maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Geluidsdicht hondenhok van Ford helpt honden tijdens oud en nieuw

De komende tijd zal het voor veel huisdieren weer regelmatig schrikken geblazen zijn: de vuurwerkknallen komen al regelmatig voorbij en voor sommige huisdieren is dat een absolute nachtmerrie. Autofabrikant Ford besloot daar iets op te vinden. Het ontwikkelde een geluidsdicht hondenhok.

Noise cancelling

Het hondenhok dempt het vuurwerklawaai door middel van de zogenaamde ‘noise cancelling technologie’, die ook al in koptelefoons en in de auto’s van het bedrijf wordt gebruikt. Onder meer de Edge SUV is hiervan voorzien. Als de microfoons een hoge mate van geluid opvangen van de motor of de transmissie, wordt er een tegengeluid gegegeven vanuit het audiosysteem van de auto. Dit is ook toegepast in het hondenhok, waardoor het geluid van de knallen in elk geval een stuk zachter wordt.

“We vroegen ons af hoe we de technologieën die we in onze auto’s gebruiken, ook kunnen toepassen in andere situaties”, zegt de brand content manager van Ford of Europe in een persbericht. “Misschien kunnen we honden wel laten genieten van een stiller Oud en Nieuw. We zijn met meer ideeën bezig om onze dagelijkse levens te verbeteren met de know-how van Ford.”

De schuilplek in het hondenhok gaat met een automatische deur dicht en is voorzien van trillingsdempers. Er wordt momenteel gewerkt aan prototype, maar of en wanneer het product op de markt komt is nog niet bekend. 

Echt geluidsdicht?

Dierenexpert Martin Gaus zegt tegen RTL Nieuws nog een beetje sceptisch te zijn over de Ford-uitvinding. “Als een hond eerder een trauma heeft opgelopen door vuurwerk, kan het zachtste geluid al voor stress zorgen.” Het is volgens hem daarom van groot belang dat het hok van Ford echt helemaal geluidsdicht is. De bestaande geluidsdempende producten werken volgens hem niet goed genoeg. Volgens de makers bij Ford is een hond veel minder gevoelig voor natuurlijke geluiden, zoals onweer, dan voor de onnatuurlijke knallen van bijvoorbeeld vuurwerk. 

Ford staat erom bekend veel te investeren in de ontwikkeling van producten die enigszins buiten hun core business – automotive – liggen. Zo ontwikkelde het vorig jaar een babywieg dat een auto nabootst. De wieg helpt baby’s in slaap vallen door de bewegingen en geluiden van een auto te simuleren. Onlangs introduceerde het in samenwerking met het Meyer‑Hentschel Instituteook een slaappak, waarmee gebruikers kunnen ervaren wat de invloed van vermoeidheid is op autorijden. Ford wil het pak inzetten tijdens Driving Skills for Life (DSFL), het gratis trainingsprogramma voor jonge automobilisten tot 24 jaar.

Bron: Ford/RTL Nieuws

Elektrisch amfibievaartuig Sealegs

Een boot die kan rijden of een auto die kan varen – zou dat niet aardig zijn? Het kan inmiddels met de Sealegs van het gelijknamige Nieuw-Zeelandse bedrijf. Sinds kort is er ook een nieuw elektrisch aangedreven model, de Electric E4.

Net als de andere amfibievaartuigen van Sealegs is de E4 een opblaasbaar vaartuig met een stijve romp waarmee ook op land kan worden gereden. De boot kan daarmee overal waar strand of een oever is in en uit het water worden gereden. Een kraan of dok is daarvoor niet meer nodig. Wanneer het amfibievaartuig eenmaal in het water ligt, dan worden de wielen omhoog bewogen zodat deze de vaarbeweging niet hinderen.

Als aandrijving beschikt de Electric E4 over een 150 pk buitenboord-motor voor verplaatsing over het water. De wielen zijn uitgevoerd met elektromotoren met een hoog koppel waarbij nog eens kan worden gekozen voor twee- of driewielaandrijving.

Alle motoren worden gevoed door een centrale 48 V lithium accupack met een vermogen van 7 kWh. Deze wordt ondersteund door een regeneratief remsysteem dat de vrijkomende energie tijdens het remmen hergebruikt. Daarnaast wordt de batterij ook nog eens opgeladen met het vermogen van de buitenboordmoten wanneer deze wordt gebruikt. Met de accupack kan zo’n 1,5 uur worden gereden.

De Electric E4 heeft een lengte van ruim 7 meter en is iets meer dan 2 1/2 meter breed. Met een eigengewicht van 1.390 kg bedraagt kan het amfibievaartuig een maximale belasting van zo’n 700 kg aan. De topsnelheid aan land bedraagt 10 km/uur; op het water wordt een snelheid bereikt van zo’n 40 knopen.

Opvallend is verder het 24 inch touchscreen waar alle noodzakelijke informatie op wordt gepresenteerd en waarmee belangrijke functies worden geregeld. De Sealegs E4 biedt ruimte aan maximaal acht personen; aan de achterzijde is een bescheiden zonnedek voorzien.

De Electric E4 in actie zien? Onderstaande video geeft je een aardige indruk.

450 kW snellader geeft elektrische auto in drie minuten 100 kilometer bereik

Een nieuwe 450 kW snellader maakt het mogelijk een accu van een elektrische auto in minder dan drie minuten voldoende op te laden om een afstand van 100 kilometer te overbruggen. De accu kan in een kwartier tijd tot 80% worden opgeladen.

De laadtijd van accu’s speelt een belangrijke rol bij de inzetbaarheid van elektrische voertuigen. Hoe korter deze laadtijd, hoe sneller een accu immers weer kan worden opgeladen en een elektrisch voertuig weer inzetbaar is. Om deze laadtijd te verkorten hebben onder meer autofabrikanten BMW en Porsche het onderzoeksconsortium Fast Charge opgezet. Binnen dit consortium wordt gewerkt aan een 450 kW snellader voor elektrische auto’s. 

Naast BMW en Porsche zijn ook een aantal andere partijen bij het consortium betrokken. Zo is Allego betrokken als toekomstige exploitant van de snellaadsystemen, Phoenix Contact E-Mobility als leverancier van de laadtechnologie en Siemens als expert op het gebied van elektrotechniek. Het consortium heeft voor het onderzoeksproject 7,8 miljoen euro subsidie gekregen van het Duitse ministerie van Transport en Digitale Infrastructuur. 

Eerste exemplaren geïnstalleerd

De eerste twee exemplaren van de snellader zijn afgelopen week geïnstalleerd in Jettingen-Scheppach, in de buurt van de snelweg A8 tussen het Duitse Ulm en Augsburg. Het laadsysteem heeft volgens BMW en Porsche een drie tot negen maal hogere laadcapaciteit dan huidige gelijkstroom snellaadsystemen. Het Fast Charge systeem maakt gebruik van de Combined Charging System (CCS) Type 2 stekker, die in Europa de standaard is voor dergelijke stekkers en in een groot aantal elektrische voertuigen wordt gebruikt. 

Bij de onthulling van de Fast Charge snelladers werden de laadstations gedemonstreerd in combinatie met een elektrisch onderzoeksvoertuig van Porsche met een 90 kWh accu en een BMW i3 met 57 kWh accu. De Porsche werd met een capaciteit van 400 kW geladen, waardoor de accu in het voertuig in slechts drie minuten tijd voldoende kon worden opgeladen om 100 kilometer bereik te geven. Een laadcapaciteit van 400 kW is volgens BMW en Porsche een nieuwe mijlpaal voor passagiersvoertuigen. De hoge laadcapaciteit is mogelijk dankzij het gebruik van een nieuw koelsysteem. Dit systeem bewaakt de temperatuur in de accucellen en zorgt dat deze niet te hoog oploopt. 

Geschikt voor 400 en 800 volt accu’s

Het Fast Charge systeem is geschikt voor elektrische voertuigen met een 400 volt en 800 volt accu. Het voltage wordt automatisch aangepast op het maximale voltage waarmee het voertuig kan worden opgeladen. Dit systeem werd gedemonstreerd met een BMW i3, die voorzien is van een 400 volt accu. Dit voertuig werd in 15 minuten tijd van opgeladen 10% tot 80% capaciteit. 

De Fast Charge laadstations zijn momenteel gratis beschikbaar voor alle elektrische voertuigen met ondersteuning voor CSS. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Porsche 
Bron: BMW (foto)

Coca Cola ziet brood in Eindhovense technologie voor de recycling van PET

Coca Cola gaat investeren in de Eindhovense start-up Ioniqa. Dit bedrijf gaat een proeffabriek opzetten waarin het zijn technologie gaat toepassen voor de recycling van het kunststof PET.

Ioniqa heeft een technologie ontwikkeld die het mogelijk maakt om hoogwaardige gerecyclede PET-producten te maken van het doorgaans moeilijk te recyclen PET-kunststof. Coca Cola ziet dat zitten en heeft een investering toegezegd. De overeenkomst is bedoeld om de ontwikkeling en introductie van hoogwaardig gerecycleerd PET-materiaal te versnellen voor gebruik in flessen die worden uitgegeven door The Coca-Cola Company.

Minder plastic 

Deze investering ondersteunt de wereldwijde visie van Coca Cola om een afvalloze wereld te creëren. Het bedrijf heeft als doel om tegen 2030 verpakkingen te maken die voor minstens 50% zijn gerecycled. Door de nieuwe technologie kunnen ook kunststoffen die doorgaans worden uitgesloten van bepaalde recyclingsstromen, zoals gekleurde PET-flessen, gerecycled worden en omgezet in verpakkingen voor de levensmiddelenindustrie.

Met de investering van Coca Cola kan Ioniqa opschalen en versnellen in de ontwikkeling van de technologie. Met de technologie van Ioniqa worden PET-flessen omgezet in gezuiverde polymeerbouwstenen die later kunnen worden omgevormd tot hoogwaardig PET. Er wordt in 2019 een industriële installatie in Nederland gebouwd om de technologie op grotere schaal toe te passen. 

Visie

“Onze investering in nieuwe en baanbrekende recyclingtechnologieën geeft ons een kans om aanzienlijk te bewegen in de richting van het sluiten van de cirkel en het creëren van een circulaire economie voor PET”, zegt Robert Long, Chief Innovation Officer voor The Coca-Cola Company. “We zijn van plan om te blijven investeren in het creeëren van de juiste partnerschappen en initiatieven – zoals met Ioniqa – om onze visie van een wereld zonder afval te ondersteunen.”

“Samenwerking met The Coca-Cola Company is een verdere bevestiging van onze reis om dit unieke proces voor de transformatie van moeilijk te recyclen PET-afval naar hoogwaardig, foodgrade-materiaal te lanceren”, aldus Tonnis Hooghoudt, CEO van Ioniqa. “Het Ioniqa-proces zorgt voor aanzienlijk herstel en hergebruik van plastic materialen die anders misschien niet zouden worden gerecycled, terwijl PET van hoge kwaliteit is. De lancering van onze fabriek volgend jaar zal een belangrijke stap zijn in de transformatie van moeilijk te recyclen PET-plastic in een meer algemeen bruikbaar gerecycleerd materiaal, en dat ondersteunt ook de visie van Coca-Cola. “

Bron: Ioniqa/De Ingenieur.

Nieuwe Guardian XO Max exoskelet biedt accuduur tot 8 uur

Het Guardian XO Max exoskelet van het Amerikaanse Sarcos Robotics stelt gebruikers in staat objecten met een gewicht van maximaal 90 kilogram te tillen, zonder hierbij het risico te lopen op blessures. Het exoskelet wordt naar verwachting begin 2020 aan de eerste klanten geleverd en heeft een batterijduur tot 8 uur, waarmee het pak in theorie zonder bij te laden een volledige werkdag kan worden ingezet. 

Exoskeletten zijn niet nieuw en worden al enige tijd door uiteenlopende bedrijven ontwikkeld. De hulpmiddelen kunnen onder andere worden ingezet om mensen te ondersteunen bij het uitvoeren van zware taken. Een exoskelet neemt op dat moment in belangrijke mate de belasting van de mens over, waardoor de mens minder vermoeid raakt, langer productief kan blijven en minder risico loopt op blessures.

90% lager energieverbruik

Om zijn werk te kunnen doen heeft een exoskelet energie nodig. Dit beperkte de inzetbaarheid van exoskeletten lange tijd, aangezien veel bestaande accu’s niet krachtig genoeg waren om langere tijd voldoende capaciteit te leveren. De laatste tijd worden steeds meer exoskeletten geïntroduceerd die een langere accuduur bieden en hiermee in de praktijk beter inzetbaar zijn. Een voorbeeld is de nieuwe Guardian XO Max, dat minder dan 400 watt aan vermogen nodig heeft om met een menselijke snelheid te lopen. Dit is volgens Sarcos Robotics ruim 90% lager dan het energieverbruik die de gemiddelde humanoïde robot verbruik tijdens het lopen. 

Dankzij dit lage energieverbruik kan de Guardian XO Max op één acculading tot acht uur worden gebruikt. Indien dit onvoldoende blijkt kan de lege accu worden verwisseld voor een vol exemplaar, zonder hiervoor de werking van het exoskelet te hoeven onderbreken. Indien dus voldoende accu’s beschikbaar zijn, kan de Guardian XO Max onafgebroken worden ingezet. 

‘Veel misvattingen’

“Er zijn veel misvattingen over de commerciële gereedheid en haalbaarheid van full-body industriële exoskeletten die in staat zijn de kracht en het uithoudingsvermogen van de mens substantieel te vergroten, inclusief de hoeveelheid vermogen die nodig is om deze machines aan te drijven”, aldus Ben Wolff, bestuursvoorzitter en CEO van Sarcos Robotics. 

“Met onze innovaties in het optimaliseren van de inzet van energie, is Sarcos in staat met aangedreven exoskeletten of humanoïde robots te doen waartoe geen enkel andere bedrijf in staat is geweest: het aandrijven van een robot op menselijke schaal die tot acht uur lang werk kan verzetten op één acculading.”

‘Get-Out-of-the-Way’ aansturing

Sarcos Robotics meldt ook de aansturing van het exoskelet te hebben vernieuwd. Hierbij is een systeem toegepast wat ‘Get-Out-of-the-Way’ aansturing wordt genoemd, dat is ontwikkeld om het gebruik van het exoskelet te vereenvoudigen. Het systeem maakt gebruik van een reeks sensoren die in het exoskelet zijn verwerkt om bewegingen van de gebruiker te registreren, waardoor de gebruiker zelf geen sensoren op zijn of haar lichaam hoeft aan te brengen. Het ‘Get-Out-of-the-Way’ systeem is in staat in milliseconden op de bewegingen van de gebruiker te reageren, waardoor nauwelijks vertraging ontstaat tussen de bewegingen van de mens en de bewegingen van het exoskelet. Sarcos Robotics stelt dat dit de aansturing intuïtiever maakt en de noodzaak mensen te trainen in het gebruik van het exoskelet minimaliseert. Een gebruiker kan in minder dan een minuut het exoskelet ‘aantrekken’ en hiermee aan de slag gaan. 

Naar verwachting wordt de Guardian XO Max eind 2019 officieel gelanceerd. De eerste exemplaren van het exoskelet worden begin 2020 aan klanten geleverd. Het exoskelet wordt geleverd via een ‘Robotics-as-a-Service’ model, waarbij klanten betalen voor het gebruik van de exoskeletten en niet hoeven te investeren in de initiële aanschaf hiervan.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Sarcos Robotics (foto)

Volvo Trucks levert binnenkort haar eerste elektrische vrachtwagen op

Volvo Trucks levert binnen enkele maanden haar eerste volledige elektrische vrachtwagen af. Het gaat om een 10 tot 15 tons FE Electric, die wordt geleverd aan de Duitse stad Hamburg.

Dit meldt Bloomberg. Volvo trucks kondigde in mei al aan de volledig elektrische FE Electric te hebben ontwikkeld. Het voertuig is leverbaar met een brutogewicht tot 27 ton, al meldt Bloomberg dat het model dat aan Hamburg wordt geleverd een 15-tons model is. De vrachtwagen is voorzien van een tweetal elektromotoren die gezamenlijk een piekvermogen van 370 kW en een continu vermogen van 260 kW leveren. De elektromotoren bieden beide een koppel van 425 Nm, waarmee het totale koppel uitkomt op 850 Nm. De vrachtwagen is voorzien van een Volvo-transmissie met twee versnellingen. 

Bereik tot 200 kilometer

De elektrische vrachtwagen is leverbaar met een accu met een capaciteit tussen de 200 en 300 kWh. Indien voor het 300 kWh model wordt gekozen heeft de FE Electric een bereik tot 200 kilometer. Voor het opladen van de trucks zijn twee verschillende laadsystemen beschikbaar: een 22 kW systeem voor AC-opladen via het lichtnet en een 150 kW systeem voor DC-snelladen via CCS/Combo2. Met behulp van het 150 kW snellaadsysteem kan de accu van het voertuig in anderhalf uur tijd worden opgeladen tot 300 kWh. Bij gebruik van het AC-oplaadsysteem duurt dit ongeveer 10 uur. 

De elektrische vuilniswagen die wordt geleverd aan Hamburg is ontwikkeld in samenwerking met carrosseriebouwer Faun. Prof. Dr. Rüdiger Siechau, CEO bij Stadtreinigung Hamburg, zei bij de aankondiging van deze deal: “Op dit moment stoot elk van onze 300 conventionele vuilniswagens circa 31.300 kg kooldioxide per jaar uit. Een elektrisch aangedreven vuilniswagen met een accu die een volledige dienst van acht tot tien uur meegaat, is een technologische doorbraak. Een ander voordeel is het feit dat Stadtreinigung Hamburg klimaatneutrale elektriciteit produceert die kan worden gebruikt om de accu’s op te laden.”

‘Vooral op kortere routes interessant’

Martin Lundstedt, Chief Executive Officer (CEO) van Volvo Trucks, verwacht dat elektrische vrachtwagens met name op kortere routes een interessante optie zullen zijn. Voor langere afstanden blijven verbrandingsmotoren de komende jaren echter de beste optie, aangezien laadstations niet op alle locaties op een rendabele wijze kunnen worden aangeboden. “Indien we CO2-uitstoot willen terugdringen, zullen we moeten kiezen voor toepassingen die het grootste verschil maken en waarvoor we vandaag de dag de beste technologieën beschikbaar hebben”, zegt Lundstedt tegen Bloomberg. “Dat zijn in belangrijke mate stedelijke omgevingen.” De CEO voegt toe: “Wat we nu zien is het begin van een verschuiving die snel zal versnellen.”

Cijfers van Boomberg New Energy Finance wijzen uit dat lichte elektrische aangedreven vrachtwagens gericht op onder meer pakketbezorging op dit moment weliswaar duurder zijn in gebruik dan diesel-gebaseerde alternatieven, maar deze balans op korte termijn gaat verschuiven. Naar verwachting zijn elektrische varianten vanaf 2025 voordeliger dan diesel vrachtwagens.

FL Electric

De FE Electric is niet de eerste elektrische vrachtwagen die Volvo Trucks op de markt brengt. In april kondigde het bedrijf al de FL Electric aan. Deze 16-tons vrachtwagen is voorzien van een elektromotor met een piekvermogen van 185 kW en een continu vermogen van 130 kW, terwijl het koppel 425 Nm bedraagt. Het voertuig is net als zijn grotere broer voorzien van een Volvo-transmissies met twee versnellingen.

De FL Electric kan worden voorzien van twee tot zes lithium-ion accu’s, die een capaciteit leveren van 100 tot 300 kWh. Indien voor de 300 kWh-configuratie wordt gekozen heeft de vrachtwagen een actieradius tot 300 kilometer. Deze accu’s kunnen net als bij de FE Electric worden opgeladen met een 22 kW AC-oplaadsysteem of een 150 kW DC-snellaadsysteem. Met dit laatste systeem kunnen de accu’s in één tot twee uur volledig worden opgeladen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Volvo Trucks (foto)
Bron: Bloomberg

Welke ontwikkelingen gaan de grootste impact hebben op chirurgie?

Allerlei ontwikkelingen gaan de komende jaren een impact hebben op chirurgie. Denk hierbij aan de toenemende omarming van operatierobots en minimaal invasieve chirurgie, maar ook aan ontwikkelingen op het gebied van beeldvormende technologie. Welke ontwikkelingen hebben de grootste impact en wat is hun impact op patiënten?

Dit heeft de Commission on the Future of Surgery van The Royal College of Surgeons of England in kaart gebracht. Deze onafhankelijke commissie telt veertig leden met uiteenlopende expertises. “Technologieën zoals operatierobots, kunstmatige intelligentie, 3D-printen en nieuwe beeldvormende technieken veranderen nu al de wijze waarop chirurgische zorg wordt verleend en zullen dit ook in de toekomst blijven doen. Ontwikkelingen op het gebied van onder meer genomica, regeneratieve geneeskunde en cel-gebaseerde therapieën kunnen nieuwe mogelijkheden bieden voor het voorspellen en behandelen van ziektes die enkele jaren geleden nog onbehandelbaar waren”, schrijven de onderzoekers op hun website. 

Welke ontwikkelingen hebben de grootste impact?

In hun onderzoek hebben de onderzoekers in kaart gebracht welke technologieën de grootste impact zullen hebben op chirurgie:

  • Minimaal invasieve chirurgie met operatierobots: Door via slechts enkele kleine incisies te opereren helpen deze robots de impact op patiënten verkleind, die hierdoor sneller kunnen herstelen. De onderzoekers wijzen erop dat in 2019 een nieuwe generatie operatierobots wordt geïntroduceerd, die zowel kleiner, veelzijdiger als goedkoper is dan de huidige generatie. Dit helpt de omarming van operatierobots te versnellen. 
  • Beeldvormende technologie: Deze technologie is van cruciaal belang om minimaal invasieve chirurgie mogelijk te maken, aangezien chirurgen niet langer met het blote oog kunnen zien wat zij doen. De onderzoekers verwachten dat beeldvormende technologie de komende jaren zal verbeteren, wat helpt minimaal invasieve chirurgie nauwkeuriger te maken. Daarnaast gaan ontwikkelingen in beeldvormende technologie helpen sneller en nauwkeuriger diagnoses te stellen. Ook wijzen de onderzoekers wijzen erop dat augmented reality en virtual reality platformen op dit moment al worden ingezet om chirurgen te trainen in het uitvoeren van chirurgische procedures. Deze tools kunnen niet alleen helpen het resultaat van operaties te verbeteren, maar ook om procedures te standaardiseren en training breder toegankelijk te maken. 
  • Gespecialiseerde interventies: Op de lange termijn zullen er steeds vaker complexe en gespecialiseerde interventies worden uitgevoerd. Denk hierbij aan cel-gebaseerde therapieën, het implanteren van bio-geprint weefsel en organen, ‘intelligente’ protheses of transplantatie van dierlijke organen in mensen. Dergelijke ontwikkelingen vereisen specialistische teams die in multidisciplinaire centra samenwerken, verwachten de onderzoekers. 
  • Dataverzameling en -analyse: Dataverzameling en -analyse gaat in de toekomst een steeds grotere rol spelen in chirurgie, onder meer om ziektes beter te kunnen voorspellen en gepersonaliseerde zorg te kunnen bieden. De onderzoekers waarschuwen wel dat patiënten en burgers in het algemeen goed geïnformeerd moeten worden over deze initiatieven en daarnaast standaarden moeten worden ontwikkeld voor het gebruik van dergelijke data. Ook verwachten de onderzoekers dat patiënten meer toegang zullen hebben tot genomicaonderzoeken. Deze testen kunnen helpen een betere begrip te krijgen van ziektebeelden, zowel op het patiënten- als populatieniveau.

Impact op patiënten

Daarnaast is de impact van deze ontwikkelingen op patiënten in kaart gebracht. Zo verwachten de onderzoekers dat chirurgie zich steeds meer gaat ontwikkelen richting preventieve zorg, het voorspellen van aandoeningen, het vroegtijdig bestrijden van ziektes en gecoördineerd beheer van chronische aandoeningen. Daarnaast voorspellen de onderzoekers dat ingrepen in de toekomst nog nauwkeuriger en met minder implicaties worden uitgevoerd, waardoor de uitkomst steeds voorspelbaarder wordt. Ook wordt de impact op patiënten kleiner, waardoor zij sneller van operaties herstellen. 

Ook maken minimaal invasieve technologieën en ontwikkelingen in beeldvormende technieken het mogelijk patiënten te opereren die momenteel niet geopereerd kunnen worden. Daarnaast zullen steeds meer ziektes via chirurgie behandeld kunnen worden. Zo wijzen de onderzoekers erop dat functionele beeldvorming van de hersenen het op dit moment al radicalere en tegelijkertijd veiligere microchirurgie in te zetten voor het bestrijden van sommige hersentumoren. 

Ontwikkelingen op het gebied van onder meer behandeltechnieken kunnen chirurgie in sommige gevallen overbodig maken. Zo wijzen de onderzoekers op ontwikkelingen op het gebied van radio- en immunotherapie die het aantal kanker-gerelateerde operaties mogelijk kan gaan terugdringen. 

Waar wordt zorg geleverd?

Om de kwaliteit van zorg te verbeteren is chirurgie in de recente geschiedenis in toenemende mate gecentraliseerd. De onderzoekers voorspellen dat gespecialiseerde ingrepen zoals weefseltransplantaties of stamceltherapieën gecentraliseerd zullen blijven worden uitgevoerd. Dit vooral aangezien deze vormen van zorg multidisciplinaire teams met gespecialiseerde expertise vereisen. Onderzoeken vooraf aan dergelijke therapieën kunnen op termijn in veel gevallen echter lokaal worden uitgevoerd dankzij telegeneeskunde en digitale platformen. Ook digitale technologieën zoals 3D-printen voor medische doeleinden zal waarschijnlijk vooral op centrale locaties beschikbaar zijn.

Door de toenemende omarming van operatierobots en andere digitale technologieën kunnen meer routinematige chirurgische ingrepen echter vaker lokaal worden uitgevoerd, verwachten de onderzoekers. Zo kunnen specialisten op afstand meekijken om ondersteuning te bieden bij operaties, waardoor deze eenvoudiger lokaal kunnen worden uitgevoerd. Ook worden operatierobots steeds veelzijdiger, goedkoper en compacter, wat de omarming hiervan vereenvoudigd. 

Meer informatie over het onderzoek en meer bevindingen van de onderzoekers is hier beschikbaar. Het onderzoeksrapport (pdf) is hier te vinden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: The Royal College of Surgeons of England
Bron foto: Pixabay / skeeze

Jaarbeurs lanceert kennisevenement BID: Building Industrialization & Digitization

Binnen de bouw liggen er op het vlak van industrialisering en digitalisering nog grote kansen. Jaarbeurs (bekend van Bouwbeurs, VSK, Gevel, ESEF, Smart Homes & Intelligent Buildings) lanceert daarom BID (Building Industrialization & Digitization); een jaarlijks contentgedreven, kennisintensief event met recente referentieprojecten en de nieuwste en toekomstige ontwikkelingen op dit gebied. Het event vindt plaats op 3 en 4 december 2019.

Met het evenement BID fungeert Jaarbeurs als vliegwiel voor innovatie, kennisdeling en samenwerking op het snijvlak van bouw, installatie, IT en maakindustrie. Tijdens het tweedaagse event wordt een uitgebreid inhoudelijk programma neergezet, bestaande uit congressen gericht op o.a. slimme technologische toepassingen, prefabricage en ketensamenwerking. Daarnaast tonen aanbieders oplossingen en referentieprojecten op het gebied van digitalisering (calculatiesoftware, smart buildings, ondersteunende IT-tooling) en industrialisering (prefab, productietechnologieën, ontwerp en engineering). Het event richt zich op het management van aannemers/bouwbedrijven, ingenieurs, installatiebedrijven, toeleveranciers, engineers/constructeurs, technische adviesbureaus, architecten en vastgoedbeheer en –ontwikkeling.

Patrick Schilte, business unit manager Bouw, Installatie en Maakindustrie van Jaarbeurs: “We zien in ons portfolio aan merken al jaren dat de werelden van bouw, installatie, IT en maakindustrie door invloed van technologieën dichter naar elkaar kruipen en dat er grote kansen liggen in kruisbestuiving tussen deze sectoren. Echter worden de kansen die er liggen niet optimaal benut, omdat deze doelgroepen elkaar nog te weinig ontmoeten. Wij gaan via BID deze ontmoetingen mogelijk maken.”

Afgeschreven turbinebladen van windmolens in Flevoland krijgen tweede leven als stoeptegels

Door de grootschalige renovatie en vervanging van windturbines worden er de komende jaren honderden verouderde turbinebladen opgestapeld. De turbinebladen, grotendeels bestaande uit composiet, zijn zeer lastig te recyclen. Dankzij een nieuw ontwikkelde duurzame oplossing van SUEZ en Extreme Eco Solutions, in samenwerking met Het Groene Brein en de provincie Flevoland, krijgen deze bladen nu een tweede leven als stoeptegels. Eén windturbine is goed voor maar liefst 300 m2 aan bestrating. Begin volgend jaar is het voor het eerst mogelijk om over de tegels van hergebruikt composiet te lopen.

Turbinebladen bestaan voor een groot deel uit composiet. Deze glasvezelversterkte kunststof is licht, sterk en heeft een lange levensduur. Daarom wordt dit materiaal veel toegepast bij grote constructies zoals windturbinebladen, scheepsrompen en treintoestellen. Nadeel is dat het materiaal zeer lastig te recyclen is. Het gevolg is dat het materiaal op een niet duurzame wijze met het restafval wordt verbrand of gestort. 

Nu veel oudere windmolens de komende jaren worden voorzien van nieuwe installaties, komen SUEZ en Extreme Eco Solutions met een oplossing voor hoogwaardige recycling van afgeschreven turbinebladen.

Samenwerken aan innovatie

Het Groene Brein – een organisatie die duurzame projecten stimuleert door wetenschappers en organisaties te verbinden – bracht specialist in afval- en grondstoffenmanagement SUEZ in contact met Extreme Eco Solutions. Deze startup heeft een oplossing ontwikkeld om de turbinebladen te verkleinen en het composiet dat overblijft te verwerken tot hoogwaardige (sier)tegels en bestrating. Samen met de provincie Flevoland werken de partners aan een pilot om tot een concreet, commercieel succesvol product te komen. SUEZ verzorgt de aanvoer, het transport en de verkleining van het materiaal, Extreme Eco Solutions produceert de tegels. Vanuit het Platform Circulair Flevoland, dat ondernemers ondersteunt in het succesvol maken van circulaire initiatieven, gaan SUEZ, Extreme Eco Solutions en de provincie Flevoland samenwerken om deze nieuwe keten verder te ontwikkelen.

Volledig en eindeloos recyclebaar

Begin volgend jaar leggen de partners een demonstratie-pad in Flevoland aan met (stoep)tegels gemaakt van 85 procent composiet en 15 procent ander materiaal. De tegels ogen hetzelfde als reguliere tegels, maar ze zijn vijf keer zo licht én volledig en eindeloos recyclebaar. Met name dat gewicht is interessant voor bijvoorbeeld gebruik op parkeerdaken en daktuinen. Sebastiaan Verheijen van Extreme Eco Solutions is al enkele jaren bezig met het zoeken naar een oplossing voor de verwerking van composiet: “Na een uitvoerig proces is het ons gelukt om een techniek te ontwikkelen waarmee we de glasvezelversterkte kunststof kunnen verwerken tot stenen met zeer gunstige eigenschappen. Ik had al contacten met SUEZ en die verliepen altijd heel goed. Daarom was SUEZ ook hierin een logische en betrouwbare partner om het product echt uit te gaan rollen. We zijn nu zelfs in staat om het composiet te verwerken tot vensterbanken, keukenbladen en grafstenen. Bovendien kunnen we de stenen weer terugnemen en vrijwel eindeloos opnieuw recyclen.”

Circulaire oplossingen

SUEZ is altijd op zoek naar partners om afvaloplossingen circulair te maken. Paul Valster, Directeur New Business bij SUEZ: “Deze samenwerking is hier een mooi voorbeeld van: in co-creatie met partners komen tot concrete producten van gerecycled materiaal. Zo zetten we ons in voor een circulaire economie, waarin grondstoffen telkens opnieuw in productie- en consumptieketens worden teruggebracht. Zeker omdat we op korte termijn een hausse aan turbinebladen van windmolens verwachten, is deze duurzame oplossing meer dan welkom.”

 

Bron: SUEZ 

Nieuwe oplossing verbindt machines met de cloud zonder programmeerwerk

Door een machine met de cloud te verbinden is het mogelijk op afstand allerlei data te verzamelen over zowel de werking als status van een machine en de machine in sommige gevallen zelfs aan te sturen. Hoe verbindt je echter een mobiele machine of een voertuig met de cloud? TTControl lanceert hiervoor een end-to-end oplossing.

TTControl is een joint venture van TTTech Computertechnik en HYDAC International. De organisatie heeft een end-to-end oplossing ontwikkeld waarmee voertuigen en mobiele machines met de cloud kunnen worden verbonden. Een cloudplatform geeft vervolgens inzicht in en toegang tot deze systemen. 

Cloud connectivity toevoegen

De oplossing kan door machinebouwers tijdens het bouwen van een machine worden verwerkt om cloud connectiviteit toe te voegen. Eigenaren van machines kunnen daarnaast met behulp van de oplossing hun bestaande machines retrofitten met deze connectiviteit. Ook richt TTControl zich op fleet owners die meer inzicht en controle willen krijgen over hun wagenpark.

De connectiviteitsoplossing bestaat uit verschillende componenten. De basis bestaat uit de TTConnect Wave, een Internet of Things (IoT) gateway die specifiek is ontwikkeld om voertuigen en machines via een draadloze of cellulaire interface met de cloud te verbinden. De gateway is geschikt voor extreme omstandigheden, zoals temperaturen van -40 tot +85 °C. Daarnaast is het apparaat gecertificeerd voor zowel IP67 als IP69K, wat betekent dat het apparaat beschermd is tegen stof, dompeldicht is en bestand is tegen een hoge vochtigheidsgraad.

TTConnect Cloud Service

Deze gateway is voorzien van een SIM-kaart, die het mogelijk maakt een cellulaire verbinding op te zetten om te kunnen communiceren met TTConnect Cloud Service. Dit cloudplatform geeft op afstand toegang tot data van verbonden machines, die wordt verzameld in een portal. Deze portal kan naar wens worden vormgegeven. Om gebruik te maken van het platform is geen programmeerkennis vereist. Machinebouwers kunnen via het cloudplatform daarnaast zogeheten over-the-air updates naar machines distribueren. Deze updates worden verspreid via internet, zonder dat een machine fysiek met bijvoorbeeld een laptop hoeft te worden verbonden. 

De mogelijkheid machinedata via de cloud uit te lezen biedt verschillende voordelen. Zo kunnen machinebouwers inzichten van eigenaren van machines of fleetowners verzamelen en deze inzichten als feedback inzetten om met toekomstige producten extra toegevoegde waarde te bieden voor klanten. Ook kunnen machinebouwers op basis van deze inzichten aanvullende applicaties en services ontwikkelen om klanten verder te ondersteunen. 

Op afstand inzicht in machinedata

Machine operators kunnen op afstand inzicht krijgen in de status van machines en hierdoor de beschikbaarheid van machines optimaliseren. Doordat informatie in real-time beschikbaar is kan de status van een machine continu worden gemonitord om indicaties van potentiële aanstormende technische problemen op te merken. Dit maakt het mogelijk preventief in te grijpen en bijvoorbeeld een component te vervangen voordat de werking van de machine wordt verstoord. Daarnaast kunnen de prestaties van machines worden gemonitord, wat het mogelijk maakt prestaties te vergelijken en te optimaliseren. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: TTConnect
Bron foto: Pixabay / wynpnt

Duurzaam Dubai

Aan de rand van Dubai, dat traditioneel bekend staat om zijn olie, ligt een kleine gemeente waar gewerkt wordt aan de samenleving van de toekomst. Met Dubai Sustainable City bewijst de stad dat er meer is dan torenhoge wolkenkrabbers en benzineslurpende bolides.

Stel nou eens dat je van nul af een duurzame gemeenschap kunt opbouwen? Hoe zou die er uit gaan zien? Betrokkenen bij Dubai Sustainable City kunnen al snel vertellen dat er veel meer is dan zonnepanelen op het dak en huisvuil gescheiden aanleveren. De opbouw van de nieuwe stad is gebaseerd op drie drie pijlers – vergelijkbaar met de bekende People Planet Profit: een ‘sociale’ pijler, die gezondheid en geluk centraal stelt via sport, onderwijs, veiligheid en cultuur, een pijler ‘milieu’ met aandacht voor voedsel, afval, water, energie en mobiliteit en een ‘economische’ pijler, die een groene manier van leven ook financieel haalbaar maakt.

Sociale duurzaamheid is slechts een van die pijlers, maar het is vanaf de grond misschien wel het meest zichtbaar. De 500 villa’s en 89 appartementen in Dubai Sustainable City zijn ingedeeld in een rasterpatroon dat omsloten wordt door ‘bufferzone’. Deze bestaat uit fiets-, wandel- en hardlooppaden van gerecyclede rubberbandenen 10 meter hoge bomen die als een groene corridor de lucht zuiveren.

Daarbinnen bevinden zich collectieve parkeergarages op zonne-energie met elektrische snelladers. De ‘binnenstad’ wordt gevormd door steegjes waar geen autoverkeer is en alleen te voet of via gemeenschappelijke elektrische buggies kan worden gereisd. De buggies zijn voorzien van GPS-tracking en kunnen door bewoners worden gebruiken via gepersonaliseerde ID-kaarten.  Een reeks grote kassen slingert zich als een ruggengraat door het centrum van Dubai Sustainable City. Hierin vind je 30 verschillende kruiden- en groentesoorten; niet onbelangrijk in een land dat voor 80 procent van zijn voedsel afhankelijk is van import. De inwoners van Dubai Sustainable City kunnen via een voucher-systeem gebruik maken van de kaskruiden en -groenten.

Deze villa’s zijn opgetrokken uit dik prefab-beton en op het dak voorzien van zonnepanelen. De positionering van de woningen is zodanig dat de opwarming door zon – en daarmee de noodzaak om te koelen – zo gering mogelijk is. De ramen zijn dan ook naar het noorden gericht; openingen aan de noordoostzijde zorgen voor een passieve koeling. Gecombineerd met hoogrendementsapparatuur zorgt dit voor woningen die ongeveer een derde van de energie verbruiken van een gemiddeld huis in die regio. De 500 villa’s zijn onderverdeeld in vijf clusters met centraal een buitenspeeltuin. De gecombineerde zonnepanelen van Dubai Sustainable City leveren zo’n 6 MWp en voorzien daarmee in circa 40 – 50 procent van de totale energiebehoefte. Op niet al te lange termijn wil de stad net zoveel stroom genereren als het verbruikt.

Een product dat er hopelijk nooit komt: een reddingsboot voor gebouwen

Wärtsilä heeft onlangs tijdens Slush Helsinki 2018 een product geïntroduceerd waarvan de makers stiekem hopen dat nooit het daglicht gaat zien: een reddingsboot voor gebouwen. Deze kunnen gebruikt worden bij ernstige overstromingen en stijgende zeespiegels. Het design is ook vooral een oproep aan de wereld om klimaatverandering aan te pakken.

De reddingsboot voor gebouwen is geen echt product, hoewel het dat wel zou kunnen zijn. Het is geconceptualiseerd en ontworpen door Wärtsilä Ship Design en combineert de slimme technologieën die het bedrijf eerder introduceerde op het gebied van zowel marine als energie. Denk hierbij aan automatisch vergrendelen, dynamische positionering en draadloos opladen. De autonome reddingsboot wordt aangedreven door 100% hernieuwbare energiebronnen, zoals synthetische hernieuwbare brandstoffen en zonne-energie.

Niet onvoorspelbaar

“Deze hypothetische reddingsboot is een manier voor Wärtsilä om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen, iets waar momenteel veel behoefte aan is”, zegt Marco Ryan, Chief Digital Officer bij Wärtsilä. “In feite is het concept niet zo onvoorstelbaar als we in eerste instantie denken. De boten zouden nuttig zijn geweest bij de recente overstromingen in Italië en Indonesië. Het is voor ons een teken om te laten zien dat we nu samen iets moeten doen. Anders gebeurt het ondenkbare en zal deze reddingsboot echt worden gebouwd.” 

Slush is een van de grootste startup events van de wereld en dit jaar is een centraal thema een oproep tot actie: ‘Laten we de koers van de toekomst veranderen’. “Dit is een open uitnodiging voor startups, partners, klanten en toekomstige collega’s. We willen graag samenwerken met technici in de hele wereld en over industrieën heen om slimme oplossingen voor energie en scheepvaart te vinden. We zijn bij Slush op zoek naar perfecte matches”, zegt Steffen Knodt, Director Digital Ventures.

Niet wachten

“We kunnen het ons gewoon niet veroorloven om te wachten tot de marine- en energiesector in het huidige tempo verbeteringen doorvoert. Klimaatverandering en schaarste aan natuurlijke hulpbronnen vragen om innovatieve en creatieve oplossingen die Wärtsilä al aan het ontwikkelen is, maar we kunnen ons doel, ‘duurzame samenlevingen met slimme technologie’, niet bereiken zonder goede partners die dezelfde toekomstgerichte visie hebben’, benadrukt Jaakko Eskola, president-directeur van Wärtsilä.

“Technologieën spelen een belangrijke rol bij het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. Duurzaamheid staat al tientallen jaren op de eerste plaats in alles wat we doen. Onze duurzaamheidsdoelstellingen roepen ons op om ons eigen energieverbruik tegen 2025 met 7% te verminderen en de uitstoot van broeikasgassen door gasmotoren tegen 2020 met 15% te verminderen. Deze doelen moeten onder meer worden bereikt om te voorkomen dat er een toekomst is waar reddingsboten voor gebouwen nodig zijn , “Zegt Marko Vainikka, Director Corporate Relations and Sustainability.

 

Bron: Wärtsilä

Geluidsdicht hondenhok van Ford helpt honden tijdens oud en nieuw Elektrisch amfibievaartuig Sealegs 450 kW snellader geeft elektrische auto in drie minuten 100 kilometer bereik Coca Cola ziet brood in Eindhovense technologie voor de recycling van PET Nieuwe Guardian XO Max exoskelet biedt accuduur tot 8 uur Volvo Trucks levert binnenkort haar eerste elektrische vrachtwagen op Welke ontwikkelingen gaan de grootste impact hebben op chirurgie? Jaarbeurs lanceert kennisevenement BID: Building Industrialization & Digitization Afgeschreven turbinebladen van windmolens in Flevoland krijgen tweede leven als stoeptegels Nieuwe oplossing verbindt machines met de cloud zonder programmeerwerk Duurzaam Dubai Een product dat er hopelijk nooit komt: een reddingsboot voor gebouwen

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven