjes komen afleveren. Het Duitse automotive bedrijf Continental AG heeft samen met het roboticabedrijf ANYbotics de toekomst van mobiliteit onderzocht en op basis daarvan een bezorgconcept bedacht. Zelf zien ze er veel potentie in.

Tijdens CES, dat onlangs is Las Vegas werd gehouden, presenteerde Continental het concept. Het gaat om een combinatie tussen bezorgrobots en autonome voertuigen. “De naadloze integratie van een voertuig zonder bestuurder – in dit geval de Continental Urban Mobility Experience (CUbE) – en een bezorgrobot zorgen voor een effectievere en efficiëntere distributie van goederen”, zo luidt een persbericht op de website van Continental. De CUbE, het autonome geëlektrificeerde ontwikkelingsplatform van Continental, wordt over het algemeen beschouwd als een oplossing voor stedelijke “eerste of laatste mijl” -mobiliteit. Dit type voertuig – vaak een robo-taxi of pod genoemd – maakt deel uit van de waardeketen voor naadloze mobiliteit. Het doel van deze voertuigen zal worden uitgebreid tot de levering van goederen om de beschikbare transportcapaciteit verder te benutten en de niet-actieve tijden te verkorten. “Marktschattingen laten zien dat de behoefte aan goederenvervoer zelfs de sterk groeiende behoefte aan personenvervoer in dichtbevolkte gebieden zal overtreffen. Met expertise in schaalbare technologieën en oplossingen zoals sensoren, milieuperceptie en -modellering, lokalisatie, positionering, situatieanalyse, besluitvorming en mechatronische actuatoren, heeft Continental de oplossingen en knowhow om aan deze behoefte tegemoet te komen.”

“Met behulp van robotlevering kan de visie van Continental voor naadloze mobiliteit worden uitgebreid naar de voordeur. Onze visie op trapsgewijze robotbezorging gaat om een voertuig zonder bestuurder om leveringsrobots te vervoeren, waardoor een efficiënt transportteam ontstaat”, aldus Ralph Lauxmann, hoofd van Systems & Technology, Chassis & Safety divisie, Continental. “Beide zijn geëlektrificeerd, beide zijn autonoom en beide kunnen in principe gebaseerd zijn op dezelfde schaalbare technologie. Deze synergieën creëren een spannend potentieel voor holistische leveringsconcepten die vergelijkbare oplossingen voor verschillende platforms gebruiken.”

Stedelijke bezorging 

Goederen- en pakketbezorging naar woonwijken is een groeiende en dynamische markt, en wordt aangestuurd door de verkoop van e-commerce die elk jaar toeneemt. “Met de groei van dit segment winnen de verzendkosten per uur aan belang. Dit maakt last mile en bezorgservices onderscheidend. Geautomatiseerde levering van goederen is naar verwachting een antwoord voor maximaal 80 procent van alle leveringen van bedrijven aan consumenten.”

Het idee is dat de CUbE straks één of meerdere bezorgrobots (die iets weghebben van honden) vervoeren en deze inzetten om het laatste deel van de goederen- en pakketketen te verzorgen.  “Het industrialiseren van de automatisering van de levering van goederen vereist betrouwbare, robuuste, goed presterende technologie – een mix die perfect tot uitdrukking komt in het auto-equivalent van automatisering. Het is juist dit profiel van expertise dat van Continental een van de toonaangevende leveranciers van geavanceerde bestuurderassistentiesystemen en voertuigautomatisering heeft gemaakt”, aldus Lauxmann.

Autotechnologie

De autotechnologie wordt als het ware overgebracht en opgeschaald om te voldoen aan de vereisten van robotfabrikanten. “De uitdagingen voor een afleverrobot lopen parallel met wat we al oplossen in geautomatiseerde voertuigen”, zegt Jeremy McClain, directeur van Systems & Technology, Continental North America. “Daarbij zullen leveringsrobots technologie nodig hebben die net zo geavanceerd en robuust is als onze auto-oplossingen. Met de steeds toenemende populariteit van online winkelen en de groei van megasteden, zullen unieke oplossingen voor pakketlevering nodig zijn. Autorijdende voertuigen in combinatie met bestelrobots zouden het perfecte antwoord kunnen zijn.”

Smart Cities

Zelfrijdende voertuigen vormen een zeer belangrijk element in de Smart Cities van de toekomst. Ze worden door veel experts beschouwd als een belangrijk element van toekomstige mobiliteitsconcepten om de uitdagingen van de urbanisatie op te lossen. Een bestuurderloos voertuig kan bijna 24/7 in gebruik zijn. Innovatieve stadsplanners zien voertuigen zonder bestuurder als een waardevolle toevoeging aan openbaar massatransport door de noodzaak van een privéauto uit te sluiten om naar het dichtstbijzijnde punt van toegang tot andere transportmiddelen te gaan. “Overdag zullen er pieken in de vraag naar onbemande voertuigen zijn. Buiten die piekuren zullen de autonome voertuigen vooral ingezet worden voor robotbezorging.” 

Amazon is overigens al begonnen met het bezorgen van pakketjes met een bezorgrobot. De zogenoemde Scout is van start gegaan in Washington. Er gaat nu nog een Amazon-bezorger mee, maar de robots zijn al wel in staat om zelf hun route te kiezen.

 

Bron: Continental AG/De Ingenieur.

 

Avond van de Maakindustrie zet mkb-maakindustrie in schijnwerper

Industriële mkb-bedrijven doen zichzelf tekort, zelfs in hoogconjunctuur

Nederland kent vele duizenden, innovatieve mkb-bedrijven die een onmiskenbare schakel zijn in de Nederlandse maakindustrie. Al deze bedrijven zorgen er voor dat de economie op volle toeren draait en er sprake is van een hoogconjunctuur. Tijdens de tweede editie van de Avond van de Maakindustrie op 13 maart a.s. worden daarom de schijnwerpers op ze gericht én worden ook de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar margebehoud bij industriële mkb-bedrijven.

De Avond van de Maakindustrie is een feest voor de mkb-maakindustrie en vindt plaats in Jaarbeurs Utrecht. De eerste editie in 2018 was een succes wat riep om een vervolg. Tijdens deze avond wordt de innovatiekracht en de diversiteit getoond, samen met de verbondenheid van de verschillende maakbedrijven en sectoren onderling. Innovatieve en flexibele mkb-bedrijven die samen het hart vormen van de maakindustrie in Nederland. Ze zijn belangrijke partners van bedrijven als ASML, Philips en Hoogovens en zijn onmisbaar voor het innovatief vermogen en de werkgelegenheid van de BV Nederland. De belangrijkste stakeholders in de MKB-maakindustrie, Koninklijke Metaalunie, FPT-VIMAG, en NRK, in samenwerking met Jaarbeurs, zetten om die reden de schijnwerpers op hun leden door uitreiking van diverse Awards. Naast de diverse Award uitreikingen presenteert ABN-AMRO de resultaten van een onderzoek naar margebehoud bij het industriële mkb-bedrijf in tijden van hoogconjunctuur. Alhoewel hoogconjunctuur suggereert dat mkb-bedrijven torenhoge winsten genereren, blijkt uit enquêtes en analyse van klantdata dat ook bij hoogconjunctuur winstmarges onder druk kunnen staan en extra attentie is geboden.  

Over Koninklijke Metaalunie

Koninklijke Metaalunie is met ruim 14.000 leden de grootste ondernemersorganisatie voor het MKB-metaal. De leden hebben samen een omzet van 30 miljard euro en

bieden werkgelegenheid aan ruim 170.000 mensen. Metaalunie richt haar activiteiten op maakbedrijven in uiteenlopende sectoren als machinebouw, elektronica, engineering, las- en constructiewerk, gereedschappen, landbouwmechanisatie en handel en service. Metaalunie stelt elk jaar een prijs ter beschikking aan een Metaalunielid dat zich met een actueel thema positief onderscheidt. Dit jaar is het thema Smart Manufacturing.

Over FPT-VIMAG

FPT-VIMAG is de branchevereniging van productietechnologie en –automatisering. De leden bestaan uit fabrikanten en importeurs van machines, gereedschappen en leveranciers van automatiserings- en besturingssystemen. FPT-VIMAG brengt de maakindustrie kennis over innovaties en procesbeheersing, in productietechnologie. De producten en diensten van onze leden maken het mogelijk om slimmer te produceren. FPT-VIMAG trotse eigenaar van de vakbeurs TechniShow, het grootste evenement in de Benelux op het gebied van productietechnologie.

Over Jaarbeurs
Jaarbeurs zet handel in beweging. Al 100 jaar. We inspireren, motiveren en activeren de handel door waardevolle live events te creëren. Van grootschalige publieks- en vakbeurzen en evenementen tot zakelijke bijeenkomsten en congressen.

Vanuit de kernmarkt Maakindustrie die wij bedienen met de live events TechniShow en ESEF en ons online platform Maakindustrie.nl is het logisch om als partner en gastheer van deze avond te fungeren.

Meer informatie over de Avond van de Maakindustrie: www.avondvandemaakindustrie.nl

Adidas wil vanaf 2024 alleen nog gerecycled plastic gebruiken

Adidas wil haar gebruik van plastic drastisch terugdringen. Het sportmerk heeft aangekondigd vanaf 2024 alleen nog maar gerecycled plastic te gebruiken.

Het bedrijf maakt nu nog, met name voor kleding, veel gebruik van het zogenoemde ‘virgin’ plastic, waar onder andere polyester onder valt. Dit materiaal is zeer geschikt voor sportkleding omdat het snel droogt en weinig weegt. Adidas heeft nu aangekondigd vanaf 2024 alleen nog maar gerecycled plastic te gebruiken. Dit geldt niet alleen voor het maken van hun producten, maar ook voor alle kantoren, winkels, warenhuizen en distributiecentra van het merk. Deze beweging kan ongeveer 40 ton plastic per jaar schelen. 

Schoenen

De kledinglijn van Adidas voor de lente en zomer van dit jaar zal al uit 41 procent gerecycled polyester bestaan. Het Duitse bedrijf verwacht bovendien een toename in de verkoop van zijn Parley schoenen, die gemaakt zijn van plastic afval dat is onderschept voor het de oceanen bereikt. Het verwacht er dit jaar vijf miljoen te verkopen, ten opzichte van 1 miljoen in 2017.

Adidas is niet het eerste bedrijf dat actie onderneemt om het gebruik van plastic te verminderen. Zo heeft Starbucks plannen om alle plastic rietjes uit zijn filialen te halen, net zoals McDonalds’ dat wil. Ook Ikea stopt met het gebruik van ‘single use’ plastic. 

Belasting op plastic 

Hoewel plastic een goedkoop en veelzijdig materiaal is, zijn overheden en consumenten zich steeds meer bewust van de impact op het milieu ervan. Onderzoek stelt bovendien nog seeds dat er in 2050 wat betreft gewicht meer plastic dan vissen in de oceanen zal zijn. In Europa wordt gewerkt aan een belasting op ‘virgin’ plastic, wat Adidas dus ook gaat verbannen. Afgelopen januari stelde Oettinger, EU-commissaris voor begroting, een belasting op plastic voor’, zo meldt de Plastic Soup Foundation op haar website. “Daarnaast begon de fractie van de Groenen in het Europees Parlement dit jaar een campagne voor een belasting op plastic voor producenten. De verpakkingsindustrie voert tegelijkertijd een sterke lobby om alle vormen van belasting op plastic te voorkomen en bepleit uitsluitend maatregelen die op vrijwillige basis genomen worden.”

De Europese Commissie heeft afgelopen zomer al aan de industrie gevraagd om op vrijwillige basis toezeggingen te doen om het gebruik van plastic terug te dringen. “Uit de 65 beloftes die de Commissie ontving, blijkt dat de Europese recyclers in 2025 ten minste 10 miljoen ton gerecycled plastic kunnen aanbieden.” Het probleem is echter dat er ‘slechts’ 5 miljoen ton gerecycled plastic gevraagd wordt, zo meldt de website. “Producenten van plastic willen alleen gerecycled plastic gebruiken als dat voldoet aan de door hen gewenste kwaliteitseisen.” Commissaris Frans Timmermans van duurzame ontwikkeling gaf eerder in een persberich aan: “We gaan nu analyseren wat de volgende stappen moeten zijn om het gebruik van gerecycled plastic te stimuleren en het gat tussen vraag en aanbod te dichten.”

 

Bron: CNN/Plastic Soup Foundation
Foto: PIxabay

ESA 3D-print bouwblok voor maanbasis van gesimuleerd maanstof

Het European Space Agency (ESA) heeft een bouwblok van 1,5 ton 3D-geprint van gesimuleerd maanstof. Met het bouwblok wil ESA de haalbaarheid aantonen van de bouw van een maanbasis met behulp van lokale materialen.

Dat ESA verblijfsruimten op de maan wil bouwen is al langer bekend. Het agentschap kondigde in september 2017 aan onderkomens te willen bouwen die het mogelijk maken langdurig onderzoek op de maan uit te voeren. Dit is nodig aangezien de omstandigheden voor astronauten op de maan uitdagend zijn en onderzoek bemoeilijken, onder meer doordat een ruimteschip krap is. Door onderkomens op de maan te bouwen krijgen astronauten meer ruimte beschikbaar om onderzoek uit te voeren en kunnen zij langere tijd op de maan verblijven. 

Lokale materialen 

Het bouwen op de maan is complex, onder meer doordat het vervoeren van materiaal naar het hemellichaam zeer kostbaar is. ESA voert daarom sinds 2011 experimenten uit met het vervaardigen van gebouwen uit lokaal materiaal op de maan. Een van de concepten die hierbij getest wordt is het gebruik van een opblaasbare koepel die op de maan wordt opgeblazen. Met behulp van 3D-printers wordt vervolgens van maanstof een bescherming rondom deze dome geprint.

“De dome is opblaasbaar. We sturen deze naar de maan en blazen hem daar op. Vervolgens gebruiken we maanstof om met gerobotiseerde 3D-printers een bescherming om de dome te bouwen. De robot verzamelt de stof en bouwt laagje voor laagje de bescherming op, van buiten de dome. De dome zelf is koepelvormig en 1 tot 2 meter dik”, zei ESA-onderzoeker Johannes Gumpinger tegen het radio 1-programma Nieuws en Co.

Holle celstructuur

Het ruimtevaartagentschap meldt nu de eerste stap te hebben gezet met het fabriceren van een bouwblok waaruit deze bescherming kan worden gemaakt. Op Flickr geeft ESA een foto vrij van een bouwblok van 1,5 ton dat is 3D-geprint met behulp van gesimuleerd maanstof. Het bouwblok is gebaseerd op een holle celstructuur, dat sterkte combineert met een laag gewicht. Dit is vergelijkbaar met de wijze waarop botten van vogels zijn opgebouwd, meldt de ruimtevaartorganisatie.

Het bouwblok wordt getoond in ESA’s ESTEC technisch centrum in Noordwijk. Het blok is onder meer als onderdeel van tours van het nabijgelegen Space Expo te bewonderen.

3D-Printed Habitat Challenge

ESA is overigens niet de enige partij die werkt aan 3D-geprinte gebouwen in de ruimte. Zo organiseert NASA in samenwerking met een aantal partners de 3D-Printed Habitat Challenge. In deze wedstrijd worden deelnemers uitgenodigd een leefomgeving voor het verkennen van deep space te 3D-printen. Met de wedstrijd wil NASA de ontwikkeling van bouwtechnieken voor duurzame woningen op zowel Aarde als daarbuiten versnellen.

De 3D-Printed Habitat Challenge loopt sinds 2015, toen deelnemende teams hun ontwerp presenteerden. De teams fabriceerden in 2017 structurele componenten voor de gebouwen die zij hebben ontworpen, terwijl zij afgelopen jaar virtuele modellen hebben ontwikkeld om de functionele en fysieke eigenschappen van hun ontwerp te demonstreren. De derde en laatste fase is momenteel aan de gang en daagt deelnemers onder meer uit hun ontwerp op een schaal 1:3 te 3D-printen.

Thuisvoelen

Indien astronauten langere tijden in een gebouw op bijvoorbeeld de maan verblijven, is het van belang dat zij zich hier thuis voelen. Ook hierbij kunnen 3D-printers van pas komen door astronauten de mogelijkheid te geven zelf dingen te printen die hen hierbij helpen. ESA heeft daarom het publiek als onderdeel van een wedstrijd gevraagd wat zij zouden 3D-printen om zich thuis te voelen in een dergelijke omgeving.

De winnende ideeën in beide categorieën – onder 18 jaar en volwassenen – zijn gerelateerd aan de natuur. Judith de Santiago is in de categorie 18 jaar en volwassenen tot winnaar uitgeroepen. De 17-jarige Spaanse studente heeft een twaalfzijdige plantenpot ontworpen waarin symbolen van de aarde zijn verwerkt. “De blauwe golven aan de onderzijde representeren de golven van de zee”, schrijft Judith, “en de groene badge met een kleine plant in het midden, geïnspireerd op Disney’s film WALL-E, representeert de aarde in het algemeen.”

In de categorie voor volwassenen won visueel ontwerper Helen Schell uit het Verenigd Koninkrijk met haar ‘magic moon garden’ gemaakt van gerecycled plastic. “Wat ontbreekt er op de maan?”, schrijft Helen. “Kleur en levende planten. Dit is een idee voor een kleurrijk tapijt van verwisselbare kleuren en ontwerpen, dat kan worden verplaatst en in omvang aangepast op de wijze waarop je het wilt gebruiken in je maanwoning.”

Donororganen printen in de ruimte

3D-printen in de ruimte biedt overigens ook hele andere interessante mogelijkheden. Zo wil het Amerikaanse bedrijf Techshot in mei een 3D-printer naar het International Space Station (ISS) sturen om hartweefsel te printen, met als doel op termijn donororganen in de ruimte te kunnen printen. Indien organen in een laboratorium op aarde worden geprint hebben namelijk de neiging tijdens het printproces onder hun eigen gewicht te bezwijken.

Doordat zwaartekracht in de ruimte ontbreekt, is de ruimte volgens Techshot een ideale locatie om organen te printen. Het bedrijf heeft hiervoor een 3D-printer ontwikkelt genaamd BioFabrication Facility (BFF). Deze printer heeft de omvang van ongeveer een magnetron en kan met behulp van stamcellen van patiënten hartweefsel printen. Dit hartweefsel kan worden ingezet om het hart van de patiënt te ‘repareren’. 

Het Russische 3D Bioprinting Solutions timmert op dit gebied eveneens hart aan de weg. Het bedrijf maakte in december 2018 bekend met zijn Organ.Aut bio-3D-printer een schildklier en kraakbeenweefsel van een muis te hebben geprint. Dit materiaal is teruggevlogen naar aarde voor analyse.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: ESA
Bron: NASA
Bron: BBC
Bron: 3D Bioprinting Solutions
Bron foto: ESA–G. Porter, CC BY-SA 3.0 IGO

Nederlands duurzaam vissersschip gewild in Europa

Een in Nederland ontwikkelt zuinig visserschip moet de visserij gaan moderniseren. Het innovatieve schip werd bedacht door twee Noordzeevissers en is ook gewild in andere Europese landen.

In de Nederlandse visserij wordt nog veel gebruikgemaakt van verouderde schepen, ze zijn gemiddeld dertig jaar oud. Het zort voor veel onderhoudskosten waardoor het moeilijker wordt een fatsoenlijke boterham te verdienen in de visserij. Bovendien moeten vissers ook rekening houden met strengere CO2-wetten. 

Minder CO2-uitstoot

Het zette Noordzeevissers Hendrik Romkes en Klaas Kramer aan het denken. Ze zetten het project Stichting Masterplan Duurzame Visserij (MDV) op en gingen aan de slag met de ontwikkeling van een nieuw en duurzam schip: de MDV-1. De mannen investeerden zelf 3 miljoen euro. 

Drie jaar geleden werd de MDV-1 voor het eerst in gebruikgenomen in de platvisserij. Het schip heeft een hybride aandrijving van diesel en elektriciteit. De lichte romp biedt veel minder weerstand en stoot zo’n 60 procent minder CO2 uit, zo meldt het Financieel Dagblad. Om 1 kilo vis te vangen is zo’n 0,5 liter brandstof nodig, wat voorheen 4 liter was.

Investeren

Een ander voordeel is dat het schip zelfs nog iets minder kost dan traditionele vissersschepen, namelijk zo’n 4,5 miljoen euro. Bovendien is op het schip een geautomatiseerde visverwerking aanwezig, waardoor de vis langer vers blijft.

Inmiddels is de MDV1 niet alleen in Nederland populair. Met name vanuit Frankrijk zijn er veel bestellingen binnengekomen. De schepen worden gebouwd door scheepswerven Hoekman op Urk en Padmos in Stellendam. Er zijn zeven hybride schepen voor Franse vissers gebouwd, waarvan een aantal in kleinere versies. 

Toon gezet

Innovatiemanager Frans Veenstra van Stichting Masterplan Duurzame Visserij stelt in het FD dat het schip de toon heeft gezet voor een duurzame en uiteindelijk circulaire visserij. Hij denkt dat een circulair scheepsontwerp, zonder uitstoot, afval en ongelukken, mogelijk is in 2050. Technisch gezien is het al haalbaar, zo zegt hij, maar het is momenteel nog te kostbaar. Hij verwacht ook dat er meer autonome schepen gaan varen, te beginnen met semi-autonome schepen waarbij een kleine bemanning aan boord is.

Dit jaar komt er waarschijnlijk een vernieuwde versie van de MDV1. Sprout meldt dat in dit ontwerp de machinekamer verplaatst wordt naar het voorschip en de visverwerking en opslag naar achteren, zodat het transport van de vis korter wordt.

 

Bron: Sprout/FD.nl/Masterplan Duurzame Visserij

AI-systeem maakt jacht superslim

De Nevada-woestijn is nou niet bepaald de plaats waar je het meest intelligente jacht ter wereld denkt te vinden. Toch bleek dat zo te zijn tijdens de Amerikaanse vakbeurs CES. Het jacht, de Adonis, biedt luxe en comfort en is uitgerust met het uitgebreide onboard AI-systeem Angel. Met gezichtsherkenning, spraakbesturing, slimme spiegels en touch screens, maakt Angel het toch al luxueuze verblijf op het schip nog persoonlijker.

De Adonis heeft een lengte van 24 meter en wordt gebouwd door Numarine. Het jacht werd hoogwaardig afgewerkt door Furrion. Het jacht is voor beide bedrijven een concept en levend productdisplay. Centraal op Adonis staat Angel, een Alexa-achtige persoonlijke assistent. Angel combineert verschillende slimme functies en informatie en maakt die toegankelijk wanneer het systeem wordt aangesproken met ‘Hi Angel’. Het systeem Angel toont vervolgens nieuws, updates van sociale media, het weer en andere informatie , kan muziek afspelen in een of meerdere kamers of zelfs een maaltijd bestellen in de kombuis.

Het Angel-systeem is niet alleen toegankelijk via spraak maar ook via slimme spiegels in de slaapkamers. Wat in eerste instantie lijkt op een bescheiden spiegel, wordt een interactief scherm wanneer je het aanraakt of Angel vraagt om wakker te worden. Het slimme display werkt dan als een touchscreen en waarop nieuws of zoekopdrachten op het web, gegevens van jachtsystemen, koerskaarten en zelfs tv-programma’s en films worden getoond. Voor kamers zonder slimme spiegel kunnen kleinere tablets met touchscreen-bediening worden gebruikt. Zo is Angel altijd binnen handbereik.

Angel reageert op je stem, maar gebruikt ook gezichtsherkenning om individuele voorkeuren en eigenschappen te leren. Met die informatie kan het systeem automatisch de gewenste temperatuur instellen, raamverduistering openen of sluiten, de muziek aanpassen, verlichting dimmen, etc. Angel kan bovendien suggesties doen over activiteiten aan land, restaurants of locaties die je tijdens je tocht absoluut moet bezoeken. Om biometrisch toegang te krijgen gaat de gebruiker gewoon voor een slimme spiegel staan, waardoor Angel de gezichtskenmerken kan lezen en tegelijkertijd een gezondheidsanalyse kan uitvoeren over gewicht, huid, e.d..

Ook de beveiliging aan boord van Adonis is aan Angel toevertrouwd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van camera’s aan boord van het schip en een drone die op het bovenste jachtdek klaar staat. Deze kan worden gebruikt om een ‘verkenningsvlucht’ uit te voeren, zodat bedreigingen effectief worden herkend. De drone kan ook worden gebruiktom zelf foto’s van de omgeving en passagiers te maken.
Een laatste onderdeel van het Angel-systeem is Furrion’s Sense TV, een slanke HD-unit met ingebouwde soundbar.

De verwachting is dat Angel eind 2019 klaar is voor de markt en vervolgens steeds verder zal doorgroeien in mogelijkheden en toepassingen. Naast jachten, verwacht Furrion Angel ook te kunnen leveren aan eigenaars van bijvoorbeeld campers. Ook de inzet in woningen wordt op termijn verwacht. Adonis en Angel bekijken? Dat kan in onderstaande video’s.

Gewichtloosheid in ruimte vereenvoudigt 3D-printen van organen

Het Amerikaanse bedrijf Techshot wil in mei een 3D-printer naar het International Space Station (ISS) sturen om hartweefsel te printen. Het bedrijf hoopt hiermee het wereldwijde tekort aan donororganen te kunnen tegengaan. Het bedrijf is niet de eerste partij die hiermee experimenteert: het Russische 3D Bioprinting Solutions maakte eind vorig jaar bekend dierlijk weefsel te hebben geprint in het ISS.

Al jaren hebben hartpatiënten te kampen met een wereldwijd tekort aan donorharten. Door het tekort ontvangen veel patiënten niet tijdig een donororgaan, waardoor jaarlijks naar schatting enkele duizenden patiënten sterven. Verschillende bedrijven werken al langere tijd aan 3D-printers die in staat zijn menselijk weefsel en zelfs menselijke organen te printen om dit tekort op te lossen. 

Organen bezwijken onder eigen gewicht

Het 3D-printen van weefsel en organen is in de praktijk complex en uitdagend. Zo blijkt het zeer moeilijk in een laboratorium een orgaan zoals een hart of long te printen; de organen hebben de neiging tijdens het printen onder hun eigen gewicht te bezwijken. 

Techshot hoopt dit probleem aan te pakken door organen in de ruimte te printen. Doordat de ruimte geen zwaartekracht kent heeft deze kracht geen invloed meer op het printproces, wat voorkomt dat organen onder hun eigen gewicht bezwijken. “Ons uiteindelijke doel is het leveren van een oplossing voor het orgaantekort, waardoor alleen al in de Verenigde Staten gemiddeld 20 mensen per dag sterven terwijl zij op een orgaantransplantatie wachten”, legt Rich Boling, vice president van TechShot, uit aan de BBC. 

BioFabrication Facility

De 3D-printer die Techshot heeft ontwikkeld wordt een ‘BioFabrication Facility’ (BFF) genoemd. Dit apparaat heeft de omvang van grofweg een magnetron en maakt gebruik van 3D-printtechnieken om met behulp van stamcellen van patiënten hartweefsel te printen. Dit hartweefsel kan vervolgens worden gebruikt om het hart van de patiënt te ‘repareren’. 

Naar verwachting wordt de BFF via SpaceX missie CRS-18 naar het ISS gevlogen. Deze missie staat voor mei 2019 op de planning. In het eerste jaar op het ISS worden met BFF vooral experimenten uitgevoerd om de werking van de printer in de ruimte te testen. Na deze initiële testfase gaat Techshot zich richten op het printen van hartweefsel. “Zodra onze testprotocollen zijn afgerond, zullen we het programma toegankelijk maken voor externe onderzoekers die ons apparaat willen gebruiken”, aldus Boling. 

Na enige tijd wordt de BFF terug naar de aarde gevlogen, waar aanpassingen kunnen worden gedaan om de werking van de printer te optimaliseren. Vervolgens wordt de aangepaste printer weer teruggestuurd naar het ISS. 

‘Inzet van 3D-geprinte organen is nog ver weg’

Ondanks dat het bedrijf verwacht flinke stappen te zetten met het printen van menselijk weefsel en organen in de ruimte, is de inzet van dergelijke geprinte organen volgens Techshot nog ver weg. Het bedrijf voorziet dat het nog zeker tien jaar zal duren voordat geprinte organen wettelijk geaccepteerd worden.

De kosten van in de ruimte 3D-geprinte organen zullen naar verwachting hoog zijn. Zo kost een vlucht met de goedkoopste raket van SpaceX naar het ISS nog altijd bijna 60 miljoen dollar per vlucht. Desondanks verwacht Boling dat het 3D-printen van organen in de ruimte ook economisch haalbaar kan zijn. “Een orgaan geproduceerd in de ruimte van de eigen stamcellen van een patiënt zal geen anti-afstotingsmedicijnen vereisen. De kosten gedurende de volledige levensduur van een transplantatie is hierdoor naar verwachting lager voor patiënten die een orgaan ontvangen dat in de ruimte is gefabriceerd”, aldus Boling. 

Al eerder weefsel geprint in ISS

Techshot is overigens niet het enige bedrijf dat met een 3D-printer weefsel wil printen in het ISS. Het Russische bedrijf 3D Bioprinting Solutions, onderdeel van INVITRO, heeft dit zelfs al gedaan. Het bedrijf maakte in december 2018 bekend met zijn Organ.Aut bioprinter met succes een schildklier en kraakbeenweefsel van een muis te hebben geprint. De schildklier en het kraakbeenweefsel zijn inmiddels teruggevlogen naar de aarde en worden momenteel geanalyseerd. 

De 3D-printer van 3D Bioprinting Solutions had eigenlijk in oktober 2018 al naar het ISS gevlogen moeten worden. De Russische Soyuz raket waarin de printer werd vervoerd crashte echter door problemen bij het opstijgen, waarbij de printer verloren ging. Hierop heeft het bedrijf een nieuw exemplaar geproduceerd, dat op 3 december alsnog aankwam op het ISS. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: BBC
Bron: 3D Bioprinting Solutions
Bron foto: Pixabay / skeeze

Nieuwegeins ziekenhuis laat opbaarmeubeltje maken voor overleden baby's Ford 3D-print grootste onderdeel voor rijdende auto ooit Nieuwe 3D-printer print in enkele minuten een volledig object Studenten TU Delft presenteren weer innovatieve robots Daimler en BMW onderzoeken samenwerking voor ontwikkeling autonome voertuigen Gaan robot-honden in de toekomst pakketjes bezorgen? Avond van de Maakindustrie zet mkb-maakindustrie in schijnwerper Adidas wil vanaf 2024 alleen nog gerecycled plastic gebruiken ESA 3D-print bouwblok voor maanbasis van gesimuleerd maanstof Nederlands duurzaam vissersschip gewild in Europa AI-systeem maakt jacht superslim Gewichtloosheid in ruimte vereenvoudigt 3D-printen van organen

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven