maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Carlsberg onthult 'allereerste' papieren bierfles

Carlsberg heeft vorige week een papieren bierfles onthuld. De Deense bierbrouwer is daarmee naar eigen zeggen de eerste in de wereld.

De papieren fles is gemaakt van duurzame en recyclebare houtvezels en maakt onderdeel uit van Carlsberg’s Together Towards Zero initiatief. Het doel daarvan is om de CO2-uitstoot in 2030 terug te brengen tot nul en de totale ‘CO2-footprint’ 30 procent te verminderen. De Deense Carlsberg Group wordt gesteund door andere grote internationale bedrijven in het initiatief om meer duurzame verpakkingen te creëren door middel van verbetering van de technologie die voor de papieren fles is gebruikt. 

Twee nieuwe prototypes 

Carslberg heeft twee nieuwe onderzoeksprototypes van de ‘Green Fibre Bottle’ onthuld. Beiden zijn gemaakt van duurzaam geproduceerde houtsnippers, volledig recyclebaar. Aan de binnenkant van de fles zit een beschermingslaag waardoor er bier in kan worden bewaard. Voor één van de prototypes is een dunne gerecycelde PET-polymeer gebruikt en voor de ander een 100 procent bio-based PEF-polymeer. De prototypes zullen gebruikt worden om de beschermlaagtechnologie te testen en zo de ambitie van Carlsberg dichterbij te brengen: Het gebruikt van 100 procent bio-based flessen zónder polymeren. 

“We blijven innoveren in al onze verpakkingsvormen wen we zijn blij met de vooruitgang die we tot dusver hebben geboekt met de Green Fibre Bottle”, zegt Myriam Shingleton, Vice President Group Development van Carlsberg Group in een persbericht. “Hoewel we nog niet zijn waar we willen, zijn de twee prototypes een belangrijke step in onze ultieme ambitie om deze doorbraak op de markt te brengen. Innovaties kosten tijd en we zullen blijven samenwerken met belangrijke expert om de laatste technische uitdagingen aan te kunnen pakken, net zoals we hebben gedaan met onze Snap Pack, ter vervanging van de plastic omhulsels van onze multipacks.’

Nieuwe partners

Carlsberg trapte het papieren bierflesproject af in 2015, waarbij het werd ondersteund door onder andere EcoXpac, verpakkingsbedrijf BillerudKorsnäs en wetenschappers van de Technical Universiteit van Denmark. De gebundelde krachten resulteerde in de totstandkoming van Paboco®, een papieren flessenbedrijf en samenwerking tussen BillerudKorsnäs en flessenproducent ALPLA. Carlsberg wordt  door Coca Cola, The Absolut Company en L’Oréal vergezeld in een speciale ‘papierenflessengemeenschap’. Deze community verenigt toonaangevende internationale bedrijven en experts met de visie om duurzame verpakkingen te ontwikkelen en producten van hoge kwaliteit te bieden met minder impact op het milieu.

“Het werk dat we met onze partners sinds 2015 hebben verricht laat zien dat zulke innovaties kunnen lukken als we samenwerken”, aldus Shingleton. “We zijn heel blij dat gelijkgestemde partijen zich bij onze community hebben gevoegd. Op die manier kunnen we echt verandering brengen. We worden gedreven door ons voortdurende streven naar verbetering om duurzamere verpakkingsoplossingen te creëren die mensen helpen een duurzamer leven te leiden. Soms betekent dat volledig heroverwegen hoe dingen worden gedaan – de grenzen van bestaande technologieën verleggen en technische uitdagingen overwinnen terwijl ze zich voordoen.”

Reacties

Overigens zijn de meningen over de “innovatie” verdeeld. In reacties op LinkedIn bijvoorbeeld wordt openlijk getwijfeld of het maken van papieren flessen wel milieuvriendelijker is dan het recyclen van glas. Ook vinden sommigen dat de fles er niet aantrekkelijk uitziet. Anderen juichen het juist toe dat Carlsberg probeert om haar impact op de wereld te verkleinen. 

Bron: Carlsberg/The Drink Business.

Provincie Drenthe investeert in slimme maakbedrijven

De provincie Drenthe investeert 1 miljoen euro in de maakindustrie van de toekomst. Sinds 1 oktober hebben maakbedrijven in Drenthe de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen voor het demonstreren van slimme en schone technologieën in een fabriek in Drenthe. Ze kunnen zo nuttige kennis en ervaringen delen met andere mkb's en kennisinstellingen.

Voor maakbedrijven in het mkb is het een uitdaging om innovaties op te schalen en te demonstreren, omdat dit de nodige (financiële) risico’s met zich meebrengt. Om bedrijven hierbij te helpen, biedt de provincie Drenthe de ‘Subsidieregeling Slimme Demonstratiefabrieken provincie Drenthe’, zo meldt onder andere Agro & Chemie.

Drenthe is op zoek naar goede voorbeelden voor de fabriek van de toekomst. Die voorbeeldbedrijven moeten andere mkb’ers inspireren om hun bedrijf ook slimmer en schoner in te richten. Gedeputeerde Henk Brink: “Veel bedrijven weten dat ze in moeten spelen op nieuwe ontwikkelingen als digitalisering, robotisering en de energietransitie om de concurrentie het hoofd te blijven bieden. Maar waar moet je beginnen, welke investeringen kun je het beste doen en welke apparatuur is het meest geschikt? Dat zijn vragen waar ondernemers mee worstelen. En van wie kunnen ze dan beter adviezen krijgen dan van andere ondernemers? Met deze subsidieregeling hopen we de drempel te verlagen voor de bedrijven die hierin het voortouw willen nemen.”

Bewezen technologie

Er zijn wel een paar voorwaarden: om iets in de fabriek te mogen laten zien, moet er sprake zijn van een ‘bewezen technologie’ (TRL-6). De prestaties van het prototype hoeven nog niet geoptimaliseerd te zijn voor de operationele omgeving. De subsidieregeling is bedoeld voor maakbedrijven die investeren in het slimmer maken van hun productieprocessen en ook aandacht besteden aan duurzaamheid. Daarnaast moet het bedrijf ook laten zien welke activiteiten het onderneemt om kennis te delen met andere mkb’ers en eventueel ook met kennis- en onderwijsinstellingen. De demonstratiebedrijven kunnen 50% subsidie krijgen op investeringen tot een maximum van 200.000 euro per bedrijf.

Een deskundige adviescommissie toetst de ingediende aanvragen op aard en omvang van de demonstratieactiviteiten en op de ‘slimheid’ van de gedemonstreerde processen en technieken op drie criteria:

  • Hoe slim is de demonstratiefabriek? Denk aan: slim produceren; flexibel produceren; slimme producten; slimme diensten/nieuwe verdienmodellen; slimme interne organisatie; slimme keten en slim werken.
  • Hoe schoon is de demonstratiefabriek? Denk aan CO2-reductie, biobased economy en/of circulaire economie.
  • Hoe demonstratief is de fabriek? In hoeverre is er sprake van kennisdeling en interactie met onderwijs- en kennisinstellingen en het mkb?
     

De subsidieregeling gaat op 1 oktober 2019 van start en loopt tot en met 31 maart 2020 of tot het budget is uitgeput. Daarbij geldt: wie het eerst komt, het eerst maalt. 

 

Bron: Agro & Chemie/provincie Drenthe.

Dyson staakt ontwikkeling van elektrische auto

Het Britse technologiebedrijf Dyson trekt de stekker uit de ontwikkeling van een elektrische voertuig. Het voertuig is volgens Dyson niet commercieel haalbaar. Ook heeft het bedrijf geen koper weten te vinden voor technologie die het tot nu toe heeft ontwikkeld.

Dyson staat vooral bekend om de productie van high-tech stofzuigers. Het bedrijf maakte in september 2017 in een interne e-mail aan personeel bekend elektrische auto’s te gaan produceren. Door in te zetten op dergelijke voertuigen wil het bedrijf helpen vervuiling door auto’s tegen te gaan. James Dyson, CEO van Dyson, wees erop dat het bedrijf twintig jaar eerder al een filter heeft ontwikkeld voor dieselvoertuigen. Het bedrijf kondigde aan 2,85 miljard euro te investeren in de ontwikkeling.

Geen details bekend

Concrete details over het voertuig waar Dyson aan werkte zijn niet bekend gemaakt. Wel was duidelijk dat het bedrijf verschillende varianten van zijn elektrische voertuig wilde produceren, waarvan het eerste model in 2021 van de productielijn moest rollen. Dyson kondigde in oktober 2018 aan hiervoor een fabriek in Singapore te openen. 

Het Britse bedrijf kondigde aan te willen profiteren van ervaring die het heeft opgedaan bij de ontwikkeling van andere producten. Denk hierbij aan elektromotoren en energieopslagsystemen, maar ook aan ventilatoren, verwarmingsventilatoren, luchtzuiveringssystemen, draadloze haardrogers en stofzuigers.

‘Niet commercieel haalbaar’

Nu trekt Dyson dus de stekker uit haar plannen voor een elektrische auto. “Het Dyson Automotive team heeft een geweldige auto ontwikkeld; zij zijn ingenieus geweest in hun aanpak terwijl zij trouw zijn gebleven aan onze filosofieën. Ondanks dat we in het ontwikkelingsproces hierop vol hebben ingezet, lukt het simpelweg niet dit commercieel haalbaar te maken. We hebben een serieus proces doorlopen om een koper voor het project te vinden, wat tot nu toe helaas niet is gelukt. Ik wil dat jullie daarom van mij horen dat de bestuursraad van Dyson daarom het moeilijke besluit heeft genomen ons automotive project af te sluiten”, schrijft James Dyson in een verklaring op de bedrijfswebsite.

Het bedrijf benadrukt dat het besluit niet het gevolg is van een verkeerd product of een fout van het team. Dyson benadrukt dat zij goede resultaten hebben neergezet, zeker gezien de omvang en complexiteit van het project. Het bedrijf probeert voor het personeel van het Dyson Automotive team binnen de eigen organisatie een nieuwe uitdaging te vinden.

Solid-state accu’s

Dyson zet al langer in op de ontwikkeling van solid-state accu’s. Deze accu’s maken gebruik van elektrolyt in vaste vorm, in tegenstelling tot het vloeibare elektrolyt waar lithium-ion accu’s gebruik van maken. Solid-state accu’s zijn onder meer voor elektrische voertuigen interessant, aangezien zij een groter bereik kunnen bieden en sneller kunnen worden opgeladen. 

Dyson investeert al enkele jaren in de ontwikkeling van dergelijke technologie. Zo nam het bedrijf in 2015 Sakti3 over, een Amerikaans bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van solid-state accu’s. In 2016 kondigde James Dyson aan in een periode van vijf jaar een miljard dollar te willen investeringen in de ontwikkeling en productie van accu’s.

In zijn verklaring meldt Dyson te blijven inzetten om de productie van solid-state accu’s en andere fundamentele technologieën, waaronder sensoren, vision systemen, robotica, machine learning en kunstmatige intelligentie. De 2,85 miljard euro die het bedrijf in de ontwikkeling van een elektrisch voertuig wilde investeren, wordt alsnog in Dyson geïnvesteerd.

De verklaring van Dyson is hier te vinden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Vakbeurs Logistica biedt podium aan winnaars IFOY Award

Logistica en de titelhouders van de IFOY Award slaan de handen ineen. Jungheinrich, Still, UniCarriers en ProGlove tonen hun prijswinnende innovaties van 5 tot en met 7 november op de vakbeurs in Utrecht.

De prestigieuze International Forklift Truck of the Year (IFOY) Award wordt jaarlijks uitgereikt aan leveranciers die wereldwijd hoge ogen gooien met hun intralogistieke producten en oplossingen. Tijdens de laatste editie in Wenen gingen onder meer Jungheinrich, Still, UniCarriers en ProGlove er met de winst vandoor.

Van 5 tot en met 7 november tonen deze leveranciers hun award-winnende innovaties op het grootste logistieke podium van Nederland: Logistica. In hal 4, de hal voor Material Handling en Intern Transport, wordt een speciale IFOY-locatie ingericht waar bezoekers de toepassingen live kunnen ervaren.

Een overzicht van de aanwezige winnaars en hun oplossingen: 

De reachtruck van Jungheinrich
De ETV 216i reachtruck van Jungheinrich werd bekroond tot meest innovatieve product in de categorie Warehouse Truck. Dit is de eerste reachtruck met een volledig geïntegreerde lithium-ion batterij, wat een fundamentele verandering van de reachtruck betekent. Lithium-ion batterijen zijn namelijk lichter en kleiner dan loodzuuraccu’s, waardoor het apparaat opnieuw kan worden ontworpen.

De AGV van Still 
Still won van andere AGV’s en intralogistieke robots met de Liftrunner. Deze AGV trekker automatiseert niet alleen het transport van lasten, maar ook het laden en lossen op de overdrachtstations. Een combinatie die door de jury werd geprezen. Net als het feit dat deze kosteneffectieve oplossing eenvoudig schaalbaar is. 

De vorkheftruck van UniCarriers 
De prijs voor meest innovatieve vorkheftruck ging naar UniCarriers met de TX 3 3-wiel met een laadvermogen van 1,6 ton. De jury roemde de heftruck van UniCarriers om de combinatie van verbeterde ergonomie, goede zichtbaarheid, laag energieverbruik en een gebruiksvriendelijk elektrisch stuursysteem.

De slimme handschoen van ProGlove
Startup ProGlove viel in de prijzen met zijn gelijknamige oplossing. Deze slimme handschoen kan barcodes en 2D codes scannen. Technologisch gezien is het principe van de scanner met camera al langer bekend, maar de geminiaturiseerde versie in een robuuste behuizing werd door de jury als bijzonder knap beoordeeld. 

Logistica
Live ervaren waarom juist deze toepassingen door de 29(!)-koppige jury van IFOY als meest innovatief werden beoordeeld? Breng dan een bezoek aan Logistica, van 5 tot en met 7 november in de Jaarbeurs – Utrecht. Bezoek de website voor meer informatie over het programma of registreer hier direct

Bosch zorgt voor versnelling in elektromobiliteit met siliciumcarbide halfgeleiders

Als het aan Bosch ligt, wordt er binnenkort een flinke stap voorwaarts gezet in de wereld van elektromobiliteit. Het bedrijf heeft nieuwe microchips uit siliciumcarbide gemaakt die zorgen voor hogere schakelfrequenties en anderzijds dat aanzienlijk minder energie in de vorm van warmte verloren gaat.

Elke nieuwe auto die vandaag de dag van de band rolt, is voorzien van halfgeleiders, vaak meer dan vijftig microchips.  Nieuwe microchips uit siliciumcarbide (SiC) van Bosch zorgen nu voor een technologische sprong voorwaarts in elektromobiliteit. De chips uit dit wonderbaarlijk materiaal bepalen voortaan de koers van de vermogenselektronica – het controlecentrum van elektrische en hybride voertuigen. In vergelijking met de tot nu toe gebruikte siliciumchips hebben SiC-halfgeleiders een betere elektrische geleidbaarheid, zo lezen we in een persbericht. “Enerzijds maakt dit hogere schakelfrequenties mogelijk en anderzijds zorgt het ervoor dat aanzienlijk minder energie in de vorm van warmte verloren gaat. Siliciumcarbide halfgeleiders creëren meer vermogen in elektrische aandrijvingen. Voor automobilisten betekent dat zes procent meer actieradius”, aldus Bosch-directeur Harald Kröger. Bosch produceert de nieuwe generatie halfgeleiderchips in zijn fabriek in Reutlingen, 40 kilometer ten zuiden van Stuttgart. Daar produceert het bedrijf al tientallen jaren enkele miljoenen microchips per dag.

Halfgeleiders uit siliciumcarbide stellen nieuwe normen op het gebied van schakelsnelheid, warmteverlies en grootte. Het begint allemaal met extra koolstofatomen die in de kristalstructuur van het hoog zuiver silicium, dat anders gebruikt wordt voor de productie van halfgeleiders, worden ingebracht. De zo gevormde chemische verbinding verandert de halfgeleiderchips in echte krachtpatsers met tal van voordelen, vooral voor gebruik in elektrische en hybride voertuigen. In de vermogenselektronica zorgen ze ervoor dat 50 procent minder energie in de vorm van warmte verloren gaat. Hoe efficiënter de vermogenselektronica, hoe meer beschikbare energie voor de aandrijving en dus hoe groter de actieradius. Met één acculading kunnen bestuurders zes procent verder rijden. Hiermee tackelt Bosch een van de grootste obstakels voor het kopen van elektrische auto’s: bijna één op de twee consumenten (42 procent) koopt geen e-voertuig uit angst onderweg zonder stroom te vallen. In Duitsland geldt dit zelfs voor 69 procent van de consumenten (bron: Consors Finanz Autobarometer 2019). Als alternatief kunnen autofabrikanten bij een bepaalde actieradius de accu verkleinen. Zo kunnen de kosten van het duurste onderdeel van een elektrische auto worden verlaagd, waardoor de prijs van de voertuigen zelf ook daalt. “Halfgeleiders uit siliciumcarbide zullen de elektromobiliteit voorgoed veranderen”, aldus Kröger. Ze creëren immers nog extra besparingspotentieel voor de toekomst: de complexe koeling van de aandrijfcomponenten kan worden verminderd door de aanzienlijk lagere warmteverliezen van de chips en door het feit dat ze ook bij aanzienlijk hogere bedrijfstemperaturen werken. Dit heeft op zijn beurt een positief effect op het gewicht en de kosten van elektrische voertuigen.

Twee werelden

Bosch breidt zijn kennis van halfgeleiders consequent uit met siliciumcarbide-technologie. In de toekomst zal het bedrijf de SiC-halfgeleiders in zijn eigen vermogenselektronica gebruiken. Voor klanten brengt dit het beste van twee werelden samen: Bosch is immers de enige automobielleverancier die ook halfgeleiders produceert. “Dankzij onze diepgaande kennis van elektrische mobiliteitssystemen passen we de voordelen van siliciumcarbide-technologie rechtstreeks toe bij de ontwikkeling van componenten en systemen”, aldus Kröger. Bosch als een van de toonaangevende fabrikanten van halfgeleiders voor voertuigen maakt al bijna 50 jaar gebruik van dit wereldwijd unieke voordeel. Naast vermogenshalfgeleiders levert het bedrijf ook micro-elektromechanische systemen (MEMS) en applicatiespecifieke circuits (ASIC’s).

Er is nauwelijks een gebied in de moderne autotechnologie dat zonder microchips werkt, of het nu gaat om airbags, gordelspanners, cruisecontrol-systemen, regensensors of aandrijflijnen. In 2018 was elk voertuig uitgerust met chips ter waarde van 370 dollar (ongeveer 337 euro) (Bron: ZVEI). Terwijl dit bedrag jaarlijks met een tot twee procent toeneemt voor toepassingen zoals infotainment, netwerken, automatisering en elektrificatie is een elektrisch voertuig ook uitgerust met halfgeleiderchips ter waarde van gemiddeld 450 dollar (ongeveer 410 euro). Experts geloven dat dit bedrag door geautomatiseerd rijden nog eens met circa 1000 dollar (ongeveer 910 euro) zal toenemen. Daarmee is de automobielmarkt één van de belangrijkste groeifactoren van de halfgeleiderindustrie. Daarnaast zullen ook kerntoepassingen van het Internet of Things (IoT), zoals artificiële intelligentie, cyberbeveiliging, slimme steden, edge computing, slimme woningen en de geconnecteerde industrie de groei in de sector stimuleren. Bosch is hierop goed voorbereid met zijn halfgeleiderfabrieken in Reutlingen en Dresden: “Onze kennis van halfgeleiders helpt ons zowel nieuwe functies voor voertuigen en toepassingen van het IoT te ontwikkelen als om steeds betere chips te ontwikkelen”, aldus Kröger.

Concurrentievermogen

De ronde schijven uit silicium of siliciumcarbide – de wafers – ondergaan een uitgebreid, tot 14 weken durend productieproces voordat er sprake is van halfgeleiderchips. De wafers worden tijdens verschillende chemische en fysische processen bekleed met de fijnste structuren en groeien zo uit tot chips van slechts enkele millimeter dik. In juni 2018 legde Bosch de eerste steen van zijn ultramoderne halfgeleiderfabriek in Dresden. Daar worden wafers met een diameter van 300 millimeter geproduceerd. Zo kunnen aanzienlijk meer chips uit een wafer worden gewonnen en kunnen grotere schaaleffecten worden bereikt dan met halfgeleiders op basis van 150- en 200-millimeter-technologie. Bosch produceert dergelijke chips in Reutlingen, waar het bedrijf ook de nieuwe SiC-chips zal vervaardigen. De waferfabrieken in Reutlingen en Dresden vullen elkaar perfect aan. Hierdoor kan Bosch zijn concurrentiepositie verder versterken. “Halfgeleiders vormen een kerncomponent van alle elektrische systemen. Ze maken ook data tot een felbegeerde grondstof van de toekomst. We willen onze productie voortdurend uitbreiden aangezien deze chips steeds belangrijker worden in onze werkgebieden”, benadrukt Kröger. Bosch investeert ongeveer 1 miljard euro in zijn waferfabriek in Dresden – de grootste investering in de geschiedenis van het bedrijf. De installaties worden momenteel in de cleanroom-ruimte van de fabriek geïnstalleerd. De eerste medewerkers gaan in het voorjaar van 2020 aan de slag. Bosch zal de site CO2-neutraal exploiteren.

 

Bron: Bosch.

Stratasys maakt printen realistische modellen van menselijke anatomie mogelijk

3D-printspecialist Stratasys lanceert de J750 Digital Anatomy 3D Printer. Met behulp van deze 3D-printers kan onder meer het gevoel en de biomechanica van menselijke anatomie in kunstmatige modellen worden verwerkt. Dit helpt onder meer chirurgen te trainen en voor te bereiden op een operatie, en om nieuwe medische apparaten sneller op de markt te kunnen brengen.

Om te trainen en medische apparatuur te testen kan op dit moment gebruik worden gemaakt van onder meer kadavers, dieren of virtuele modellen. Deze opties kennen echter allen hun beperkingen. Zo benadert de anatomie van dieren die van de mens, maar is deze niet gelijk. Ook kunnen dierproeven ethische bezwaren oproepen. Ook het gebruik van kadavers heeft beperkingen; zo bevatten zij geen levens weefsel en kunnen zij alleen gebruikt worden in een gecontroleerd omgeving.

Met de Digital Anatomy 3D Printer wil Stratasys deze beperkingen te lijf gaan. De printer is in staat kunstmatige modellen te printen die de menselijke anatomie repliceren. De printer kan op iedere willekeurige locatie worden gebruikt, zonder dat hiervoor gespecialiseerde faciliteiten nodig zijn. 

Chirurgen trainen

Dit biedt allerlei mogelijkheden. Zo kunnen medische centra de 3D-printer inzetten om snel realistische medische modellen te creëren en artsen hiermee sneller en zonder risico’s te trainen. “Wij geloven in de potentie van 3D-printen om betere zorg te leveren. De Digital Anatomy 3D Printer is een grote stap voorwaarts”, zegt Eyal Miller, hoofd van de business unit Stratasys Healthcare. 

“We geven chirurgen een realistischere trainingsomgeving onder een risicoloze omstandigheden. We verwachten dat ook dat dit fabrikanten van medische apparaten helpt producten op de markt te brengen door voor ontwerpverificatie, validatie, haalbaarheidsonderzoeken en foutanalysis deze nieuwe modellen te kunnen gebruiken.”

Patiënt-specifieke anatomie recreëren

De 3D-printer is door verschillende partij getest. Zo heeft het Jacobs Instituut, een medisch centrum in New York gericht op vasculaire zorg, de printer ingezet om belangrijke vasculaire elementen van het menselijk lichaam te recreëren voor test- en trainingsdoeleinden. 

“3D-printen is geweldig voor het recreëren van patiënt-specifieke anatomie in vergelijking met kadavers of dierlijke modellen; de uiteindelijke frontier voor realistische orgaanmodellen is echter het gevoel van levend weefsel en biomechanisch realisme geweest”, legt Dr. Adnan Siddiqui, Chief Medical Officer bij Jacobs Institute, uit. “Dit is wat de Digital Anatomy 3D Printer ons geeft. Wij geloven dat deze modellen ons de beste kans geven om menselijke fysiologische omstandigheden te creëren om realistische klinische situaties na te bootsen en nieuwe apparaten te onderzoeken om hun effectiviteit vast te stellen voordat zij aan patiënten worden geïntroduceerd.”

Ontwikkeling van medische apparatuur versnellen

Tegelijkertijd voorziet Stratasys toepassingen bij fabrikanten van medische apparatuur. Zij kunnen de 3D-printer inzetten om nieuwe technologieën en medische procedures sneller te kunnen testen en introduceren. Academische medische centra kunnen de 3D-printer daarnaast gebruiken om artsen te trainen zonder dat dit risico’s oplevert voor patiënten. Zo kunnen artsen trainen op bijvoorbeeld 3D-geprinte modellen van organen. 

Naast de Digital Anatomy 3D Printer introduceert Stratasys ook een drietal nieuwe materialen voor het creëren van cardiologische, vasculaire en orthopedische toepassingen. Het gaat om:

  • TissueMatrix: een gel-achtig supportmateriaal dat eenvoudig uit 3D-geprinte bloedvaten kan worden verwijderd. Bloedvaten met een binnendiameter van minimaal 1mm en een wanddikte van minimaal 1mm kunnen worden geprint met dit materiaal. 
  • GelMatrix: een materiaal dat het mogelijk maakt het gevoel en uiterlijk van hartweefsel te creëren. Stratasys stelt dat dit het meest zachte doorzichtige materiaal is dat commercieel beschikbaar is. 
  • BoneMatrix: een sterk en flexibel materiaal met geheugen dat zijn vorm vasthoudt. 

De 3D-printer wordt geleverd met voorgeconfigureerde instellingen om met deze drie materialen overweg te kunnen. Daarnaast introduceert het bedrijf het Blood Vessel Cleaning Station, een oplossing die het TissueMatrix supportmateriaal verwijdert uit 3D-geprinte bloedvaten. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Stratasys

Hele wereld kijkt mee naar onderzoek kunstmatige baarmoeder

Er is een belangrijke vervolgstap gezet in de ontwikkeling van een kunstbaarmoeder. Het consortium onder leiding van Eindhovense onderzoekers dat aan deze baanbrekende innovatie werkt, heeft een Europese subsidie ontvangen van 2,9 miljoen euro. De kunstmatige baarmoeder kan ervoor zorgen dat veel te vroeg geboren baby's overleven.

Het idee van de kunstbaarmoeder werd vorig jaar gepresenteerd tijdens de Dutch Design Week en sindsdien kijkt zo goed als de hele medische wereld mee met het onderzoek. De totstandkoming van de innovatie is een stap dichterbij nu de onderzoekers een nieuwe subsidie van € 2,9 miljoen euro van EU-programma Horizon 2020 hebben gekregen.

Veel te vroeg geboren baby’s hebben een veel grotere kans op overleven dankzij een kunstbaamoeder. Daarin worden de omstandigheden van een echte baarmoeder nagebootst. Een jaar geleden was er enkel nog maar een ontwerp, dankzij de subsidie kan nu een werkend prototype worden gemaakt. De initiatiefnemers in het Europese consortium die de subsidie hebben ontvangen, zijn prof. Frans van de Vosse en Prof. Loe Feijs van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en Prof. Guid Oei van Máxima MC (MMC) en TU/e.

Een kunstbaarmoeder dient als vervanging van de couveuse en kunstmatige beademing. Dat is veel natuurlijker, omdat het de natuurlijke omstandigheden van een echte baarmoeder veel meer benadert. “Het doel is om met een kunstbaarmoeder extreem vroeg geboren kinderen door de kritische periode van 24 tot 28 weken te helpen”, vertelt Guid Oei, gynaecoloog werkzaam in MMC en deeltijdhoogleraar TU/e, in een persbericht. De overlevingskansen baby’s die zo vroeg geboren worden zijn klein; ongeveer de helft overlijdt bij 24 weken zwangerschap. De baby’s die overleven, hebben vaak hun leven lang problemen met chronische aandoeningen zoals hersenschade, verminderde longfunctie en/of netvliesproblemen met mogelijk blindheid tot gevolg. “Met elke dag dat de groei van een foetus van 24 weken in een kunstbaarmoeder wordt verlengd, stijgt de overlevingskans. Als we de foetale groei van deze kinderen in de kunstbaarmoeder kunnen verlengen tot 28 weken is het risico op voortijdig overlijden teruggebracht tot 15%”, zegt Oei.

Ondersteuning

“We zullen uitgaan van verschillende technologieën om de kunstbaarmoeder tot stand te brengen”, vertelt Frans van de Vosse, hoogleraar Cardiovasculaire Biomechanica binnen de faculteit Biomedische Technologie van de TU/e en coördinator van het project. “De omgeving waarin de te vroeg geboren baby’s wordt opgevangen is net als de natuurlijke baarmoeder op vloeistof gebaseerd. Hierin vindt dus geen beademing met zuurstof via de longen plaats. Zuurstof- en voedingsstoffenuitwisseling verloopt via de navelstreng met behulp van een kunstmatige placenta. Het systeem dat daarvoor zorgdraagt monitort continu de toestand van de baby. Denk hierbij aan hartslag en zuurstofvoorziening, maar ook hersen- en spieractiviteit. Geavanceerde computermodellen die de toestand van de baby simuleren worden gebruikt om zeer snel de arts te ondersteunen in besluitvorming omtrent de instellingen van de kunstbaarmoeder”.

Binnen het project is ook de groep Industrial Design of Embedded Systems onder leiding van Loe Feijs actief. Zij ontwikkelen een foetale oefenpop die nauwkeurig veel te vroeg geboren baby’s in een intensive care-instelling kan simuleren. Hiermee kan de kunstbaarmoeder in een realistische testomgeving worden geëvalueerd voordat het in de kliniek zal worden toegepast.

Verder onderzoek

“De komende vijf jaar gaan we deze technologieën in Europees wetenschappelijk verband verder onderzoeken, testen en uitwerken om tot een eerste prototype kunstbaarmoeder te komen. Dat is een geweldig mooie uitdaging”, aldus Oei. TU/e en MMC zijn initiatiefnemer van dit Europees consortium in samenwerking met LifeTec Group, Nemo Healthcare, Politecnico di Milano en Universitätsklinikum Aachen. De partners die in dit consortium samenwerken zijn experts op alle deelgebieden die nodig zijn om de kunstbaarmoeder te ontwikkelen. Door de ervaring te delen en de krachten te bundelen komt de realisatie van de kunstbaarmoeder snel dichtbij.

Horizon 2020

Horizon 2020 is het grootste EU-onderzoeks- en innovatieprogramma ooit met bijna € 80 miljard aan financiering beschikbaar gedurende 7 jaar (2014 tot 2020) – naast de particuliere investeringen die dit geld zal aantrekken. Het belooft meer doorbraken, ontdekkingen en wereldprimeurs door geweldige ideeën van het lab naar de markt te brengen.

Bron: TU/e/AD.nl

Duitse industrie vindt voor even stabiliteit terug

Daar waar de Duitse industrie een paar maanden geleden nog in een flinke recessie leek te komen, is de wind even gaan liggen. In augustus steeg de Duitse industrie met 0,3%.

De verwachting was dat de Duitse industrie wederom een daling (van ongeveer -0,1%) zou laten zien, maar dat bleek niet het geval. Het ‘goede’ resultaat zorgt ervoor dat de angst voor een nieuwe economische crisis enigszins geluwd is. De productie-output steeg met 0,7%, ter compensatie van de daling van 0,6% in juli, terwijl de productie-output met 1,5% kromp. Op jaarbasis daalde de industriële productie met 4%, ongewijzigd ten opzichte van juli.

Toch is er volgens ING geen reden om overenthousiast te worden. “De productie in de industrie is in de zomermaanden altijd vluchtig, dus september wordt een belangrijkere indicatie om in te schatten of er echt sprake is van een trendbreuk en een verbetering in de industrie. Dat ook de industriële orders in augustus zijn vertraagd, geeft eveneens weinig hoop op een ommekeer. Bovendien laat de inkopersindex van september zien dat nieuwe bestellingen het meest gezakt zijn sinds april 2009, wat heeft geleid tot een verdere achterstand in werk. “We hebben het dus op z’n best over een dieptepunt in de industriële productie, maar een echt herstel lijkt nog ver weg.

Zorgen

Met name de daling van de exportorders, een van de belangrijkste boosdoeners van de zwakke productie, duidt erop dat de Duitse industrie uiterst gevoelig blijft voor verdere ontwikkelingen in de handelsoorlog. Recente gebeurtenissen voorspellen niet veel goeds, zoals de toestemming van de WTO aan de VS om € 7,5 miljard aan tarieven op te leggen voor Europese goederen om de illegale subsidies van Airbus te compenseren. “Deze tarieven treden in vanaf 18 oktober. Tegelijkertijd zouden de VS in november nog steeds kunnen besluiten om tarieven op te leggen voor Europese auto’s, wat vooral schadelijk zou zijn voor de Duitse industrie. En natuurlijk is er nog steeds het risico op een wanordelijke Brexit, die nog niet van tafel is.”

Fiscale stimulans

Zolang de wereldhandel stagneert, zal de Duitse industrie en vervolgens de hele Duitse economie vrijwel zeker wegkwijnen’, zo schrijft ING. “Nu het monetaire beleid zijn limieten heeft bereikt, zou economische steun voorrang moeten krijgen op fiscaal beleid. Eén voordeel is volgens ING dat dit niet langer een taboe is in Duitsland. “De bedrijfslobby van Duitsland, de BDI, heeft de regering opgeroepen om haar evenwichtige begrotingsregel op te geven, een aanbeveling dat nog eens extra wordt onderstreepd door de vijf toonaangevende onderzoeksinstituten. Wij verwachten dat begin volgend jaar een extra budgettaire stimulans kan worden gegeven, waarmee de weg wordt vrijgemaakt voor een economisch herstel in de loop van 2020.”

 

Bron: think.ing.com

Heupairbag slaat automatisch alarm na een val

De nieuwe heupairbag van Wolk slaat automatisch alarm indien een oudere valt. De eerste contactpersoon die gekoppeld is aan de Wolk-app ontvangt in dit geval automatisch een alarm, waarbij zowel tijdstip als locatie van de val worden gemeld.

Jaarlijks breken in Nederland ruim 24.000 senioren hun heup. Zij zijn niet altijd in staat snel hulp in te schakelen; door hun heupbreuk kunnen zijn soms niet alarm slaan. Daarnaast kan de helft van de senioren die hun heup breekt niet meer terug naar huis. 

Langer veilig zelfstandig thuis

De heupairbag van het bedrijf Wolk is bedoeld om ouderen in staat te stellen langer veilig zelfstandig thuis te laten wonen. De airbag heet Wolk+ en is ontwikkeld in samenwerking met de afdeling Robotica van de TU Delft. 

Mendes Hogestyn, medeoprichter Wolk: “We zijn in gesprek gegaan met ouderen en hun dierbaren om hun zorgen echt goed te begrijpen. Hieruit kwam naar voren dat, naast de angst voor een heupfractuur, de zorg ‘wat als mijn moeder valt, niet meer in staat is om op te staan en geen alarm kan slaan?’ erg groot is. Met dit inzicht zijn we aan de slag gegaan met een heupairbag met een automatische alarmeringsfunctie.”

Met de nieuwe functie van de Wolk+ wil het bedrijf de omgeving van de senioren gemoedsrust en vertrouwen geven. Zij hebben dankzij de airbag de zekerheid dat zij bij een val direct gealarmeerd worden. Dragers kunnen via de app ook handmatig alarm slaan.

Meer zekerheid

Naast behoefte aan een alarmeringsfunctie is echter ook bewegingsvrijheid een belangrijk aandachtspunt, blijkt uit de inventarisatie van Wolk. Zo is de helft van alle zelfstandig wonende ouderen wel eens onzeker ter been. Niet alleen beperkt deze onzekerheid hen in hun dagelijks activiteiten, ook draagt dit bij aan een groter valrisico. Met de heupairbag wil Wolk ouderen het vertrouwen geven ‘zelfstandiger en vrijer te leven’.

De heupairbag is voorzien van een valdetectiesysteem ontwikkeld door ingenieur van de TU Delft. Dit systeem maakt gebruik van sensoren en meet per seconde 500 keer de bewegingen van de gebruiker. Deze metingen worden geanalyseerd met behulp van een algoritme, dat in staat is een val te onderscheiden van andere bewegingen. Indien een val wordt gedetecteerd, wordt automatisch een airbag opgeblazen rond de heup om de val te verzachten. De Wolk+ en het ingebouwde valdetectiesysteem zijn ook geschikt voor gebruik op de fiets en e-bike. 

Herbruikbaar

De Wolk is herbruikbaar. De airbag is voorzien van een patroon dat de airbag opblaast. Na een val moet dit patroon worden vervangen. Zodra de airbag is voorzien van een nieuw patroon biedt deze weer volledige bescherming.

tanteLouise maakt sinds april 2018 gebruik van de Wolk heupairbags. Een vijftigtal exemplaren worden ingezet om de meest kwetsbare cliënten van de ouderenzorgorganisatie te beschermen. Geen van de cliënten die de heupairbag droeg heeft een fractuur opgelopen. “Wij zijn heel blij met het resultaat. Het aantal heup-, bekken-, en beenfracturen is in een jaar tijd met 46% afgenomen ten opzichte van het jaar voordat Wolk werd ingezet. Dat is echt een opvallend verschil”, licht Jan-Kees van Wijnen, directeur Zorg bij stichting tanteLouise, toe. 

‘Veelbelovend’

Prof. dr. Gerard Jan Blauw,hoogleraar interne (ouderen)geneeskunde aan de Universiteit Leiden, noemt de resultaten veelbelovend. “Van de eerste 100 ouderen die op hun heup zijn gevallen met deze airbag heeft niemand een heup gebroken. Bovendien dragen de gebruikers de Wolk trouw, wat een enorme verbetering is ten opzichte van traditionele heupbescherming.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Boessenkool haalt grootste opdracht in bestaan binnen

Machinefabrikant Boessenkool heeft een bijzonder grote opdracht binnengehaald. Het Almelose bedrijf gaat vacuümbuizen leveren aan het Zwitserse onderzoeksinstituut CERN.

In een persbericht vertelt moederbedrijf van Boessenkool, de Osse Groep, trots dat CERN in Genève – wereldwijd bekend van de LHC, de krachtigste deeltjesversneller ter wereld – zijn grootste opdracht ooit voor de Nederlandse industrie uitbesteed aan machinefabriek Boessenkool in Almelo. Voor Boessenkool betekent deze prestigieuze order met ruim 2 miljoen euro de grootste opdracht uit haar 117-jarige bestaan. Het betreft de levering van bijna 335 meter ‘vacuum vessels’, ofwel vacuümbuizen, voor de LHC.

De opdracht wordt nog preciezer omschreven in het bericht: “het gaat om de productie van 38 vacuum vessels van 5 tot 12 meter lengte per stuk, die geschikt zijn voor UHV, Ultra Hoog Vacuüm. De vlakken en aansluitingen van deze vacuüm vessels moeten zeer nauwkeurig bewerkt worden om te bereiken dat de elektronen in een uiterst nauwkeurige rechte baan versneld worden en dat vacuümdichtheid wordt gegarandeerd. Deze opdracht voor CERN heeft een totale doorlooptijd van 2,5 jaar.”

Mijlpaal

Voor directeur-eigenaar Eelco Osse, entrepreneur en innovator pur sang en onder meer winnaar van de Prins Friso Ingenieurs publieksprijs 2019, betekent deze opdracht veel: “CERN is al jaren klant van ons en blijkbaar tot hun tevredenheid. Voor ons betekent deze nieuwe, grote opdracht een mijlpaal waar we ontzettend trots op zijn. Want het is nogal wat om een belangrijk aandeel te leveren aan het onderzoek naar de kleinste deeltjes op aarde voor dit toonaangevende wetenschappelijke instituut. Het toont weer aan dat wij tot veel in staat zijn en dat heeft natuurlijk te maken met de hoge mate van vakmanschap van de medewerkers bij Boessenkool. Hun kennis, ervaring en zeker ook lef zijn onontbeerlijk om opdrachten als deze binnen te halen en uit te voeren.”

Een van die medewerkers van de Almelose machinefabriek is Projectleider Ing. Jasper Brugman, die eveneens heel blij is met deze opdracht. Vanaf het moment dat de aanvraag bekend werd, in november 2016, hebben Brugman, die de leiding over dit project heeft, en zijn collega’s maanden lang gewerkt aan de voorbereidingen van deze complexe aanbesteding. “En dan is het natuurlijk een feest als je de opdracht ook daadwerkelijk gegund krijg”, zegt hij. “Het is een ware uitdaging, waarin alle disciplines van Boessenkool worden aangesproken en tot hun recht komen; van gecertificeerd laswerk, extreem precies groot verspanen tot machinebouw en uiteindelijk Ultra Hoog Vacuüm lektesten.” 

Over CERN

CERN, gelegen in Genève, is een onderzoeksinstituut waar baanbrekend wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de kleinste deeltjes op aarde. Hiervoor is de zogenaamde LHC, de Large Hydron Collider, gebouwd. Deze deeltjesversneller bevindt zich 100 meter onder de grond en meet 27 kilometer in omtrek. In deze collider worden deeltjes, bijvoorbeeld elektronen, door supergeleiding en nabij het absolute nulpunt (1,6 Kelvin) met zeer hoge snelheid tot botsing gebracht. Hierdoor ontstaan er in de botsing nog kleinere deeltjes door splijting, waarbij tevens heel veel energie vrij komt. Door onderzoek op de effecten van een dergelijke botsing wordt zeer specialistische nieuwe kennis opgedaan en worden baanbrekende nieuwe technologieën ontdekt en ontwikkeld.

Bron: Osse Groep

Real-time ondersteuning voor technici in het veld met Moverio Assist

Epson lanceert de Moverio Assist. Deze nieuwe oplossing is bedoeld voor gebruik in combinatie met de Moverio slimme brillen van het bedrijf. Met behulp de oplossing kunnen technici in het veld via augmented reality in real-time ondersteuning en instructies ontvangen.

Met de Moverio slimme brillen wil Epson bedrijven helpen reparatiewerkzaamheden te versnellen, het aantal menselijke fouten terug te dringen, de productiviteit te verhogen, klanttevredenheid te verbeteren en reiskosten terug te dringen. De brillen zijn onder meer voorzien van een camera en kunnen op de glazen informatie en beelden weergeven.

Real-time communicatie

Moverio Assist is een oplossing die de mogelijkheden van de Moverio brillen uitbreidt. De oplossing geeft technici de mogelijkheid tijdens hun werk instructies, foto’s, PDF-bestanden of video’s te bekijken. Ook kunnen zij met behulp van de bril in real-time communiceren met experts op bijvoorbeeld kantoor, die via de bril live kunnen meekijken. 

Epson zet Moverio Assist op de markt als een ‘betaalbare, hand-free oplossing voor ondersteuning en inspectie op afstand voor kleine, middelgrote en grote bedrijven’. Het bedrijf wijst erop dat gebruikers dankzij de slimme bril hun handen volledig vrij hebben, zodat zij met beide handen werkzaamheden kunnen uitvoeren. 

BT-300 en BT-350

Moverio Assist is geschikt voor de Moverio BT-300 en BT-350 brillen. “De BT-300 en BT-350 zijn geoptimaliseerd voor verschillende toepassingen. De BT-350 is ideaal voor persoonlijk gebrui. De BT-350 is bedoeld voor commerciële toepassingen waar het gebruikt kan worden als communicatietool of om services, informatie of entertainment te leveren aan gasten op locatie. De hardware- en softwarefeatures zijn daarom afgestemd op de verschillende toepassingen”, schrijft Epson op zijn website. 

Dit betekent in de praktijk onder meer dat de BT-300 toegang heeft tot de Moverio Apps Market, waar applicaties voor de slimme bril kunnen worden gedownload en geïnstalleerd. Deze appwinkel wordt niet ondersteund op de BT-350. Daarnaast ontvangt de BT-300 Over The Air updates, waarbij updates via internet naar het apparaat worden gepushed. De BT-350 wordt beheer via de BT-350 Update Tool Epson MOVERIO Admin en kan via deze tool worden voorzien van updates. De BT-300 en de BT-350 bieden beide 16GB interne opslagruimte. Bij de BT-350 kan dit worden uitgebreid met een SD-kaart tot maximaal 32GB. 

Encotech

Epson meldt dat Encotech de Moverio Assist al heeft omarmd. Het bedrijf zet de slimme bril in op afstand om onder meer problemen voor klanten op te lossen, klanten een rondleiding te geven, klanten ondersteuning te bieden en serviceverzoeken af te handelen. 

“Voorheen konden telefoongesprekken met teams in het veld uren in beslag nemen – dit is door het gebruik van de Moverio Assist nagenoeg uitgebannen”, legt Jason Lalli, vice president van Encotech, uit. “We hebben in het verleden handgedragen schermen gebruikt, maar het beschikbaar hebben van twee handen om werk uit te voeren is een game-changer. Taken en ondersteuning die voorheen volledige dagen in beslag zouden hebben genomen, kunnen nu worden afgerond in uren of minuten. We kunnen ons richten op het genereren van omzet, terwijl we onze klanten tevreden houden.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Winnaar KVK Innovatie Top 100 maakt glazen gevels die gebouwen energiezuiniger maken

PHYSEE is de winnaar geworden van de Innovatie Top 100, georganiseerd door de Kamer van Koophandel. Deze startup maakt iets waar de bouwsector in de toekomst vermoedelijk veel baat bij gaat hebben: glazen gevels die gebouwen drastisch energiezuiniger maken.

PHYSEE, een startup uit Delft, ontwikkelde de zogenoemde Smartskin: een glazen gevel met geïntegreerde zonnecellen en sensoren. De gevel geeft stroom en data door aan het gebouw wat een behoorlijke energiebesparing op kan leveren. Het product, waar PHYSEE een patent op heeft, bestaat uit vier delen:
1. POWER, zonnecellen in het glas die stroom opwekken
2. SMART, sensoren die het glas slim maken
3. EESY, verbindt de ramen aan een energie efficiënt systeem 
4. SKIN, het platform voor koppeling naar andere toepassingen, zoals automatische bediening van zonneschermen, ventilatieroosters of het opladen van telefoons.

Met hun oplossing willen oprichters Ferdinand Grapperhaus en Willem Kesteloo een bijdrage leveren aan het energiezuinig maken van Nederland. De richtlijnen zijn er nu op ingesteld om vanaf 2020 alleen nog maar energiezuinig te bouwen. Ze realiseerden zich dat ze iets moesten doen met materialen. In een interview met PT Industrieel Management zegt Grapperhaus: “Tijdens ons onderzoek naar nieuwe materialen met speciale lichteigenschappen ontdekten we dat de materialen waarmee we werkten, licht kunnen absorberen en net als glow-in-the-dark sterren licht kunnen uitzenden. Het licht dat het materiaal uitzendt, is niet groen zoals bij de sterren, maar infrarood. Als je dit materiaal vervolgens in een coating of verflaag integreert, biedt dit enorme mogelijkheden.”

PHYSEE begint inmiddels langzaamaan een voet tussen de deur te krijgen in de vrij geconsolideerde glasmarkt; steeds meer glasproducenten hebben interesse getoond.  Ook zijn inmiddels EU subsidies verkregen. TU Delft is aandeelhouder en partner in dit bedrijf. Van een kleine start-up is PHYSEE inmiddels een scale-up met meer dan 30 werknemers uit 10 landen. De eerste internationale opdracht (Dublin) is net binnengehaald.

Innovatie Top 100

De winnaar van de KVK Innovatie Top 100 werd op 25 september bekendgemaakt in het Amsterdome in Amsterdam. Alle innovaties zijn beoordeeld op impact voor de branche en samenleving, originaliteit, verkrijgbaarheid en gerealiseerde omzet en groeipotentie. Aan de KVK Innovatie Top 100 is geen geldprijs verbonden. De ranglijst geeft volgens de KvK echter wel een goed beeld van de innovatieve kracht van het mkb op dit moment. Active Cues uit Utrecht eindigde op de tweede plaats met de door hen ontwikkelde Tovertafel. Het kastje, hangend aan het plafond zorgt voor interactieve lichtprojecties op tafel, vloer of een rolstoelblad. Er zijn drie versies ontwikkeld: voor mensen met dementie, voor mensen met een verstandelijke beperking en één speciaal voor kinderen.  De tovertafel zorgt onder andere voor meer plezier en minder rusteloosheid.

Het Amersfoortse HydroLogic Systems, dat wereldwijd 4000 waterbeheerders helpt met de ‘HydroNET Water Control Room’, is derde geworden. Door een slimme combinatie van satellietmetingen, water- en weermodellen genereert het systeem adviezen en waarschuwingen om het water zo goed mogelijk te managen. Zo hebben bijvoorbeeld zo’n 450.000 kleine boeren in Zuid-Afrika hun landbouwproductie met ruim 10% kunnen verhogen. BUKU gaat er met de publieksprijs vandoor.

De complete top 100 is hier te bekijken (en dat is best de moeite waard).
 

Bron: PT Industrieel Management/KVK/PHYSEE

Carlsberg onthult 'allereerste' papieren bierfles Provincie Drenthe investeert in slimme maakbedrijven Dyson staakt ontwikkeling van elektrische auto Vakbeurs Logistica biedt podium aan winnaars IFOY Award Bosch zorgt voor versnelling in elektromobiliteit met siliciumcarbide halfgeleiders Stratasys maakt printen realistische modellen van menselijke anatomie mogelijk Hele wereld kijkt mee naar onderzoek kunstmatige baarmoeder Duitse industrie vindt voor even stabiliteit terug Heupairbag slaat automatisch alarm na een val Boessenkool haalt grootste opdracht in bestaan binnen Real-time ondersteuning voor technici in het veld met Moverio Assist Winnaar KVK Innovatie Top 100 maakt glazen gevels die gebouwen energiezuiniger maken

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven