maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nieuwe modulaire en elektrische aangedreven concept car kan autonoom rijden

Mercedes-Benz Vans presenteert een autonoom en elektrisch aangedreven voertuig dat modulair is opgebouwd. Het voertuig kan worden voorzien van verschillende uitwisselbare carrosserieën, waarmee het voertuig geschikt kan worden gemaakt voor het vervoer van mensen of juist goederen. Het gaat om een concept, dat Vision URBANETIC wordt genoemd.

Vision URBANETIC is bedoeld als een vloot autonome voertuigen die volledig autonoom mensen of goederen kunnen vervoeren. Deze vloot wordt aangestuurd met behulp van een intelligente en zelflerende IT-infrastructuur, die in real-time allerlei analyses uitvoert. Zo brengt de infrastructuur de vraag naar en het aanbod aan vervoersmiddelen in stedelijke gebieden in kaart, zodat het aanbod van Vision URBANETIC voertuigen hierop kan worden aangepast. 

‘People mover’ of vrachtauto

Afhankelijk van vraag en aanbod worden de Vision URBANETIC voertuigen geconfigureerd als ‘people mover’ of vrachtauto. De Vision URBANETIC is ongeacht zijn configuratie in totaal 5,14 meter lang. De voertuigen zijn volledig autonoom en rijden zelfstandig naar de locatie waar zij nodig zijn. Indien de voertuigen zijn voorzien van de passagiersmodule biedt het voertuig ruimte aan maximaal twaalf passagiers; de module bevat acht zit- en vier staanplaatsen. De passagiersmodule is onder andere voorzien van een 360 graden display die aan het plafond is bevestigd en informatie geeft over de route.

Daarnaast is een vrachtmodule beschikbaar. Deze module is 3,70 meter lang en biedt ruimte aan tien EPAL-pallets. De laadvloer is variabel en kan worden gesplitst in twee niveau’s. Het is ook mogelijk het voertuig te voorzien van een volledig geautomatiseerd vrachtsysteem, waarmee pakketen volledig autonoom kunnen worden afgeleverd zonder dat een mens het voertuig hoeft in of uit te laden. Naast de passagiers- en vrachtmodule zijn er overigens ook andere carrosserieën beschikbaar, gericht op diverse toepassingen en sectoren.

24/7 inzetbaar

De voertuigen zijn gericht op zakelijk gebruik. Doordat de voertuigen volledig autonoom rijden zijn de bedrijfskosten volgens Mercedes-Benz relatief laag, al is niet duidelijk wat deze kosten precies bedragen. Daarnaast kunnen bedrijven de voertuigen 24 uur per dag en 365 dagen per jaar gebruiken, waarbij het gebruik alleen hoeft worden onderbroken voor onderhoud en het opladen van de batterijen. 

Vision URBANETIC biedt hiermee een oplossing voor meerdere uitdagingen. Zo kan Vision URBANETIC lokaal openbaar vervoer weer winstgevend maken, iets wat momenteel door de kosten van een chauffeur in veel gevallen niet het geval is. Daarnaast ziet Mercedes-Benz in het concept een oplossing voor het tekort aan chauffeurs wereldwijd. Zo waarschuwde VERN-voorzitter Klaas de Waardt in augustus in het AD nog voor het groeiende tekort aan vrachtwagenchauffeurs.

Stille werking

Ook de elektrische aandrijflijn maakt de Vision URBANETIC interessant voor bedrijven. Het voertuig is hierdoor bijvoorbeeld geschikt voor steden en gebieden waar milieueisen van toepassing zijn. Ook is de elektromotor nagenoeg geruisloos, waardoor ook ’s avonds of ’s nachts goederen kunnen worden afgeleverd zonder overlast te veroorzaken voor omwonenden. 

Opvallend aan het conceptvoertuig is ook het grote scherm dat aan de voorzijde op de wagen is gemonteerd. Dit scherm geeft voetgangers signalen om hen te laten weten dat zij door het voertuig zijn opgemerkt. Daarnaast zijn aan de zijkant honderden kleine lichtunits aanwezig, die worden ingezet om een soort schaduw te creëren van mensen die zich in de directe nabijheid van het voertuig bevinden. Ook deze weergave is bedoeld om omstanders te laten weten dat het voertuig hen heeft gezien. 

Dit systeem heeft wat weg van het Safe and Secure Lighting systeem van Mitsubishi Electric. Dit systeem projecteert signalen op de weg en op ingebouwde schermen om weggebruikers en voetgangers voor de bewegingen die een voertuig of diens passagiers gaan maken. Ook Ford heeft een dergelijk systeem getest, waarbij met een lichtbalk de intenties van het voertuig worden gecommuniceerd. https://www.maakindustrie.nl/nieuws/lichtsignalen-maken-intenties-van-au…

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Mercedes-Benz (foto)

Lexus presenteert als eerste digitale buitenspiegels

Audi was ermee bezig en ook andere automerken hadden er al woorden over laten vallen, maar uiteindelijk is Lexus de eerste die digitale buitenspiegels presenteert. De camera's zullen op de nieuwe Lexus ES komen, die later dit jaar uitkomt.

Autokenners hebben de Lexus ES nooit bestempeld als de meest technisch hoogstaande auto, maar de zevende generatie kan daar weleens verandering in brengen. De Japanse autofabrikant gaat dit keer een stap verder met de introductie van optionele ‘Digital Side-View Monitors’. 

Het bedrijf stelt dat het met de digitale spiegels een wereldprimeur heeft en technisch gezien klopt dat. De E-tron van Audi krijgt ze weliswaar ook en bij de Volkswagen XL1 zou ook sprake zijn van digitale zijspiegels. Maar Lexus is wel de eerste die de digitale buitenspiegels in productie neemt. Audi heeft zijn spiegels echter al wel getest in een prototype. 

Het systeem bevat een paar kleine camera’s die zijn gemonteerd op horizontale staanders waar normaal gesproken de spiegels zitten. Hun zicht wordt getoond op twee 5-inch schermpjes in de auto, vlakbij de basis van de voorruit. Lexus zegt dat de behuizing van de camera speciaal ontworpen is om de ophoping van regen en sneeuw te verminderen die het zicht zouden kunnen verminderen. De camera’s passen zich ook automatisch aan aan hun focusveld zodra een richtingaanwijzig wordt geactiveerd of de transmissie in z’n achteruit wordt gezet.

Heilige graal

Voor veel autoingenieurs zijn zijspiegels met een camera al jaren een soort heilige graal. Ze zien er niet alleen minder log uit, maar zijn ook kleiner dan normale spiegelbehuizingen. Daardoor hebben ze een betere aerodynamica hebben en kan de windgevoeligheid van het voertuig verminderen. Op autoshows zijn al verschillende “conceptcars” getoond die de technologie (deels) hadden gebruikt, maar door te hoge kosten en juridische problemen in verschillende landen, is de commerciële lancering ervan niet eerder van de grond gekomen. 

Lexus lijkt dus de eerste autofabrikant te zijn die kan zeggen dat het wel gelukt is om te gaan produceren. De nieuwe ES, voorzien van de spiegels, zal vanaf eind oktober in de verkoop gaan. 

Voorlopig zullen de digitale spiegels alleen nog in Japan beschikbaar zijn, omdat daar al goedkeuring is gegeven voor de techniek. In andere landen kan dat nog even duren. Andere automerken hebben tot nu toe de grootste moeite om in de Verenigde Staten toestemming te krijgen voor het vervangen van traditionele glazen zijspiegels voor camera-gebaseerde alternatieven.

 

Bron: Lexus/CNET.

Oceaanwaardig jacht op zonnepanelen

Hij is snel, stil en voorzien van 300 vierkante meter aan zonnepanelen: het 24 meter lange jacht SolarImpact. Dit conceptjacht, dat recent in Cannes werd gepresenteerd, is voor zover bekend het eerste oceaanwaardige jacht dat vaart op zonnepanelen. Een 800 kWh-accu staat garant voor 10 uur vaartijd – dat wordt nog langer als het zonnetje lekker schijnt. En met 24 meter is het net geen superjacht. Dat betekent dat een vaste bemanning niet nodig is; iets wat in veel landen voor jachten die net iets langer zijn, wel geldt.

Het enorme arsenaal aan zonnepanelen bedekt nagenoeg alle omhoog gerichte delen. De panelen produceren max. 320 kWh per dag wanneer  er veel zon is. In principe kan met die energiebron worden volstaan, zolang de omstandigheden goed zijn en de passagiers de tijd hebben.

De SolarImpact heeft een aluminium romp en een totaalgewicht van zo’n 70 ton. Het elektrisch vermogen ligt op 1.000 kW (1.341 pk) en de maximumsnelheid ligt maar liefst op 22 knopen. Als voor alle systemen alleen maar zonne-energie wordt gebruikt, dan kan je in principe oneindig lang doorvaren. De snelheid moet daar dan wel wat op worden aangepast: 5 knopen. Met die vaarsnelheid zou je in circa 6 maanden de aardbol om kunnen varen. Wil je sneller, dan gaat de batterij onherroepelijk sneller leeg. Even ter vergelijking: een gewoon jacht van vergelijkbare afmeting verbruikt circa 100 liter brandstof per uur bij een snelheid van 10 knopen.

Uiteraard zullen er ook dagen zijn dat de zon niet schijnt. Voor die momenten beschikt de SolarImpact over een stel 87 pk-dieselmotoren als backupvoorziening. De aandrijving is zodanig geautomatiseerd dat het jacht door één persoon kan worden gemanouvreerd. Het roer ziet er daarom misschien wel wat eenvoudig uit voor een jacht van deze omvang.

Opmerkelijk aan de SolarImpact is verder de toegepaste stabiliseringstechnologie. Twee torpedovormige drijfrompen onder het wateroppervlak zorgen ervoor dat de zijwaartse rolbeweging drastisch wordt verminderd. Dat maakt het reizen ook bij stevige golfbewegingen behoorlijk comfortabel. Het interieur is helemaal zoals je bij zo’n jacht verwacht: chique, stijlvol en luxe met ruime accomodaties voor 10 gasten en een bemanning.

Het conceptjacht is tijdens het jachtfestival in Cannes gepresenteerd. Een korte impressie vind je hieronder.

Volkswagen zet Metal Jet 3D-printtechnologie in om auto-onderdelen te printen

Volkswagen gaat een nieuw 3D-printproces van HP genaamd Metal Jet inzetten en helpen verder te ontwikkelen. Dit proces maakt een productiesnelheid mogelijk die tot 50 keer hoger is dan met bestaande 3D-printtechnieken voor metaal. Naar verwachting zijn de eerste Metal Jet 3D-printers voor industrieel gebruik vanaf 2020 leverbaar.

“Automotive productie staat voor grote uitdagingen: onze klanten verwachten steeds meer personaliseringsmogelijkheden. De complexiteit neemt tegelijkertijd toe door het aantal nieuwe modellen. Dit is dan ook de reden dat wij state-of-the-art technologieën inzetten om een soepele en snelle productie zeker te stellen. 3D-printen in het specifiek speelt een belangrijke rol in het produceren van individuele onderdelen”, aldus Dr. Martin Goede, hoofd Technologische Planning en Ontwikkeling bij Volkswagen. 

Binder jetting

Metal Jet is een printproces ontwikkeld door printerfabrikant HP in samenwerking met GKN Powder Metallurgy, een bedrijf dat ruwe materialen voor 3D-printers ontwikkeld. Het gaat om een binder jetting technologie, een vorm van 3D-printen waarbij een grondstof in poedervorm met behulp van een bindmiddel aan elkaar wordt gehecht om laag voor laag een object te creëren. Met behulp van Metal Jet is het mogelijk objecten van maximaal 430 bij 320 bij 200 mm te printen met een resolutie van 1200 bij 1200 voxels. Na het printen moet het object overigens nog wel worden gesinterd.

Bestaande printtechnologieën zijn alleen geschikt voor de productie van individuele onderdelen of prototypes, meldt Volkswagen. De Metal Jet technologie maakt het mogelijk een groot aantal onderdelen te 3D-printen zonder hiervoor speciale hulpmiddelen te hoeven ontwerpen en produceren. Dit maakt het printen van onderdelen niet alleen goedkoper, maar maakt het ook mogelijk meer onderdelen te printen. Daarnaast maakt Metal Jet volgens Volkswagen 3D-printen voor het eerst geschikt voor de productie van grote hoeveelheden onderdelen in een korte tijd. HP stelt dat Metal Jet een tot 50 keer hogere productiviteit oplevert dan bestaande 3D-printprocessen. 

‘Belangrijke stap in de toekomst’

“Het nieuwe Metal Jet platform is een belangrijke stap in de toekomst is voor ons als autofabrikant, maar ook voor de volledige industrie. We kijken ernaar uit te helpen deze ontwikkeling vorm te geven en verdere toekomstige toegevoegde waarde te creëren voor onze klanten”, zegt Dr. Goede.

Door Metal Jet in te zetten wil Volkswagen onderdelen onder andere flexibeler kunnen printen, wat het makkelijker maakt producten te personaliseren. De autofabrikant gaat HP en GKN helpen het printproces door te ontwikkelen, waarbij de focus in eerste instantie ligt op het printen van objecten in kleine series. Op termijn moet de technologie ook geschikt zijn om onderdelen op maat te printen, zoals gepersonaliseerde belettering, op maat gemaakte versnellingspoken of sleutels met gepersonaliseerde tekst. 

Vanaf 2020 beschikbaar

Printers die gebruik maken van het Metal Jet proces zijn vooralsnog niet verkrijgbaar. HP verwacht de eerste Metal Jet printers vanaf de tweede helft van 2020 te kunnen leveren aan de eerste klanten, waarna de printers in 2021 algemeen beschikbaar zullen worden. Daarnaast kunnen bedrijven via de printservice 3D Metals op termijn onderdelen met behulp van het Metal Jet proces laten printen door partners van HP: GKN Powder Metallurgy en Parmatech.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: HP
Bron: Volkswagen (foto)

Duitse cruisebouwer biedt baangarantie tot 2030

Er is bij scheepsbouwer de Meyer Werft Gruppe Duitsland zoveel vraag naar nieuwe cruiseschepen dat het bedrijf maar liefst 250 technici zoekt. Dat is op zich niks vreemds in de maakindustrie, iedereen zoekt arbeidskrachten. Wat wellicht wel bijzonder is, is dat Iedereen die bij Meyer Werft Gruppe aan het werk gaat, tot 2030 garantie op een baan krijgt.

Het Dagblad van het Noorden meldt dat extra vakmensen nodig zijn om aan de opdrachten te kunnen voldoen. Tot 2023 moeten er op de werven in Papenburg en Rocstock 22 cruiseschepen gebouwd worden. Ook in het Finse Turku is gegarandeerd werk tot 2024. 

MIljardenomzet

In Papenburg zullen de komende jaren dertien cruiseschepen worden gebouwd en in Turku zijn dat er negen. Het levert de scheepsbouwer ongeveer een omzet op van tussen de 15 en 20 miljard euro. Bij de Meyer Werft en een aantal zusterbedrijven zijn ze vooral op zoek naar ICT-ers, maar ook lassers, scheepsbouwers en engineers zijn welkom. “De werf is momenteel bezig met de implementatie van een nieuw IT-landschap. Dit gaat bijvoorbeeld om de lancering van SAP bij verschillende locaties van het bedrijf”, zegt Meyer woordvoerder Günther Kolbe tegen het Dagblad van het Noorden.  Op dit moment worden al 230 jongeren opgeleid voor een baan op de werf, maar dat is lang niet genoeg om alle orders te verwerken.

Hoewel de werven tot 2023 en 2024 werk hebben is de baangarantie nog langer: tot 2030. ,”Dat kunnen we doen omdat de cruisebranche booming is. We hebben daarom goede hoop en verwachting dat we de komende jaren meer orders krijgen. Daar komt nog bij dat de andere grote Europese werven in Italië en Frankrijk ook al veel werk hebben de komende jaren. De rederijen blijven schepen bestellen dus ze weten dat ze vanaf 2023 weer in Papenburg terecht kunnen.”

3900 mensen in dienst 

Bij de Meyer Werft staan nu al ruim 3900 mensen op de loonlijst. Daar zullen er nog een aantal bijkomen, want de werf wil het werken met uitzendkrachten gaan afbouwen. Nu nog zijn er enkele duizenden uitzendkrachten op de werf actief. Ondanks het vooruitzicht van een jarenlange baangarantie, stelt Kolbe in het DVHN dat het toch moeilijk zal zijn om de mensen te vinden.  Want, het gaat na jarenlange tegenwind weer goed met de Noord-Duitse scheepswerven. Opvallend noemt Kolbe het dat relatief weinig Nederlanders solliciteren naar een baan bij de scheepsbouwer, al kan hij niet echt zeggen wat daar de reden van is. Halverwege deze maand komt er weer een cruiseschip naar de Eemshaven. Het gaat om de AIDAnova, het eerste volledig op LNG aangedreven cruiseschip.

Meyer Werft bouwt naast cruiseschepen ook onder andere veerboten, containerschepen en onderzoekschepen. 

 

Bron: Dagblad van het Noorden

Volkswagen voert gesprekken over industriebrede standaard voor autonome voertuigen

Volkswagen Group wil samen met andere autofabrikanten een standaard voor zelfrijdende technologie creëren. Deze standaard moet autofabrikanten betere juridische bescherming geven tegen rechtszaken die voortkomen uit ongelukken waarbij autonome voertuigen betrokken zijn.

Dit meldt een manager van Volkswagen aan Automotive News. De manager wil anoniem blijven, aangezien de plannen nog niet openbaar zijn gemaakt. Ook zijn de plannen nog niet definitief. “Indien je betrokken bent bij een ongeluk, heb je in de rechtszaal een betere kans als je kunt aantonen dat jouw auto voldoet aan de laatste technische standaarden”, aldus de anonieme manager. 

Dodelijke ongeluk in Arizona

Zorgen over schadeclaims en rechtszaken die voortkomen uit ongelukken met autonome voertuigen zijn actueel na een dodelijk ongeluk in maart, waarbij een autonome Volvo XC90 van Uber in het Amerikaanse Tempe, Arizona een voetganger aanreed. Het voertuig heeft deze voetganger niet opgemerkt en heeft niet geremd, oordeelde de U.S. National Transportation Safety Board later. 

De Volvo XC90 is standaard voorzien van technologie bedoeld om obstakels te detecteren ongelukken te voorkomen. Deze technologie wordt geleverd door Aptive. Dit bedrijf meldt dat deze technologie was uitgeschakeld op de XC90 die betrokken was bij het ongeluk. Uber zou de technologie bewust hebben uitgezet om zijn eigen technologie te kunnen testen.  

Vijftien partijen betrokken

Door een industriebrede standaard te creëren voor autonome voertuigen wil Volkswagen zorgen dat autofabrikanten sterker staan in de rechtszaal. De anonieme manager van Volkswagen wil geen namen noemen van autofabrikanten of andere bedrijven die bij de gesprekken betrokken zijn. Het zou gaan om ruim vijftien verschillende partijen, waaronder automakers. 

Volkswagen hoopt met deze partijen een alliantie te vormen, vergelijkbaar met de Here alliantie van Duitse autofabrikanten gericht op hoge resolutie digitale kaarten of het Ionity consortium voor snellaadstations voor elektrische voertuigen. De anonieme manager van Volkswagen stelt echter dat een zelfrijdende voertuigen een heel ander niveau van complexiteit met zich meebrengen. 

Open source technologie

Verschillende partijen zouden Volkswagen al hebben benaderd met commerciële technologie. Volkswagen zou het gebruik van commerciële technologie echter niet acceptabel vinden en open source technologie willen inzetten die zonder beperkingen kan worden gebruikt door alle deelnemers. Dit is volgens de manager noodzakelijk om zeker te stellen dat testen voor autonome voertuigen met elkaar vergeleken kunnen worden, zodat gevalideerde data van de ene partij ook van toepassing is op andere betrokken partijen. 

BMW heeft al laten weten interesse te hebben in het vormen van allianties om de ontwikkelingskosten van autonome voertuigen te delen. Klaus Froehlich, bestuurslid en hoofd R&D bij BMW, meldt aan Reuters dat autofabrikanten en grote toeleveranciers uit de automotive industrie in toenemende mate gesprekken voeren over het creëren van één standaard voor systemen in zelfrijdende auto’s. “Iedereen heeft interesse of zou interesse moeten hebben (red: in standaard voor autonome voertuigen)”, zei Froehlich tijdens een recent evenement waarop BMW de futuristische elektrische en autonome crossover iNEXT presenteerde. 

Grondstoffen voor accu’s veilig stellen

Froehlich meldt ook dat BMW ernaar streeft deals te sluiten om grondstoffen voor accu’s voor zelfrijdende auto’s veilig te stellen. Door deals te sluiten met mijnbouwbedrijven wil BMW zorgen dat toeleveranciers tegen lage prijzen toegang krijgen tot deze grondstoffen. Accu’s worden gezien als één van de grootste kostenposten in elektrische voertuigen. Door de productiekosten van accu’s te verlagen kunnen autofabrikanten dan ook de kostprijs van elektrische voertuigen verlagen en zo hun concurrentiepositie versterken. 

BMW zou al één deal hebben gesloten, terwijl naar verwachting op termijn meer overeenkomsten worden gesloten. De belangrijkste uitdaging bij het sluiten van deze deals is volgens Froehlich het vinden van mijnbouwbedrijven die werknemers niet uitbuiten en geen kinderen tewerkstellen. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Automotive News
Bron: Reuters
Bron: Bloomberg 
Bron foto: Pixabay / dgozgozz

Nieuwe vliegende robot imiteert insectenvlucht

Onderzoekers van het Micro Air Vehicle Laboratory (MAVLab) van de TU Delft hebben een vliegende robot ontwikkeld die is geïnspireerd op insecten. De robot werd voor het eerst gepresenteerd in Science (14 september 2018). In samenwerking met Wageningen University & Research is een reeks experimenten met deze autonome en zeer wendbare gevleugelde robot uitgevoerd. Daardoor begrijpen we nu beter hoe fruitvliegjes hun razendsnelle ontsnappingsmanoeuvres uitvoeren. De ontwikkeling van deze robot maakt nieuwe onderzoeken naar de vliegbewegingen van insecten mogelijk. Daarnaast zijn er, door de exceptionele vliegeigenschappen van de robot, allerlei nieuwe toepassingen voor drones denkbaar.

Dieren die kunnen vliegen, doen dit door hun vleugels snel op en neer te bewegen. Kleine soorten, zoals insecten, kunnen daardoor dicht bij een bloem zweven maar er ook meteen vandoor gaan bij gevaar. Biologen zijn altijd al gefascineerd geweest door vliegende dieren. 

Ze bestuderen niet alleen de complexe vleugelbewegingen en aerodynamica, maar ook hun zintuigen en bewegingsapparaat tijdens behendige manoeuvres. Vliegende dieren vormen sinds kort ook een bron van inspiratie voor onderzoekers die zich bezighouden met de ontwikkeling van lichtgewicht drones die wendbaar, zuinig en steeds kleiner zijn.

Extreem wendbare vliegende robot

Onderzoekers van het Micro Air Vehicle Laboratory (MAVLab) van de TU Delft hebben een nieuwe robot ontwikkeld die is geïnspireerd op insecten. Zijn prestaties zijn haast onnavolgbaar en toch is hij vrij eenvoudig te maken. De vleugels van de robot gaan 17 keer per seconde op en neer. Hiermee genereren ze de nodige lift waardoor hij in de lucht kan blijven. Met kleine aanpassingen van de vleugelbewegingen kan de robot worden bestuurd. Het besturingsmechanisme van de robot is net als bij fruitvliegjes zeer effectief. Hij kan daardoor niet alleen zweven en alle richtingen uit vliegen, maar hij is ook nog eens uiterst wendbaar.

“Onze robot heeft een topsnelheid van 25 km/u en kan scherpe manoeuvres uitvoeren, zoals flips van 360 graden, als in een looping of een rolvlucht”, aldus Matěj Karásek, de eerste auteur van het onderzoek en hoofdontwerper van de robot. “Daarnaast is hij, met een spanwijdte van 33 cm en een gewicht van 29 gram, uiterst efficiënt, waardoor hij 5 minuten kan zweven of meer dan een kilometer kan vliegen op een volledig opgeladen batterij.”

Ontsnappingsmanoeuvres van fruitvliegjes

De robot is niet alleen een autonome microdrone, maar hij is door zijn vluchteigenschappen en programmeerbaarheid ook zeer geschikt om onderzoek mee uit te voeren naar de insectenvlucht. De TU Delft werkt daarom samen met de universiteit van Wageningen. “Toen ik hem voor het eerst zag vliegen, vond ik al dat het vluchtpatroon leek op dat van insecten. Ik dacht meteen: we kunnen deze robot gebruiken om onderzoek te doen naar de dynamica van de insectenvlucht”, aldus dr. Florian Muijres van de leerstoelgroep Experimentele Zoölogie van Wageningen University & Research. Vanwege zijn eerdere onderzoek naar fruitvliegjes besloot het team om de robot zodanig te programmeren dat het vluchtpatroon lijkt op dat van deze insecten tijdens ontsnappingsmanoeuvres, zoals wanneer je probeert ze dood te meppen.

De manoeuvres die door de robot werden uitgevoerd, lijken op die van fruitvliegjes. De robot kon zelfs laten zien hoe fruitvliegjes keren en draaien, zodat ze de grootste kans op ontsnapping hebben. “In tegenstelling tot normale experimenten met dieren, hadden wij nu de volledige controle over wat er in het ‘brein van het proefdier’ gebeurde. Zo konden wij een nieuw passief aerodynamisch mechanisme identificeren en beschrijven. Dit mechanisme helpt de vliegjes, maar mogelijk ook andere vliegende dieren, om de controle te bewaren tijdens het maken van haarscherpe bochten”, aldus Karásek.

Klik op onderstaande foto om een video van de robot te zien:

Mogelijke toekomstige toepassingen

Het MAVLab werkt binnen het DelFly-project al meer dan tien jaar aan de ontwikkeling van vliegende robots die op insecten zijn geïnspireerd. Dr. Guido de Croon, wetenschappelijk leider van het MAVLab, zegt hierover: “Er zijn vele toepassingsgebieden te bedenken voor drones die op insecten zijn geïnspireerd. Ze zijn licht, veilig en een stuk efficiënter dan traditionele drones, met name voor drones met dit soort kleine afmetingen. Tot nu toe hebben deze vliegende robots hun potentieel nog niet volledig benut, omdat ze of niet wendbaar genoeg waren – zoals onze DelFly II – of te moeilijk om te bouwen.” De robot in dit onderzoek, de DelFly Nimble, borduurt voort op bestaande productiemethoden, is samengesteld uit standaardonderdelen en heeft een lange vliegduur, waardoor hij interessant is voor praktische toepassingen.

De DelFly Nimble wordt verder ontwikkeld binnen het TTW-project “To be as nimble as a bee”, een samenwerkingsverband tussen de TU Delft en de universiteit van Wageningen, en gefinancierd door NWO.

 

Bron: TU Delft. 
Foto’s: MAVLab TU Delft.

Nieuw systeem laat robot knuffelbeer bij zijn oor oppakken

Een nieuw systeem stelt robots in staat objecten veel beter te begrijpen, waardoor zij objecten nauwkeuriger kunnen manipuleren. Zo kunnen robots met het systeem een object bij een specifiek deel oppakken, zoals een knuffelbeer bij zijn oor of een schoen aan de lip.

Al langer werken onderzoekers aan software die robots in staat stelt onbekende objecten succesvol op te pakken. Zo ontwikkelde het MIT in samenwerking met de Princeton University eerder een systeem dat uit een bak vol met willekeurige objecten een specifiek object kan oppakken, zonder dit object eerder gezien te hebben. De robot analyseert vervolgens dit object, vergelijkt het object met objecten die het eerder heeft gezien en bepaalt op basis hiervan in welke bak het object neergelegd dient te worden. 

Dense Object Nets

Het nieuwe systeem Dense Object Nets (DON) van MIT’s Computer Science and Artificial Intelligence Laboratory (CSAIL) gaat echter een stuk verder. Dit systeem stelt robots in staat veel specifiekere opdrachten uit te voeren. Denk hierbij aan ’til de rode knuffelbeer op aan zijn linkerarm’ of ’til de speelgoedauto op aan het rode deel’.

“Veel manipulatiemethodes zijn niet in staat specifieke delen van een object te identificeren in de vele verschillende oriëntaties die een object kan hebben”, zegt afstudeerstudent Lucas Manuelli van CSAIL. Manuelli heeft samen met hoogleraar Russ Tedrake en afstudeerstudent Pete Florence een paper geschreven over DON. “Bestaande algoritmes zouden bijvoorbeeld niet in staat zijn een kop bij zijn oor op te pakken, zeker als deze kop verschillende oriëntaties kan hebben zoals staand of op zijn zijkant.”

Visuele kaart

Dit is mogelijk doordat DON een object omzet in een collectie van punten, die functioneren als een visuele kaart. Aan de hand van deze punten kan het systeem een 3D-model van het object maken. Indien een persoon vervolgens een bepaald deel van het object specificeert, kan de robot aan de hand van dit model dit deel identificeren en het object hier oppakken. 

De onderzoekers hebben verschillende experimenten uitgevoerd met een KUKA robotarm voorzien van DON waarin deze robot verschillende opdrachten moest uitvoeren. Zo wist de robotsarm tijdens één van de experimenten een speelgoedrups met succes bij zijn oor op te pakken. Tijdens een ander experiment slaagde de robot erin een specifieke pet uit een bak vol petten te pakken, zonder deze pet ooit gezien te hebben – ook niet in trainingsdata. 

Toepassingen

De onderzoekers zien in verschillende omgevingen mogelijke toepassingen voor DON, onder andere in de industrie. “In fabrieken hebben robots vaak complexe ‘part feeders’ nodig om betrouwbaar te werken”, legt Florence uit. “Een systeem als deze dat de oriëntatie van objecten begrijpt kan simpelweg een foto nemen en vervolgens in staat zijn een object op te pakken en te manipuleren.” 

Het onderzoeksteam wijst op de nieuwswebsite van MIT daarnaast ook op commerciële robots voor thuisgebruik. Zo zouden gebruikers een robot met behulp van DON hun huis kunnen laten schoonmaken door simpelweg een foto van hun woning in opgeruimde staat te tonen. 

De paper van Manuelli en Florence getiteld ‘Dense Object Nets: Learning Dense Visual Object Descriptors By and For Robotic Manipulation’ is hier te vinden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: MIT
Bron foto: Pixabay / jarmoluk

Robot winnen met wedstrijd van Epson

Industry 4.0 is werkelijkheid en Epson, de wereldwijde marktleider op het gebied van SCARA-robots en leverancier van automatiseringsoplossingen sinds 1980, is als koploper klaar om deze verandering te leiden. Automatisering reikt steeds verder en er worden veel nieuwe, innovatieve applicaties ontwikkeld voor robots. Deze vormen een revolutie in de productie- en andere sectoren en kunnen mogelijk de kwaliteit van ons werkende leven sterk verbeteren.

 

De wedstrijd

Epson legt onze nieuwste technologie in handen van de toekomst: universiteiten, colleges en onderzoeksinstellingen in de hele EMEAR-regio. Waarom onderwijs- en onderzoeksinstellingen? Om de groei, ontwikkeling en concurrentiepositie van industrie en automatisering te stimuleren. “Vaardigheden en creativiteit vormen de kern van innovatie. Epson weet hoe hard het nodig is om de ontwikkeling van talent en vaardigheden te ondersteunen. Bijna 50% van de wereldbevolking bestaat nu uit millennials en zij krijgen te maken met een wereld die radicaal anders werkt dan nu. We weten dat jongeren het potentieel hebben. Onze wedstrijd is er daarom op gericht om de technologie van de toekomst in hun handen te leggen,” zegt Volker Spanier, hoofd robotica-oplossingen bij Epson Europe.

 

 

Het aantal industriële robots dat wereldwijd wordt geïmplementeerd, neemt naar verwachting toe tot 2,6 miljoen apparaten in 2019. Voornamelijk in Midden- en Oost-Europa wordt verwacht dat het gebruik van robots de komende twee jaar per jaar toeneemt met 20%. Na China is dit het hoogste groeipercentage wereldwijd.

Met deze groei staat robotica centraal in de toekomst van productie, de gezondheidszorg en een groot aantal andere sectoren. Robots kunnen ook helpen bij opleidingen, het verminderen van afval en het terugdringen van het energieverbruik. Epson biedt jongeren in EMEAR de mogelijkheid om een betere wereld te creëren met robots.

Aanmelden voor de wedstrijd kan via deze link. 

 

Bron: Epson

Philips neemt fabrikant van pulsoximeter voor de neusvleugel over

Philips neemt Xhale Assurance over. Dit Amerikaanse bedrijf heeft een pulsoximeter ontwikkeld die op de neusvleugel wordt geplaatst. Dit maakt het mogelijk betrouwbare metingen te maken onder omstandigheden waarin de vingertoppen geen bruikbaar signaal opleveren.

Traditionele oximeters worden op de vingertoppen van een patiënt aangebracht. Xhale Assurance stelt echter dat deze locatie niet optimaal is om het zuurstofgehalte van het bloed te meten; “Door de afstand tot het hart kunnen vinger-gebaseerde oximeters resulteren in een langzamere detectie van veranderingen in het zuurstofgehalte, wat kritieke besluitvorming kan vertragen”, meldt het bedrijf. 

Meten op de neusvleugel

Het bedrijf heeft daarom de Assurance Nasal Alar SpO2 Sensor ontwikkeld. Deze oximeter wordt op de neusvleugel van een patiënt aangebracht. De neusvleugel  bevat zowel externe als interne halsslagaderen, waarvan de laatste de hersenen van bloed voorzien. Dit maakt de neusvleugels volgens de fabrikant een ideale locatie vormen om de hartslag en het zuurstofgehalte van het bloed te monitoren. De oximeter is bedoeld voor eenmalig gebruik

Doordat de neusvleugel een sterker signaal oplevert kan de Assurance Nasal Alar SpO2 Sensor ook bij een verminderde bloedcirculatie het zuurstofgehalte in het bloed nauwkeurig meten. De wegwerpsensor levert hierdoor bruikbare metingen op onder omstandigheden waarin traditionele oximeters voor de vingertoppen geen bruikbare metingen meer opleveren. 

Beter bereikbaar 

Daarnaast wijst de fabrikant erop dat de handen van een patiënt tijdens operaties vaak bedekt zijn, wat de toegang tot de oximeter voor anesthesisten bemoeilijkt. Door zijn plaatsing op de neusvleugel is de Assurance Nasal Alar SpO2 Sensor eenvoudiger te bereiken, wat het werk van de anesthesist vereenvoudigd. Ook is de kans dat de sensors door bijvoorbeeld bewegingen van de patiënt verschuiven of loskomen kleiner, meldt het bedrijf. 

Met de overname van Xhale Assurance wil Philips zijn portfolio met oplossingen voor het monitoren van de zuurstofsaturatie uitbreiden. “De neusvleugelsensor van Xhale Assurance biedt uitzonderlijke klinische mogelijkheden en versterkt ons aanbod op het gebied van patiëntmonitoring met een vernieuwende pulse-oxymetertechnologie”, aldus Felix Baader, hoofd Monitoring & Analytics bij Philips. “De sensortechnologie biedt tevens mogelijkheden om metingen van andere fysiologische parameters te ontwikkelen. Ik ben er erg blij mee dit ons meer mogelijkheden geeft om de veiligheid van patiënten te vergroten, de klinische workflow te ondersteunen, de efficiëntie van zorgverleners te verbeteren en onze klanten te helpen op waarde gebaseerde zorg te implementeren.”

Financiële details over de overname zijn niet bekend gemaakt.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Philips (foto)
Bron: Xhale Assurance

Deze robot maakt plukken van paprika's stukken makkelijker

Iets meer dan 20 seconden doet 'ie erover om een verse paprika van de plant te plukken: de Sweeper-robot. Deze robot, ontwikkeld door een consortium van verschillende experts, zou een goede oplossing kunnen zijn voor paprika-kwekers die kampen met een tekort aan personeel.

Het is een veelgehoord probleem onder kwekers: een tekort aan personeel. Er zijn in de eerste plaats steeds minder mensen te vinden die het repeterende werk willen doen, en als ze er zijn, zijn ze relatief duur. Oogstrobots bieden een goed alternatief en worden inmiddels mondjesmaat gemaakt, zoals de aspergerobot van het Nederlandse bedrijf Cerescon. Nu is er door een Nederlands consortium, waar onder andere de Wageningen Universiteit bij betrokken was, een paprika-oogstrobot ontwikkeld, de Sweeper genaamd. Deze werd een paar maanden geleden live gedemonstreerd en is inmiddels volop in ontwikkeling.

90 seconden

In het kader van het Crops-project bouwden ontwikkelaars een paar jaar geleden al een plukrobot voor paprika’s. Het werd een systeem dat de paprika’s kon detecteren, 3D-beelden maakte, hun kleur en vorm beoordeelde en de rijpe paprika’s plukte. De robot plukte ongeveer een derde van alle rijpe paprika’s en deed daar gemiddeld negentig seconden over. Vrij snel, maar in de ogen van veel telers niet snel genoeg, aangezien mensen een paprika in ongeveer zes seconden plukken. 

Onderzoekers en ontwikkelaars uit België, Israël, Nederland en Zweden startten begin 2015 een vervolgproject op, onder leiding van Wageningen University & Research. Dit Sweeper-consortium krijgt financiële ondersteuning van het Horizon 2020-programma en de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.

Demonstratie

Het was de eerste robot voor het oogsten van paprika’s die in de wereld wordt gedemonstreerd in een commerciële kas. De robot is ontworpen om te werken in een teeltsysteem met enkele plantstengels op een rij, een gewas zonder clusters en met weinig bladbedekking voor de vruchten. De proeven werden uitgevoerd in een commerciële kas met een V-type, dubbelrij teeltsysteem. Voorlopige resultaten van testen met een commercieel beschikbaar en aan de vereiste omstandigheden aangepast gewas, laten zien dat de robot 62% van alle rijpe vruchten oogst in 24 seconden. Op basis van deze resultaten verwacht het Sweeper-consortium dat een commerciële paprika-oogstrobot binnen 4-5 jaar beschikbaar zal zijn.

Verder onderzoek is nodig om de robot nog sneller te laten werken en een hoger slagingspercentage te behalen. De robot heeft nu nog vaak te veel ‘denktijd’ nodig omdat bepaalde aspecten nog niet parallel lopen. Vervolgens moet een commerciële levensvatbaar enkel-stengelrij teeltsysteem worden ontwikkeld en moeten de veredelingsbedrijven cultivars ontwikkelen die meer geschikt zijn voor gerobotiseerde oogst. 

Op Mechatronica Machinebouw, dat een interview deed met projectcoördinator Jos Balendonck van de WUR, wordt meer verteld over de technische aspecten van de robot. Zo heeft de Sweeper kleurenbeelden en een dieptekaart om de paprika’s te detecteren. Het consortium vond hiervoor een camerasysteem in Zweden. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van kort flitsende ledlampen. Dit is om ervoor te zorgen dat het zonlicht de beeldkwaliteit niet verstoort. De camera, die de paprika’s een beetje van onderen bekijkt, behaalt volgens Balendocnk een detectiescore van 89 procent.

Vervolgens benadert de Sweeper de paprika en snijdt hij hem los. Hiervoor werd in de loop der jaren een grijperconcept ontwikkeld met een klein trillend mes dat de steeltjes van bovenaf doorsnijdt.

Komkommers

De Sweeper is nu geschikt voor gele paprika’s. Doordat de detective op basis van kleur gaat, zou hij in theorie ook oranje en rode paprika’s moeten onderscheiden. Groen is dan weer ingewikkelder, denkt Balendonck. Tegen Mechatronica Machinebouw zegt hij: ‘We hebben in het verleden een komkommerplukmachine gebouwd. Omdat komkommers voor 99 procent uit water bestaan, keken we met spectrale banden naar het gewas en konden we zakken water registreren. Dat zal voor paprika’s minder goed werken, dus we moeten daar vertrouwen op machine learning. We hebben het nog niet geprobeerd, maar ik verwacht dat het wel zal lukken.’

De technologie uit de Sweeper-robot is in elk geval herbruikbaar voor oogstsystemen van andere groentes en fruit. Hij bestaat uit allerlei modules, zoals de deep learning-algoritmes, het snijgereedschap en de Ros-software voor de aansturing van de robotarm die ook voor andere gewassen te gebruiken zijn. 

Het Sweeper-project eindigt officieel op 1 november. Daarvoor wordt de robot nog eenmaal live gedemonstreerd op 12 september. 

Bron: Sweeper/Mechatronica Machinebouw

Circulair bedrijf Black Bear ontvangt investering van 11 miljoen euro

Elk jaar bereiken 1,5 miljard banden het einde van hun leven. De overgrote meerderheid wordt gedumpt of verbrand, waardoor enorme hoeveelheden CO2 vrijkomen en zeer waardevolle bronnen worden vernietigd. Om dit probleem met de afvalband op te lossen, heeft Black Bear een uniek carbonisatieproces ontwikkeld om gebruikte banden om te zetten in teruggewonnen Carbon Black (rCB). Het bedrijf heeft nu met succes een groeifinancieringsronde van 11 miljoen euro afgesloten.

Met de riante investering wil het bedrijf het milieuvriendelijke proces verfijnen en de technologie wereldwijd gaan introduceren. Dit brengt het Nederlandse cleantechbedrijf uit Nederweert een cruciale stap dichterbij het brengen van de circulaire economie naar banden.
Vier nieuwe partners zijn stakeholders geworden: de grootste Nederlandse bankmaatschappij ING Groep, twee in Nederland gevestigde investeringsbedrijven 5square en Social Impact Ventures, evenals het conglomeraat SCG uit Thailand (Azië). “Dit nieuwe consortium betekent veel meer dan alleen nieuw kapitaal”, zegt CEO Martijn Lopes Cardozo in persbericht. “Het zijn strategische partners, die een sleutelrol zullen spelen in de ontwikkeling van onze technologie en die onze internationale roll-out zullen versnellen.” Bestaande investeerders waaronder de oorspronkelijke financiers Chemelot Ventures en DOEN Participaties (Ventures) hebben ook bijgedragen aan de ronde.

Black Bear’s prototype-installatie op industriële schaal is gevestigd in Nederweert, Nederland. Het is in staat om jaarlijks meer dan 1 miljoen afvalbanden te verwerken, met een productie van 5000 ton Carbon Black, 5000 ton biobrandstof, 3000 ton staal en een megawattuur groene stroom. De fabriek wordt in samenwerking met Kargro, een van Europa’s meest vooraanstaande bandenrecycleraars, geëxploiteerd.

Carbon Black is essentieel voor de productie van banden, technische rubberen producten, inkten en coatings. Het wordt gevonden in de inkt van pennen, smartphone-covers of in iets dat zwart geverfd is, maar helaas wordt Carbon Black traditioneel geproduceerd door olie te verbranden. Banden bevatten echter ongeveer 30 procent Carbon Black – en daarmee een kans om meer mee te doen. Black Bear biedt nu de eerste Cradle-to-Cradle CertifiedTM herstelde Carbon Black aan klanten over de hele wereld. Een van de meer dan 30 klanten is AkzoNobel: het coatingsbedrijf is een van de vroegste klanten van de fabriek en gebruikt de grondstof om poedercoatings te maken. Een aantal van de investeerders zegt het volgende:

Mark Weustink, ING Sustainable Investments bij ING Groep:

“Het is opmerkelijk dat Black Bear in staat is om van oude banden een zeer waardevol product te maken dat een vervuilende grondstof kan vervangen. Tijdens het proces genereren ze ook energie, wat betekent dat het productieproces zeer energiezuinig is “, zegt Mark Weustink van ING Sustainable Investments. “Met zijn baanbrekende circulaire model zorgt Black Bear voor duurzame verandering en heeft het al enkele grote klanten zoals AkzoNobel gewonnen.”

Cholanat Yanaranop, President van Chemicals Business, SCG:

“We zijn zeer toegewijd aan de circulaire economie en Black Bear is een wereldwijd probleem aan het aanpakken, vooral door de koolstofvoetafdruk van de productie van Carbon Black aanzienlijk te verbeteren”, zegt SCG-voorzitter Cholanat Yanaranop. “Als een geïntegreerd petrochemisch bedrijf dat zich richt op het creëren van duurzaamheid en innovaties, zijn we zeer geïnteresseerd in het succes van de Black Bear-oplossing.”

Helmer Schukken, Social Impact Ventures:

“We geloven in de enorme positieve impact van de technologie op het milieu, vooral omdat het Black Bear-product kan concurreren met Virgin Carbon Black in termen van kostprijs en kwaliteit,” zegt Helmer Schukken van Social Impact Ventures. “Een andere reden voor onze investering is het geweldige managementteam, dat niet alleen bestaat uit getalenteerde ingenieurs, maar ook doorgewinterde professionals op het gebied van verkoop, financiën en andere functies die nodig zijn voor wereldwijde uitrol.”

Mark Gitsels, 5square:

“Als je er echt over nadenkt, is het ongelofelijk dat slechts 10 procent van onze bronnen momenteel deel uitmaken van circulaire economieën,” zegt Mark Gitsels van 5square. “Daarom steunen we het uitstekende managementteam van Black Bear ten volle: hun disruptieve technologie biedt ons de mogelijkheid om de wereld een beetje beter te maken en tegelijkertijd een aantrekkelijk rendement op te leveren.”

 

Bron: Black Bear.

Nieuwe modulaire en elektrische aangedreven concept car kan autonoom rijden Lexus presenteert als eerste digitale buitenspiegels Oceaanwaardig jacht op zonnepanelen Volkswagen zet Metal Jet 3D-printtechnologie in om auto-onderdelen te printen Duitse cruisebouwer biedt baangarantie tot 2030 Volkswagen voert gesprekken over industriebrede standaard voor autonome voertuigen Nieuwe vliegende robot imiteert insectenvlucht Nieuw systeem laat robot knuffelbeer bij zijn oor oppakken Robot winnen met wedstrijd van Epson Philips neemt fabrikant van pulsoximeter voor de neusvleugel over Deze robot maakt plukken van paprika's stukken makkelijker Circulair bedrijf Black Bear ontvangt investering van 11 miljoen euro

Meer van Wouter Hoeffnagel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven