Sustainder zet uitbreiding slimme armaturen in Europa voort
Na Nederland en Duitsland breidt Sustainder haar producten- en dienstenaanbod uit naar Centraal- en Oost-Europa,. Binnenkort start een grootschalig smart lighting-project in Kladno, Tsjechië.
Het project omvat de installatie van Sustainder’s slimme LED-armaturen Anne en Alexia en wordt uitgevoerd door een sterke lokale partner, actief in de CEE-regio, om te zorgen voor een solide marktbenadering. “Naast de gemeente Kladno is er grote behoefte aan toekomstbestendige oplossingen in deze regio. Onze lokale partner kent de markt heel goed en biedt ondersteuning bij de overgang naar smart. Dankzij een uniek cassettesysteem, connectiviteit en open architectuur zijn de Sustainder armaturen al klaar voor toekomstige ontwikkelingen”, zegt Niek de Jong, CEO van Sustainder.
Toekomstbestendige oplossingen
Sustainder armaturen zijn breed toepasbaar en kunnen via een API online worden gekoppeld aan elk lokaal backoffice-systeem, waardoor ze op afstand beheersbaar en bestuurbaar worden. Alle armaturen zijn gebaseerd op een modulair ontwerp en beschikken over basis-sensortechnologieën die het mogelijk maken om onder meer temperatuur, lichtgevoeligheid en energieverbruik te meten. Op deze manier helpt Sustainder een duurzame, veilige en gezonde samenleving op te bouwen. In onderstaande video (klik op de afbeelding) worden de verschillende armaturen geïntroduceerd.
Het modulaire concept van Sustainder biedt een aantrekkelijk aanbod voor gemeenten die willen overstappen op slimme stadsoplossingen. Dit maakt Sustainder een geschikte partner om de discussie te starten over vervanging, duurzaamheid en slimme openbare verlichting, en over toekomstbestendige oplossingen en slimme stadsambities. Met de toetreding tot de CEE-regio versterkt Sustainder zijn internationale ambities en doelstelling om tot de top vijf van de marktspelers te behoren.
Bron + foto: Sustainder.
'Markt voor robots is in 2028 meer dan verdrievoudigd'
40 tot 50% van alle robots wereldwijd zijn in 2030 collaboratieve robots. De totale markt voor robots groeit het komende decennium met een factor 3,2, wat vooral te danken is aan de groeiende omarming van automatisering in China.
Dit voorspelt onderzoeksbureau IDTechEx in haar rapport New Robotics and Drones 2018-2038: Technologies, Forecasts, Players. Traditionele industriële robots zijn relatief star. Zo kunnen de robots niet eenvoudig worden hergeprogrammeerd voor een nieuwe taak; hiervoor zijn gespecialiseerde programmeurs nodig. Ook zijn deze industriële robots niet in staat de aanwezigheid van mensen te detecteren, waardoor zij niet veilig kunnen samenwerken met werknemers.
Collaboratieve robots
Collaboratieve robots bieden deze mogelijkheden wel. Met behulp van sensoren kunnen collaboratieve robots de aanwezigheid van mensen detecteren en hun gedrag hierop aanpassen. Dit betekent in de praktijk bijvoorbeeld dat de robots hun bewegingen vertragen of zelfs volledig stilleggen indien een mens te dicht in de buurt komt. Dankzij deze mogelijkheid kunnen collaboratieve robots nauw samenwerken met mensen.
Een ander belangrijk voordeel van de robots is hun flexibiliteit. Zo kunnen collaboratieve robots in veel gevallen worden geprogrammeerd zonder dat hiervoor specialistische kennis nodig is. Collaboratieve robots kunnen hierdoor veel sneller en eenvoudiger geschikt worden gemaakt voor nieuwe taken, waardoor zij ook voor kleinere oplages kunnen worden ingezet.
Vraag naar traditionele robots blijft groot
Ondanks deze voordelen blijft de vraag naar traditionele industriële robots groot; vooral in China is de vraag fors. De gemiddelde robotdichtheid in het Aziatische land is vooralsnog laag in verhouding met andere landen, zoals Duitsland, Korea en Japan. IDTechEx verwacht daarom dat de vraag naar industriële robots vanuit China de komende jaren blijft aanhouden.
Het onderzoeksbureau wijst daarnaast erop dat robots voor steeds meer toepassingen worden ingezet, onder andere door de flexibiliteit die moderne robots bieden. Robots worden niet langer uitsluitend in fabrieksomgevingen ingezet, maar ook in omgevingen zoals woningen, de agrarische sector, winkelcentra, kantoorruimten en distributiecentra.
Automated Guided Vehicles
Zo kunnen robots in distributiecentra worden ingezet om taken te automatiseren. Denk hierbij aan automated guided vehicles (AGV’s), die in staat zijn geautomatiseerd goederen op te halen in onder meer distributiecentra. De robots vinden hierbij eigenhandig hun weg naar het gewenste product, halen de doos of zelfs het volledige schap waarin dit product zit op en rijden deze naar een werknemer. Deze medewerker haalt het product uit de doos of het schap, waarna de AGV deze weer terug rijdt naar zijn oorspronkelijke locatie.
Traditionele AGV’s maken hierbij gebruik van een speciale infrastructuur, die in de omgeving waar de robots opereren wordt aangelegd. Deze infrastructuur vertelt de robots welke route zij kunnen nemen en helpt hen door een faciliteit te navigeren. Moderne varianten van AGV’s hebben deze infrastructuur niet langer nodig en zijn in staat met behulp van onder meer vision systemen en kunstmatige intelligentie zelfstandig hun weg te vinden. Dit biedt grote voordelen. Zo is deze generatie AGV’s doorgaans beter geschikt dynamische omgevingen, waarin bijvoorbeeld ook menselijke werknemers aanwezig zijn. Indien de robots onverwacht een obstakel op hun route vinden, kunnen zij zelf een weg om dit obstakel heen zoeken.
Schoonmaakrobots
In commerciële ruimten en in woningen worden robots steeds vaker ingezet om schoonmaakactiviteiten te automatiseren. Denk hierbij aan robotstofzuigers, die al langer beschikbaar zijn. Steeds vaker worden grootschalige varianten van deze robots inzet in commerciële omgevingen, zoals winkelcentra en kantoorruimten. De nadruk ligt hierbij op productiviteit, waardoor hot-swappable batterijen en een lange batterijduur belangrijke aandachtspunten zijn.
In de agrarische sector worden robots eveneens steeds vaker ingezet. Denk hierbij aan volledig autonome tractors en drones. Daarnaast worden steeds meer kleine robots ingezet zoals maairobots. IDTechEx wijst erop dat deze robots individueel niet erg productief zijn en vaak relatief traag. De kleine robots zijn volgens het onderzoeksbureau dan ook vooral interessant indien zij in een vloot worden ingezet, waarbij grote hoeveelheden robots samenwerken. Doordat de robots taken automatiseren die anders handmatig uitgevoerd hadden moeten worden, helpen zij het concurrentievermogen van de agrarische sector te verbeteren.
‘Onderschat de marktkansen niet’
Ondanks dat deze markten op dit moment nog relatief klein zijn, adviseert IDTechEx robotfabrikanten de kansen die deze markten bieden niet te onderschatten. “De transformatie is in onze optiek een lange termijn kans die niet gemist mag worden. Het commercialisatieproces is begonnen, waardoor het nu tijd is te leren wat de toekomst met zich meebrengt en hiervoor te plannen”, aldus het onderzoeksbureau.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: IDTechEx
Bron foto: Pixabay / jarmoluk
Rolls-Roycs en Intel werken samen aan zelf-navigerende schepen
Gevaren in de scheepsvaart? We horen er eigenlijk zelden over. Maar volgens Roll-Royce is er volop ruimte voor verbetering van de maritieme veiligheid. Het bedrijf kondigde recent aan de krachten te bundelen met Intel waardoor de ontwikkeling van autonome scheepvaartsystemen versneld wordt. Meer veiligheid en efficiency moeten hiervan het resultaat zijn.
Intel heeft een stevige ambitie als het om autonome voertuigen. De navigatietechnologie van het bedrijf komen we onder meer tegen in drones. Vorig jaar nog nam het bedrijf het Israëlische Moileye over dat gespecialiseerd is in onbemande voertuigtechnologie. Ook Rolls-Royce heeft flinke stappen gezet op weg naar autonome scheepvaart. Sinds het bedrijf in 2014 de visie op robot-vrachtschepen presenteerde, werkte het onder meer samen met het European Space Agency aan satellietsystemen voor communicatie tussen schepen.
Daarnaast werd gestart met Intelligent Awareness-systemen om vaartuigen veilig over de Japanse wateren te leiden. Dergelijke systemen verwerken gegevens van lidar- en radartechnologie, thermische camera’s, HD-camera’s, satellieten en weersverwachtingen om zo beter op de hoogte te zijn van de omgeving. Volgens Rolls-Royce is in Japan een IA-systeem aan boord van een 165 meter lang passagierschip ingezet waardoor de bemanning objecten konden herkennen die ze anders in de duisternis niet zouden zien.
Onderwijl gaat de ontwikkeling van IA door; Intel bouwt nu Xeon Scalable processoren voor de servers aan boord van schepen. De data worden opgeslagen op Intel’s 3D NAND SSD’s. Ook de Field Programmable Gate Array-technologie van Intel zal worden gebruikt. Rolls-Royce kan hiermee obstakels herkennen en hierlangs navigeren.
Rolls-Royce gaat ervan uit dat in 2020 de eerste robotschepen te water gaan. Met de samenwerking met Intel worden scheepseigenaren ondersteund bij het automatiseren van de scheepsnavigatie en het varen. De kans op menselijke fouten wordt daarmee kleiner terwijl de bemanning zich kan richten op andere, waardevollere taken.
'Ademende' schoen weet wanneer jij moe bent
Dat de technologische ontwikkelingen op medisch en fysiek gebied zich steeds verder uitgebreiden, is inmiddels wel duidelijk. Aan alle kanten zijn bedrijven bezig met innovaties om ons leven aangenamer en gezonder te maken én de prestaties van sporters te verbeteren. Dit keer werd onze aandacht getrokken door een 'ademende' schoen die aanvoelt hoe vermoeid je bent.
Het gaat om een product van het MIT Design Lab. Dat ging eerder dit jaar een samenwerking aan met sportmerk PUMA en ontwikkelde een sneaker die daadwerkelijk ademt. Ze gebruikten daarvoor een biologische methode waarbij organismen zoals bacterieen en algen gebruikt worden om ‘levende’ materialen van te maken.
Deap learning
De levende schoen is ingebed met bacterieën die bewegen en reageren op warmte die vrijkomt tijdens het gebruik van de sneaker. Vervolgens eten de bacterieën het materiaal aan de bovenkant van de schoen. Daardoor worden luchtgaten gecreerd die volledig zijn afgestemd op de gebruiker. Dit systeem werkt samen met ‘deap learning’ zolen die data en inzichten opleveren die gemeten worden door de bacterieën. Die reageren weer op chemicalieën in het zweet van de gebruiker. De data kunnen gebruikt worden om onder ander vermoeidheid te meten. Samen met het meten van andere factoren zou dit bijvoorbeeld de prestaties van sporters kunnen verbeteren.
T-shirt
Samen met PUMA maakte MIT Design Lab nog meer ‘levende’ producten. Zo werd er een prototype gemaakt voor een adaptieve verpakking. Deze wordt na gebruik volledig biologisch afgebroken. De schoenen en de verpakking zijn nu nog maar concepten, maar het is wel een goed voorbeeld van hoe in de toekomst ‘levende’ dingen in onze producten verwerkt kunnen worden.
Bron: NowThisFuture/MIT Design Lab
Grootste 3D-betonprinter ter wereld ingezet voor printen rijtjeshuis in België
In het Belgische Westerlo wordt een rijtjeshuis van twee verdiepingen geprint met behulp van een 3D-betonprinter. Het gebouw wordt volledig in beton geprint en wordt 10 bij 10 bij 10 meter groot.
Dit meldt De Tijd. Het rijtjeshuis wordt geprint door Kamp C, een autonoom provinciebedrijf van de provincie Antwerpen. Verschillende bedrijven zijn bij het project betrokken als partner, waaronder de bouwbedrijven Van Roey, Beneens, en ETIB nv/CONCRETE HOUSE. De partijen hebben – inclusief Europese subsidie – 1,5 miljoen euro geïnvesteerd in de grootste 3D-betonprinter ter wereld, die inmiddels is opgeleverd. Momenteel wordt geëxperimenteerd met de 3D-printer, die over enkele maanden wordt ingezet voor het printen van de ruwbouw van de woning. Het gaat hierbij om vloeren, muren en steunpilaren. Na de bouw wil Kamp C het gebouw inzetten als vergader- en demoruimte.
Printen neemt enkele weken in beslag
De start van het project staat voor maart op de planning. Naar verwachting neemt het printen van de woningen enkele weken in beslag. Dit kan overigens sneller, maar bij het project is ervoor gekozen alleen overdag te werken. “We gaan niet de klok rond printen, enkel overdag. Dat betekent ook dagelijks een uur voorbereiding en op het einde van de dag een uur de leidingen uitspuiten”, zegt Peter-Paul van den Berg, directeur van Kamp C, tegen De Tijd.
De 3D-printer die wordt ingezet staat op het terrein van Kamp C als onderdeel van het project C3PO (Co-creatie: 3D-Printen met Ondernemingen). Dit project is gericht op het introduceren van 3D-printen in de Belgische provincie Vlaanderen. De 3D-betonprinter is geleverd door het Deense bedrijf Printhuset en heeft ‘enkele honderdduizenden euro’s’ gekost. Het gaat om een gantry-model printer, met een printkop die binnen de drie dimensies van een frame vrij kan bewegen. De printer is 11,4 bij 10 bij 10 meter groot en is modulair opgebouwd, waardoor deze naar wens groter of juist kleiner kan worden gemaakt met behulp van verlengstukken van 2,5 meter. Kamp C stelt dat deze modulaire technologie uniek is binnen de 3D-printwereld.
Printkop beweegt met één meter per seconde
Gezien de omvang van de objecten die zullen worden vervaardigd is de snelheid waarmee de printkop kan bewegen bij een dergelijke 3D-printer van groot belang. De kop van de 3D-betonprinter die Printhuset heeft geleverd kan met een snelheid tot een meter per seconde bewegen.
De snelheid waarmee geprint kan worden is echter ook afhankelijk van andere factoren. Henrik Lund-Nielsen, CEO van 3D Printhuset, legt uit: “Dat tempo hangt namelijk af van de snelheid waarmee het bouwmateriaal door de printer wordt ‘uitgespuwd’. En die ligt vandaag nog een stuk lager. Kamp C zal dus op zoek moeten gaan naar methodes om de materiaalsnelheid te optimaliseren. Het spreekt voor zich dat vloeibare materialen sneller en wendbaarder zijn dan stugge materiaalsoorten.” Welk printmateriaal het meest geschikt is wordt momenteel onderzocht.
Betonnen fietsbrug in Eindhoven
Ook in Nederland wordt al langer ingezet op het gebruik van 3D-printers in de bouw. Zo wist de TU Eindhoven een betonnen fietsbrug te printen, wat een wereldprimeur was. Deze brug is in oktober 2017 geïnstalleerd in het Brabantse Gemert. De universiteit wil in 2019 een vijftal woningen 3D-printen in de Eindhovense wijk Meerhoven. De huizen worden één voor één geprint, waarbij de ervaring en kennis die wordt opgedaan wordt ingezet om de volgende woning nog beter te printen. De woningen worden steeds complexer: de eerste woning is gelijkvloers, waarna stapsgewijs wordt toegewerkt naar het printen van de laatste woning met drie verdiepingen.
Daarnaast is in Nederland in Teuge op 3 oktober een omgevingsvergunning voor het eerste commercieel 3D-geprinte gebouw van Europa verstrekt. De vergunning is voor De Vergaderfabriek, een gebouw van honderd vierkante meter dit dit jaar wordt geprint.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Kamp C
Bron: De Tijd
Bron: TU/e
Bron foto: Pixabay / krzysztof-m
Nieuwe koplampen kunnen lichtsignalen op de weg projecten
Volkswagen werkt aan koplampen die lichtsignalen op de weg kunnen projecteren. De koplampen communiceren de intenties van automobilisten en zelfrijdende auto's met medeweggebruikers en voetgangers.
Oogcontact speelt in het verkeer een belangrijke rol. Zo kunnen voetgangers door oogcontact te maken inschatten of een automobilist hen heeft gezien en bijvoorbeeld tijdig kan remmen voor het zebrapad. Het is echter niet altijd mogelijk oogcontact te maken. Zo zijn bestuurders in het donker minder goed zichtbaar of kan een zonnebril de ogen van een automobilist verhullen. Daarnaast worden naar verwachting binnen afzienbare tijd de eerste (semi)-autonoom rijdende voertuigen op de openbare weg geïntroduceerd, die geen menselijke bestuurder meer hebben en waarmee oogcontact dus niet mogelijk is.
Micro-pixel HD-koplampen
Volkswagen wil dit probleem aanpakken met behulp ‘micro-pixel HD-koplampen’. Deze koplampen zijn in staat informatie voor de auto op de weg te projecteren om de verkeersveiligheid te vergroten. Denk hierbij aan de rijrichting van het voertuig.
De projecties kunnen ook worden gebruikt om automobilisten te ondersteunen bij het besturen van het voertuig. Als voorbeeld noemt Volkswagen een systeem waarbij de koplampen op de weg voor de auto strepen projecteert om aan te geven hoe breed het voertuig is, inclusief eventuele aanhanger. Dit helpt bestuurders in te schatten hoe ver zij van de rijbaanmarkering verwijderd zijn, wat onder andere op versmalde rijbanen bij bijvoorbeeld wegwerkzaamheden de veiligheid kan vergroten. Het systeem past zich automatisch aan aan bochten.
30.000 pixels per LED-chip
De micro-pixel HD-koplampen zijn gebaseerd op een drietal micro-pixel LED-chips. Deze chips bevatten ieder 1.024 pixels, verdeeld over een oppervlakte van slechts 4 bij 4 mm. De 3.072 pixels die de drie chips gezamenlijk tellen kunnen individueel worden aangestuurd. Iedere individuele LED chip is vierkant en heeft een oppervlakte van ongeveer 16mm2. Dit heeft tot gevolg dat deze chips licht ook in een vierkant patroon projecteren. Met het oog op rijcomfort wordt licht in auto’s echter in een rechthoekige vorm met een 3:1 verhouding geprojecteerd. Volkswagen zet daarom een optisch systeem in om de vierkante projectie om te vormen tot een rechthoekige projectie. Dit proces maakt de koplampen op dit moment relatief complex. Volkswagen verwacht echter dat het gebruik van rechthoekige LED chips in de toekomst het ontwerp van optische systemen gaat vereenvoudigen.
De drie LED-chips in de HD-koplampen bevatten op dit moment in totaal 3.071 pixels. Volkswagen verwacht echter dat de technologie verder kan worden doorontwikkeld en dat de LED-chips op termijn per stuk 30.000 pixels kunnen bevatten. Dit zou in de praktijk betekenen dat de micro-pixel HD-koplampen dezelfde resolutie kunnen bieden als HD-LCD koplampen, terwijl zij aanzienlijk minder energie verbruiken.
Waarschuwingssymbolen tonen op achterlichten
Naast koplampen werkt Volkswagen aan interactieve achterlichten waarop waarschuwingssymbolen kunnen worden vertoond. Deze symbolen waarschuwen achterop komende automobilisten voor gevaar, zoals het ontstaan van een file of een plotselinge remactie. Net als de micro-pixel HD-koplampen kunnen deze achterlichten symbolen op de weg projecteren. Dit kan onder meer worden ingezet om tijdens het achteruit inparkeren de route van het voertuig op de weg te projecteren en omstanders hierover te informeren.
Zowel de koplampen als achterlichten worden door Volkswagen getest in een ‘centre of excellence’ bij haar fabriek in het Duitse Wolfsburg. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tunnel van 100 meter lang, 15 meter breed en 5 meter om simulaties uit te voeren. Denk hierbij aan simulaties om te testen hoe voetgangers de verlichting en lichtsignalen ervaren of of de effectiviteit van de verlichting in beeld te brengen.
Ook andere fabrikanten zetten in op lichtsignalen
Volkswagen is niet de enige partij die met behulp van lichtsignalen de verkeersveiligheid wil vergroten. Zo werkt Mitsubishi Electric eveneens aan het Safe and Secure Lightning systeem. Dit systeem projecteert signalen op de weg en schermen op de auto om voetgangers en medegebruikers te waarschuwen voor de intenties van de bestuurder. Net als het systeem van Volkswagen kan het Safe and Secure Lightning systeem bijvoorbeeld met behulp van geprojecteerde pijlen op de weg de rijrichting aangeven indien achteruit wordt gereden. Mitsubishi Electric verwacht dat het systeem zowel voor traditionele auto’s met menselijke bestuurders als autonome voertuigen interessant kan zijn.
Ook Ford experiment met lichtsignalen. Het bedrijf voerde eerder een experiment uit met een lichtbalk die aan de bovenzijde van de voorruit van een Ford Transit Connect werd gemonteerd. Dit systeem is specifiek gericht op autonome voertuigen; tijdens het experiment werd het voertuig bestuurd door een menselijke bestuurder die van buiten het voertuig onzichtbaar was.
Vision URBANETIC
Mercedes-Benz Vans presenteerde eerder dit jaar Vision URBANETIC, een autonoom en elektrisch aangedreven conceptvoertuig. Dit prototype kan dankzij een uitwisselbare carrosserie eenvoudig worden geconfigueerd als een voertuig voor personenvervoer of een bestelbus voor goederenvervoer. De Vision URBANETIC is aan de voorzijde voorzien van een groot scherm, waarop met behulp van symbolen voetgangers worden geïnformeerd dat hun aanwezigheid is geregistreerd. Daarnaast zijn aan de zijkant van het voertuig honderden kleine lichtunits ingezet om schaduwen te creëren van mensen die zich in de directe nabijheid van het voertuig bevinden. Dit helpt de zichtbaarheid van deze personen te verbeteren en hiermee de verkeersveiligheid te verbeteren.
Tot slot riep Ford begin deze maand op de communicatie vanuit autonome voertuigen naar medegebruikers en voetgangers wereldwijd te standaardiseren. Door op een uniforme wijze te communiceren zijn de intenties van de voertuigen eenvoudiger te herkennen, wat volgens Ford helpt om het vertrouwen in autonome auto’s te laten groeien. Autonome voertuigen kunnen namelijk op basis van dezelfde informatie geheel andere conclusies trekken als de mens, wat het gedrag van de voertuigen onvoorspelbaar kan maken.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Volkswagen (foto)
Bron: Ford
Bron: Mercedes-Benz Vans
Bron: Mitsubishi Electric
Toyota breidt Europees onderzoek naar robotica verder uit
‘Mobility for all’, zeggen ze bij Toyota. De autofabrikant heeft een belangrijke missie voor de toekomst: dat iedereen kan genieten van de vrijheid van mobiliteit. "Of je nu 1 jaar bent of 100", zo is het motto. Dat is ook de reden dat Toyota haar Europese onderzoek naar robotica verder uitbreidt.
De fabrikant gaat verder dan alleen het ontwerpen en produceren van auto’s. Zo wordt de Toyota-robotfamilie ook steeds uitgebreider. Een van de paradepaardjes is de Toyota Human Support Robot (HSR). Die kan ouderen ondersteunen in het dagelijkse leven. Deze robot is dan ook beschikbaar voor andere partijen die zich bezig houden met robotica.
“Toyota heeft de robot HSR ontwikkeld met als doel ‘Mobility for all’”, zo laat het bedrijf weten in een nieuwsbericht. “De robot maakt deel uit van een hele robotfamilie, de Toyota Partner Robots-familie. De robot T-HR3behoort ook tot deze familie. De kleinere HSR heeft een uitvouwbare arm. Hiermee kan hij voorwerpen van de vloer pakken, of van een boekenplank. Superhandig voor bijvoorbeeld ouderen of mensen met een beperking.”
Omdat Toyota ook begrijpt dat zij niet de enige partij is die onderzoek doet naar robotica, heeft het ook niet de intentie het wiel opnieuw uit te vinden. De HSR wordt daarom beschikbaar gesteld aan andere onderzoekers. “Dan hoeven zij geen robot en bijbehorende software te ontwikkelen. In plaats daarvan kunnen zij zich focussen op nieuwe ideeën en toepassingen. En vervolgens kunnen ze deze met de HSR testen in een echte omgeving. Dit noemen we de HSR Developer’s Community. En die bestaat al sinds september 2015. Inmiddels hebben zich al 44 partners uit 12 landen aangesloten.”
In een stroomversnelling
Met de bestaande en nieuwe samenwerkingen hoopt Toyota de technologische vorderingen van onderzoekers in een stroomversnelling te brengen, waaronder in Nederland. Onder andere de Technische Universiteit Eindhoven wordt, samen met nog vier andere Europese universiteiten, ondersteund met de HSR. De andere zijn gevestigd in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië. Toyota heeft de HSR op onlangs onder meer getoond op IROS 2018, een internationale conferentie over robotica in Madrid.
Boost geven
“Ons Europese onderzoek naar robotica levert een significante bijdrage aan Toyota’s wereldwijde onderzoek hiernaar”, vertelt Gerard Killmann, Vice President R&D Toyota Motor Europe. “We zijn ervan overtuigd dat de HSR een echte bijdrage kan leveren aan het werk van onderzoekers en een boost kan geven aan hun technologische vorderingen. We zijn bovendien verheugd om samenwerkingen met Europese onderzoekorganisaties op het gebied van robotica verder uit te breiden.”
Bron + foto: Toyota
Wordt Woerden het hart van techonderwijs?
In Woerden en omgeving hebben ze een droom: het hart van het techonderwijs in Midden-Nederland worden. De komst van een TechCampus is in elk geval weer een stuk dichterbij. Verschillende partijen zijn met elkaar in gesprek om vanaf volgend jaar september leerlingen te gaan plaatsen.
Er vinden op dit moment gesprekken plaats met Woerdense scholen over de huisvesting én deelname aan de TechCampus. Dat bevestigt Marlous Birkhoff van Woerdens Techniek Talent (WTT). Er moet een gebouw met instructieruimten en uitrusting komen om technisch onderwijs te geven, te ondersteunen en te promoten.
In het regionale bedrijfsleven in Woerden en omgeving, waar veel maakbedrijven gevestigd zijn, heerst een groot tekort aan technisch personeel. Elk maakbedrijf waar wij over de vloer zijn geweest, heeft dezelfde wens: meer jongeren enthousiasmeren voor een technisch beroep. De verzamelde regionale ondernemersverenigingen, het Platform Bedrijven Utrecht West (PBWU), stellen volgens het AD echter dat vraag en aanbod niet goed op elkaar aansluiten. ,”Een groot tekort aan technisch personeel zorgt voor problemen in de bedrijfsvoering’’, zegt voorzitter Arwin Brouwer van PBWU.
Systematisch afgebroken
Ook Paul Oostelaken van Kiremnko, een bedrijf dat machines ontwikkeld voor de aardappelverwerkende industrie, voelt aan alles dat er iets moet gebeuren. “Het technisch onderwijs is systematisch afgebroken door onze overheid”, zo zegt hij in een interview met OnderNamen. “Dat is veertig jaar geleden ingezet; Nederland moest een service-economie worden en daar hebben alle bedrijven in de maakindustrie last van. Maar in plaats van te wachten op inspanningen vanuit Den Haag, richt ik me liever op het regionale initiatief Woerdens Techniek Talent.”
De TechCampus is het volgende project waar Oosterlaken, sinds kort voorzitter van WTT, zich op richt. “In onze visie moet er in Woerden een gebouw met instructieruimten en uitrusting komen om technisch onderwijs te ondersteunen en te promoten”, zo zegt hij in hetzelfde interview in OnderNamen. “Hierbij willen we ruimte bieden aan basisscholen, maar ook aan het voortgezet onderwijs en het mbo. Voor die laatste tak hopen we onderwijs en bedrijfsleven samen te kunnen brengen in een locatie in Woerden, zodat ook deze regio gedekt is qua technisch onderwijs. Met satellietlabs vanuit bedrijven willen we praktijkgerichte lesstof aan gaan bieden, volgens de laatste technieken. Inmiddels heeft WTT vanuit de gemeente Woerden een toezegging voor de subsidie en zijn we druk bezig met de plannen, maar we zijn er nog niet.”
Techniekdagen
Er waren al techniekdagen in De Ronde Venen, Harmelen en Woerden om technische vakken te promoten. In Woerden is deze driedaagse dit jaar niet doorgegaan omdat WTT het geld, de tijd en de energie wil inzetten voor het opzetten van het regionale techniekonderwijs.
De directeur van het Minkema College laat aan AD.nl weten dat hij het vak techniek graag terug zou zien op zijn school. Hij is daarom onder andere met het Kalsbeek College, WTT, de gemeente en de provincie Utrecht in gesprek over de totstandkoming van de TechCampus in Woerden. Het is geen kwestie van onwil, zo zegt hij. “We hebben van alles geprobeerd maar als er geen leerlingen komen, houdt het een keer op. Technologie maakt overigens nog wel deel uit van onze school. Bij het vmbo hebben we de richting ‘tech’ bij vmbo kader. In het derde jaar kunnen de leerlingen kiezen of ze die richting bij het mbo op willen.’’
De opzet van TechCampus wordt daarom ook veel breder dan enkel één vak, in de hoop dat er meer aanwas zal zijn. “En hoe meer organisaties, bedrijven en onderwijsinstellingen zich aansluiten hoe beter het is’’, zegt Birkhoff van WTT.
Voor het opzetten van een TechCampus is veel geld nodig voor machines, gereedschappen en diverse faciliteiten. Inmiddels is voor het project een subsidie verkregen van het ministerie van Onderwijs.
Bron: AD.nl/OnderNamen/Kiremnko
Foto: Techniekbeeldbank
Nederlands bedrijf introduceert circulaire bitumen dakpannen
Nog maar een paar maanden na de introductie van circulair beton, introduceert het Nederlandse bedrijf New Horizon Urban Mining komende week circulaire bitumen dakpannen. De dakpannen zien eruit als gewone dakbannen, maar zijn gemaakt van gerecycled materiaal, aldus Cobouw.nl.
New Horizon is een bedrijf dat oude gebouwen sloopt en het materiaal dat daarvan overblijft, weer hergebruikt. Nadat het eerder al circulair beton ontwikkelde door sloopbeton voorzichtig te malen, zag het nu een kans in de bitumen dakbanen waar doorgaans veel platte daken van kantoorpanden mee bedekt zijn. Eigenaar Michael Baars stuitte op een fabriek waar de ‘sloopdaken’ konden worden omgevormd tot nieuwe, goede kwaliteit bitumen dakpannen, zo vertelt hij tegen Cobouw. “Icopal was eerder al met deze ontwikkeling bezig geweest, maar bereikt niet het gewenste niveau. Daarom zijn we er samen verder aan gaan werken. Tot slot werd er een dakdekker bij gezocht, ZND in dit geval, die de daken realiseert.
New Horizon gaat berekenend te werken in het verzamelen van sloopmateriaal, zo laat het weten in het artikel. “Eerst wordt een een analyse van de bitumen; in kaart gebracht hoeveel er ligt. Dan worden er monsters van genomen om er onderzoek naar te doen. Het ontmantelingsproces moet namelijk zo zuiver mogelijk verlopen. Dan gaan de dakbanen in een containerbak, dat gaat naar een van onze onderaannemers en die snijdt het in hapklare blokken. Deze gaan naar Icopal die het materiaal tot dakpannen verwerkt.” Icopal is naar eigen zeggen de enige in Nederland die beschikt over een productielijn om bitumen nieuw leven in te blazen. “Doordat we nu samenwerken, scheelt het Icopal in de kosten voor het verzamelen van materiaal”, aldus Baars tegen Cobouw. “ZND kan op zijn beurt claimen de enige dakdekker in Nederland te zijn die cirulaire dakpannen legt.”
De circulaire bitumen dakpannen worden deze week gepresenteerd tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven. Onlangs won New Horizon een Innovatie Award tijdens de Expo Real in München voor zijn installatie voor circulair beton. Er is nu een installatie in Zaandam, maar het bedrijf wil er volgend jaar nog een aantal bij hebben. Ook wil het het circulaire beton internationaal gaan verkopen.
Bron: Cobouw.nl/New Horizon
Foto ter illustratie (Pexels)
Humanoïde robot Atlas navigeert probleemloos over obstakels in nieuwe video
De robot Atlas van robotfabrikant Boston Dynamics kan steeds beter over allerlei obstakels navigeren. In een nieuwe video toont het bedrijf hoe de humanoïde robot over een parkoers rent en zonder problemen op en over obstakels springt.
Spin-off van MIT
Boston Dynamics is een Amerikaans bedrijf dat is gespecialiseerd in robotica. Het bedrijf is in 1992 opgericht als spin-off van het Massachusetts Institute of Technology. Het bedrijf kreeg internationale naamsbekendheid door de ontwikkeling van verschillende robots, waaronder de hondachtige BigDog, de katachtige Cheetah en de humanoïde robot Atlas.
Het bedrijf werkte eerder samen met DARPA; het bedrijf kreeg een contract van 10,8 miljoen dollar voor de ontwikkeling van een zevental robots voor de DARPA Robotics Challenge op basis van de robot PETMAN, gericht op het testen van beschermende pakken. Deze wedstrijd heeft als doel autonoom opererende robots te creëren die bij onder meer natuur- en kernrampen gebruikt kunnen worden. Het bedrijf werd eind 2013 overgenomen door X (toen nog Google X), de R&D-divise van Google’s moederbedrijf Alphabet. Doordat er geen vooruitzicht was om het bedrijf winstgevend te maken besloot Google enige tijd later Boston Dynamics weer af te stoten. Sinds juni 2017 is het roboticabedrijf onderdeel van het Japanse SoftBank, onder andere bekend van de sociale robot Pepper.
PETMAN, Cheetah, SandFlea, Handle en BigDog
Boston Dynamics heeft uitlopende robots ontwikkeld. Denk hierbij aan PETMAN en de vierbenige looprobot Cheetah die met een snelheid van 45 km/u een snelheidsrecord voor robots met benen wist te vestigen. Een ander voorbeeld is SandFlea, een robot met wielen die tot maar liefst 8 meter hoog kan springen. Ook ontwikkelde Boston Dynamics Handle, een rijdende robot van 198 cm hoog die met een snelheid van 14,5 km/u kan voortbewegen en 122 cm hoog kan springen. Op één acculading kan Handle een afstand van zo’n 24 km afleggen.
De meeste naamsbekendheid heeft het bedrijf waarschijnlijk te danken aan BigDog, een hondachtige robot met vier benen die met financiering van DARPA werd ontwikkeld. Onder de naam Legged Squad Support System (LS3) werd voor het Amerikaanse leger een militaire variant van deze robot ontwikkeld, met als doel soldaten in oorlogsgebieden te ondersteunen. Het project belandde uiteindelijk op de plank, vooral aangezien LS3 te veel geluid zou produceren om op het strijdveld ingezet te kunnen worden.
Atlas
Atlas is eveneens een bekende robot van Boston Dynamics. Deze humanoïde robot heeft wat betreft vorm, uiterlijk en bewegingen veel weg van de mens. Boston Dynamics wil met Atlas een robot ontwikkelen die zijn volledige lichaam inclusief armen, benen en torso op gecoördineerde wijze kan bewegen. Doordat de robot rechtop staat en in staat is zijn balans te bewaren terwijl het allerlei taken uitvoert, kan de robot werkzaamheden verrichten terwijl hij slechts een minimale vloeroppervlakte in beslag neemt.
Een prototype van Atlas werd in 2013 door Boston Dynamics gepresenteerd. Sindsdien is de humanoïde robot in ontwikkeling. De robot is 1,5 meter hoog, weegt zo’n 75 kg en kan een lading van maximaal 11 kg dragen. Veel componenten van Atlas zijn met een 3D-printer vervaardigd, wat volgens Boston Dynamics helpt gewicht en ruimte te besparen. Atlas wordt hydraulisch aangestuurd en is voorzien van een accu, waardoor de robot niet met het stroomnet verbonden hoeft te zijn en zich vrij kan bewegen. Om zijn omgeving in kaart te brengen zet de robot onder meer LiDAR en een stereo vision-systeem in.
Onder veeleisende omstandigheden balans bewaren
Een belangrijk kenmerk van Atlas is zijn vermogen onder veeleisende omstandigheden zijn balans te bewaren. Indien Atlas bijvoorbeeld struikelt of één zijn voeten wegzakt in de ondergrond probeert Atlas zijn balans te bewaren door zijn lichaam hierop aan te passen. Indien Atlas toch omvalt, kan de robot zelfstandig weer overeind krabbelen.
Deze eigenschap stelt Atlas onder andere in staat over ruw terrein te navigeren. Zo verscheen begin 2016 een video waarin te zien is hoe Atlas door een besneeuwd bos loopt. Ondanks dat zijn voeten wegzakken in de sneeuw weet de robot zijn evenwicht te bewaren.
Het vermogen zijn balans te bewaren helpt Atlas ook in binnenruimte over obstakels te navigeren, zoals in onderstaande video te zien in.
Flinke stappen gezet in ontwikkeling
Dat met de ontwikkeling van Atlas flinke stappen worden gezet is te zien door bovenstaande video te vergelijken met de meest recente video over Atlas, die hieronder te zien is. In deze video navigeert Atlas eveneens over een obstakelparkoers en doet dit aanzienlijk soepeler dan in de eerdere video, die in mei werd gepubliceerd.
Een roadmap voor Atlas is niet bekend. Het is daardoor niet duidelijk welke stappen Boston Dynamics de komende tijd verwacht te zetten met de robot en wanneer het bedrijf verwacht dat Atlas in de praktijk kan worden ingezet.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Boston Dynamics
Bewegende spieren van lopers in beeld gebracht tijdens Marathon Eindhoven
Philips en Usono hebben het draagbare echoapparaat Lumify in combinatie met de nieuwe ProbeFix Dynamic getest tijdens de Marathon Eindhoven. De combinatie maakt het mogelijk met behulp van echografie bewegende spieren te monitoren. Tijdens de marathon maakten vier deelnemers gebruik van de nieuwste versie van de ProbeFix Dynamic.
Echografie is een beproefde methode om met behulp van geluidsgolven onder meer spieren in beeld te brengen. Van belang hierbij is dat het echografieapparaat zo stil mogelijk wordt gehouden om de kwaliteit van de gemaakte beelden te waarborgen. Dit levert in de praktijk uitdagingen op. Zo ligt een patiënt nooit helemaal stil, wat de kwaliteit van de beelden beïnvloedt. Ook is echografie hierdoor traditioneel niet geschikt om bewegende spieren in beeld te brengen.
ProbeFix
Usono is een Nederlands bedrijf dat is opgericht door een drietal alumni van de TU Eindhoven (TU/e). Het bedrijf heeft een apparaat ontwikkeld genaamd ProbeFix, waarmee de kop van echografiesystemen langere tijd op een bepaalde plek kan worden gefixeerd. Dit levert allerlei voordelen op. Zo wordt de kop zeer stil gehouden, wat de kwaliteit van de gemaakte beelden verbeterd. Ook hoeft de kop niet langer handmatig op een bepaalde plek te worden gehouden, wat het comfort voor artsen verbeterd en het mogelijk maakt langere opnames te maken. Daarnaast wordt ook het comfort van de patiënt verhoogd, aangezien deze niet langer volledig stil hoeft te liggen en zich dus – tot zekere hoogte – vrijer kan bewegen.
Naast de ProbeFix heeft Usono de ProbeFix Dynamic ontwikkeld. Dit is een aangepaste variant van de ProbeFix die specifiek is gericht op het in beeld brengen van bewegende spieren. Met de ProbeFix Dynamic richt Usono zich op meerdere toepassingen, zoals het in beeld brengen van spieren van sporters tijdens trainingen en het monitoren van spieren tijdens hersteloefeningen. Het product wordt gecombineerd met een draagbaar echografiesysteem, wat het mogelijk maakt spieren op iedere locatie te bekijken.
Lumify van Philips
Een voorbeeld van zo’n draagbaar echografiesysteem is Lumify van Philips. Dit Nederlandse bedrijf stelt dat voor echografische diagnostiek niet altijd de meest hoogwaardige echografische apparatuur nodig is. In sommige gevallen is het vooral van belang snel en op locatie een diagnose te kunnen stellen. Om dit mogelijk te maken biedt Philips Lumify aan. Dit draagbare echografiesysteem kan worden aangesloten op een Android smartphone of tablet. De beelden die het echografieapparaat maakt kunnen via een speciale app direct op een mobiel apparaat worden bekeken. iOS wordt momenteel niet ondersteund.
Tijdens de Marathon Eindhoven hebben Philips en Usono het draagbare echografiesysteem Lumify gecombineerd met de ProbeFix Dynamic van Usono. De bedrijven konden hierdoor elke kilometer een echo-filmpje van tien seconden maken van de bovenbeenspieren van vier deelnemers. Doordat beide systemen licht en draagbaar zijn, kunnen lopers de echografieapparatuur tijdens de marathon relatief eenvoudig meedragen.
Impact op het menselijk lichaam
Met behulp van de gemaakte beelden willen Philips en Usono de impact van intensief sporten op het menselijk lichaam beter in beeld brengen. “De resultaten zullen ons meer vertellen over de processen die in het lichaam plaatsvinden tijdens een intensieve inspanning”, aldus Richard Lopata, universitair hoofddocent aan de TU/e. Benjamin Tchang, CEO van Usono, voegt toe: “Als deze test positief uitpakt dan opent dit een veelheid aan onderzoeksmogelijkheden op klinisch gebied.”
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Philips (foto)
Bron: Usono
Rijdend mini-kantoor met organische vormen
Wie het kantoor op wielen van de Amerikaanse ontwerpers Justin Rice en Kagan Taylor ziet, zal al snel herinneringen hebben aan de organische en antroposofische architectuur die een tijd populair was. Met de geometrische hoeken en vormen lijkt het mini-kantoortje -ook wel Vuurtoren genaamd- aan de buitenkant vrij klein. Wie binnenstapt zal merken dat schijn bedriegt: het royale interieur biedt voldoende ruimte om comfortabel te kunnen werken.
Het kantoortje is opgebouwd uit geïsoleerd plaatmateriaal en gerecyclede balken. Zowel voor de constructie als voor de inrichting en het meubilair is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van lichtgewicht en hergebruikt materiaal. De prefab panelen waaruit het kantoor is opgebouwd, kunnen eenvoudig worden vervoerd en zorgen voor een minimale belasting van het milieu. Bovendien kan het kantoor door het geringe gewicht gemakkelijk worden verplaatst. Het kantoortje staat daartoe op een stevig onderstel waarmee de ‘kantoorbol’ van locatie naar locatie kan worden verreden. Door de uitvoering op wielen, blijft de vloer bovendien altijd los van de grond en is deze ook tijdens nattere periode goed droog.
Opvallend is de unieke deur die geen een rechte hoek heeft en het dakraam dat geïnspireerd lijkt te zijn door de jachtbouw. Hiermee wordt een maximale natuurlijk lichtopbrengst gegarandeerd. Het interieur kenmerkt zich door een fraaie wand- en vloerafwerking in hout, ingebouwd meubilair, vier computerwerkplekken en een grote hoeveelheid opbergruimte.
De grote ramen en de dakkapel van de Vuurtoren zorgen voor optimaal profijt van het natuurlijke licht. De dakkapel kan worden geopend om het kantoor te ventileren. De huidige uitvoering van het mini-kantoor is aangesloten op het elektriciteitsnet, maar een uitvoering met zonnepanelen is eenvoudig mogelijk. Het mini-kantoor kan in één dag op locatie worden opgebouwd en er wordt momenteel al gewerkt aan een versie met twee aparte kamers.