maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nederland warmer? Lekker surfen op elektrisch surfplank!

Al een beetje gewend aan het feit dat Nederland warmer wordt? Dan is het misschien hoog tijd voor een surfcursus. De golven zijn er weliswaar (nog) niet maar de Rävik, een elektrisch aangedreven surfplan van Awake Boards, helpt je daar wel overheen.

Met een snelheid van meer dan 50 km/uur is de Rävik eigenlijk alleen weggelegd voor liefhebbers van extreme sporten. De fluisterstille elektrisch aangedreven Rävik is vervaardigd van koolstofvezel; de snelheid regel je comfortabel met een draadloze handbediening. De verwisselbare batterij, die in 80 minuten is op te laden, is goed voor zo’n drie kwartier ‘surffun’.

De Rävik heeft wel wat weg van een opgevoerd elektrisch skateboard en sluit naadloos aan op de trend naar watersporten die fysiek behoorlijk uitdagend kunnen zijn. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van apparatuur met compacte, elektrische aandrijving om op hoge snelheid je kick te halen door al balancerend en sturend een zo hoog mogelijke snelheid te halen.

De volledige uitvoering in koolstofvezel en het hoge koppelvermogen van de directe aandrijving maken van de Rävik een van de populairste extreme surfboards. De plank is in principe bedoeld voor glad water; ideaal om dus op de Noordzee wat ervaring op te doen. Springen over golven, zoals met standaard-surfboards wordt gedaan, is maar zeer beperkt mogelijk. Daar staat tegenover dat bij het opendraaien van het gas heerlijke bochten kunnen worden gedraaid en af en toe een klein golfje kan worden meegenomen. Angstig dat het mis gaat? Als je van de plank valt en hij keert zich in het water om, dan stopt hij automatisch. Da’s mooi meegenomen als je bedenkt hoe snel hard de plank gaat en hoe ver die door zou kunnen varen.

De Rävik verschijnt in september op de markt. Zien wat mogelijk is? Onderstaande video geeft alvast een indruk.

 

Jonge Duitsers bouwen goedkope auto op zonne-energie: concurrentie voor Ligthyear?

Twee jonge technische Duitsers hebben een auto op zonne-energie ontwikkeld die gebaseerd is op de Renault Twingo. Ze begonnen er vijf jaar geleden al mee, maar de eerste vijfduizend auto's zijn inmiddels besteld. De auto is goedkoper dan Tesla en de Nederlandse zonne-auto Lightyear.

Laurin Hahn en Jona Cristians waren nog pas net klaar met de middelbare school, toen ze al ideeën hadden over de zonne-auto. Ze zochten hulp bij de jonge designer Navina Pernsteiner en samen ontwikkelden ze in een garagebox de Sono, een zonneauto met als basis de Renault Twingo. Vijf jaar na de eerste ideeën hebben ze vijfduizend auto’s in bestelling, eind 2019 willen ze de auto’s gaan leveren.

Het is dus zeker niet bij alleen een idee gebleven. Het bedrijf van de twee, Sono Motors, heeft inmiddels al meer dan zestig man in dienst. Hahn, Christians en Pernsteiner zeggen tegen Bright.nl trots te zijn dat ze “met zijn drieën al vijfduizend mensen hebben overtuigd”.

Actieradius van 250 kilometer

De belofte die de drie jonge Duitsers deden is om een auto op zonne-energie van 16.000 euro te bouwen met een actieradius van 250 kilometer. Dat is gelukt – op zonne-energie kan de auto 30 kilometer rijden, als je de stekker in het stopcontact stopt, haalt hij de 250.

Het is niet zo dat je voor 16.000 euro helemaal klaar bent. Voor de accu van de auto betaal je nog 4.000 euro. Daarmee is de auto nog wel zo’n 10.000 euro voordeliger dan de Tesla model 3 instapversie, die tegen de ongeveer 35.000 dollar kost. De Sion is bovendien een echte budgetauto vergeleken bij de gezinsauto Lightyear. Deze is ontwikkeld door oud-studenten van TU Eindhoven en kost bijna een ton meer dan de Sion. Wel heeft de Nederlandse auto een grotere actieradius. Ook het uiterlijk van de auto is wat geavanceerder dan de Sono, die is gebaseerd op de Renault Twingo.

Ze presenteerden de Sion in filmpjes op YouTube en startten een crowdfunding-campagne om 5.000 inschrijvingen te krijgen. Die actie werd massaal gedeeld op sociale media, de inschrijvingen stroomden binnen en ze konden aan de slag.

Sono Motors is atypisch autobedrijf. “Ons doel is niet om zo veel mogelijk auto’s verkopen. De meeste auto’s staan toch 90 procent van de tijd stil”, zeggen de drie tegen Business Insider. De Sono moet wat hen betreft zo veel mogelijk gedeeld gaan worden.

“Eén Sion-auto kan acht auto’s vervangen”, denkt Christians. Naast schone auto’s produceren, willen ze de deeleconomie stimuleren. De Sono moet makkelijk uit te lenen zijn. Het zijn auto’s gebouwd voor andere marktsegmenten, maar vanuit dezelfde droom: rijden op zonne-energie stimuleren.

 

Bron: Sono Motors/Bright.nl

Fries bedrijf gaat met 'vlieger' energie opwekken in Waddenzee

Het Friese bedrijf SeaQurrent is onlangs gestart met een testproject voor het opwekken van duurzame energie in de Waddenzee. Ze doen dit met een soort vlieger die ze zelf hebben ontwikkeld en die gebruikt maakt van stroming onder water.

De vlieger, TidalKite genaamd, maakt gebruikt van getijdenwerking, de stroming die ontstaat door de afwisseling van eb en vloed. “Water hen wind hebben eigenlijk dezelfde eigenschappen, al is water veel zwaarder”, vertelt Youri Wentzel van SeaQurrent bij Omroep Friesland. “Als water beweegt, zit daar veel kinetische energie in. Die kinetische energie vangen we met de vlieger en zetten we om in duurzame elektriciteit.”

De vlieger

Het is de TidalKit die het zware werk onder water doet. Youri: “De vlieger trekt heel hard. Het uiteindelijke model dat we gaan ontwikkelen, trekt met 120.000 kilo. Die trekt aan een systeem en die trekkracht zetten we uiteindelijk om in elektriciteit. De trekkracht wordt eerst omgezet in rotatiekracht, daardoor begint een generator te draaien en die generator wekt elektriciteit op. Er is een kabel verbonden aan een cilinder, door de stroming wordt die cilinder aangewakkerd, en daarmee wek je energie op.”

De technologie van de TidalKite is zo gemaakt dat er zelfs bij weinig stroming bruikbare energie is op te wekken, maar meer stroming is altijd beter, aldus Youri bij Omroep Friesland. “Met de TidalKite kun je heel veeel energie opwekken, maar het is afhankelijk van hoeveel energie er in het water zit. Het is net als met wind: als het hard waait, geven de windmolens veel energie en als het niet waait doen ze niks. Zo is het ook met stromend water. Op gebieden waar het lekker stroomt, bijvoorbeeld in de zeegaten, op het wad, in zeeland of stukken van de Noordzee, kun je veel energie opwekken. Eén TidalKite vliegersysteem kan zo’n 500kW energie kan opwekken. Dat is voldoende energie om 700 huishoudens van duurzame elektriciteit te voorzien.” 

Eerste wereldwijd

Volgens SeaQurrent is hun TidalKite de eerste echte bruikbare technologie om energie op te wekken in water. “De zee is een gigantische energiebron, die op dit moment eigenlijk heel weinig gebruikt wordt. Dat komt ook omdat de huidige technologieen eigenlijk niet goed genoeg zijn. Daarom hebben wij deze technologie ontwikkeld. Het is natuurlijk een beetje gek om te gaan vliegeren onder water, dat is toch een bijzonder technologie. Maar alleen met deze techniek is het mogelijk om zowel betrouwbare elektriciteit als betaalbare elektriciteit te gaan leveren. Dat is een mooie stap die we nu hier op het wad in Friesland gaan zetten.”

Wat er uiteindelijk uitkomt, is nog even afwachten. “Het is en blijft een spannend experiment. Het is wereldwijd de eerste technologie die we zo ontwikkelen, dus onze ervaringen zijn puur gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en testen die we hebben gedaan in laboratoria. Maar nu gaat het in het echt gebeuren. We hebben er volle vertrouwen in, maar het is zeer zeker spannend.”

Ter hoogte van Cornwerd komt op twee plekken een TidalKite. Als de testperiode goed verloopt, komen er misschien op meer plekken in zee van die vliegers.

 

Bron + foto: Omroep Friesland/SeaQurrent

Boeing investeert in snelle 3D-printtechnologie voor metaal

Boeing investeert in Digital Alloys. Dit Amerikaans bedrijf ontwikkelt additieve productiesystemen waarmee onderdelen met een hoge snelheid in metaal kunnen worden geprint. Opvallend is dat de technologie het mogelijk maakt componenten te printen uit meerdere soorten metaal, zodat verschillende eigenschappen kunnen worden gecombineerd.

Digital Alloys maakt bekend tijdens een investeringsronde 12,9 miljoen dollar te hebben opgehaald. Verschillende investeerders staken geld in het bedrijf, waaronder de investeringsmaatschappijen G20 Ventures en Khosla Ventures, Boeing’s investeringstak Boeing HorizonX Ventures en de fabrikant van onder meer lasapparatuur en robotsystemen Lincoln Electric. Digital Alloys heeft een technologie ontwikkeld genaamd Joule Printing. Deze technologie maakt het mogelijk delen van een component in verschillende soorten metaal te printen, zodat thermische, elektrische, magnetische en mechanische eigenschappen van verschillende materialen kunnen worden gecombineerd. Denk hierbij aan de mogelijkheid lichtgewicht titanium te combineren met legeringen die bestand zijn tegen hoge temperaturen. 

‘3D-printen in metaal wordt zelden gebruikt in productie’

“Ondanks veel aandacht is het gebruik van additieve productie in metaal in productietoepassingen beperkt gebleven door de hoge productiekosten, langzame printsnelheden, complexiteit en kwaliteitsproblemen. Huidige methoden nemen te veel tijd in beslag om praktisch te zijn of maken gebruik van gevaarlijke materialen, gespecialiseerde hardware en meerdere complexe afrondende stappen met software om het krimpen van materiaal te compenseren, chemische baden en ovens. Kijk verder dan de hype rond 3D-printen in metaal en je zult zien dat het zelden wordt gebruikt in productie”, schrijft Digital Alloys op zijn website. 

Met Joule Printing wil het bedrijf deze beperkingen elimineren. De technologie maakt gebruik van veelvoorkomende draden als ruw materiaal. Dit in tegenstelling tot veel andere additieve productiesystemen voor metaal, die doorgaans relatief dure poeders als ruw materiaal gebruiken. Digital Alloys meldt dat Joule Printing geschikt is voor iedere soort metaal die in draadvorm beschikbaar is. 

Hoe ziet het printproces eruit?

Het printproces gaat als volgt te werk: 

  • De punt van de draad wordt door het systeem naar de gewenste positie geleid;
  • Zodra de draad is gepositioneerd, leidt het systeem elektrische stroom door de draad, het werkstuk dat wordt geprint en het printbed om deze op te warmen. Deze elektrische stroom zorgt dat de punt van de draad smelt via een proces dat weerstandsverwarming wordt genoemd. Hierbij wordt warmte ontwikkeld door een elektrische stroom door een weerstand te sturen;
  • Dit proces wordt continu herhaald terwijl de printkop beweegt, waardoor kleine druppels metaal worden neergelegd door aan elkaar smelten om een metalen onderdeel te vormen. 

Digital Alloys wijst erop dat het positioneren en smelten van de draad gelijktijdig in één enkele stap gebeurt. Dit maakt allerlei stappen die bij andere technologieën voor 3D-printen in metaal wel nodig zijn overbodig, zoals sintering en het uitspreiden van metaalpoeder op het printbed. De aanpak verlaagt hierdoor de productiekosten, bespaart tijd en vergroot de herhaalbaarheid van het proces. 

Niet-destructieve kwaliteitscontrole

Tijdens het printproces wordt voor iedere geprinte voxel de procesdata opgeslagen. Dit maakt het mogelijk na afloop van het printproces dit proces nauwkeurig na te lopen, waardoor kwaliteitscontroles op een niet-destructieve wijze kunnen worden uitgevoerd. Ook hiermee wijkt Joule Printing af van veel andere 3D-printprocessen voor metaal, waarbij kwaliteitscontrole vaak juist op een destructieve wijze plaatsvindt en dus geprinte onderdelen moeten worden vernietigd om de kwaliteit hiervan te kunnen controleren. 

“Onze investering in Digital Alloys helpt Boeing metalen structurele onderdelen voor de luchtvaart sneller en in grotere volumes te produceren dan tot nu toe mogelijk was”, legt Brian Schettler, managing director van Boeing HorizonX Ventures, uit. “Door te investeren in bedrijven met opkomende additieve productietechnologieën willen we de expertise van Boeing versterken en zowel het ontwerp als de productie van 3D-geprinte onderdelen versnellen om productiesystemen en producten te transformeren.”

Sneller, kosteneffectiever en betrouwbaarder

“Ons nieuwe Joule Printing proces is sneller, kosteneffectiever en betrouwbaarder dan andere methoden”, aldus Duncan McCallum, CEO van Digital Alloys. “Samenwerken met Boeing maakt ons een slimmer en sterker bedrijf. We zetten ons in om Boeing en andere leidende fabrikanten in staat te stellen waardevolle nieuwe producten snel en tegen lagere kosten te produceren door 3D-printen in metaal te integreren in hun productieproces.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Boeing
Bron: Digital Alloys (foto)

Elke sloep elektrisch te maken met batterij- en motorpakket Nederlandse startup

De Nederlandse start-up Voltogo heeft een plug&play-set met batterij en motor en een netwerk van snellaadpunten ontwikkeld waarmee het booteigenaren makkelijker wil maken om over te gaan op elektrisch varen. Het bedrijf haakt daarmee in op de strengere eisen voor de pleziervaart.

Wat is Voltogo?

Voltogo maakt een combinatie van een elektrische motor en een batterij, waarmee je een sloep (tot een meter of 8) kunt ombouwen naar een ‘Tesla’ op het water, zo lezen we op Sprout, dat Voltogo tot start-up van de week bombardeerde. Net als Tesla bouwt Voltogo aan een netwerk van snellaadpunten, waarvan de eerste vier gingen vorige week in Amsterdam in werking werden gesteld. “We willen elektrisch varen tot een feestje maken, in plaats van dat oude benzinegepruttel”, zegt medeoprichter Job Veltman tegen Sprout.

Met elektrisch varen haakt het bedrijf van Veltman en medeoprichter Folkert Roscam Abbing in op een deels door de overheid aangewakkerde trend. Zo moet in Amsterdam in 2023 alle pleziervaart fossielvrij zijn, wat in de praktijk neerkomt op elektrisch. Utrecht heeft dergelijke elektrische maatregelen ingevoerd, terwijl in een reeks natuurgebieden elektrisch varen langzamerhand verplicht wordt. 

Een belangrijke missie van Veltman en Roscam Abbing is het bestrijden van range anxiety, oftewel de angst om zonder stroom te komen staan. Daarvoor is het belangrijk dat je goed kunt zien hoeveel sap er nog in de batterij zit. Iets wat volgens Veltman bij bestaande accu’s nogal eens te wensen overlaat. 

Cellen

Voltogo gebruikt hetzelfde soort batterijcellen als in een Tesla, die dankzij de schaal van dat autobedrijf een stuk goedkoper zijn geworden. Bestaat een Tesla-accu uit 7300 cellen, een Voltogo-accu heeft er 200.

“Bij batterijen is het belangrijkste dat je mensen controle geeft over wat ze nog aan energie hebben. Dan voelt het helemaal niet eng meer om zonder te komen zitten.” Voltogo ontwikkelde daarom een app – een schermpje op de motor is vaak niet goed afleesbaar – waarmee je duidelijk kunt zien hoeveel energie je nog hebt. Afhankelijk van het formaat en gewicht van een boot levert een Voltogo-accu zo’n 4,5 uur vaartijd. 

Oprichters

Medeoprichter en TU Delft-ingenieur Job Veltman was eerder medeoprichter van een robotica-bedrijf voor bouwen van offshore windmolens. Hij kwam op dit idee toen hij in Myanmar over een meer voer.  “Al die bootjes voeren kriskras over het meer, en maakten geen lange tochten. Dan heb je aan een relatief kleine batterij genoeg, mits je die kan omruilen of snelladen.”

Veltman haakte co-founder Folkert Roscam Abbing aan, als elektrotechnicus eveneens een TU Delft-alumnus. Roscam Abbing werkte eerder bij de maker van snelladers Epyon, het Nederlandse bedrijf dat in 2011 werd overgenomen door het Zwitserse ABB. Hij is ook nog betrokken bij Ampyx Power, een Nederlandse bedrijf dat windenergie opwekt met behulp van vliegers.

De twee ondernemers begonnen vorig jaar met de ontwikkeling van een universele batterij die kon snelladen. Het concept werd al snel uitgebreid naar een complete set. “We kwamen als kwamen al snel tot het inzicht dat mensen zoeken op een motor, niet op een batterij.”

Doelgroep

En die wil ervaren en laten zien hoe het is om elektrisch en geruisloos te varen. En natuurlijk alle booteigenaren die wonen in gebieden waar elektrisch varen verplicht wordt. De doelgroep is in eerste instantie iedereen met een sloep tot een meter of acht, met een buitenboordmotor. Dat komt in Nederland neer op zo’n 400.000 bootjes.

Volgend jaar wil Voltogo ook een pakket op de markt brengen voor grotere boten, waaronder ook met binnenboordmotoren. Daarbij kijkt de startup ook over de grens, Naar Finland bijvoorbeeld, dat met 1,9 miljoen plezierboten Europees koploper is op vaargebied. “We willen dé standaard worden voor elektrische recreatievaart.”

Pre-sale

Na een eerste testvaart afgelopen maart, ging vorige week de verkoop officieel van start, en werd het eerste netwerk van 4 snellaadpunten in Amsterdam gelanceerd. “De pre-sale is afgelopen, vanaf nu begint het echt harde werk om te zorgen dat we bij iedere grote watersportwinkel komen te liggen.” Het doel is om volgend jaar 5.000 Voltogo-sets te verkopen in Nederland en België.

Business model

De losse verkoop van systemen. De goedkoopste (draagbare) set kost 2900 euro, een premium variant met meer vermogen kost 4900 euro. Om de eerste groep kopers snel over de drempel te krijgen, mogen zij levenslang gratis stroom aftappen bij Voltogo-laadpunten.

Voltogo leaset zijn snelladers (per seizoen) aan horeca-ondernemers. Sloep-eigenaren kunnen via hun app ook zien waar oplaadpunten zijn. waar ze ook aanbiedingen voorgeschoteld kunnen krijgen om daar iets te drinken of eten (al zit daar vooralsnog geen verdienmodel in, zegt Veltman. ‘Het is nog vooral een extra service’). Naast online verkoop zoekt Voltogo de ouderwetse retailmarkt op, Om kopers te overtuigen dat het systeem werkt en dat het er goed uitziet, stalt het bedrijf demo-sets bij de belangrijke watersportwinkels.

Veltman en Roscam Abbing wisten hun bedrijf tot nu toe te bootstrappen, al was dat wel met behulp van een bescheiden innovatiesubsidie van de Europese Unie, via het programma Climate-Kic. “Die combineren coaching en geld zonder al te veel randvoorwaarden, waar je als beginnende startup meestal niet aan kan voldoen.”

 

Bron: Sprout/Voltogo

IFM introduceert nieuwe industriële 3D-camera

Mensen en robots die met elkaar samenwerken. Het is een steeds vaker terugkerend onderwerp in de industriële branche. Het Nederlandse bedrijf IFM heeft een nieuwe 3D-camera ontwikkeld waarmee autonoom opererende robots hun omgeving beter kunnen "zien".

Sensoren zijn de zintuigen voor geautomatiseerde systemen. Dit geldt in het bijzonder voor gedeeltelijk autonoom opererende robots, die bij interactie met de mens ook bekend staan als collaborative robots, co-robots en cobots. Daarbij is het herkennen van voorwerpen en personen in hun directe omgeving belangrijk.

Alleen wanneer de besturing van zo’n co-robots een driedimensionaal beeld van zijn omgeving heeft, kan hij zich onafhankelijk en veilig bewegen. Voor dergelijke toepassingen in industriële omgevingen heeft IFM zijn nieuwe 3D-camera O3X ontwikkeld.

3D-camera

De camera is gebaseerd op TOF-technologie (time of flight), die berust op de looptijdmeting van licht tussen camera en object. De technologie wird ontwikkeld door IFM-dochter PMD Technologies en wordt onder meer gebruikt smartphones van Lenovo en Asus.

De O3X heeft een resolutie van 224 x 172 pixels en een beeldherhalingssnelheid van 20 Hz. Hiermee zijn voorwerpen tot een afstand van 4 m nauwkeurig te herkennen. Omdat de looptijid en daarmee de afstandsmeting met infrarood gebeurt, is de camera niet gevoelig voor verstorende lichtinvloeden en ook onafhankelijk van de belichting.

De 3D-beelddata worden via de geïntegreerde ethernet-interface doorgegeven. Windows SDK, Linux Lib en de actieve ondersteuning van ROS (Robotic Operating System) op GitHub helpen bij een snelle integratie.

De camera is ondergebracht in een behuizing die geschikt is voor industrieel gebruik en ongeveer het formaat van een luciferdoosje heeft. Daarmee voldoet de camera ook nog aan beschermklasse IP54. Typische toepassingsgebieden van de nieuwe O3X-camera zijn de vinden in autonoom bewegende robotos, in logistieke toepassingen en bij autonoom rijdende voertuigen.

 

Bron: AT Aandrijftechniek. 

Nieuwe tandenborstel zou gebit in 10 seconden schoonmaken

Op Kickstarter is onlangs een op het eerste oog revolutionair en innovatief product verschenen: de elektrische Y-Brush. De makers ervan beloven dat je met deze tandenborstel je gebit in tien seconden reinigt.

Ruim 1100 mensen hebben de tandenborstel inmiddels besteld. Zij zijn vermoedelijk geïnteresseerd geraakt door de belofte dat je met de Y-Brush maar tien seconden nodig hebt om je gebit schoon te krijgen. Het werkt door sonische vibratie te combineren met de alom bekende Bass-methode. Deze methode is als het ware gerepliceerd omdat de borstels in een hoek van 45 graden staan. 

De Bass-methode is een technische poetsbeweging die bestaat uit het kantelen van het hoofdeinde van een tandenborstel in een hoek van 45 graden en het maken van een rollende beweging die plak, viezigheden en bacteriën dieper onder de tandvleesrand verwijdert.

De tandenborstel is de afgelopen jaren ontwikkeld en getest door tandartsen. De Y-Brush heeft als het ware dezelfde dezelfde eigenschappen als de Bass-methode:

Borstelgrootte – De lengte en breedte van de borstelharen worden berekend om de interdentale ruimte, de gingivale sulcus en het tandvlees te bereiken.
Haarvorm – Soepel en afgerond aan de uiteinden, de borstelharen beschadigen het tandvlees en het tandglazuur niet tijdens het poetsen.
Borstelbeweging – Consequent repliceert de technische beweging van de Bass-methode, diep reinigen van uw tanden, tandvlees en onder de tandvleeslijn.

Het enige wat je hoeft te doen is het flexibele mondstuk (in de vorm van een gebit) te vullen met je eigen tandpasta, erop bijten en de borstel aanzetten. Na vijf seconden draai je de borstel om en doe je hetzelfde voor de andere kant van het gebit. Het mondstuk is vervolgens makkelijk schoon te maken. 

Nylon

De borstels in het mondstuk zijn gemaakt van nylon, wat een effectiever alternatief is voor siliconen, waar tandenborstels doorgaans van gemaakt zijn. Omdat ze dunner zijn, kunnen ze makkelijk in nauwe ruimtes en andere moeilijk bereikbare plekken komen. 

“Tijdens onze in vivo en in vitro testen, hebben we ontdekt dat nylon borstelharen het meest effectief zijn in het verwijderen van tandplak en het reinigen van je tanden in vergelijking met andere methoden zoals siliconenstrips”, zo valt te lezen op de introctiepagina van de Y-Brush op Kickstarter. “Onze studies hebben aangetoond dat het Y-Brush-apparaat 15% meer tandplak verwijdert dan een conventionele tandenborstel.
We hebben onze nylon borstelharen dunner gemaakt om het mogelijk te maken om tussen je tanden en je tandvleeslijn te reinigen. De uiteinden van de borstelharen zijn afgerond om het comfortabel te houden en tandvlees veilig te houden.”
 

Bron: Kickstarter/Y-Brush.

Vitale functies van maximaal twintig patiënten op afstand monitoren

Een nieuw apparaat geeft zorgverleners in oorlogs- en rampgebieden de mogelijkheid de vitale functies van maximaal twintig patiënten gelijktijdig te monitoren. Het apparaat helpt zorgverleners meerdere patiënten gelijktijdig te verzorgen en indien nodig weg te lopen om bijvoorbeeld nieuw medische materiaal te halen.

Het gaat om de Wireless Vital Signs Monitor (WVSM), een apparaat dat met behulp van sensoren vitale functies van patiënten kan monitoren. Denk hierbij aan de saturatie, hartslag, bloeddruk en elektrische activiteiten van de hartspier. Het apparaat kan op een afstand van 200 meter worden gemonitord met behulp van een PC, tablet of smartphone. De WVSM kan via zowel een draadloze als bedrade verbinding met deze apparaten worden verbonden. 

Analyse met algoritmes

De gegevens die met behulp van de ingebouwde sensoren worden verzameld worden geanalyseerd met behulp van algoritmes. In tegenstelling tot traditionele monitoringsoplossingen kan de WVSM hierdoor niet alleen inzicht geven in ruwe medische gegevens. Zo kan het apparaat analyseren of een patiënt stabiel is of diens toestand verslechterd, maar ook per patiënt de noodzaak berekenen om levensreddende interventies uit te voeren, zoals een operatie of een bloedtransfusie. Dit maakt de triage van patiënten in dergelijke omstandigheden voor zorgverleners eenvoudiger.

De WVSM is bedoeld om langere tijd een patiënt te monitoren, vanaf het moment dat deze gewond raakt tot aan in het zorgcentrum waar de patiënt uiteindelijk behandeld wordt. De data die de WVSM verzamelt over een patiënt wordt automatisch opgeslagen en kan worden opgeroepen om gedetailleerd inzicht te krijgen in het verloop van diens medische toestand. Zorgverleners kunnen tot 4,5 uur terugkijken. Het apparaat heeft een batterijduur van 7 uur. 

Goedgekeurd door FDA

De WVSM is ontwikkeld in een samenwerking tussen het Amerikaanse Office of Naval Research (ONR), het Amerikaanse Army Institute of Surgical Research en industriepartner Athena GTX. Het apparaat is oorspronkelijk ontwikkeld voor gebruik in oorlogsgebieden. “Aangezien deze technologie meerdere patiënten gelijktijdig kan monitoren, kunnen medics iemand behandelen en verder gaan naar de patiënt of zelfs even weglopen om medische goederen te halen – terwijl zij tegelijkertijd een oogje in het zeil kunnen houden op iedereen waarvoor zij zorgen”, legt Dr. Timothy Bentley, programmamanager in ONR’s Warfighter Performance Department uit. Deze afdeling van de ONR heeft bijgedragen aan de financiering van de ontwikkeling van WVSM. 

De WVSM wordt nu ook ingezet in civiele zorgverlening. Het apparaat is inmiddels goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en mag in de Verenigde Staten (VS) hierdoor worden ingezet. Zo’n 200 exemplaren van het apparaat zijn inmiddels in gebruik in de Amerikaanse staten Iowa, Texas, North Carolina, Maryland, Missouri en Pennsylvania. Onder andere in rampgebieden waar zorgverleners met een groot aantal hulpbehoevenden patiënten worden geconfronteerd kan de WVSM uitkomst bieden. Athena GTX wijst erop dat het apparaat ook kan worden ingezet bij de behandeling van patiënten met besmettelijke ziektes die in quarantaine zijn geplaatst. Indien deze patiënten worden voorzien van een WVSM kan de patiënt op afstand worden gemonitord, terwijl het risico op verontreiniging van medische apparatuur wordt geminimaliseerd. 

Lichtgewicht

De WVSM weegt minder dan een halve kilo. Dit lage gewicht biedt verschillende voordelen. Zo kunnen zorgverleners eenvoudig meerdere WVSM’s meenemen naar een oorlogs- of rampgebied en wordt de hinder die patiënten door het apparaat ondervinden geminimaliseerd. De monitor is onderdeel van het Automated Critical Care System (ACCS), dat eveneens met financiering van de ONR is ontwikkeld. Het ACCS kan worden vergeleken met een mobiele intensive care unit die in een koffer is verwerkt. Het systeem wordt geleverd inclusief een bijbehorende brancard en weegt minder dan 11 kilogram. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Athena GTX
Bron: Office of Naval Research (foto)

Body-trackingtechnologie uit topsport helpt Ford blessures bij werknemers te voorkomen

Ford gaat body-trackingtechnologie inzetten bij de assemblage van auto's. De technologie wordt gebruikt om werkstations te ontwerpen die minder fysieke belasting opleveren voor werknemers, met als doel de kwaliteit van de werkomgeving te verhogen.

Het gaat om technologie die al langer wordt ingezet in de topsport en de game-industrie. Topsporters gebruiken body-trackingtechnologie om hun techniek te verbeteren en blessures te voorkomen. Gameontwikkelaars zetten de techniek in om specifieke bewegingen van sporters in videogames nauwkeurig te repliceren. 

Ford gaat deze technologie nu ook inzetten in een project dat wordt uitgevoerd in een fabriek van Ford in Valencia, waar automodellen van het bedrijf worden geassembleerd. Werknemers in deze fabriek dragen een speciaal pak dat is voorzien van body-trackingtechnologie. In eerste instantie zijn 70 werknemers bij het project betrokken, die werkzaam zijn op 21 verschillende werkplekken binnen de fabriek.

Comfortabel werken

“Op het sportveld is via motion-trackingtechnologie aangetoond dat kleine aanpassingen in het bewegingspatroon tot grote verbeteringen kunnen leiden”, aldus Javier Gisbert, production area manager van de motorassemblagefabriek van Ford in Valencia. “Voor onze werknemers kunnen aanpassingen van de werkplek met behulp van een vergelijkbare technologie ervoor zorgen dat ze, zelfs op een lange dag, comfortabel kunnen werken.”

Het pak dat Ford inzet is nauwsluitend en voorzien van 15 kleine lichtsensors, die zijn gekoppeld aan een draadloos detectieapparaat. Het systeem brengt de bewegingen van werknemers tijdens het uitvoeren van werkzaamheden in beeld gebracht; zowel bewegingen van het hoofd, de nek, de schouders als ledematen worden vastgelegd. Daarnaast is het systeem voorzien van vier motion-trackingcamera’s, die volgens Ford vergelijkbaar zijn met camera’s die worden gebruikt bij gameconsoles. Deze camera’s worden naast de werknemers opgesteld en maken het mogelijk een driedimensionale animatie van een skeletmodel van de gebruiker te maken. 

Houding verbeteren

De verzamelde gegevens worden geanalyseerd door speciaal opgeleide ergonomen, die aan de hand van de data werknemers helpen op de werkvloer een goede houding aan te nemen. In het systeem worden daarnaast maten van werknemers vastgelegd, zoals de lichaamslengte of armlengte. Deze gegevens worden gebruikt om werkstations te ontwerpen die beter zijn afgestemd op de werknemer, met als doel de fysieke belasting tijdens het uitvoeren van werkzaamheden terug te dringen. 

Op termijn wil Ford de technologie ook gaan toepassen in andere Europese productiefaciliteiten. Het initiatief is onderdeel van een breder project van Ford gericht op het terugdringen van het aantal letselgevallen onder zijn werknemers via ergonomische technologie en gegevensgestuurde proceswijzigingen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Ford

Duitse wetenschappers ontwikkelen koplampen die zich aan omgeving aanpassen

Het is een horrorscenario voor elke automobilist: plotseling komt een voorheen onzichtbare voetganger uit het donker tevoorschijn tussen twee straatlantaarns of de schaduw van twee geparkeerde auto's. Onderzoekers van het Karlsruhe Institute of Technology (KIT) werken aan een methode om koplampen van auto's optimaal af te stemmen op de lokale omstandigheden met behulp van externe sensoren die zich langs de weg of in andere voertuigen bevinden.

Omgeving

Lichtomstandigheden die het contrast tussen een voorwerp en zijn omgeving vervagen, noemen deskundigen het ‘camouflage-effect’. Het menselijk oog kan het object onder deze omstandigheden niet waarnemen. Hetzelfde geldt voor cameraogen van autonome voertuigen.

De koplamp “Propix” ​​(afkorting van projectorpixel) die enkele jaren geleden bij het Light Technology Institute (LTI) van KIT werd ontwikkeld, was het vertrekpunt van de wetenschappers voor de nieuwe koplampen. Propix kan zijn lichtverdeling aanpassen aan de omgeving, d.w.z. bepaalde delen volledig onderdrukken, terwijl andere helder worden verlicht. Nu werken de onderzoekers aan het verbinden van Propix met andere ultrasone, radar of lidar (met behulp van laserstraling in plaats van radiogolven) sensoren van de auto. Als de sensoren een obstakel in een dode hoek van het oog of de camera detecteren, moet de koplamp autonoom reageren en de spot verlichten of het licht dimmen. “Door het combineren van stationaire straatverlichting met variabele koplampen, wordt een optimale zichtbaarheid bereikt”, zegt professor Cornelius Neumann, hoofd van LTI.

Interactie

En het doel is nog veel ambitieuzer: Propix-besturing moet niet alleen worden geleverd met informatie van sensoren van het eigen voertuig, maar ook van sensoren aan boord van andere voertuigen of langs de weg. “De uitdaging bestaat uit de interactie tussen de verschillende sensoren en de koplampen”, zegt Neumann. Met het menselijk lichaam als inspiratie, willen de wetenschappers de auto voorzien van extra sensorische organen. “Ongeacht of we een persoon op onze weg zien of we alleen de stappen van deze persoon horen, de informatie is hetzelfde: iemand komt ons benaderen,” legt Neumann uit. “Als we een auto hierop kunnen afstemmen, kunnen we het wegverkeer veiliger maken.”

De onderzoekers zijn van plan om hun nieuwe technologie te testen op het Testgebied Baden-Württemberg voor Autonoom Rijden dat in mei van dit jaar in Karlsruhe werd geopend. Het project OpEr (Optimalisatie van de zichtbaarheid van voetgangers op basis van onderling verbonden infrastructuur) zal daarom een ​​van de eerste onderzoeksprojecten zijn die op dit gebied worden uitgevoerd. Hiervoor wordt financiering verleend door de deelstaatregering.

Korte video

Uitleg van de korte video: bij een camouflage-effect vervagen de lichtomstandigheden het contrast tussen een voorwerp en zijn omgeving. In het verkeer kan dit fatale gevolgen hebben. Onderzoekers van KIT willen de veiligheid vergroten door koplampen en straatverlichting met elkaar te verbinden. De voetganger links tussen de twee straatverlichting is nauwelijks zichtbaar. Evaluatie van de onderling verbonden sensorbeelden maakt het mogelijk dat de koplamp met hoge resolutie de lichtverdeling aanpast en de voetganger onderscheidt van de achtergrond als een negatieve projectie. Ter vergelijking: de vrouw rechtsvoor die niet wordt verlicht door de slimme koplamp, blijft nauwelijks zichtbaar.

 

Bron: KIT
Foto: Markus Breig

Wiltec komt met zichtbaar valharnas

Kleding, rugtassen of materialen over een hi-viz veiligheidvest dragen is in veel situaties niet toegestaan. Maar in de praktijk zien we tal van voorbeelden waarbij een valharnas wél over een veiligheidsvest gedragen wordt. Dat is niet vreemd, want onder een vest kunnen de ringen van een harnas niet kunnen worden gebruikt. Toch belemmert dit de zichtbaarheid. Om die reden heeft Wiltec onder het het merk Miller een veiligheidsvest met geïntegreerd valharnas voor gebruik met een H-design harnas geïntroduceerd.

Comfortabel

De serie Miller H-design harnassen wordt volgens de makers geroemd om de bewegingsvrijheid en comfort welke het geeft aan gebruikers in o.a. de bouw, (petro)chemie en besloten ruimten. Ondanks dat de felgroene banden van dit harnas de zichtbaarheid vergroten zijn er tal van situaties waarbij werkers een hi-viz veiligheidsvest dienen te dragen. Hier bestaat nu een speciaal Miller veiligheidsvest voor, verkrijgbaar in zowel geel als oranje.

Compleet uitgerust

Door een grote ritssluiting aan de binnenzijde is de voering van het vest te openen zodat het harnas volledig kan worden geïntegreerd in het vest. Via de openingen aan de voor- en achterzijde zijn de koppelpunten van het valharnas te gebruiken met externe vallijnen en valblokken.

Met dubbele ritssluitingen aan weerszijden is er altijd een comfortabele pasvorm voor elke lichaamsbouw en bij gebruik van zowel zomer- en winterkleding. Doordat het vest afneembaar is kan deze makkelijk worden vervangen of gewassen. Met maar liefst vijf zakken kan gereedschap en accessoires veilig worden meegenomen. Daarnaast is een kaarthouder geïntegreerd voor ID-kaarten.

Veiligheidsnormen

Het vest voldoet aan de EN ISO 20471:2013 klasse 2 (waarschuwingskleding met hoge zichtbaarheid) en EN ISO 13688:2013 (beschermende kleding) en is in zowel hi-viz geel als hi-viz oranje verkrijgbaar.

 

Bron: Wiltec.

’s Werelds meest circulaire auto is van vlas en suiker en rijdt 1-op-300

Het milieueffect van een auto wordt niet alleen bepaald door zijn verbruik, maar net zo goed door de productie ervan en de uiteindelijke recycling. Studenten van de TU Eindhoven ontwikkelden daarom een auto die op al deze aspecten is geoptimaliseerd. Het resultaat is Noah, een ultralicht elektrisch-aangedreven prototype op basis van vlasvezel en suiker, met een verbruik gelijk aan 1:300. Noah werd onlangs getoond bij de Suikerunie in Dinteloord. Het studententeam, TU/ecomotive, gaat er nu mee op Europees tournee om anderen te inspireren.

Laag totaalgewicht

Noah is een elektrische stadsauto met twee comfortabele zitplaatsen en een ruime kofferbak, een top van 110 kilometer per uur en een bereik van 240 kilometer. Het verwachte verbruik in stadsverkeer, is ongeveer gelijk aan 1 liter benzine op 300 kilometer. Dat komt deels door het lage gewicht. Noah weegt, zonder batterijen, 360 kilo, wat minder dan de helft is van vergelijkbare productieauto’s. De auto heeft slechts 60 kilo aan batterijen nodig, waar elektrische productieauto’s honderden kilo’s aan batterijen meetorsen.  Het lage totaalgewicht – 420 kg – leidt tot bijzonder goede wegligging. Het prototype gaat binnenkort naar de RDW om toegelaten te worden tot het wegverkeer.

Niet Spartaans

TU/ecomotive is een studententeam van de TU Eindhoven dat elk jaar een nieuwe duurzame auto bedenkt en bouwt. “Het doel van dit jaar was te laten zien dat het mogelijk is om een auto te maken die over de hele levensduur weinig milieubelastend is, zonder Spartaans te zijn”, zo valt te lezen in het persbericht.

Suiker en vlas

Bijzonder in Noah is het gebruik van een bioplastic die kan worden gemaakt van suiker. Het chassis en het interieur zijn van bijzonder sterke sandwichpanelen, gemaakt van dit bioplastic en van vlasvezel. De carrosserie is gemaakt van vlasmatten die zijn geïnjecteerd met een biobased hars. Deze biologische en bijzonder lichte materialen vergen tot zes keer zo weinig energie bij de productie als de gebruikelijke lichtgewicht materialen in de auto-industrie, zoals aluminium of carbon. Toch halen ze de benodigde sterkte, zeggen de studenten, en ook is het mogelijk om er een structuur mee te maken die werkt als een kreukelzone. Het gebruikte vlas is een veelgebruikt tussengewas, een gewas dat nodig is om de bodem te verrijken. De kweek ervan concurreert dus niet met voedselproductie.

Grondstof

Aan het einde van de levensduur kan het biocomposiet vermalen worden en als grondstof dienen voor andere producten, zoals bouwstenen. De niet-biologische onderdelen van de auto kunnen mee in de bestaande recyclingsketen. Uit vergelijking van het team blijkt dat er geen andere, rijdende auto is die over de hele levensduur een net zo lage milieubelasting heeft, ook geen prototype. “We hebben ervoor gezorgd dat elke moer en bout recyclebaar is”, zegt Cas Verstappen, de pr-manager van het team tegen NowThisFuture. “Voor elke schroef in deze auto hebben we de complete levenscyclusanalyse al: waar het vandaan komt en waar het na gebruik in deze auto naar toe kan.”

Bewustwording

Het team gaat gedurende de zomermaanden met de auto op bezoek bij onder meer Europese autoproducenten, toeleveranciers en universiteiten. De studenten hebben geen plannen om de auto op de markt te brengen, het gaat ze om ‘bewustwording’, vertelt teamlid Cas Verstappen, bachelorstudent Automotive Technology aan de TU/e. “We willen laten zien dat een circulaire economie nu al mogelijk is in complexe producten zoals een auto.” Hij verwacht niet dat er meteen soortgelijke auto’s op de markt gaan komen, maar het gebruik van bioplastic panelen in de structurele delen en het interieur, ziet hij als een reële optie. Niet alleen vanwege de duurzaamheid, maar ook omdat het sterk en licht is.

Bron: TU Eindhoven
Foto: Bart van Overbeeke

Nederland warmer? Lekker surfen op elektrisch surfplank! Jonge Duitsers bouwen goedkope auto op zonne-energie: concurrentie voor Ligthyear? Fries bedrijf gaat met 'vlieger' energie opwekken in Waddenzee Boeing investeert in snelle 3D-printtechnologie voor metaal Elke sloep elektrisch te maken met batterij- en motorpakket Nederlandse startup IFM introduceert nieuwe industriële 3D-camera Nieuwe tandenborstel zou gebit in 10 seconden schoonmaken Vitale functies van maximaal twintig patiënten op afstand monitoren Body-trackingtechnologie uit topsport helpt Ford blessures bij werknemers te voorkomen Duitse wetenschappers ontwikkelen koplampen die zich aan omgeving aanpassen Wiltec komt met zichtbaar valharnas ’s Werelds meest circulaire auto is van vlas en suiker en rijdt 1-op-300

Meer van Martin Franke

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven