maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Bedreigt tekort kobalt de productie van elektrische auto's?

Elektrisch rijden is in de ogen van veel overheden de toekomst. Het helpt ons bovendien in de strijd tegen klimaatopwarming. Maar er zijn nu ernstige zorgen dat de productie zal achterblijven door een groeiend tekort aan een belangrijk materiaal: kobalt.

Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Europese Commissie. Kobalt is een bijproduct in de ontginning van koper. Er is steeds meer vraag naar; het wordt veel gebruikt in de lithium-ionbatterijen van elektrische auto’s. Ook de prijs van kobalt is de afgelopen jaren al enorm gestegen.

Zelf produceren

Het onderzoekscentrum van de Europese Commissie schat in dat er vanaf 2025 mogelijk een tekort aan kobalt zal zijn. Dat is ook zo als er meer batterijtechnologieën komen waarbij minder kobalt nodig is. De onderzoekers roepen de EU dan ook om op zelf meer kobalt te produceren. Momenteel wordt het metaal met name uit China en Congo gehaald. In de EU wordt alleen in Finland kobalt ontgonnen. In Spanje en Zweden zijn reservers aanwezig, maar daar is het moeilijker om de stof te ontginnen. 

Alternatieven

Ondertussen zijn verschillende bedrijven bezig met inventies waarbij minder gebruik gemaakt hoeft te worden van kobalt in de batterijen. Het bedrijf CAMX Power heeft de GEMX-technologie ontwikkeld. Dit is een manier om kobalt op moleculair niveau op kritieke plekken in de kathode van een accu te plaatsen. Uit onderzoeken is gebleken dat deze methode, ondanks minder kobalt, zorgt voor een grotere stabiliteit. Ook zou het produceren dan tegen lagere kosten kunnen gebeuren, aangezien kobalt relatief duur is. Een ton kobalt kostte een jaar geleden nog bijna 100.000 dollar, nu is dat ongeveer 53.000 dollar. Een hoger nikkelgehalte zorgt bovendien voor een hogere energiedichtheid van de accu’s, zo schrijft Tweakers.

CAMX zou op dit moment in gesprek zijn met grote producenten om een licentie voor GEMX te bemachtigen. Volgens de bedenkers zou één producent al hebben ingestemd met het afnemen van een licentie. Ze stellen ook dat met GEMX nog maar vier procent kobalt in een kathode nodig is. Nu is dat nog gemiddeld twintig procent. 

CAMX werkte voor de ontwikkeling van GEMX onder meer samen met  BASF en Johnson Matthey, twee grote chemiebedrijven. 

 

Bron: AD.nl/EC/Tweakers

Nederlandse drone kan zelfs onder de grond lichamen vinden

Een drone die is ontwikkeld door onderzoekers van hogeschool Saxion uit Deventer, kan personen vinden. Niet alleen levende personen, maar ook lichamen die jaren geleden al zijn begraven in de grond.

De makers stellen dat ze als eerste ter wereld alle mogelijke technieken – van van warmtecamera’s en multispectrale camera’s tot een grondradar – combineren, verbeteren en samen laten komen onder een drone. In een interview met AD.nl vertelt Jaap Knotter, lector advanced forensic technology van de hogeschool: “Je kunt je bij rampen plekken voorstellen waar speurhonden niet kunnen komen. Dit is een robot die we real-time uitlezen.” Het maakt daarbij niet uit of een lichaam dood of levend is. Zelfs lichamen die al jaren onder de grond liggen, kunnen opgespoord worden. 

Ingestorte gebouwen

Volgens Knotter is de techniek straks overal ter wereld nuttig en bruikbaar, bijvoorbeeld bij ingestorte gebouwen na een aardbeving. Hij haalt het voorbeeld aan van de onlangs ingestorte parkeergarage in Waddinxveen. Pas nadat het gebouw gezekerd was, uren later, kon worden vastgesteld dat er niemand gewond was. “Onze drone had dan al gezien of en waar er gewonden waren”, zegt hij in het AD-artikel. 

De onderzoekers hebben eerst een jaar verkennend onderzoek gedaan, vorige week is een onderzoeksproject van start gegaan. Daarbij zijn verschillende Saxion-opleidingen en externe partijen betrokken. Ook de politie is partner bij het onderzoek. De komende twee jaar zullen gebruikt worden om de techniek te verfijnen en deze klaar te maken voor gebruik in de praktijk.

Anne Faber

De politie Oost-Nederland en de Landelijke Eenheid hebben de drone al een jaar in gebruikt, deze wordt getest bij opsporing. Volgens Knotter is er steeds meer vraag naar de drone, met name voor de analyse van verkeersstromen. Het was tijdens de zoektocht naar Anne Faber dat Knotter op het idee kwam om meer onderzoek naar de inzet van zijn drone voor opsporingsdoeleinden. “Ik zag de menselijke linie zoeken naar Anne en dacht: dat moet anders’’, zo zegt hij tegen het AD. Volkgens hem worden door die manier van zoeken belangrijke sporen verstoord. Zijn drone spoort mensen op lichaamswarte op, ook als een lichaam er al langer ligt. “Dan gaan allerlei processen werken in een lichaam en stijgt de temperatuur weer, afhankelijk van de staat van ontbinding. Als we alle variabelen daarvan goed onderzocht hebben, kunnen we veel vinden. Tot aan lichamen die al jaren vermist zijn: het gras is letterlijk groener en met een mobiele grondradar kun je verstoring van de grond vinden.’’

De drone had volgens Knotter twee weken geleden ook kunnen vaststellen dat de grond waar gezocht is naar Willeke Drost in Drenthe nooit verstoord is geweest. “Daar gebruik je archeologische techniek met grondradar voor. Die dure graafoperatie was dan niet nodig geweest.”

 

Bron: AD.nl
Foto is ter illustratie (Pixabay)

Stedelijke windturbine wint Dyson-award, Delftse studenten tweede

De prestigieuze James Dyson-award is dit jaar uitgereikt aan twee studenten die een stedelijke windturbine hebben ontworpen. Deze compacte turbine genereert elektriciteit in steden. Een groep studenten van de TU Delft eindigde netjes als tweede met een apparaatje dat malaria in bloed kan opsporen.

Twee studenten van Lancaster University, uit Kenia en Chili, bedachten het winnende ontwerp, de O-Wind Turbine genaamd. Deze ronde bol maakt gebruik van horizontale en verticale wind zonder dat daarbij sturing nodig is. 
De bol is voorzien van geometrische ventilatieopeningen, waardoor het niet uitmaakt uit welke hoek de wind komt. De O-Wind Turbine draait altijd met de klok mee, waarna de beweging via tandwielen wordt overgebracht naar een generator, die vervolgens elektriciteit genereert. 

Steden

De turbine kan met name worden ingezet in winderige steden, waar niet alleen te weinig ruimte is voor windturbines, maar ook een te onvoorspelbare windrichting, waardoor ze niet goed werken. De bol is slechts 25 centimeter in diameter is, is bijvoorbeeld geschikt voor aan gevels van appartementencomplexen en op balkons. Ook wind vanaf boven- of onderaf zorgt in dit geval voor energie, al kunnen de jonge studenten nog niet zeggen hoeveel dat is.

De twee deden voor de O-Wind Turbine inspiratie op bij NASA. Jaren geleden onderzocht NASA de mogelijkheid om wind gedreven bollen in te zetten voor Mars-expedities, maar de verschillende windrichtingen waren een grote uitdaging. “Ons concept was oorspronkelijk ontwikkeld als een manier om gebruik te maken van elkaar kruisende windvlagen en zo een verkennisvoertuig te maken dat dat in een vooraf ingestelde richting rijdt. We testten een prototyoe in de Atacama woestijn en het bleek te werken: het voertuig reisde 7 kilometer lang in een rechte lijn. Het concept is recentelijk herontwikkeld tot een wind turbine door gebruik te maken van zijn capaciteit om ondanks verschillende windrichtingen in dezelfde lijn te blijven bewegen. Hierdoor kan de bol ook worden ingezet in stedelijke omgevingen waar de windrichting continu verandert.”
De makers zijn van plan om in de toekomst grotere windturbines te maken.

Malaria opsporen

Studenten van de TU Delft veroverden een knappe tweede plek in de wedstrijd. Ze deden dat met een apparaatje dat geautomatiseerd malaria in bloed kan detecteren. Het apparaat, dat ze vorig jaar ontwikkelden, kan in een snel tempo malaria opsporen. Op De Ingenieur wordt het als volgt omschreven: “Ze ontwikkelden een microscoop op basis van een smartphone, een extra bolvormig lensje en software voor automatische beeldherkenning. De onderdelen voor het kastje – een prototype nog – zijn gemaakt met een 3D-printer.”

De James Dyson Award is bedoeld voor beginnende ontwerpers die inventieve oplossingen bedenken voor grote maatschappelijke problemen. Dit jaar deden een paar duizend deelnemers uit 22 landen mee. De winnaar krijgt een bedrag van 33.500 euro. Een centraal thema van de wedstrijd van dit jaar was ‘reflectie op het wonen in de stad’.  

 

Bron: De Ingenieur/James Dyson Award

Havenbedrijf van Hamburg wil containers vervoeren met Hyperloop

Hamburger Hafen und Logistik (HHLA), het havenbedrijf van Hamburg, wil met behulp van de Hyperloop zeecontainers razendsnel gaan vervoeren naar het Duitse achterland. Het havenbedrijf is hierover in gesprek met het Amerikaanse bedrijf Hyperloop Transportation Technologies (HyperloopTT).

Dit meldt het Duitse dagblad Hamburger Abendblatt op basis van anonieme bronnen binnen HHLA. De Hyperloop is een technologie waarbij capsules met behulp van magneetvelden door een high-tech vacuümbuis reizen. Dit biedt grote voordelen. Doordat in de buis nagenoeg een vacuüm wordt gecreëerd wordt de luchtweerstand teruggebracht tot bijna nul. Dit maakt het mogelijk snelheden tot zo’n 1.200 kilometer per uur te realiseren.

Concept van Elon Musk

De Hyperloop is een concept uit de koker van Elon Musk, bekend van onder andere de Amerikaanse fabrikant van elektrische auto’s Tesla, ruimtevaartorganisatie SpaceX en tunnelbouwbedrijf The Boring Company. Musk presenteerde het concept in 2012. Sindsdien wordt het concept verder ontwikkeld door een team dat bestaat uit ondermeer Tesla, SpaceX en The Boring Company.

Om de ontwikkeling van de Hyperloop te stimuleren kondigde SpaceX in 2015 de eerste editie van de Hyperloop Pod Competition aan. Zowel studententeams als bedrijven konden deelnemen aan deze competitie, waarvoor zij een voertuig voor de hyperloop – een ‘pod – op halve schaal ontwikkelden. Onder andere studenten van de TU Delft namen deel aan de competitie. De pod die dit team heeft gerealiseerd behaalde tijdens de tweede fase van deze wedstrijd de beste score, waarbij onder meer is gekeken naar betrouwbaarheid, ontwerp, schaalbaarheid en snelheid.

Quintero One

Inmiddels werken ook verschillende commerciële bedrijven die niet gerelateerd zijn aan SpaceX aan Hyperloop initiatieven. Eén van deze bedrijven is het Amerikaanse HyperloopTT, dat in oktober de eerste passagierscapsule voor de Hyperloop presenteerde. Deze pod heet de Quintero One, is voorzien van een passagierscabine van 15 meter lang en is in zijn geheel 32 meter lang. Het gaat om een vroege versie van de pod; de Quintero One wordt nog doorontwikkeld. De capsule moet in 2019 gereed zijn voor het vervoer van passagiers.

Met ditzelfde bedrijf is HHLA nu dus in gesprek over het realiseren van een Hyperloop-traject in Duitsland. De bouw van dit traject moet over twee of drie jaar van start gaan. Het traject start bij de containerterminal Altenwerder, terwijl het eindpunt nog niet vast staat. HHLA wil met de Hyperloop volledige zeecontainers gaan vervoeren, zodat containers die worden gelost van schepen kunnen worden afgevoerd zonder dat hiervoor vrachtwagens hoeven te worden gebruikt. Per dag moeten zo’n 4.100 containers worden vervoerd. HHLA wil containers met behulp van Automated Guided Vehicles geautomatiseerd vervoeren naar laadpunten voor de Hyperloop.

‘Nog geen overeenstemming bereikt’

HHLA bevestigt tegenover Abendblatt gesprekken te voeren met HyperloopTT, maar geeft aan vooralsnog geen overeenstemming te hebben bereikt met het bedrijf. Het is dan ook nog niet zeker of de plannen doorgaan. Eerder toonde ook de Duitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa interesse in een Hyperloop traject. Het traject kan een alternatief vormen voor binnenlandse reizen binnen Duitsland. Zo zouden reizigers met behulp van de Hyperloop in slechts dertig minuten van Berlijn naar München of omgekeerd kunnen reizen.

Ook in Nederland wordt ingezet op de Hyperloop. Zo is Delft de thuishaven van de eerste Europese testfaciliteit voor de Hyperloop. Dit traject opende in juni 2017 zijn deuren en is gebouwd door Hardt. Dit bedrijf is opgericht door een aantal leden van het team van de TU Delft dat deelnam aan de eerste SpaceX Hyperloop Pod Competition. Hardt haalde eerder die jaar 1,25 miljoen euro op tijdens een investeringsronde. Het bedrijf werkt samen met onder andere de Nederlandse regering en het bedrijfsleven om in Flevoland een testfaciliteit te bouwen. Ook onderzoekt Schiphol de mogelijkheid een Hyperloop traject in te zetten.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Hamburger Abendblatt
Bron: HyperloopTT (foto)
Bron: Hardt

Grot-achtig museum ligt verstopt in duinen

Na drie jaar bouwen is het Beijing's Open Architecture Museum, dat volledig in de duinen verstopt ligt, gereed. De UCCA Dune Art Museum is bij volledig bedekt met zand en heeft een interieur dat bestaat uit grotachtige ruimten.

Het museumgebouw ligt ten oosten van Beijing, in Qinhuangdo om precies te zijn en valt in het ruige landschap nauwelijks op. Het museum bestaat uit betonnen schelpen die bijna allemaal zijn vervaardigd door lokale vaklieden, waaronder ook voormalige scheepsbouwers. Open Architecture liet de onregelmatige textuur van muren, een resultaat van het handwerk, doelbewust onafgewerkt.

Bezoekers komen het 930 vierkante meter grote museum binnen via een lange tunnel en een ontvangstruimte in koepelvorm. Daarachter bevinden zich de 10 grotten die de feitelijke museumgalerijen zijn. Het hele jaar door is er voldoende natuurlijk licht gegarandeerd dankzij daklichten en zorgvuldig gekozen beglazing. Deze laatste zorgt ook nog eens voor fantatische vergezichten. Een spiraalvormige trap leidt naar boven waar zich een platform bevindt waar de bezoeker over de omgeving uitkijkt. Verder zijn in het gebouw ook een café en een leeszaal aanwezig.

Alhoewel er nog geen specifieke cijfers bekend zijn, claimt Open Architecture dat er betrekkelijk weinig energie nodig is voor een comfortabele binnentemperatuur. De isolerende werking van het zand draagt daar in belangrijke mate aan bij. Daarnaast wordt een warmtepomp met aardbron ingezet voor de klimatisering. Voor de bouw van het museum moesten eerst enkele duinen worden verwijderd om vervolgens weer op het nieuwe museum te worden opgebouwd. De naastgelegen duinen zijn zorgvuldig behandeld en volledig in tact gebleven.

De wanden van het Open Architecture Museum tonen het handwerk

Open Architecture koos voor het duinlandschap uit respect voor de natuur en gestimuleerd door de wens om het kwetsbare ecosysteem, dat gedurende een periode van duizenden jaren werd gevormd, te beschermen. Door de ligging van het museum blijven de omliggende zandduinen beschermd tegen oprukkende vastgoedinitiatieven. Open Architecture heeft een nabijgelegen museum gepland, het Sea Art Museum, dat voor een deel in het water komt te liggen. Bij eb kunnen bezoeker van het ene naar het andere museum lopen via een lange verbindingsbrug.

Volkswagen bouwt Duitse fabrieken om voor productie elektrische voertuigen

Volkswagen kondigt aan twee fabrieken in Duitsland om te bouwen voor de productie van elektrische voertuigen. Het gaat om productielocaties in het Duitse Emden en Hanover. De eerste elektrische auto's moeten in 2022 in de fabrieken van de band rollen.

De autofabrikant bouwde eerder al zijn fabriek in het Duitse Zwickau om voor de productie van elektrische voertuigen. Met de fabrieken in Emden en Hanover vergroot Volkswagen zijn productiecapaciteit op dit gebied nu verder. Personeel van Volkswagen is woensdag 14 november ingelicht over het besluit. “We bewegen op volle snelheid richting de productie van elektrische voertuigen. Emden en Hanover worden modelfabrieken in Duitsland. Samen met Zwickau zullen zij het grootste netwerk voor de productie van elektrische voertuigen in Europa vormen”, zegt Gunnar Kilian, HR-bestuurslid bij Volskwagen.

Productie gaat in 2022 van start

Naar verwachting worden in Emden en Hanover vanaf 2022 elektrische voertuigen geproduceerd. De fabriek in Hanover gaat zich onder andere richten op de productie van elektrische modellen gebaseerd op de ID. BUZZ, evenals conventioneel aangedreven voertuigen. ID. BUZZ is een elektrisch conceptvoertuig dat in 2017 door Volkswagen in Detroit werd gepresenteerd. De bestelbus heeft afhankelijk van het gekozen accupakket een bereik van 330 tot 550 kilometer. Op het dak van het voertuig zijn zonnepanelen aangebracht waarmee dagelijks voldoende energie kan worden opgewekt om het bereik met 15 kilometer te vergroten.

“Op deze wijze stellen we de toekomst van de fabriek in Hanover en werkgelegenheid zeker. We maken commerciële voertuigen van Volkswagen geschikt voor de transformatie die gaande is in onze industrie”, licht Thomas Sedran, bestuursvoorzitter bij Volkswagen Commercial Vehicles, toe. Eerder kondigde Volkswagen al aan tegen het eind van 2022 over zestien fabrieken voor elektrische voertuigen te willen beschikken. De autofabrikant stelt hiermee voorbereid te zijn op de productie van 50 miljoen elektrisch aangedreven voertuigen.

Baangarantie

Volkswagen geeft personeel in de fabrieken in Emden en Hanover tot 2028 een baangarantie. Op termijn gaat de omschakeling naar elektrische voertuigen echter banen kosten. De autofabrikant wil de impact hiervan beperken met behulp van onder andere een programma dat werknemers in staat stelt eerder met pensioen te gaan. Werknemers met een tijdelijk contract krijgen een vast contract aangeboden in fabrieken van Porsche in Zuffenhausen, Ludwigsburg en Sachsenheim, en de Volkswagen fabriek in Kassel.

Onlangs kondigde Volkswagen al aan in China fors te willen inzetten op elektrisch rijden. Het bedrijf wil de komende twee jaar tot dertig elektrische en plug-in hybrid modellen op de Chinese markt zetten. De helft van deze modellen wordt naar verwachting in China geproduceerd. Om de aanwezigheid van het bedrijf op de Chinese markt te versterken gaat Volkswagen samen met partners 4 miljard euro investeren.

1 miljard euro voor lokale accuproductie

Naast het nieuws van Volkswagen is er ook ander nieuws uit Duitsland op het gebied van elektrische voertuigen. Zo heeft de Duitse minister van Economie Peter Altmaier bekend gemaakt ongeveer 1 miljard euro te reserveren om lokale productie van accu’s voor elektrische voertuigen te ondersteunen. Altamaier zegt tegen Reuters ernaar te streven dat 30% van alle accu’s voor elektrische voertuigen in 2030 in Europa worden geproduceerd. Om dit mogelijk te maken heeft Altmaier overleg met zijn collega’s in Frankrijk, Polen en Oostenrijk.

Naar verwachting wordt de productie van accu’s in Duitsland ondergebracht bij een consortium. Volkswagen heeft al laten weten interesse te hebben in deelname aan dit consortium, terwijl mogelijk ook de Duitse tak van autofabrikant Ford en chemieconcern BASF willen toetreden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Volkswagen (foto)
Bron: Reuters

De auto-industrie blijft in kwaliteit verbeteren

Sinds de komst van de eerste auto’s op de Nederlandse wegen is er bijzonder veel veranderd. Er zijn strengere eisen, de infrastructuur wordt veel zwaarder belast en de mogelijkheden rond het kiezen van vervoersmiddelen zijn bijzonder uiteenlopend. Toch is dit hét moment waarop het meest gebeurt in de autobranche. Er wordt hard gewerkt aan verschillende ontwikkelingen die elkaar in hoog tempo opvolgen. De kans is bijzonder groot dat het autorijden over tien jaar in geen enkel opzicht meer lijkt op het autorijden van nu. De auto-industrie blijft in kwaliteit verbeteren en maakt steeds meer gebruik van de technologische hoogstandjes die nu beschikbaar zijn. En dat werd hoog tijd ook.

Een lange lijst aan (verweven) innovaties

Voordat er een lijst gemaakt kan worden met de verschillende hoogstandjes en innovaties is het goed om te benadrukken dat veel ontwikkelingen met elkaar te maken hebben. Door meer data te gebruiken, zijn er nieuwe innovaties mogelijk die op hun beurt weer de fundering leggen voor andere ontwikkelingen. Bij het opzetten van nieuwe ontwikkelingen wordt er altijd geredeneerd vanuit de volgende voordelen:

  • Meer comfort voor de bestuurder;
  • Veiliger gebruik van de infrastructuur;
  • Optimaal gebruik van de infrastructuur;
  • Milieubewustheid;
  • Duurzaamheid.
     

De beste innovaties zetten uiteraard in op meerdere factoren. Deze krijgen ook vaak de meeste aandacht omdat er meer lobbyisten en voorstanders zijn van de ontwikkelingen.

Distronic Plus – de optie bij de Mercedes-Benz S-klasse

De eerste innovatie die we hier willen noemen, is een duidelijk voorbeeld van een innovatie die meerdere voordelen aantikt. Distronic Plus is optioneel op de Mercedes-Benz S-klasse en neemt tijdens het rijden in een file het gas- en rempedaal over van de bestuurder. Op die manier wordt er minder brandstof gebruikt (milieubewust), ontstaan er minder ongelukken (veiliger en optimaler gebruik van de infrastructuur) en is het voor de bestuurder makkelijker om in de file te rijden, iets waar veel mensen een hekel aan hebben.

Het succesvol uitrollen van de Distronic Plus-optie is niet alleen een reden voor Mercedes-Benz om hier vaker gebruik van te maken, het is ook een sterke toevoeging aan de mogelijkheden die er zijn rond de zelfrijdende auto.

Toyota Mirai – een auto op waterstof

Toyota heeft de autowereld verbluft met de Mirai. Niet alleen omdat het een auto is die aangedreven wordt door waterstof en daarmee volledig elektrisch rijdt zonder laden. Het is vooral een bijzonder aantrekkelijk model geworden, waardoor het duurzame karakter van de auto niet aan het uiterlijk af te zien is (zoals bij de Prius). De Mirai heeft de uitstraling van een sportieve auto, maar is een model dat gebruikmaakt van de technologische knowhow van dit moment. Hiermee bewijst Toyota eens te meer dat het werkt aan de toekomst van het elektrisch rijden: tijdens het optrekken en afremmen wordt er energie opgevangen door de aandrijflijn die opgeslagen wordt in de accu.

De auto is niet alleen duurzaam en beter voor het milieu; het comfort voor de bestuurder ligt vele malen hoger door de geruisloze motor in de auto en het feit dat de auto bijzonder goedkoop te gebruiken is, is ook een groot voordeel. De hogere aanschafwaarde is daarmee een tijdelijk en goed te overzien nadeel.

Of Toyota op korte termijn verder gaat met het ontwikkelen van motoren op waterstofbasis is niet bekend, maar dit is zeker een merk om samen met Tesla in de gaten te houden – want ook daar worden grote vorderingen gemaakt op het gebied van elektrisch rijden.

Blockchain in de autobranche met MOBI

Op 2 mei 2018 werd MOBI opgericht (Mobility Open Blockchain Initiative). Een consortium dat de toekomst van het autorijden grondig wil revolutioneren. Al bij de oprichting waren er meer dan 36 partners betrokken bij het project, waaronder Ford, Bosch, BMW en de complete Renault-groep. MOBI richt zich op het implementeren van de blockchaintechnologie in de autobranche.

Nu klinkt dit allemaal bijzonder abstract, vooral omdat er te weinig aandacht aan besteed wordt vanuit de Nederlandse berichtgeving. Concrete voorbeelden die mogelijk worden door blockchain te gebruiken in de toekomst van de autobranche:

  • Automatische verwerking van tolgelden;
  • Lagere kosten voor reparaties aan de auto;
  • Realtime informatie over files door data sharing;
  • Infotainment in de auto afspelen, updaten en/of bestellen;
  • Onderhoudsboek/Schadegeschiedenis met 100% duidelijkheid en eerlijkheid;
  • Verzekeringen/Wegenbelasting via de blockchain.
     

De grote voordelen liggen in het onveranderlijke karakter van de blockchain. Gegevens kunnen niet vervalst worden, tegelijkertijd zijn er veel minder handelingen vereist voor administratie. Een ander voordeel is het transversale karakter waardoor mogelijkheden toenemen en de kosten lager uitvallen voor de gemiddelde bestuurder.

Wordt de blockchain al gebruikt?

MOBI heeft een flink aantal testen lopen en verzamelt op het moment veel gegevens over onder andere onderhoudsboekjes op de blockchain. Ook wordt er gewerkt aan een blockchaintoepassing door IOTA met CarVertical, ook een project dat volledig leunt op de blockchaintechnologie. Zeker iets om in de gaten te houden dus met het oog op de toekomst. De grote doorbraak van de blockchain binnen de autobranche wordt echter verwacht wanneer de zelfrijdende auto’s op grote schaal in het verkeer gebruikt zullen worden.

De zelfrijdende auto

Alle innovaties leiden bijna onherroepelijk naar de zelfrijdende auto. Een auto die niet hoeft te tanken, die data verzamelt via de blockchain en die zelf kan rijden tijdens de files – dat is al meer dan de basis. De testen die op dit moment wereldwijd gehouden worden, hebben wisselende resultaten laten zien. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan het perfectioneren van het systeem; de verwachting is dat de eerste zelfrijdende auto’s in 2020 op de Nederlandse wegen te vinden zijn.

Op naar smart mobility?

De overkoepelende noemer lijkt duurzame en smart mobility te zijn: optimaal gebruikmaken van datastromen om zo optimaler gebruik te kunnen maken van de infrastructuur waarbij het milieu tegelijkertijd zo min mogelijk belast mag worden. Door de verschillende innovaties op rij te zetten en eventueel aan te vullen met andere doorbraken binnen de autobranche (schokdempers die energie opwekken, ademende banden, zonnepalen) is duidelijk dat de auto-industrie sterk in kwaliteit verbetert en gericht is op de mogelijkheden voor de toekomst.

Volvo Cars en Baidu ontwikkelen processor voor autonome voertuigen

Autofabrikant Volvo Cars gaat een samenwerking aan met de Chinese internetgigant Baidu. De bedrijven gaan samen elektrische autonome voertuigen ontwikkelen voor China, de grootste afzetmarkt voor auto's wereldwijd.

Dit hebben Ya-Qin Zhang, directeur van Baidu, en Håkan Samuelsson, CEO van Volvo Cars, bekendgemaakt op Baidu World 2018 in het Chinese Beijing. Volvo is de eerste autofabrikant wereldwijd die een samenwerking aangaat met het Chinese bedrijf. Als onderdeel van deze samenwerking stelt Baidu zijn Apollo platform voor autonoom rijden beschikbaar. Volvo Cars levert technologieën en expertise. Baidu kiest bewust voor een samenwerking met Volvo met het oog op diens reputatie op het gebied van veiligheid. 

Grootste afzetmarkt wereldwijd

De Chinese markt is de grootste afzetmarkt voor auto’s wereldwijd. Zo voorspelt onderzoeksbureau IHS Markit dat dit jaar in het Aziatische land 14,5 miljoen autonome voertuigen worden verkocht. Ter vergelijking: wereldwijd gaat het om 33 miljoen stuks. Naar verwachting blijft het land ook de komende decennia de grootste afzetmarkt. Dit maakt China een zeer interessante markt voor autofabrikanten én techbedrijven. 

“Met Baidu zetten we een grote stap vooruit in het commercialiseren van onze autonoom-compatibele auto’s, gebouwd op basis van veiligheidstechnologie van Volvo”, aldus Samuelsson. “Autonoom rijden ontwikkelt zich sterk in China, waar Baidu een leidende speler is. De markt biedt enorme kansen voor ons als voorkeursleverancier voor autonome vloten.” Dr. Ya-Qin Zhang, directeur van Baidu, zegt in een reactie uit te kijken nauw met Volvo samen te werken om veilige producten te ontwikkelen. Ook wijst hij op de innovaties op het gebied van veiligheid die Volvo in het verleden heeft geïntroduceerd. 

Volvo wil leidende positie verwerven

Eerder dit jaar maakte Volvo bekend een leidende positie te willen verwerven in zowel elektrische auto’s, autonome voertuigen als nieuwe modellen voor toegang tot en eigendom van auto’s. Het bedrijf stelt dat haar samenwerking met Baidu deze ambities onderstreept. Volvo verwacht halverwege het volgende decennium een derde van haar jaaromzet te realiseren uit autonome voertuigen. 

Volvo zet dan ook al langer in op autonoom rijden. Zo werkt het bedrijf sinds 2017 met NVIDIA samen om systemen en software voor zelfrijdende auto’s te ontwikkelen. Begin oktober maakte de autofabrikant bekend deze samenwerking uit te breiden om een nieuwe kernprocessor te ontwikkelen die geschikt is voor kunstmatige intelligentie (AI), een technologie die een cruciale rol speelt in autonome voertuigen. De processor is gebaseerd op de DRIVE AGX Xavier-technologie van NVIDIA, die specifiek is ontwikkeld voor zelfrijdende auto’s. 

Scalable Architecture 2

De nieuwe processor wordt naar verwachting verwerkt in nieuwe Volvo modellen die zijn gebaseerd op het toekomstige voertuigplatform ‘Scalable Architecture 2’. Dit is een modulair platform gebaseerd op het SPA-platform dat Volvo gebruikt in de huidige 90 en 60 serie. Aan de opvolger van dit platform zijn nieuwe technologieën toegevoegd op het gebied van elektrificatie, connectiviteit en autonoom rijden. De kernprocessor die Volvo samen met NVIDIA ontwikkelt wordt geïntegreerd in dit platform en maakt het onder andere mogelijk op afstand software-updates uit te rollen naar voertuigen. 

Volvo verwacht vroeg in het volgende decennium het eerste model met de nieuwe processor op de markt te brengen. De autofabrikant verwacht dat het platform helpt innovatieve rijassistentiesystemen, functies voor energiebeheer en ‘in-car’-personalisatiemogelijkheden te introduceren. 

“Een succesvolle introductie van autonoom rijden vereist een enorme hoeveelheid computerkracht en een voortdurende vooruitgang op het gebied van kunstmatige intelligentie”, zei Samuelsson in oktober bij de bekendmaking van de vernieuwde samenwerking met NVIDIA. “Onze nieuwe overeenkomst met NVIDIA is een belangrijk stuk van die puzzel. Het helpt ons veilige zelfrijdende auto’s aan onze klanten aan te bieden.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Volvo Cars (foto)
Bron: Baidu

Flevoziekenhuis neemt CT-scanners met Ambient Experience in gebruik

Het Almeerse Flevoziekenhuis maakt bekend een tweetal nieuwe CT-scanners van Philips met Ambient Experience in gebruik te hebben genomen. De nieuwe scanners leveren niet alleen accurate beelden met een lagere dosis straling, maar geven patiënten ook een prettigere ervaring tijdens een scan.

Het gaat om een 64-slice CT 64 en een 256-slice CT 256 CT-scanner. De twee scanners vervangen één bestaand exemplaar, waarmee het Flevoziekenhuis dus de beschikking krijgt over extra capaciteit. De CT 64 is eind 2017 in gebruik genomen in het ziekenhuis, waarna de CT 256 begin dit jaar volgde. Sindsdien is de ruimte waarin de scanners zijn geplaatst verbouwd en hebben zij een nieuwe inrichting gekregen. 

De nieuwe CT-scanners geven het ziekenhuis de mogelijkheid patiënten aanzienlijk sneller te scannen. Zo maakt de CT 256 – het meest geavanceerde  van de twee geïmplementeerde CT-scanners – het mogelijk het volledige lichaam van een patiënt in slechts vijftien seconden te scannen. Het Flevoziekenhuis kan hierdoor niet alleen veel sneller achterhalen welke verwondingen een patiënt bijvoorbeeld heeft, maar kan ook meer patiënten sneller helpen. Aangezien er minder contrastvloeistof en bètablokkers gebruikt hoeven te worden zijn onderzoeken daarnaast minder belastend voor patiënten. 

CT Cardiac 

Daarnaast maken de scanners nieuwe typen onderzoeken mogelijk die voorheen niet in het Flevoziekenhuis konden worden uitgevoerd. Een voorbeeld is een CT Cardiac onderzoek, waarbij het hart met een CT-scanner wordt onderzocht om vernauwingen in de kransslagaders op te sporen. Het onderzoek is deels een alternatief voor een hartkatherisatie, waarbij een dun slangetje via de bloedvaten wordt ingebracht. 

Een CT Cardiac onderzoek biedt verschillende voordelen voor patiënten. Zo is het onderzoek minder risicovol, kan het sneller worden uitgevoerd en is het minder belastend voor de patiënt. Voorheen werden patiënten voor dergelijke onderzoeken doorgestuurd naar het Amsterdam UMC. Dankzij de nieuwe CT-scanners kunnen deze nu door het Flevoziekenhuis in eigen huis worden uitgevoerd. Het eerste CT Cardiac onderzoek in het Flevoziekenhuis is op 29 oktober uitgevoerd.

Ambient Experience

Opvallend aan de CT-scanners is ook de Philips Ambient Experience. Deze ervaring is bedoeld om patiënt tijdens een scan meer op gemak te stellen. Veel patiënten worden namelijk onrustig op het moment dat zij in een CT-scanner liggen. De experience bestaat uit een combinatie van rustgevend licht, beeld en muziek. Patiënten kunnen via een scherm in de ruimte zelf kiezen welke experience zij tijdens hun scan willen ervaren. Met de experience wil het Flevoziekenhuis een ‘healing environment’ creëren. Een dergelijke omgeving is ontwikkeld om een positieve impact te hebben op het welzijn van patiënten. Voor zorgprofessionals levert de Ambient Experience een prettigere werkomgeving op.

Philips biedt een reeks verschillende Ambient Experience-ontwerpen aan, die beschikbaar zijn voor MR-, CT-, radiografie-, interventieruimtes, radiotherapie en protontherapieruimtes. De ontwerpen worden aangepast op basis van de wensen van ziekenhuizen, waarbij onder andere wordt gekeken naar klinische eisen, budget en de variabelen van de afdeling waar de experience wordt aangeboden. De ontwerpen worden op een muur in de ruimte geprojecteerd en zijn voor de patiënt vanuit bijvoorbeeld een CT-scanner zichtbaar via een spiegel. Via een koptelefoon kan muziek worden geluisterd. 

‘In alle opzichten een sprong vooruit’

Anita Arts, voorzitter van de raad van bestuur van het Flevoziekenhuis: “Met name de 256 slice CT-scanner is een zeer geavanceerd apparaat. Hiermee beschikt het Flevoziekenhuis over de laatste techniek en lopen we voorop in de regio. Dat is goed nieuws voor onze patiënten en huisartsen en daar gaat het om. De toegangstijd is nu heel kort. Patiënten kunnen vrijwel direct bij ons terecht voor een onderzoek. Het onderzoek vindt plaats in een voor de patiënt en medewerker prettige ruimte met rustgevend licht. In alle opzichten een sprong vooruit.”

De aanschaf van de nieuwe CT-scanners is onderdeel van een groter investeringsprogramma van het Flevoziekenhuis, waarbij wordt geïnvesteerd in nieuwe apparatuur, het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) en het operatiekamercomplex. Als onderdeel van dit programma investeert het ziekenhuis ook in een tweede MRI-scanner: een 3 Tesla MRI-scanner die eveneens wordt geleverd door Philips. Het Flevoziekenhuis beschikt al langer over een 1,5 Tesla MRI-scanner. Naar verwachting worden de nieuwe MRI-scanners en de vernieuwde operatiekamers medio 2019 opgeleverd. 

In de onderstaande video licht Gunes Sar, bedrijfsleider EVR Radiologie bij het Flevoziekenhuis, de nieuwe CT-scanners en de Philips Ambient Experience toe. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Flevoziekenhuis
Bron: Philips (foto)

Solar@Sea start test drijvend solarsysteem

Vorige week is Solar@Sea de eerste praktijktest voor een offshore solar system gestart. In de Marinehaven in Den Helder werd een drijvend, functioneel dunne-film solarsysteem te water gelaten. Met dit proefsysteem zal het komende jaar de invloed van algengroei, vervuiling, zoutafzetting en weersinvloeden worden geanalyseerd. Solar@Sea is een TKI project waarin Solliance Solar Research samenwerkt met Endures, Sunrayflex, Marin, Royal Philips en Avans.

“Omdat dit één van de eerste drijvende dunne-film PV systemen is, is het nog moeilijk om te zeggen welke factoren kritisch zijn waar het levensduur van drijvende systemen betreft.” aldus Dr. Wim Soppe, projectleider Solar@Sea en werkzaam bij Solliance Solar Research. “Uit deze eerste langdurige praktijkproef hopen we de kennis te ontwikkelen, die nodig is om in de toekomst robuuste offshore systemen te kunnen bouwen”.

De proef gaat een jaar duren. Gedurende dat jaar zal het systeem enkele keren uit het water gehaald worden om getest en doorgemeten te worden bij ECN part of TNO in Petten. De invloed van het zeewater op de levensduur en efficiëntie wordt op deze manier zo door Solliance Solar Research onderzocht. Endures en Philips bestuderen corrosie en aangroei van algen en ander zeeleven. Philips onderzoekt of een nieuwe, niet op gifstoffen gebaseerde antifouling methode het drijvend solar systeem voldoende kan beschermen tegen aangroei.

 

Bron + foto: TNO

Onderzoek: ‘Mensen leveren meer toegevoegde waarde dan machines’

Wereldwijd worden steeds meer industriële robots ingezet als onderdeel van productieprocessen. Desondanks wordt 72% van alle werkzaamheden nog steeds uitgevoerd door mensen. Ondanks de vrees dat robots veel banen gaan kosten, blijven mensen centraal staan in het productieproces. Niet verrassend, aangezien mensen in de praktijk op de werkvloer meer toegevoegde waarde blijken te leveren dan machines.

Dit zijn enkele resultaten van een onderzoek uitgevoerd door A.T. Kearney en Drishti onder 100 leiders in maakindustrie. Respondenten geven aan weinig inzicht te hebben in de activiteiten van hun menselijke werknemers op de productievloer. Dit gebrek aan inzicht staat bedrijven in de weg geïnformeerde beslissingen te nemen over onder andere capaciteitsplanning, workforce management, process engineering en in andere strategische domeinen. “Denk eens terug aan de laatste keer dat u een oproep kreeg voor een terugroepactie voor uw auto”, zegt Anik Bose, general partner bij Benhamou Global Ventures. “De autofabrikant roept duizenden of miljoenen auto’s terug voor iets wat waarschijnlijk slechts een klein probleem is. Aangezien zij echter niet in staat zijn dit probleem terug te leiden tot specifieke fabrieken, stations, diensten of VIN’s moeten zij een breed net uitgooien, terwijl de kosten astronomisch zijn.”

‘Automatisering krijgt te veel prioriteit’

A.T. Kearney en Drishti stellen dat veel bedrijven te veel prioriteit geven aan het automatiseren van productieprocessen. “Ondanks de brede aanwezigheid van mensen op de werkvloer, zijn digitale transformatiestrategieën voor zelfs de meest bekende en progressieve fabrikanten wereldwijd grotendeels gericht op machines”, zegt Michael Hu, partner bij A.T. Kearney. “Deze grote onbalans in de analytische footprint zorgt voor een blinde vlek ‘met een menselijke vorm’ voor fabrikanten wereldwijd en staat het realiseren van de volledige potentie van industrie 4.0 in de weg.”

Veel methoden die worden gebruikt om taken uitgevoerd door mensen in kaart te brengen en te analyseren zijn verouderd, kunnen in veel gevallen worden teruggeleid tot de tijd van Henry Ford en zijn sindsdien niet vernieuwd. Als voorbeeld noemt Prasad Akella, CEO en oprichter van Drishti, lean en Six Sigma. “De principes onder deze 100 jaar oude meettechnieken zijn nog steeds relevant, maar zijn te handmatig om op te schalen, leveren incomplete datasets op en zijn gevoelig voor observationele vooroordelen”, aldus Akella. “In het tijdperk van industrie 4.0 hebben fabrikanten grote en volledige datasets over menselijke activiteit nodig om operators te helpen naar hun volledige potentie waarde toe te voegen. Iedereen in het assemblage-ecosysteem zal profijt hebben van deze data: plant managers, supervisors, technici en nog belangrijker: de operators zelf.”

Hoe wordt data verzameld?

Respondenten geven daarnaast aan dat het op traditionele wijze verzamelen van data zeer tijdrovend is. Zo zijn technici gemiddeld 37% van hun tijd kwijt aan het handmatig verzamelen van analytische gegevens via tijdstudies. 71% noemt dergelijke informatie van (groot) belang om inzicht te krijgen in hun werknemersbestand. Ook data verzameld via Human Relations (HR)-methoden worden veelgebruikt. Ondanks dat deze data volgens de onderzoekers niet erg accuraat is, geeft 74% van de respondenten aan meer vertrouwen te hebben in deze methode (74%) dan in het verzamelen van gegevens via tijdstudies (57%).

“Mensen zijn de meest waardevolle asset in een fabriek. Fabrikanten zouden technologie dan ook moeten inzet om de mogelijkheden van zowel directe als indirecte arbeid te vergroten”, legt Akella uit. “Indien je erin slaagt senior engineers meer dan een derde van de tijd terug te geven, vertaalt dit zich in directe winst. In plaats van uren te besteden aan het verzamelen van data, kunnen zij hun aandacht en expertise blijven richten op de meest kritieke beslissingen en taken.” Bose voegt toe dat differentiatie niet langer draait om kosten en capaciteit, maar juist om time-to-market en productiviteit. Werknemers kunnen volgens Bose hierdoor de grootste differentiators zijn voor een organisatie.  

‘Mensen zorgen voor variabelen’

Ondanks dat mensen op de werkvloer veel toegevoegde waarde leveren, heeft hun aanwezigheid ook negatieve gevolgen. Zo geven respondenten aan dat 73% van alle variabelen op de werkvloer wordt veroorzaakt door mensen, terwijl 68% van de defecten terug te leiden is naar menselijke activiteit. Dit komt vooral doordat mensen hun concentratie verliezen, bijvoorbeeld als zij een slechte nachtrust hebben gehad. Dergelijke problemen zijn kostbaar; engineers besteden gemiddeld 39% van hun tijd aan het onderzoeken van de root cause van defecten, wat neerkomt op 62 uur per maand. Met behulp van betere data kan deze taak sneller worden uitgevoerd, waardoor engineers meer toegevoegde waarde kunnen leveren.

“Onder de streep helpen betere data zowel fabrikanten als menselijke operators”, aldus Hu. “Data geeft mogelijkheden voor productiviteits- en kwaliteitsverbeteringen; vereenvoudigt traceability, mitigeert variabelen en creëert nieuwe kansen voor operators om extra waarde toe te voegen. Mensen gaan in de nabije toekomst de ruggengraat van productie vormen. Bedrijven die betere analyses weten uit te voeren op mensen zullen het best kunnen concurreren in de industrie 4.0.”

Alle resultaten van onderzoek zijn verzameld in het rapport ‘The State of Human Factory Analytics’, dat hier kan worden aangevraagd.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: A.T. Kearney & Drishti
Bron: Rapport The State of Human Factory Analytics
Bron foto: Pixabay / Martinelle

Kunstalvleesklier bedacht door Nederlandse suikerpatiënt bijna klaar voor markt

Goed nieuws voor diabetespatienten. Het duurt niet lang meer voordat een automatische kunstalvleesklier zijn intrede doet op de Nederlandse markt. Het apparaatje is ontwikkeld door werktuigbouwkundige Robin Koops, die zelf ook suikerpatiënt is.

Het medische apparaat is technisch gezien helemaal klaar, maar er wordt nog gewacht op de benodigde certificeringen. Mochten deze er komen, dan komt de uitvinding van suikerpatiënt Robin Koops volgend jaar op de markt.  

In de jaren ’90 werd Koops gediagnostiseerd met diabetes type 1. Het veranderde zijn leven. Tegen diabetestype1.nl zegt hij: “De dagelijkse ellende van prikken, rekenen en spuiten went nooit. Soms zijn er dagen dan heb ik drie tot vier hypo’s. Alles heeft invloed, ook wat mensen vaak niet weten: praten, denken, studeren, want je brein gebruikt dan extra glucose. M’n vrouw vraagt dan ook telkens: ‘zit je suiker goed? Gaat je suiker goed de komende twee uur?’ En hoe goed je ook je best doet, je doet het eigenlijk nooit goed genoeg.”

Eerste ideeën

De werktuigbouwkundige besloot er iets aan te doen. “Ik wilde een apparaat bedenken dat volautomatisch de bloedsuiker regelt, waarbij je niet meer hoeft na te denken. En waarbij je dus als mens ook geen fouten kunt maken.’’ Hij zette een aantal ideeen op papier, vroeg een diabetesverpleegkundige om mee te werken en liet een vriend de eerste software schrijven. Het resultaat waren twee vrij grote lompe kasten. Hij was zelf de eerste proefpersoon; het bleek te werken, al nam het veel ruimte in beslag. Ze sleutelden door en ontwikkelden ook een draagbaar apparaat, met het formaat van een schoudertas. 

Volautomatisch 

Het duurde vervolgens nog wel even voordat er een arts bereid werd gevonden om het appraat te testen, de medische wereld was terughoudend. Het ziekenhuis dat meewerkte, gaf hen toegang tot patiënten met de meest onregelde bloedsuikerspiegel. De test slaagde. Inmiddels zijn we tien jaar verder en heeft Robin een kunstalvleesklier in klein formaat ontwikkeld. Het apparaatje, volgens de makers een soort dikke insulinepomp, draag je aan een broekriem. Hij is met twee infuusslangetjes verbonden aan je buik en twee sensoren, waarmee hij continu de bloedsuiker meet. 

Insuline en glucagon

Het apparaat is uniek omdat het én insuline én glucagon toedient; het stuurt helemaal automatisch zowel te hoge als te lage bloedsuikerwaardes bij. Daarnaast maakt het apparaatje gebruik van een zelflerend algoritme waardoor het zich aanpast naar de persoon die hem draagt. Daardoor is hij voor iedereen geschikt.

Testen 

De komende drie tot vier maanden wordt de kunstmatige alvleesklier getest bij 36 patiënten. De patiënten die het apparaat eerder probeerden, waren al heel enthousiast over het gebruik. Deze test is vooral bedoeld om na te gaan of het medisch apparaat veilig genoeg is voor de patiënt. Zodra de (positieve) uitslag bekend is, gaat het bedrijf Inreda Diabetic in Goor de productie opschalen. Inreda Diabetic is het bedrijf dat Koops oprichtte om zijn uitvinding te ontwikkelen en te produceren. “We willen vanaf september 2019 in eerste instantie vijftig patiënten per jaar gaan helpen”, zegt hij tegen het AD. ‘Over twee tot drie jaar zouden dat er vijftienhonderd op jaarbasis kunnen zijn.”

Er zijn meer bedrijven die vergelijkbare apparaten aan het ontwikkelen zijn, maar er zijn er slechts een paar met insuline én glucagon. Bovendien zijn die niet zo ver als het apparaat van Koops. Robin hoopt met zijn uitvinding de gezondheid en kwaliteit van leven van veel mensen te verbeteren. 

 

Bron: diabetestype1.nl/NU.nl

 

Bedreigt tekort kobalt de productie van elektrische auto's? Nederlandse drone kan zelfs onder de grond lichamen vinden Stedelijke windturbine wint Dyson-award, Delftse studenten tweede Havenbedrijf van Hamburg wil containers vervoeren met Hyperloop Grot-achtig museum ligt verstopt in duinen Volkswagen bouwt Duitse fabrieken om voor productie elektrische voertuigen De auto-industrie blijft in kwaliteit verbeteren Volvo Cars en Baidu ontwikkelen processor voor autonome voertuigen Flevoziekenhuis neemt CT-scanners met Ambient Experience in gebruik Solar@Sea start test drijvend solarsysteem Onderzoek: ‘Mensen leveren meer toegevoegde waarde dan machines’ Kunstalvleesklier bedacht door Nederlandse suikerpatiënt bijna klaar voor markt

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven