'Horecazaken kunnen straks niet meer zonder robots'

Dat horeca-eigenaren moeite hebben met het vinden van personeel, is al langer bekend. ABN AMRO voorspelt in een nieuw rapport zelfs dat de horeca robots in zal moeten gaan zetten om te voorkomen dat het misgaat.

In het rapport zet ABN AMRO uiteen dat de horeca het vanwege verschillende oorzaken moeilijk heeft. De bank denkt met name dat horecaketens onze straten gaan overnemen, omdat zij door hun omvang beter kunnen voldoen aan de behoeften van de consument. Bovendien hebben grotere horecazaken ook meer ruimte om investeringen te doen en personeel aan te trekken.

Robotisering 

Een andere ontwikkeling die er volgens ABN AMRO zeker gaat komen, is de intrede van robots op de restaurantvloer. “Naast investeringen in professioneler personeelsbeleid zijn op termijn investeringen in robotisering nodig om te kunnen blijven groeien. Immers: door het tekort aan personeel loopt de horeca vroeg of laat tegen een muur aan. Nu al moeten sommige restaurants de deuren sluiten door gebrek aan personeel. Voor 2019 en 2020 verwachten we dat het tekort aan personeel een stevige rem zet op een verdere groei van de sector”, zo valt te lezen in het rapport. “Robotisering en automatisering kunnen de weg naar groei openhouden, mits een bedrijf genoeg omvang heeft om de benodigde investeringen te doen. Volgens onderzoek van de consultants van McKinsey heeft 73% van het werk in de branche de potentie tot automatisering, omdat het om ‘voorspelbare’ activiteiten of machinebediening gaat.”

De bank noemt in het rapport ook enkele voorbeelden van (internationale) restaurants die al volop gebruikmaken van robots. “Internationaal ontstaan hybride bedrijven waar personeel en technologie de krachten bundelen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Zume Pizza uit Californië, waarbij deegrobots het deeg uitrekken. In de Chinese provincie Hunan opende in 2018 een restaurant met drie robots en twee mensen, die samen lokale gerechten bereiden. Normaal zijn acht tot tien medewerkers nodig voor een restaurant van dergelijke omvang. Het net geopende hamburgerrestaurant Creator in San Francisco lijkt nog verder gevorderd. Een robot met 350 sensoren raspt daar de kaas, voegt sauzen toe, grilt het vlees en snijdt de tomaten. Een dergelijk geavanceerde robot kan ook voor Nederlandse horecabedrijven een uitkomst zijn om verder te groeien. Robotisering leidt bovendien tot lagere kosten. Creator claimt dat de burgers voor hun gasten dankzij de robot drie keer zo goedkoop zijn.”

Het lijkt er nu nog wel op dat robots een te kostbare investering is voor veel restaurants, ook voor ketens. Als optie om toch zoveel mogelijk te automatiseren en personeelstekort op te vangen, noemt ABN AMRO de zogenoemde bestelzuilen in de fastfoodbranche. Op deze grote tabletvormige schermen stelt een gast zijn of haar maaltijd samen en rekent af. 

Bedienende robot 

Het zakelijke magazine Forbes schreef vorig jaar ook over de opkomst van de ‘restaurantrobot’. Het haalt daarbij een onderzoek aan waarin wordt gesteld dat ongeveer 87 procent van het werk van keukenpersoneel geautomatiseerd kan worden, en 77 procent van bedieningspersoneel. Ook het eten naar tafel brengen kan op termijn door robots worden gedaan. Zo heeft het Amerikaanse bedrijf Bear Robotics al een robot ontwikkeld die bestellingen van tafel naar tafel rijdt. Marble maakte zelfs een robot die pizza aan huis bezorgt. De Tipsy Robot verscheen al in 2017 in het nieuws. Deze soepele robotarmen zijn in staat om net als een bartender drankjes in te schenken en cocktails te mixen.  
Ook in Nederland wordt gewerkt aan de ontwikkeling van robots die kunnen navigeren in een restaurant. “Wat je nu bijvoorbeeld op de Technische Universiteit Eindhoven ziet, zijn robots die zelf navigeren in een ruimte”, zo zei oprichter van Smart Robotics Mark Menting vorig jaar in een interview met Brainport. “Die maken een kaart van hun omgeving en kunnen zo navigeren in 3D. Op de grond staan scanners, waardoor ze bijvoorbeeld kunnen zien waar een tafelpoot staat. Wat een robot alleen nog niet kan, is snappen dat er boven een tafelpoot ook een tafelblad zit, ook iets waar ze tegenaan kunnen botsen.”

Bron: ABN AMRO/Forbes
Foto: Bear Cosmetics 

Biopsierobot verbetert nauwkeurigheid van biopsieën aanzienlijk

Een nieuwe robot moet de nauwkeurigheid van biopsieën aanzienlijk vergroten. De robot combineert MRI-beelden met echografie tot een 3D-model, wat artsen onder meer helpt de juiste plaatsingen route van de biopsienaald te bepalen. Doordat minder MRI-beelden nodig zijn kunnen biopsieën daarnaast goedkoper worden uitgevoerd.

Dit melden Stefano Stramigioli (verbonden aan de afdeling Robotics and Machetronics van de UT), Françoise Siepel (postdoc van de UT), Jeroen Veltman (radioloog bij ZGT) en Wouter Nijhof (Siemens Healthineers) in een interview met HealthMatters Magazine van Siemens Healthineers. De robot wordt ontwikkeld door binnen het MRI and Ultrasound Robotic Assisted Biopsy (MUR&B) project. Dit project heeft als doel de nauwkeurigheid en effectiviteit van biopsieën voor het stellen van kankerdiagnoses drastisch te verbeteren. Binnen het MUR&B project wordt een nieuwe werkwijze ontwikkeld om biopsieën te nemen, waarbij het gebruik van dure MRI-apparatuur tot een minimum wordt beperkt.  

Plaatsing en route van naald bepalen

De biopsierobot maakt gebruik van echografie om een lichaamsdeel van een patiënt te scannen. Deze scan wordt gecombineerd met eerder genomen MRI-beelden tot een 3D-model. Op basis van dit model helpt de robot de arts de optimale plaatsen en route van de biopsienaald te bepalen. 

Het gebruik van de robot biedt volgens de betrokken partijen verschillende voordelen. Zo maakt de robot het mogelijk om: 

• nauwkeurige echogeleide biopsies uit te voeren zonder hierbij gebruik te maken van een duurdere en tijdrovende MRi-scan;
• echogeleide biopsieën uit te voeren bij afwijkingen die normaal niet op echobeeld te zien zijn;
• biopsieën sneller en nauwkeuriger uit te voeren;
• biopsieën uit te voeren met minder ongemak voor de patiënt;
• het aantal te zware diagnoses en daarmee het aantal te zware behandelingen terugdringen.

Diagnoses met bijna 100% zekerheid stellen

Het project is in 2016 opgezet door Stramigioli. “De biopsierobot combineert de voordelen van de systemen die we al hebben”, zegt Stramigioli. “Een MRI is duur, maar zeer nauwkeurig, waardoor een arts precies in dát weefsel kan prikken dat hij of zij nodig heeft. Echoapparatuur geeft realtime beeld, waardoor een radioloog tijdens het nemen van een biopt precies ziet wat er gebeurt. Afwijkingen zijn daarop echter minder goed te onderscheiden en worden daarom niet altijd herkend. Op basis van het 3D-model kan een radioloog heel nauwkeurig een biopt nemen en met bijna 100% zekerheid een diagnose stellen.”

Veltman: “Omdat een MRI geen real-time beeld geeft, moet je meerdere scans maken. Van tevoren, om je target te selecteren, nadat je de naald hebt ingebracht en achteraf, om te kijken of je daadwerkelijk door het gewenste weefsel heen bent gegaan. Voor een patiënt is dit een langdurige procedure waarbij hij oncomfortabel moet liggen met de borst in een breast coil. Tel daarbij op dat de bewegingsvrijheid van de arts door de breast coil beperkt wordt en MURAB betekent dubbel winst. De borst hangt vrij en kan vanaf alle kanten aangeprikt worden, zelfs als de afwijking zich in de buurt van de oksel bevindt. Doordat MRI-beelden in de software van de robotarm geladen worden, kan een arts een verdacht plekje toch op de echo onderscheiden. Als je weet waar een plekje zit, herken je dat sneller op de echo.”

Universiteiten, ziekenhuizen en industriepartners 

Verschillende Nederlandse universiteiten en ziekenhuizen zijn bij het project betrokken, waaronder de Universiteit van Twente, het Radboud UMC en ZGT. Daarnaast zijn ook de Universiteit van Verona en Medische Universiteit van Wenen als partner bij het MUR&B project aangesloten. De robotarm waarop de biopsierobot is gebaseerd is ontwikkeld door KUKA, terwijl Siemens de beeldvormende systemen levert. Het project kreeg eerder een Europese Horizon 2020-subsidie toegekend. 

“Door vroeg in te stappen in een project kunnen we de onderzoekers faciliteren in wat zij nodig hebben. Wij leveren MRI en echografie en zorgen dat die systemen optimaal worden afgesteld om samen te werken met de robotarm”, zegt Nijhof. Stramigioli vult aan: “Siemens Healthineers heeft de beautiful eyes. Wij ontwikkelen nu de effective hands, zodat een arts precies dát kan bereiken wat hij of zij wil, met de best mogelijke nauwkeurigheid.”

Testopstelling bij UT

De biopsierobot wordt momenteel getest in een testopstelling op de UT. De robot is geplaatst onder een behandeltafel, waarin ter hoogte van de borst een uitsparing aanwezig is. Door dit gat hangt in de testopstelling een fantoomborst. De robotarm scant de borst en combineert de verzamelde gegevens met data die eerder zijn verkregen met behulp van MRI en echografie. Op basis hiervan wordt een 3D-model van de binnenzijde van de borst gecreëerd. 

Het 3D-model wordt op een scherm aan de arts getoond, die hier de beelden kan analyseren. Om de biopsie uit te voeren hoeft de arts uitsluitend een locatie te selecteren op het scherm. De robotarm beweegt de biopsienaald vervolgens naar de aangewezen positie en stelt een prikroute voor. Met name dit laatste stuk is volgens de onderzoekers erg uitdagend, onder meer doordat rekening moet worden gehouden met de flexibiliteit van de borst en de vervorming die optreedt op het moment dat de naald de borst binnengaat. Het voorstel van de robot wordt altijd door de arts beoordeeld, die vervolgens zelf de naald inbrengt. Tijdens de biopsie kan de arts de naald in real-time volgen op een beeldscherm. 

Toepassingen

Het project is in eerste instantie gericht op het diagnosticeren van borstkanker en spierziekten. Op termijn willen de betrokken partijen ook andere toepassingen onderzoeken. Stramigioli: “De borst is door zijn flexibiliteit en grote verscheidenheid aan weefsel zeer ingewikkeld om een biopt van te nemen. Als het borstonderzoek slaagt, ligt de weg open naar andere toepassingen. Bovendien is het ongemak dat deze patiënten tijdens een biopsie ervaren relatief groot en de winst die we voor hen kunnen behalen dus ook.” 

Het project gaat nu de klinische testfase in. “We moeten nu eerst zorgen dat alles werkt, bij wijze van spreken met één druk op de knop. Dan kunnen we fantoomborsten scannen en diagnosticeren. Daarna dienen we een aanvraag in bij de medisch-ethische commissie. Pas als zij hebben bevestigd dat onze opstelling veilig is, starten de testen met vrijwilligers”, legt Siepel uit. Het project heeft een looptijd van vier jaar en moet in 2020 zijn afgerond.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Siemens Healthineers
Bron: MUR&B project
Bron foto: Pixabay / jarmoluk

Bamboescheut van 400 meter

Als er nou één architectenkantoor is dat zich onderscheidt in hoogbouw dan is het de Amerikaanse firma Kohn Pedersen Fox (KPF) wel. Het bedrijf heeft veel van 's werelds hoogste wolkenkrabbers op haar naam staan. Hoogbouw die zich in veel gevallen ook nog eens onderscheidt door het opvallende ontwerp. Dat geldt ook voor het nieuwste project van het bedrijf: het kogelvormige kantoorgebouw van China Resources dat als kers op de taart bekroond is met een kathedraalachtige hal waar het licht overweldigend naar binnen komt.

Het nieuwe hoofdkantoor van China Resources bevindt zich in Shenzhen, China. Met een hoogte van 400 m behoort het tot één van de hoogste gebouwen ter wereld. Naast het hoofdkantoor van China Resources zijn in het gebouw ook woningen, winkelruimte en openbare voorzieningen ondergebracht.

Het ontwerp van de nieuwbouw roept associaties op met De Gherkin (de augurk) in het financiële centrum van Londen. Het gebouw in Shenzen is geïnspireerd op winterse bamboescheuten. Maar niet alleen het ontwerp van het gebouw springt in het oog. Opvallend is ook de constructie. Het hoofdkantoor van China Resources wordt gevormd door een lichte maar stabiele buis in een draagbalkconstructie. De taps toelopende vorm geeft het gebouw iets sculpturaals. Met prefab-kolommen en stalen eenheden worden interieurs mogelijk die volledig kolomvrij zijn. Tegelijkertijd komt de gebogen symmetrie van de toren zo beter tot zijn recht. De 56 verticale kolommen vervlechten zich over de volledige hoogte van het gebouw meerdere malen om uiteindelijk aan de top samen te smelten in één punt.

De top van de toren bestaat uit een grote  kegelvormige hal die te vergelijken is met een kathedraal en de hemel lijkt aan te raken. Van hieruit heeft de bezoeker schitterend zicht op de stad of een betoverende uitzicht naar boven. Volgens de architecten is de nieuwbouw één van de weinige wolkenkrabbers ter wereld waar bezoekers het hoogste punt kunnen bezoeken.

Het hoofdkantoor van China Resources is de op twee na hoogste wolkenkrabber in Shenzhen. In de stad zijn de afgelopen jaren tal van wolkenkrabbers gepland en gebouwd, zoals het hoofdkantoor van Foster + Partners Merchants Bank, BIG’s Shenzhen Energy Mansion en het Ping An Finance Centre van KPF, het hoogste gebouw in de stad.
 

Gesmolten glas is volgende stap in 3D-printing

Er is weer een nieuwe ontwikkeling op het gebied van 3D-printing. Onderzoekers van de MIT zijn begonnen met het printen van gesmolten glas.

De vier onderzoekers hebben een printsysteem ontwikkeld dat niet alleen controle biedt over het hete glasmateriaal, maar ook een hoogwaardig eindproduct creeërt. 

Combinatie 

De combinatie van additieve productie met gesmolten glas ‘levert een ingang op naar de productie van zeer complexe geometrische en custom-designed objecten terwijl de optische transparantie en chemische stabiliteit beschikbaar blijfven door het traditionele maakproces’, stellen de onderzoekers in een wetenschappelijk tijdschrift.

Ze noemen de nieuwe printer G3DP2. De printer combinteert een digitaal geïntegreerd thermisch regelsysteem met een vierassig bewegingscontrolesysteem, waarbij industriële productiemogelijkheden worden geïntroduceerd met een hogere productiesnelheid en betrouwbaarheid. Dat terwijl de nauwkeurigheid van het product en de herhaalbaarheid wel worden gegarandeerd. Dat is iets wat voorheen niet mogelijk was met glas.

Potentie

De MIT-onderzoekers denken dat de printer veel potentie heeft voor toekomstige ontwikkelingen. De silicaatglasdeeltjes, zo zeggen ze, worden gesuspendeerd in hars. Hierdoor kan het zich in complexe geometrieën vormen voordat de nabewerking de hars verwijdert om de glazen behuizing te maken. “Deze benadering is toepasbaar voor het fabriceren van kleine en gedetailleerde onderdelen zoals microfluïdica en optica. Dit omdat een hoge precisie en optische transparantie oplevert.”

Het project heeft twee doeleinden, namelijk het creeëren van een industriële 3D-printer voor gesmolten glas enerzijds en anderzijds het ontwikkelen van een 3D-printer glasstructuur die in staat is om nieuwe mogelijkheden te bewerkstelligen in een industriële productie. 

De printer gebruikt een gesloten, verwarmde doos om het gesmolten glas op z’n plek te houden en een thermisch gecontroleerde waar het daadwerkelijke printen plaatsvindt. Vervolgens daalt een plaat neer om het object te printen, net als bij een reguliere 3D-printer. 

Bron: Interesting Engineering
Foto (ter illustratie): Unsplash

Volkswagen zet in op energie- en oplaadoplossingen

Volkswagen introduceert een mobiel laadstation voor elektrische auto's. Ook kondigt de autofabrikant aan energie- en oplaadoplossingen te gaan leveren via een nieuwe groep: Elli Group.

Mobiel laadstation

Het nieuwe mobiele laadstation werkt volgens Volkswagen in feite als een grote powerbank, die gebruikt worden om onder meer smartphones onderweg op te kunnen laden. De mobiele laadstations kunnen worden ingezet om snel extra laadcapaciteit te realiseren, bijvoorbeeld op evenementen. 

Het apparaat heeft een capaciteit van 360 kW, wat voldoende is om 15 ‘e-voertuigen’ op te laden. Dit kunnen elektrische voertuigen en elektrische motoren zijn, meldt het bedrijf. Tot vier voertuigen kunnen tegelijkertijd op één mobiel laadstation worden aangesloten: twee via een gelijkstroomverbinding en twee via een wisselstroomverbinding. De laadstations maken gebruik van snellaadtechnologie waarmee een accu gemiddeld in 17 minuten kan worden opgeladen.

Tijdelijke laadinfrastructuur realiseren

Indien de capaciteit van het laadstation onder de 20% zakt wordt deze omgewisseld voor een vol exemplaar. Het is echter ook mogelijk de laadstation aan het stroomnet te hangen, wat het mogelijk maakt met een relatief lage investering een tijdelijke laadinfrastructuur op te bouwen. De accu’s in het laadstation kunnen continu worden bijgeladen, wat het volgens Volkswagen mogelijk maakt energie als buffer op te slaan en de belasting op het energienetwerk tijdens piekmomenten te verminderen.

De eerste mobiele laadstation worden in de eerste helft van 2019 ingezet in het Duitse Wolfsburg, waar het hoofdkantoor van Volkswagen is gevestigd. Vanaf 2020 zijn de laadstation ook in andere steden beschikbaar. 

Elli Group

Dat Volkswagen zich meer wilt gaan richten op oplaadoplossingen blijkt ook de oprichting van Elli Group. Deze groep gaat zich volledig toespitsen op de ontwikkeling van producten en diensten die verband houden met energie en oplaadtechnologieën voor merken van de Volkswagen Group. 

“Als één van de grootste autofabrikanten ter wereld wil Volkswagen de hoognodige transport- en energietransitie naar emissieneutrale e-mobility versnellen. Het nieuwe bedrijf zal hierin een rol spelen door energieoplossingen op basis van duurzame bronnen en slimme oplaadoplossingen aan te bieden. Op deze manier worden we actief in een strategisch relevant en prikkelend segment dat aanzienlijk kansen biedt voor het versterken van onze banden met zowel bestaande klanten als nieuwe klantengroepen”, zegt Thomas Ulbrich, als bestuurslid bij Volkswagen verantwoordelijk voor E-Mobility. 

Elli Group gaat onder meer oplaadstations, systemen die het mogelijk maken energie op te slaan in accu’s van elektrische voertuigen en IT-gebaseerde energiebeheersystemen. “We willen een naadloos en duurzaam ecosysteem creëren dat de belangrijkste toepassingen adresseert en antwoorden biedt op alle energievragen die gebruikers van elektrische voertuigen en wagenparkbeheerders hebben”, aldus Thorsten Nicklaß, CEO van Elli Group. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Volkswagen Group (foto)

Wat kunnen we verwachten van CES 2019?

Deze week vormt Las Vegas weer het decor van CES, de grootste techbeurs voor consumenten ter wereld. Op de beurs zijn traditioneel veel technische snufjes en gadgets te zien, die een indicatie geven van wat in trek is en welke ontwikkelingen we kunnen verwachten.

De beurs opent officieel vandaag, maar is sinds zondag al een beetje aan de gang met allerlei persconferenties en individuele presentaties van bedrijven. Wat kunnen we allemaal verwachten?

AI

Er staan dit jaar zestig bedrijven in de AI-sectie, maar de technologie zal in veel meer categorieën terugkomen. “AI is de ster van de show, het ingrediënt in andere technologie”, zegt Gary Shapiro, president van de Consumer Technology Association tegen CNN. AI komt eigenlijk overal in terug: televisiebedrijven gebruiken het bijvoorbeeld om de beeldkwaliteit te verbeteren en in autonome auto’s wordt het ingezet om de voertuigen veiliger en efficiënter te maken. 

Een van de andere verwachtingen is dat er tijdens CES veel televisies geshowd zullen worden. Grote tech-bedrijven als Samsung en Panasonic bewaren hun grote nieuwigheden voor hun eigen presentaties, maar laten in Vegas wel graag hun televisies zien. Eigenschappen die bij de nieuwe televisies te zien zullen zijn, zijn grotere schermen, betere beeldkwaliteit met HDR (high-dynamic range) en MicroLED schermen. Ook worden er enkele 8K televisies verwacht en tv’s met spraakassistentie. 

Al jaren wordt er over 5G gesproken. De cellulair-netwerktechnologie moet sneller internet realiseren voor van alles: van telefoons tot zelfrijdende auto’s. Verwacht wordt dat 5G later dit jaar wordt uitgerold en op CES chip-producenten en draadloze providers meer details zullen laten zien van de 5G-potentie en wat het voor verschillende industrieën de komende jaren gaat betekenen.

China 

We kunnen er zo langzamerhand niet meer omheen: China zit bij iedereen on top of mind. Verwacht wordt dat zowel kleine als grote productiebedrijven overwegen om hun productie naar Azië te verplaatsen vanwege de ‘handelsoorlog’ tussen de VS en China. Tijdens CES zullen bedrijven zich oriënteren op de mogelijkheden en bekijken wat hun concurrenten van plan zijn. 

Daarnaast is er nog een reden dat China de aandacht zal trekken tijdens CES: hun innovatiekracht. Ook daarin lijken de Chinezen volgens expert voorop te lopen op Amerika. Zo worden er verschillende krachtige cameralenzen in steeds kleine apparaten gerealiseerd. CNN wijst daarnaast op de DJI mini gimbal camera, een grote concurrent voor onder andere de GoPro.

Minder prominent

Voorheen gehypede technologieën zoals 3D-printing zullen een minder prominente plek krijgen op de beurs. Wel is de verwachting dat er, net als vorig jaar, veel robots en auto’s te zien zijn. 
Wel zullen er een aantal startups te vinden zijn met deels baanbrekende introducties. Zo zal er een bakkerijrobot te zien zijn en presenteert een Amerikaanse startup een nieuwe slimme deurbel. Prins Constantijn, startup-ambassadeur, is met vijftig Nederlandse startups aanwezig op de zogeheten Holland Tech Square op CES. De meeste daarvan zijn actief in de digital health/medtech en de e-commerce/consumer tech.

Veel van de gadgets, technologieën en producten die tijdens CES gepresenteerd worden, komen nooit daadwerkelijk op de markt. Anderzijds geeft de beurs wel een goed beeld van waar fabrikanten mee bezig zijn en wat aanslaat bij consumenten. 

Bron: CNN
Foto: CES 

Kleine robots gaan Britse ondergrondse leidingen repareren

Kleine robots gaan in het Verenigd Koninkrijk ondergrondse leidingen repareren. De robots 'kruipen' door leidingen en kunnen autonoom reparaties uitvoeren, waardoor minder vaak grondwerk hoeft te worden verzet en wegen minder vaak opengebroken hoeven te worden. Dit verkleint de impact van dergelijke werkzaamheden op Britse weggebruikers.

Het project krijgt een subsidie van 8,9 miljoen Britse pond, omgerekend zo’n 9,9 miljoen euro, van het Britse Department for Business, Energy, and Industrial Strategy. Het Verenigd Koninkrijk heeft net als Nederland een drukbezet wegennetwerk, waardoor wegwerkzaamheden voor veel overlast zorgen. Jaarlijks worden 1,5 miljoen wegwerkzaamheden uitgevoerd in het land. De afzettingen die hiervoor nodig zijn leveren het Britse bedrijfsleven naar schatting een schadepost van ruim 5 miljard Britse pond per jaar op, omgerekend ruim 5,5 miljard euro.

Schade verminderen

De inzet van microrobots moet deze schade aanzienlijk gaan verminderen. De robots zijn ongeveer een centimeter lang en zijn voorzien van een navigatiesysteem dat hen in staat stelt hun weg te vinden in ondergrondse leidingen. Met behulp van sensoren zoeken de robots naar barsten in leidingen, zodat deze kunnen worden verholpen voordat de barsten daadwerkelijk tot problemen leiden. De robots kunnen deze reparaties autonoom zonder tussenkomst van de mens uitvoeren. 

“Hoewel we momenteel alleen kunnen dromen van een wereld zonder wegwerkzaamheden die onze levens verstoren, markeren deze leiding-reparerende robots de start van technologie die deze droom in de toekomst realiteit kan maken”, zegt Chris Skidmore, de Britse minister van Business, Energy en Industrial Strategy. “Van het inzetten van robots in ons leidingnetwerk om verkeersopstoppingen terug te dringen tot de inzet van robots op de werkvloer om de veiligheid voor mensen te vergroten, deze technologie kan de wereld waarin wij leven verbeteren. Experts in topuniversiteiten verspreid over het land zijn goed uitgerust om deze innovatieve nieuwe technologie te ontwikkelen.”

Vooroplopen met nieuwe technologieën

De investering van het ministerie is onderdeel van de Britse ‘Industrial Strategy’, een strategie gericht op het investeren in technologieën van de toekomst en het creëren van hooggekwalificeerde banen. Door voorop te lopen met nieuwe technologieën wil het Verenigd Koninkrijk kunnen profiteren van kansen die deze technologieën bieden.

De projecten waarin nu wordt geïnvesteerd worden begeleid door UK Research and Innovation (UKRI), een overheidsdienst die als doel heeft een klimaat te creëren waarin onderzoek en innovatie kan gedijen. De dienst werkt hiervoor samen met universiteiten, onderzoeksinstellingen, bedrijfsleven, non-profitorganisaties en overheidsdiensten.

Industrial Strategy Challenge Fund

Naast de microrobots voor ondergrondse leidingen investeert het ministerie ook in een reeks andere projecten rond microrobots. In totaal wordt 19,6 miljoen Britse pond, omgerekend zo’n 21,7 miljoen euro, geïnvesteerd in veertien andere projecten gericht op de inzet van robots op gevaarlijke locaties. Denk hierbij aan offshore windparken en nucleaire faciliteiten. De projecten worden gesteund via het Industrial Strategy Challenge Fund (ISCF). Dit is een vierjarige wedstrijd gericht op de ontwikkeling van robots die werkzaamheden in gevaarlijke omgevingen kunnen overnemen van mensen en plekken kunnen bereiken die voor mensen onbereikbaar zijn. Binnen de wedstrijd wordt gewerkt aan: 

• roboticaoplossingen die een veiligere werkomgeving creëren in sectoren zoals de offshore energiesector, nucleaire industrie, ruimtevaart en mijnbouw;
• oplossingen die helpen de productiviteit te vergroten;
• oplossingen die het mogelijk maken nieuwe cross-disciplinaire kansen te benutten.
   

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Department for Business, Energy, and Industrial Strategy
Bron: UK Research and Innovation
Bron foto: Pixabay / EsbenS

Golfvormig complex The Wave siert Deense fjordenkust

The Wave, een woongebouw van de hand van architectenkantoor Henning Larsen is recent opgeleverd. Het gebouw, dat de vorm heeft van een golf, siert de kust van een Deens fjord en is verdeeld in vijf bouwdelen.

De bouw van The Wave heeft veel tijd gekost. Nadat de eerste twee golfvormen waren voltooid, raakte de financiële crisis ook de Deense bouwsector. Nu, 11 jaar nadat de eerste schep in de grond ging, is The Wave voltooid.

De Wave staat trots aan de rand van een van de fjorden bij Vejle, Denemarken en heeft een totaal vloeroppervlak van 14.000 m² verdeeld over vijf gebouwdelen. Elk van de vijf golven telt 20 appartementen met een vloeroppervlak die varieert tussen 97 en 198 vierkante meter. Daarboven bevindt zich over twee verdiepingen een penthouse met een totaal vloeroppervlak van 255 m². De glazen voorgevel en dakramen aan weerszijden van de appartementen zorgen voor voldoende daglicht in de woningen. Een aantal appartementen beschikt daarnaast over een eigen balkon.

Inspiratie voor het golfvormig ontwerp ontleende de architect aan de omgeving. Naast het kabbelende water speelde ook de heuvelachtige omgeving in het relatief vlakke Denemarken mee bij de vormgeving.

Volgens één van de architecten was er maar één plaats op de wereld waar dit gebouw kon worden gerealiseerd: Vejle. Het samenspel tussen de omliggende heuvels, het naastgelegen water van de Vejle Fjord en de architectuur van de nabijgelegen brug vormen daarvoor de ingrediënten.

Het ontwerp van The Wave is uitermate sierlijk. Wie de stad per trein of over de Vejle brug nadert ziet die vijf golfvormige pieken al van grote afstand als een herkenbaar symbool van de stad. Naast meer honderd appartementen is ook een openbare pier naar de waterkant voorzien.

Nieuwe software maakt non-destructieve kwaliteitsinspecties in real-time mogelijk

Nieuwe software maakt het mogelijk aan de hand van 3D-beeldreconstructie in real-time de binnenzijde van complexe producten te analyseren om afwijkingen of productiefouten op te sporen, zonder het object hiervoor te hoeven beschadigen. Dit maakt het onder meer mogelijk rotte appels of fouten bij het assembleren van electro-mechanische producten te detecteren terwijl deze producten op de lopende band voorbij komen.

Bij kwaliteitscontroles worden producten doorgaans steekproefsgewijs gecontroleerd, waarbij enkele producten worden gecontroleerd om de kwaliteit van een groot aantal producten te controleren. Dit betekent in de praktijk dat lang niet ieder product wordt geïnspecteerd. Indien in een later stadium toch productieproblemen worden ontdekt is het vaak nodig een groot aantal producten terug te roepen, die uit omloop worden gehaald en in veel gevallen niet meer verkocht kunnen worden. iXCon biedt uitkomst door het mogelijk te maken productiefouten op een tijd- en kostenbesparende manier te sporen, zonder hierbij producten te beschadigen. Dit maakt het mogelijk veel meer of zelfs alle producten uit een productieserie te controleren.

iXCon

Het project iXCon is door imec uitgevoerd in samenwerking met de UAntwerpen, KULeuven, UGent, Robovision, Terumo en XRE. Het project stond onder leiding van VisionLab, een onderzoeksgroep van imec verbonden aan de UAntwerpen. Binnen het iXCon project wordt onderzoek gedaan in opdracht van en in nauwe samenwerking met Vlaamse industriële partners. 

iXCon heeft geleid tot de ontwikkeling van een drietal concrete toepassingen. Het gaat hierbij onder meer om een 3D X-ray inspectie die het mogelijk maakt één product per seconde te inspecteren. Daarnaast zijn een tweetal landbouwtoepassingen ontwikkeld voor respectievelijk kwaliteitsinspectie van geoogste appels en voor het geautomatiseerd planten van gewassen. De toepassingen zijn ontwikkeld op basis van de ASTRA toolbox, een 3D tomografieraamwerk ontwikkeld door VisionLab. 

Toepassingen in de praktijk

De volgende toepassingen zijn al in de praktijk ingezet:

• Bloembollen inspecteren: Technologie ontwikkeld binnen iXCon is ingezet om de interne structuur en kwaliteit van bloembollen te controleren. De efficiëntie waarmee bloembollen geautomatiseerd worden gepland is hierdoor verhoogd door niet alleen zeker te stellen dat alle geplante bloembollen van voldoende kwaliteit zijn, maar ook dat alle bollen met de juiste zijde boven worden geplant.
• Niet-destructieve interne inspectie van vers fruit: Met behulp van technologie ontwikkeld binnen het iXCon project zijn peren op een geautomatiseerde manier na de oogst gesorteerd. Dit helpt meer homogene ladingen te creëren en reduceert daarnaast verspilling. 
• Kwaliteitscontrole van kleine medische apparaten: Technologie ontwikkeld binnen het iXCon project is ingezet voor kwaliteitsinspecties van medische apparaten die in grote volumes worden geproduceerd. De technologie moet op termijn kunnen worden geïntegreerd met bestaande inspectietechnieken die fabrikanten al langer inzetten. 

Röntgenstralen

De huidige toepassingen zijn ontwikkeld voor inspectie met behulp van röntgenstralen. De software kan echter ook worden ingezet in combinatie met andere beeldvormingsmethodes, zoals visuele, infrarood of hyperspectrale inspectie. Gebruikers kunnen vooraf informatie over het te scannen product opgeven om de kwaliteit en de snelheid van inspecties te verhogen. Zo kunnen technische tekeningen worden ingezet en is het mogelijk van bijvoorbeeld appels gegevens op te geven over de vorm en samenstelling. 

Henk Houf, COO/VP Manufacturing & Operations Terumo EMEA: “Het kunnen inzetten van deze nieuwe innovatieve technologie zal ons zeker de mogelijkheid bieden onze kwaliteitscontroles naar een nog hoger niveau te brengen. Een belangrijk aspect voor Terumo bij deze technologie is de flexibiliteit en de inzetbaarheid in een industriële, hoge snelheid, hoge kwaliteitsomgeving en dit voor meerdere van onze producten.”

Nog in ontwikkeling

De software wordt nog doorontwikkeld. Zo willen de betrokken partijen een hardwarematig systeem bouwen dat de flexibiliteit biedt om in korte tijd meerdere verschillende producten te scannen. Daarnaast kan de hardwareopstelling naar verwachting worden ingezet om nieuwe meetmethodes te ontwikkelen en valideren. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: imec (foto)

Renault gaat met zeilschepen auto's naar VS vervoeren

Renault gaat met behulp van zeilschepen auto's van Europa naar de Verenigde Staten (VS) vervoeren. De autofabrikant wil hiermee haar CO2-uitstoot terug dringen.

De Franse autofabrikant streeft ernaar zijn CO2-uitstoot in 2022 met 25% te hebben teruggedrongen ten opzichte van 2010. Ook wil Renault dat zijn toeleveranciersketen in 2022 6% minder CO2 uitstoot. Als onderdeel van deze strategie kondigt Renault aan een deal te hebben gesloten met NEOLINE, een Franse startup dat vrachtzeilschepen bouwt. 

NEOLINER

Deze schepen – die NEOLINER worden genoemd – zijn 136 meter lang en 24,2 meter breed. De schepen zijn ontworpen voor een kruissnelheid van 11 knopen. Voor stabilisatie zijn de schepen voorzien van een kiel, waarvan de stand automatisch wordt aangepast op de snelheid waarmee wordt gevaren. Door deze kiel bedraagt de vaardiepte van de NEOLINER 14 meter. De kiel kan worden ingetrokken om de vaardiepte te reduceren tot 5,5 meter om havens te kunnen binnenvaren. 

De zeilen van de NEOLINER zijn in totaal 4.200 m2 groot. Door de twee masten waaraan deze zeilen zijn bevestigd is het schip in totaal 67 meter hoog. Om desondanks relatief lage bruggen te kunnen passeren kunnen de masten van de NEOLINER worden neergelaten, waardoor de hoogte van het schip wordt teruggedrongen tot 41 meter. Naast zeilen is ook een hybride diesel-elektromotor aanwezig van 4.000 kW. 

De NEOLINER is voorzien van twee laadkleppen, die toegang bieden tot twee laadruimen die zijn afgeschermd van de elementen. Het primaire laadruim is 121 meter lang, 21,2 meter breed en 9,8 meter hoog. Dit ruim heeft een oppervlakte van 2.236 m2. Het tweede ruim – dat lager in het schip is gelegen – is 81,6 meter lang, 14,6 meter breed en 5,3 meter hoog. Dit ruim heeft een oppervlakte van 1.200 m2. 

90% lagere CO2-uitstoot

NEOLINE gaat twee zeilschepen voor Renault ontwikkelen, die beide in 2021 operationeel moeten zijn. Ieder schip kan in totaal 478 auto’s vervoeren. De schepen worden in eerste instantie gedurende een pilot ingezet op een route tussen het Franse Saint-Nazaire, de Amerikaanse oostkust en de Franse eilandengroep Saint-Pierre en Miquelon voor de Canadese kust. 

Renault verwacht dat de inzet van dergelijke schepen verschillende voordelen zal bieden. Zo verwacht de autofabrikant de CO2-uitstoot door het transport van haar voertuigen met 90% te kunnen terug dringen, maar ook de kosten van dit transport te kunnen terugdringen. Renault is een samenwerking van drie jaar aangegaan met NEOLINE. 

“De doelstelling van Groupe Renault is het terugdringen van de milieu-impact van ieder voertuig gedurende de volledig levenscyclus, van het transporteren van onderdelen tot het afleveren en de uiteindelijke sloop van het voertuig. In de context van onze strategie om nieuwe duurzame mobiliteitsoplossingen te verkennen en onze CO2-voetafdruk terug te dringen heeft de oplossing van NEOLINE, die energie-efficiëntie en operationele relevantie combineert, onze aandacht getrokken”, licht Jean Philippe Hermine, Vice President Strategic Environmental Planning bij Groupe Renault, toe. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Groupe Renault (foto)
Bron: Neoline

UNICEF vervoert vaccins met drone naar het moeilijk bereikbare Vanuatu

Voor het eerst heeft een kind een vaccin gekregen dat is aangeleverd met behulp van een drone. Het vaccin werd gegeven op de Republiek Vanuatu, een eilandengroep in Oceanië.

Vanuatu bestaat uit een reeks eilanden die van elkaar gescheiden worden door de oceaan. De eilanden zijn bergachtig en bevatten meerdere vulkanen, waardoor de eilanden via land moeilijk begaanbaar zijn. Dit heeft ook zijn weerslag op de zorg op het eiland; naar schatting van UNICEF krijgt één op de vijf kinderen op Vanuatu niet alle essentiële vaccins. 

Afgeleverd in Cook’s Bay

Met behulp van drones wil UNICEF dit percentage terugdringen. De organisatie meldt samen met partners op Vanuatu voor het eerst een vaccin te hebben afgeleverd met behulp van een drone. De drone legde in totaal meer dan 40 kilometer af en vloog van Dillon’s Bay aan de westzijde van het eiland naar het afgelegen Cook’s Bay aan de oostzijde. Cook’s Bay is doorgaans alleen op voet of met behulp van kleine boten te bereiken.

In Cook’s Bay is een lading vaccins afgeleverd. Het eerste vaccin werd toegediend een kind van een maand oud en beschermt het kind tegen hepatitis en tuberculose. Daarnaast zijn ook twaalf andere kinderen en vijf zwangere vrouwen gevaccineerd. 

Integreren in nationaal vaccinatieprogramma

Het project is uitgevoerd door UNICEF in samenwerking met twee dronebedrijven: Swoop Aero en WingCopter. De eerste dronevlucht naar Vanuatu is uitgevoerd door Swoop Aero. De drone wist binnen twee meter van zijn doel veilig te landen. Op de lange termijn wil de overheid van Vanuatu de inzet van drones integreren in een nationaal vaccinatieprogramma.

UNICEF spreekt over een grote stap voorwaarts voor wereldwijde zorgverlening. “De unieke aflevering van het vaccin van vandaag heeft enorme potentie voor niet alleen Vanuatu, maar ook voor duizenden kinderen op andere locaties ter wereld die vaccins missen”, aldus Henriette Fore, directeur van UNICEF. De vlucht was onderdeel van het eerste commerciële contract ooit om vaccins met behulp van een drone af te leveren.

Om de vaccins tijdens deze reis op een constante lage temperatuur te houden, werd de drone voorzien van een doos van styrofoam gevuld met ijs. Ook werd een datalogger toegevoegd aan de doos om de temperatuur van de vaccins continu te kunnen monitoren. Ook werd een indicator aangebracht waarmee in een oogopslag te zien is of de temperatuur van de vaccins een grenswaarde heeft overschreden. 

Steeds vaker ingezet voor medische doeleinden

Drones worden steeds vaker ingezet voor medische doeleinden. Zo vervoert het Zwitserse Matternet met behulp van autonome drones bloed voor bloedtransfusies en diagnostische monsters tussen Zwitserse ziekenhuizen. Ook voeren Airbus en International SOS testen uit met het vervoeren van medische apparaten met behulp van drones. De startup Flirtey vliegt in de Verenigde Staten met drones defibrillators naar mensen die een hartaanval hebben gehad. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: UNICEF (foto)

Walmart implementeert 360 schoonmaakrobots en experimenteert met robotkok

Walmart zet in op robots. De winkelketen gaat 360 schoonmaakrobots inzetten in haar Amerikaanse vestigingen. Deze robots zijn in staat vloeren van winkels te reinigen zonder dat een menselijke medewerker toezicht hoeft te houden. Daarnaast voert het bedrijf naar verluid testen uit het Flippy, een gerobotiseerde keukenassistent die Walmart wil inzetten om etenswaren geautomatiseerd te frituren.

Het roboticabedrijf Brain Corp maakt bekend een deal te hebben gesloten met Walmart. De Amerikaanse winkelketen implementeert in totaal 360 schoonmaakrobots van het bedrijf in zijn winkels. De robots moeten tegen het einde van het fiscale jaar van Walmart op 31 januari 2019 actief zijn. 

BrainOS

De robots zijn voorzien van een besturingssysteem genaamd BrainOS, wat de robots in staat stelt geheel autonoom te opereren in winkels. Hiermee automatiseert het bedrijf werkzaamheden die momenteel nog handmatig worden uitgevoerd; werknemers van Walmart poetsen de vloer op dit moment met schoonmaakmachines die handmatig bediend moeten worden. 

De schoonmaakrobots nemen hiermee veel werk uit handen. Werknemers hoeven de robots slechts eenmaal handmatig door de winkel te rijden, waarbij de robot de winkel in kaart brengt. Na deze initiële rit kan de robot geheel autonoom door de winkel navigeren. De robots kunnen door medewerkers vervolgens met één druk op de knop aan het werk worden gezet. Met behulp van sensoren wordt de aanwezigheid van mensen en andere obstakels gedetecteerd, waarop de robot automatisch zijn route aanpast. 

BrainOS is een besturingssysteem dat Brain Corp heeft ontwikkeld om traditionele apparaten slim te maken. Het besturingssysteem kan worden toegepast op bestaande machines, die hiermee in feite worden omgetoverd tot intelligente robots. Het besturingssysteem maakt gebruik van computer vision en AI libraries om zelfstandig zijn weg te vinden in een omgeving. BrainOS is specifiek gericht op dynamische omgevingen waarin de positie van objecten continu verandert en voortdurend nieuwe obstakels worden geïntroduceerd. BrainOS verzamelt data over robots in de cloud, waar gegevens kunnen worden vergeleken om onder meer de prestaties van de robots te optimaliseren. 

Flippy

Yahoo Finance meldt daarnaast dat Walmart momenteel testen uitvoert met Flippy, een gerobotiseerde keukenassistent ontwikkeld door de startup Miso Robotics. De robotkok wordt getest in het Culinary Institute and Innovation Center van de winkelketen in Bentonville, Arkansas. Walmart wil de robot inzetten om verschillende producten geautomatiseerd te kunnen frituren in haar delicatessenwinkels. Denk hierbij aan kipnuggets, mozzarella sticks en aardappelpartjes.

In de praktijk plaats een werknemer van Walmart een product op een rek. Flippy identificeert om welk voedsel het gaat, pakt het product op en plaats deze in een frituurmand. Vervolgens frituurt Flippy het product, waarbij de mand regelmatig wordt geschud om een gelijkmatige bereiding zeker te stellen. Na het frituren plaatst de robot de frituurmand in een uitdruiprek, waarna de binnentemperatuur van het voedsel wordt gecontroleerd door een medewerker. Deze medewerker brengt het product vervolgens op smaak met behulp van kruiden, waarna het verkocht kan worden. 

Extra paar handen in de keuken

De robot is dus niet zo zeer bedoeld om werknemers te vervangen, maar vooral om diens werk te vereenvoudigen. Flippy functioneert als een ‘extra paar handen’ in de keuken, waardoor werknemers meer tijd over hebben om bestellingen van klanten op te nemen en andere gerechten klaar te maken. Daarnaast wil Walmart met Flippy voedselverspilling minimaliseren, de voedselveiligheid vergroten en een consistent eindproduct garanderen. Flippy kan zowel een frituurpan als een grill geautomatiseerd bedienen. Miso Robotics stelt dat de robot specifiek geschikt is voor commerciële toepassingen en een continue uptime van 100.000 uur kan hebben. 

Flippy is niet nieuw. De robot werd eerder ingezet om hamburgers te bakken in een vestiging van CaliBurger in het Amerikaanse Pasadena. Ook heeft de robot eerder in het Dodger Stadium in Los Angeles om kipnuggets en aardappelkroketjes gebakken. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Brain Corp (foto)
Bron: Yahoo Finance
Bron: Miso Robotics