Limited edition surfplanken van Tesla binnen no time uitverkocht

Auto's, vlammenwerpers, gigantische graafmachines, ruimteschepen, zonnepanelen. We hebben van Tesla al van alles voorbij zien komen. Het bedrijf van Elon Musk kwam eerder deze week plotseling met surfplanken op de proppen. De limited edition van tweehonderd exemplaren was binnen no time uitverkocht.

Tesla kondige het nieuwe ‘nulemissie-item’ aan en deze bleek niks met zijn core autobusiness te maken te hebben: het verkocht een limited editon surfplanken op haar website. Verkocht, want nadat techsite Electrek er melding van maakte, sloeg de site al gauw op hol en kregen bezoekers een foutmelding te zien. Het bleek dat de slechts 200 exemplaren binnen een zeer korte tijd waren uitverkocht. Dat terwijl de surfboards niet bepaald goedkoop zijn: ze kosten 1500 dollar per stuk. 

Carbon

De surfplanken zijn gemaakt in samenwerking met Lost Surfboards en zijn geïnspireerd op de serie elektrische auto’s van Tesla. En het zijn geen elektrische draagvleugelige planken of zoiets funkys. Tesla beschreef de borden op haar website als volgt:

“Ontworpen door de Tesla Design Studio in samenwerking met Lost Surfboards en Matt ‘Mayhem’ Biolos, surfboard-vormgever voor atleten van het World Surf League Championship. De Limited Edition Tesla Surfboard heeft een mix van dezelfde hoogwaardige matte en glanzende afwerkingen die op al onze auto’s worden gebruikt. Het dek is versterkt met lichtgewicht ‘Black Dart’ koolstofvezel, geïnspireerd op het interieur in onze auto’s en voorzien van tonale logo’s in subtiele contrast-glans. “

Surfplanken lijken misschien een vreemde match voor een autobedrijf, maar dit is niet de eerste keer dat Tesla kleding met een totaal ander product komt. De website verkoopt bijvoorbeeld ook een kledinglijn voor mannen, vrouwen en kinderen, variërend in prijs van ongeveer 25 tot 100 dollar voor een jas.

De surfboards van Tesla worden op eBay inmiddels al aangeboden voor een paar duizend dollar per stuk. Het is niet bekend of Tesla zelf de planken nog eens op de markt brengt. 

Airbus en International SOS testen vervoer van medische apparaten via drones

Airbus en International SOS starten een gezamenlijk proefproject rond het transporteren van medische goederen via zowel onbemande drones als vliegtuigen. In het project wordt de haalbaarheid van dergelijke transport in verschillende omgevingen onderzocht.

International SOS is een bedrijf dat klanten helpt met taken rond de veiligheid en gezondheid van werknemers tijdens reizen naar het buitenland, waaronder afgelegen gebieden. Dit doet het bedrijf door medische hulp en veiligheidsdiensten te leveren aan klanten. Zo levert het bedrijf medische goederen en apparatuur af in zowel stedelijke als afgelegen gebieden. Binnen het proefproject wordt de haalbaarheid onderzocht van het transporteren van goederen met behulp van drones en vliegtuigen vanuit stedelijke naar landelijke gebieden en vanaf schepen naar het vaste land.

Pilotprojecten

In eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijkheid pilotprojecten op te zetten in Singapore en Indonesië. Hierbij wordt samengewerkt met zowel lokale luchtvaartautoriteiten als maritieme autoriteiten. Indien deze projecten succesvol zijn, wordt de samenwerking mogelijk uitgebreid naar andere locaties ter wereld waar International SOS actief is. 

De samenwerking is onderdeel van de Memorandum of Understanding (MoU) die beide partijen hebben ondertekend. Als onderdeel van deze MoU willen Airbus en International SOS ook kijken naar mogelijkheden om mobiele ziekenhuizen te ondersteunen en zowel satellietdiensten aan te bieden. 

Details voor het project ontbreken nog. Wel ligt voor de hand dat de gebruikte drones en vliegtuigen geleverd zullen worden door Airbus. Daarnaast melden de partijen dat de drones die zullen worden ingezet een maximaal laadvermogen van meer dan 5 kilogram zullen hebben. Airbus en International SOS spreken over ‘hub-to-hub’ logistieke diensten, wat doet vermoeden dat de drones op vaste locaties zullen opstijgen en landen. 

Bloed transporteren

Airbus en International SOS zijn niet de eerste partijen met het vervoeren van medische goederen en apparatuur met behulp van drones. Zo schreven we eerder over Matternet, dat eind vorig jaar is gestart met het inzetten van drones om bloed voor bloedtransfusies en diagnostische monsters te verschepen tussen ziekenhuizen in Zwitserland. Het bedrijf zet hiervoor de in eigen huis ontwikkelde Matternet M2 drones in, die een lading van maximaal 2 kilogram of vier liter kunnen vervoeren over een afstand van 2 kilometer.

De Matternet M2 drones landen op een hiervoor speciaal ontwikkeld station genaamd het Matternet Station. Dit station van ongeveer 2m² kan bijvoorbeeld op het dak van een ziekenhuis worden geplaatst en functioneert als een landingsplaats voor de M2 drones. Ook doet het station dienst als een soort luchtverkeersleiding voor drones en voorkomt dat drones met elkaar in botsing komen. De drones worden aangestuurd via de Matternet Cloud, waar ondermeer vliegroutes voor de drones worden gegenereerd.

Het project werd in eerste instantie uitgevoerd in de Zwitserse stad Lugano. Matternet maakte in juni bekend het project uit te breiden naar zowel Bern als Zürich. Daarnaast kondigde Matternet in juni eveneens aan tijdens een investeringsronde 16 miljoen dollar te hebben opgehaald. Onder andere vliegtuigfabrikant Boeing investeerde in het bedrijf.

Defibrillators sneller op locatie krijgen

Daarnaast schreven we over de dronestartup Flirtey, die in de Verenigde Staten met behulp van drones defibrillators vervoert naar mensen die een hartaanval hebben gehad. Dankzij de inzet van drones kunnen Automatische Externe Defibrillators (AED’s) sneller naar patiënten worden gebracht, zodat omstanders de apparaten direct kunnen inzetten om patiënten te defibrilleren en hun overlevingskans wordt vergroot. 

Het project wordt door Flirtey uitgevoerd in samenwerking met de Regional Emergency Medical Services Authority (REMSA). Deze organisatie levert in 11 Amerikaanse staten spoedeisende zorg. Zodra een melding van een hartaanval binnenkomt bij de meldkamer van REMSA stuurt de organisatie voortaan niet alleen een ambulance naar de patiënt, maar ook een drone met een AED. Doordat deze drone geen rekening hoeft te houden met het verkeer en daarnaast in een rechte lijn naar zijn bestemming kan vliegen, kan de drone een patiënt sneller bereiken dan een ambulance. Dit is van groot belang; na een hartaanval neemt de overlevingskans iedere minuut dat een patiënt later wordt gedefibrilleerd met 10% af.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Boeing (foto)
Bron: International SOS
Bron: Matternet
Bron: Flirtey

Lely International, KUKA en Perception Robotics winnen IERA Award

De Discovery 120 Collector schoonmaakrobot van het Nederlandse Lely International, de LBR Med robot van het Duitse KUKA en de Gecko Gripper van het Amerikaanse Perception Robotics zijn bekroond met een Innovation and Entrepreneurship in Robotics and Automation (IERA) Award. Wat zijn dit voor producten en welke mogelijkheden bieden zij?

De IERA Award wordt jaarlijks uitgereikt aan uitvinders met waarde-creërende ideeën en entrepreneurs die deze ideeën omzetten in producten. De award wordt gesponsord door de IEEE Robotica en Automation Society (IEEE/RAS) en de International Federation of Robotics (IFR). Lely wint de award voor zijn Discovery 120 Collector schoonmaakrobot voor koeienstallen, KUKA met zijn lichtgewicht LBR Med robot gericht op de medische sector en Perception Robotics met zijn op de gecko geïnspireerde Gecko Gripper. 

“De nauwe samenwerking tussen onderzoek en industrie is van groot belang voor de robotica-industrie”, aldus Junji Tsuda, President van de IFR. “Gebaseerd op modern wetenschappelijk onderzoek worden producten van wereldklasse ontwikkeld. Dit is gedemonstreerd door alle drie de winnaars.” De award is dit jaar uitgereikt aan drie verschillende producten. “Dit jaar streden verschillende uitmuntende toepassingen om de IERA Award”, legt Dominik Boesl van IEEE/RAS uit. “Onze winnaars in 2018 bieden uitmuntende technologische innovaties in verschillende industrieën. De jury heeft daarom dit jaar besloten de eerste plaats toe te wijzen aan drie verschillende winnaars.”

Discovery 120 Collector

Lely wint de award met zijn Discovery 120 Collector schoonmaakrobot voor koeienstallen. Deze robot navigeert via een vooraf geprogrammeerde route door een stal en vindt met behulp van ingebouwde sensoren zijn weg. De robot maakt geautomatiseerd dichte stalvloeren schoon. Dit doet de robot door zowel aan de voorzijde water op de vloer te spuiten om de mest vloeibaar te maken, waarna deze met behulp van een ingebouwde vacuümpomp wordt opgezogen. Vervolgens wordt aan de achterzijde van de robot opnieuw water gespoten om te voorkomen dat de stalvloer glad wordt. Zodra de ingebouwde tank vol is, rijdt de Discovery 120 Collector automatisch naar een ingestelde locatie waar de mest wordt gedumpt en zijn wateropslag opnieuw wordt gevuld. 

Het Nederlandse bedrijf wijst erop dat de robot mest niet vooruit duwt, maar opzuigt. Dit voorkomt mestophoping waardoor de vloer niet alleen schoner wordt, maar koeien ook schonere klauwen houden. Dit verbetert volgens Lely de gezondheid en het welzijn van de dieren. Daarnaast wijst het bedrijf erop dat koeien in een schone omgeving beter hun natuurlijk gedrag vertonen, waardoor bijvoorbeeld tochtigheid eerder geconstateerd kan worden. 

De routes die de robot aflegt en de frequentie waarmee wordt schoongemaakt kunnen worden afgestemd op het dagritme van het bedrijf en dat van de koeien om de impact op de bedrijfsvoering te minimaliseren. Routes kunnen worden aangepast via een mobiele applicatie.

In de onderstaande video wordt de werking van de Discovery 120 Collector gedemonstreerd. 

MDR Med robot

De LBR Med Robot Assistant van KUKA is gericht op de medische sector en is een robot die veilig kan worden gebruikt in de directe nabijheid van mensen. De robot wordt door KUKA geleverd als een robotcomponent dat door fabrikanten kan worden geïntegreerd in medische producten. Als onderdeel van deze producten kan de robot zorgverleners ondersteunen bij onder meer de rehabilitatie van patiënten of in operatiekamers. 

De robot is gebaseerd op de LBR iiwa collaboratieve robot van KUKA, een lichtgewicht collaboratieve robot die menselijke werknemers in industriële omgeving kan ondersteunen. De LBR Med is sinds 2017 in productie en is specifiek ontworpen voor de medische sector. Zo is de robot voorzien van biocompatibele en corrossiebestendige oppervlaktes en zijn alle kabels intern weggewerkt met het oog op hygiene. 

De LED Med kan worden voorzien van allerlei gereedschappen gericht op verschillende medische toepassingen. Denk hierbij aan minimaal invasieve chirurgie, orthopedische chirurgie en ultrasone beeldvorming. De robot kan zich dankzij geïntegreerde sensoren automatisch kalibreren, zonder dat hiervoor aanvullende apparatuur nodig is. De robot biedt een herhaalbaarheid van 0,1 tot 0,15 mm. 

Gecko Gripper

De Gecko Gripper is een grijper voor industriële robots gebaseerd op de werking van de poten van een gecko. Dit beest is in staat op gladde oppervlaktes te klimmen door gebruik te maken van elektromagnetische krachten tussen moleculen die Van der Waals krachten worden genoemd. De poten van een gecko zijn voorzien van microscopische haren, die samen een elektrisch veld kunnen opwekken. Door een grote hoeveelheid van deze haren te combineren is het mogelijk een grote draagkracht op te wekken.

Dit principe is NASA’s Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, California en de Britse Stanford University toegepast op robots. Hierbij lag de focus in eerste instantie op toepassingen in de ruimte. De technologie is vervolgens doorontwikkeld tot een commerciële oplossing door het Amerikaanse Perception Robotics, een bedrijf dat inmiddels samen met het Hongaarse OptoForce en het Deense On Robot het bedrijf OnRobot vormt. Het product is inmiddels beschikbaar als de Gecko Gripper en gericht op pick & place- en assemblagetoepassingen.

De Gecko Gripper lijkt in eerste instantie wellicht op een conventionele vacuümgrijper, maar biedt verschillende voordelen. Zo is de Gecko Gripper ook in staat materialen met gaten en poreuze werkstukken op te tillen. Ook maakt de grijper geen gebruik van een compressor en perslucht, maar juist van elektriciteit. Deze elektriciteit is uitsluitend nodig om de grijper een object te laten vastgrijpen of juist loslaten; zodra een object eenmaal is vastgepakt is geen elektriciteit meer nodig. Ook bij stroomuitval kan de robot een object hierdoor blijven vasthouden. 

In de onderstaande video wordt de werking van de Gecko Gripper gedemonstreerd. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: IFR (foto)
Bron: Lely International
Bron: KUKA
Bron: OnRobot

Van Oord gaat nieuwe innovatieve funderingen installeren in Duitsland

Van Oord heeft de financiering rond gekregen voor twee pilot-windturbines op offshore windpark Deutsche Bucht. Op het project wordt een nieuw type fundatie getest, de zogenaamde Mono Bucket, en voorzien van een 8.4 MW turbine.  Aanvullend op het Balance of Plant contract voor het windpark zal Van Oord ook verantwoordelijk zijn voor de productie en installatie van deze Mono Bucket funderingen. 

Northland Deutsche Bucht GmbH maakte onlangs bekend dat het Deutsche Bucht Mono Bucket pilot demonstrator (“Demo”) project financial close heeft bereikt. Deutsche Bucht is het derde offshore windpark op de Noordzee van het Canadese energiebedrijf Northland Power. Het wordt het eerste windpark waarbij dit nieuwe type fundering onder commerciële omstandigheden wordt uitgetest. De Mono Bucket fundering bestaat uit een stalen cilinder, de ‘suction-bucket’ genaamd, waarop een schacht is gemonteerd. Daarop worden een transitiestuk en een windturbine van 8,4 MW geïnstalleerd.

Voordelen

Het voordeel van de suction-bucket-constructie is dat de suction-bucket door middel van zijn eigen gewicht en een vacuüm stevig in de zeebodem wordt verankerd. Hierdoor hoeven er geen monopiles te worden geheid, zodat er geen maatregelen tegen geluidsoverlast hoeven te worden genomen, zoals bellenschermen. Dit heeft duidelijke milieuvoordelen, zoals minder verstoring voor de bruinvissen. Daarnaast kan de Mono Bucket aan het einde van zijn levensduur volledig van de zeebodem worden verwijderd.

Offshore-windpark Deutsche Bucht

Het windpark Deutsche Bucht zal in totaal 33 windturbines omvatten, waarvan 31 op monopiles en twee op Mono Buckets. Het moet een vermogen gaan leveren van 269 MW,  voldoende om circa 328.000 huishoudens per jaar van groene stroom te voorzien. De offshore-constructiewerkzaamheden voor het windpark gaan naar verwachting deze zomer van start. De Mono Bucket funderingen worden in het tweede kwartaal van 2019 geïnstalleerd. De planning is dat het windpark in de tweede helft van 2019 in gebruik wordt genomen.

Bron + foto’s: Van Oord

Nuon Solar Team onthult ’s werelds slimste zonneauto op ‘Zuid-Afrikaanse’ safari

Het Nuon Solar Team van de TU Delft heeft vorige week Nuna9S gepresenteerd, de nieuwe, intelligente zonneauto die in september deelneemt aan de Sasol Solar Challenge in Zuid-Afrika. In Safaripark Beekse Bergen testte het team een speciaal ontwikkelde eigen radar waarmee de zonnewagen zich aan kan passen aan de verschillende omstandigheden waarmee zij in Zuid-Afrika te maken krijgt. 

In Zuid-Afrika zijn de omstandigheden voor het rijden met een zonneauto behoorlijk uitdagend. Zo zijn er niet alleen bergen en valleien, grasland en woestijn, moderne snelwegen en stoffige, onverharde wegen, maar ook wilde dieren. Om deze verschillende condities het hoofd te bieden, werkten de studenten afgelopen maanden aan ’s werelds slimste zonneauto, Nuna9S. Door een innovatieve radar past de auto zijn rijgedrag aan zijn omgeving aan om zo veilig en duurzaam mogelijk te rijden. Het herkennen van auto’s, motorrijders en hellingen is al uitgebreid getest. Ook kan Nuna9S door middel van routedata vooruitkijken naar heuvels op de route en haar vermogen en snelheid daarop aanpassen. Zo kan deze intelligente zonneauto van de TU Delft zo energiezuinig mogelijk door de Zuid-Afrikaanse berglandschappen rijden. 

Laatste check

Voordat de studenten van de TU Delft hun innovatieve radar inbouwen in de nieuwste zonneauto Nuna9S, wordt zij eerst zorgvuldig getest op een van hun voorgaande auto’s. Als laatste check hebben de studenten dinsdag 24 juli in Safaripark Beekse Bergen getest hoe de radar reageert op dieren die ze in Zuid-Afrika kunnen tegenkomen. Na deze finale test kon dit laatste en belangrijkste onderdeel van Nuna9S worden ingebouwd in de auto.

Voordat de radar werd ingebouwd ín Nuna9S, werd deze getest op de voorgaande zonneauto te midden van Zuid-Afrikaanse dieren. De radar is gemonteerd op de neus van de auto. 

Jan Terlouw plaatst radar

De bekende oud-politicus, schrijver en ambassadeur van het Nuon Solar Team, Jan Terlouw, bracht speciaal voor de gelegenheid symbolisch de radar in de nieuwe auto aan en sprak enkele woorden over het belang van duurzaamheid, innovatie en ambities van jongere generaties. Terlouw is fervent pleitbezorger van een duurzame samenleving.

Sasol Solar Challenge

Het Nuon Solar Team van de TU Delft gaat 22 t/m 29 september 2018 meedoen aan de Sasol Solar Challenge in Zuid-Afrika. Daarbij zal het team niet alleen laten zien hoe je zonder gebruik van fossiele brandstoffen kunt rijden, maar ook hoe auto’s zuiniger en veiliger kunnen worden. De race voert in acht dagen over een afstand van ruim 4.500 km van Pretoria naar Stellenbosch.

Bron: TU Delft

Foto’s: Jan Willem de Venster.

Samsung maakt 'onbreekbaar' smartphone-scherm

Samsung heeft een scherm geïntroduceerd dat onbreekbaar zou zijn. Het OLED-scherm is inmiddels uitgebreid getest en goedgekeurd door een officiële Amerikaanse instantie.

Samsung Display liet het nieuwe scherm, dat afgelopen donderdag werd gepresenteerd, testen door Underwriters Laboratories (UL), een officieel testbedrijf voor OSHA, de Occupational Safety and Health Administration van het Amerikaanse ministerie van Arbeid. Het bedrijf gebruikte methoden volgens militaire standaarden om het apparaat te evalueren. Het liet het display onder andere 26 keer vallen van een hoogte van meer dan een meter. Ook werd het blootgesteld aan extreme temperaturen (-32 en 71 graden). In alle gevallen bleef het display intact.

OLED 

Het display bestaat uit een flexibel OLED-scherm aangevuld met een ‘onbreekbaar’ substraat. Daarnaast is het scherm voorzien van een plastic overlaag om extra bescherming te bieden. Dit is compleet anders dan bestaande flexibele displays, waarvan het venster bedekt is met glas en met veel impact kunnen versplinteren. 
“Het versterkte kunststofraam is vooral geschikt voor draagbare elektronische apparaten, niet alleen vanwege de onbreekbare eigenschappen, maar ook vanwege het lichte gewicht, de doorlaatbaarheid en de hardheid, die allemaal sterk op glas lijken”, zegt Hojung Kim, algemeen directeur van Samsung in een persbericht. 

Samsung publiceerde eerder deze week een video op YouTube waarin het ‘onbreekbare’ plastic paneel in actie werd getoond. Daarin vergelijkt een persoon het beeldscherm in het kunststof venster met alternatieven die zowel flexibele substraten als conventioneel glas gebruiken. Het duurzame paneel wordt vervolgens herhaaldelijk met een hamer geraakt en vertoont hierbij geen schade.

Om de lat een beetje op te hogen, werd het scherm ook meerdere keren neergelaten van een hoogte van 1,80 meter, aanzienlijk hoger dan de Amerikaanse militaire standaard. Ook daarin bleef het scherm aan zowel de zijkant als de voorkant in tact en werkend. 

Gorilla Glass

Het onbreekbare display zou concurrentie kunnen gaan vormen voor het zogenoemde Gorilla Glass van het Amerikaanse technologiebedrijf Corning. Deze technologie, die in de loop der jaren steeds meer werd gebruikt voor smartphones, wordt algemeen beschouwd als de marktleider op het gebied van schermbeveiligingstechnologie. Maar als het display van Samsung net zo goed is als dat van Samsung en UL, kan dit een echte concurrent zijn, zo stellen experts. 

Het is niet duidelijk wanneer de schermen daadwerkelijk in productie wordt genomen. Samsung heeft wel aangekondigd het vouwbare en onbreekbare scherm ook toe te willen passen op elektronische apparaten in bijvoorbeeld de autoindustrie, defensie en het onderwijs. 

Bron: Samsung/Tom’s Guide

Coöperatie DOOR en Oceanz onderzoeken mogelijkheden 3D-printing tegen voedselverspilling

Wereldwijd wordt ongeveer een derde van al het voedsel verspild. Telers, groothandels, supermarkten en overheid werken individueel of gezamenlijk aan het vraagstuk om deze verspilling tegen te gaan. Ondanks dat deze weggegooide volumes binnen het productieproces procentueel klein zijn, is het aantal kilo de moeite waard om oplossingen te vinden en zo te streven naar 100% gebruik van het product. 3D voedsel printen kan hierin een rol spelen. Coöperatie DOOR en Oceanz onderzoeken 100% productgebruik door in te spelen op toekomstige foodtrends, waaronder 3D printen.

Mix tussen twee groeimarkten

Vanuit het vraagstuk ‘voedselverspilling’ en het inspelen op ‘toekomstige foodtrends’ is Coöperatie DOOR (onafhankelijke telerscoöperatie van vruchtgroenten) met Oceanz 3D printing in gesprek gegaan om de mogelijkheden van het 3D printen van groenten gezamenlijk te onderzoeken. Beide partijen zien hier goede kansen in. Onlangs is officieel een start gemaakt om deze mogelijk- en onmogelijkheden te onderzoeken. Er ontstaat hierdoor een mooie mix tussen twee verschillende groeimarkten. De eerste resultaten worden binnenkort bekend gemaakt.

100% gebruik van het product

“Om de volumes optimaal te verwerken en toe te werken naar 100% gebruik, heeft Coöperatie DOOR verschillende projecten uitgezet om voedselverspilling vanuit de primaire productie zoveel mogelijk te verminderen. Denk aan gedroogde tomatenpartjes voor gebruik in restaurants & catering of de productie van tomaat als basis voor tapenade. Een stap verder gaat het onderzoeken naar mogelijkheden en oplossingen van 3D food printing in dit vraagstuk. Coöperatie DOOR wil 3D printen inzetten om het toekomstig doel ‘100% gebruik van het product’ te realiseren”, aldus Martijn Kesteloo, Business Developer bij Coöperatie DOOR. 

Professioneel 3D printen van voeding

Naar de technologische mogelijkheden van 3D voedsel printen wordt veel onderzoek gedaan. Op dit moment is het mogelijk om te printen met materialen op basis van bijvoorbeeld een suikermengsel, chocolade of een puree van verschillende ingrediënten. “Veel 3D food printing-projecten hebben nu nog een bepaald ‘fun-element’, maar uiteindelijk koersen we af op een professionele markt van 3D voedsel printen”, aldus Erik van der Garde, CEO van Oceanz 3D printing. “Zeker is dat we in de toekomst allemaal met 3D geprint voedsel te maken gaan krijgen.”

Waardevolle voedselconcepten

Naast het creëren van complexe, unieke vormen biedt 3D printen de mogelijkheid om waardevolle voedselconcepten te produceren. Zo is het mogelijk om gepersonaliseerde voeding te ontwikkelen, die afgestemd kan worden op bijvoorbeeld DNA-profiel, lichamelijke conditie, levensfase of smaakvoorkeur. Ook het 3D printen van vleesalternatieven op basis van duurzame grondstoffen behoort tot de mogelijkheden. Naast de mogelijkheid om in allerlei vormen te printen, zal een product ook andere karaktereigenschappen kunnen krijgen. Van complexe structuren en texturen tot producten met een unieke smaakbeleving.

Bron: Oceanz.

Supersnelle hardloopschoen Nike wakkert discussie over technologie in sport aan

Afgelopen zomer lanceerde Nike een nieuwe, naar eigen zeggen revolutionaire, hardloopschoen: de Nike Zoom Vaporfly 4%. Het bedrijf gaf daarbij de belofte dat renners dankzij het vernuftige ontwerp maar liefst 4% sneller zouden kunnen rennen dan hun concurrenten. De Amerikaanse krant The New York Times onderzocht dit statement uitvoerig en komt tot de volgende conclusie: de schoenen zijn écht sneller. Echter roept het her en der weer de vraag op of deze en andere technologische ontwikkelingen de sport er wel eerlijk en leuker op maakt.

De New York Times deed uitgebreid onderzoek naar de ‘supersnelle’ schoen van Nike. De krant onderzocht zo’n 500.000 resultaten van hele en halve marathons sinds 2014. Aan de hand van openbare wedstrijdverslagen en schoengegevens van Strava, een door hardlopers veel gebruikte fitnessapp, kwam de Times tot de conclusie dat hardlopers met Vaporflys 3 tot 4 procent sneller rennen dan vergelijkbare renners (renners die normaal gesproken ongeveer dezelfde resultaten halen) met andere schoenen. Bovendien waren ze ruim 1 procent sneller dan de hardlopers die de op een na snelste hardloopschoen op de markt droegen. 

Speciale tussenzool

De Vaporflys, die voor ongeveer 250 dollar verkocht worden, hebben, anders dan de meeste hardloopschoenen, een plaat van koolstofvezel in de tussenzool. Deze slaat energie op en geeft deze vrij bij elke stap. Het fungeert als het ware als een catapult om renners vooruit te duwen. Vergeleken met normale trainingsschoenen, lijkt het erop dat de Vaporflys wel sneller afdragen: sommige gebruikers stelden dat de schoenen hun effectiviteit al na zo’n 150 kilometer verloren. 

In het artikel over het onderzoek naar de schoen, stipt The New York Times ook een ander issue aan waar al langer over wordt gediscussieerd: wanneer zorgt technologische vooruitgang voor oneerlijke concurrentie binnen de sport? In het golf werden eerder bepaalde ballen verboden die rechter vliegen, de Amerikaanse NFL verbood het gebruik van een plakkerige substantie waarmee basketballers de bal beter konden vangen en in het zwemmen werden high-tech pakken verbannen waarvan werd gezegd dat ze zorgden voor een beter drijfvermogen en snelheid. Van de zwempakken werd aangenomen dat ze je zo’n 2% sneller lieten zwemmen, een beetje vergelijkbaar met het voordeel dat de Nike Vaporflys bieden ten opzichte van de daarop best presterende schoen. 

Er lijken internationaal geen duidelijke regels te zijn als het gaat om hardloopschoenen. De International Association of Athletics Federations stelt alleen het volgende: “schoenen mogen niet dermate gemaakt worden dat ze atleten een voor de concurrentie oneerlijke voordelen opleveren. Het is niet gespecificeerd om wat voor voordelen het gaat.

Data 

Overigens zorgen niet alleen ontwikkeling in de productontwikkelingen ervoor dat sporters beter gaan presteren. Ook digitale technologische ontwikkelingen helpen de sport vooruit. Zo gebruiken steeds meer sporters elektronische hulpmiddelen bij hun activiteiten. Uit onderzoek bleek dat ruim een derde van de Nederlandse sporters een app, activity trackers of smartwatch gebruikt om gegevens over hun inspanning vast te kunnen leggen. Technologieanalist Juniper verwacht dat de consumentenmarkt van sporttechnologische toepassingen in 2019 ruim 53 miljard dollar waard is. 

Op professioneel niveau lijkt de Formule 1 op dit moment de sport waarin de meeste data worden vastgelegd. Zo lezen we dat per raceauto sensoren bij elke Grand Prix meer dan 500 essentiële en ruim 13.000 aanvullende parameters registreren. “Gecombineerd genereren de 24 raceauto’s zo in totaal 40 gigabyte aan data per race, die via een ingenieus systeem real time naar de teams worden teruggekoppeld”, aldus Numrush.

Er zijn echter ook al sensoren en AI-toepassingen die een hersenschudding of blessure kunnen voorspellen. Verschillende sportclubs, waaronder Ajax en PSV, experimenteren met virtual reality. Via virtual reality kunnen de coaches bijvoorbeeld spelsituaties simuleren en zo zien waar dingen fout gaan. Vier camera’s registreren tijdens wedstrijden bovendien iedere beweging in het veld. 

Bron: The New York Times/Numrush/SAP

Foto: Nike

Energieneutraal sterrenkijken in de woestijn

Kort geleden is de Folly opgeleverd, een aantrekkelijk, roestig onderkomen dat een plaats heeft gevonden in het ruige woestijnlandschap van Joshua Tree in California. Het huis is niet aangesloten op het elektriciteitsnet en draait volledig op zonne-energie. Opmerkelijk is een van de slaapkamers waar het plafond is verwijderd. Bezoekers kunnen zo onder de blote sterrenhemel in slaap vallen.

De Folly bestaat uit twee delen met een totale vloeroppervlak van zo’n 80 vierkante meter en rust op de restanten van een oud verlaten huis. De stalen gevel krijgt in de woestijnomgeving een natuurlijke patina. De twee bouwdelen hebben een gezamenlijke veranda van hout met daarin verwerkt een verzonken bad en buitendouche. Het kleine gebouw is voorzien van de ‘sterrenkijk-kamer’.

We de trap naar boven beklimt, wordt beloond met een fraaie omgeving waarin het bed een centrale functie vervult. Verder bevinden zich hier een eetgedeelte, een open haard op bio-ethanol en een koelkast. Het grootste bouwdeel omvat een leef-/eetgedeelte  met een sofabed, keuken en toilet. Vanuit de badkamer is er ruim uitzicht over de woestijn. Een trap naar boven brengt de bezoeker naar een loft-slaapkamer met kastruimte en dakraam.

De Folly krijgt alle energie van zonnepanelen en is daarnaast voorzien van een regen-/afvalwatersysteem. De verlichting kan worden geregeld en het energieverbruik worden gemonitord met de iPhone of andere iOS-apparatuur.

Cohesion Studio, dat de Folly ontwikkelde, werkt momenteel aan vergelijkbare energieneutrale onderkomens in andere delen van California. De Folly is momenteel te huur via Airbnb.

Proef met flexibele zonnecellen in vangrail

Bij Heerhugowaard is een proef gestart met flexibele zonnecellen in een vangrail. Het is voor het eerst ter wereld dat er folie met zonnecellen is aangebracht op een vangrail. De komende tijd wordt langs de provinciale weg N194 bekeken of op een veilige en duurzame manier energie kan worden opgewekt voor wegverlichting en matrixborden, of voor levering aan het elektriciteitsnet. De proef duurt een jaar.

In totaal is een stuk van 72 meter vangrail voorzien van het speciale zonnefolie. Zonnecellen kunnen naast de bekende zonnepanelen ook ingebouwd worden in flexibele folies. Deze technologie is volop in ontwikkeling en het rendement wordt steeds beter. Gedeputeerde Elisabeth Post (Mobiliteit) in een persbericht van TNO: “Ik ben enorm trots dat wij in Noord-Holland de primeur hebben. Zonnecellen op en langs onze wegen vergroten de mogelijkheden om op nieuwe plaatsen zonne-energie op te wekken, lokaal te gebruiken en beschikbare ruimte slim te benutten.”

Praktijkproef

Onlangs werd de flexibele folie met zonnecellen aangebracht in de dubbele vangrail naast de provinciale weg N194 bij Heerhugowaard. Er zijn in deze proefopstelling twee soorten folies gebruikt om de resultaten te vergelijken: met een breedte van 37 cm en 50 cm. Eind juli volgt installatie van de elektrische apparatuur en het trekken van de kabels. Vorig jaar is ervaring opgedaan met een kleine pilot-opstelling. Dit gaf vertrouwen om de proef bij de N194, onderdeel van project N23 Westfrisiaweg, te bouwen. Nu is het wachten op de eerste resultaten, aldus TNO: “is en blijft er een goede elektriciteitsproductie? Blijft de folie goed functioneren langs een weg in alle seizoenen? Kunnen we de energie goed verzamelen en transporteren, ook als er bijvoorbeeld een onderdeel uitvalt?” Om op deze en andere vragen antwoord te geven, is er apparatuur geplaatst die veel data verzamelt van de pilot en die doorstuurt voor analyse. Of de proef met zonnecellen op de vangrail succesvol is, wordt najaar 2019 bekend. De volgende stap is dan om een onderzoek te doen op grotere schaal, langs verschillende soorten wegen.

Onderzoek flexibele folies

Het is bekend dat flexibele folies met zonnecellen bruikbaar zijn voor elektriciteitsproductie. Het rendement is iets minder dan van de bekende zonnepanelen. De toepassingsmogelijkheden zijn veel groter en de prestaties verbeteren snel dankzij nieuwe ontwikkelingen in materialen. De partners werken aan verschillende projecten om flexibele folies op allerlei plaatsen toe te passen. Ook wordt er gewerkt aan verbeterde productietechnieken en aan nieuwe technologieën met een hogere efficiency, waardoor zonne-energie goedkoper zal worden.

Het project wordt uitgevoerd door de provincie Noord-Holland, TNO, Solliance Solar Research, Heijmans, Femtogrid, Hogeschool van Amsterdam en wordt gesubsidieerd door de iDEEGO (innovatie Duurzame Energie en Energiebesparing Gebouwde Omgeving) regeling van de topsector Energie, gefaciliteerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Wegdek als energieopwekker

(Snel)wegen zijn al langer onderwerp van onderzoek als het gaat om het opwekken van energie door middel van zonnepanelen. Zo werden er vorig jaar langs de A50 bij Uden geluidsschermen met zonnepanelen geplaatst door Rijkswaterstaat. Het 400 meter lange geluidsscherm voorziet ongeveer 50 huishoudens van stroom.

Frankrijk is een paar jaar geleden gestart met het ‘bedekken’ van snelwegen met zonnepanelen. Het eveneens Franse bedrijf Colas ontwikkelde daarvoor de zogenoemde Wattway: een weg voorzien van een ultradun laagje siliconen om de zonnestralen op te vangen. De ‘matten’ van dit Franse bedrijf zijn eerder dit jaar ook aangelegd op de provinciale weg tussen het Utrechtse Kockengen en Portengen. De panelen weerstaan het gewicht van auto’s en zelfs vrachtauto’s en hebben geen slipgevaar.

Nederland had overigens een paar jaar geleden al de wereldprimeur van een energieopwekkend wegdek, namelijk het Solaroad fietspad in het Noord-Hollandse Krommenie.

Bron: TNO/Wattway.

Airbus toont eerste exemplaar vliegtuigsatelliet Zephyr

Airbus Defence and Space heeft vorige week de eerste geproduceerde Zephyr S HAPS vliegtuigsatellieten getoond. Dit gebeurde tijdens een vliegtuigshow in Farnborough. De Zephyr is de eerste onbemande vliegtuigsatteliet ter wereld.

Tijdens de presentatie van de eerste productie van de veelbelovende vliegtuigsatelliet maakte Airbus ook bekend een productiefaciliteit te openen voor de Zephyr. Dit is een belangrijke stap in het door Airbus intensief ingezette Zephyr-programma.

Complementair aan satellieten

Zephyr is ’s werelds toonaangevende, zonne-elektrische, stratosferische Unmanned Aerial Vehicle (UAV). Het maakt gebruik van de zonnestralen die uitsluitend op zonne-energie werken,  en opereert boven het conventionele luchtverkeer; het vult daarmee een capaciteitstekort van satellieten, UAV’s en bemande vliegtuigen om betaalbare en aanhoudende lokale satellietachtige diensten te bieden.

Vernoemd naar wijlen Chris Kelleher, de uitvinder van Zephyr, maakt de opening van productiefaciliteiten deel uit van een belangrijke focus van Airbus op het Zephyr-programma. De Kelleher-faciliteit vertegenwoordigt de eerste seriële HAPS-assemblagelijn wereldwijd.

Mijlpaal

“Vandaag vertegenwoordigt een belangrijke mijlpaal in het Zephyr-programma. De faciliteit is de thuisbasis van ’s werelds leidende Pseudo-satelliet en zal een showcaselocatie zijn, gekoppeld aan onze operationele vliegbases over de hele wereld. Het Zephyr S-vliegtuig heeft aantoonbaar jaren voorsprong op elk ander vergelijkbaar systeem en ik ben meer dan trots op het Airbus-team vanwege hun ongeëvenaarde succes. Vandaag hebben we een nieuwe toekomst voor stratosferische vlucht gecreëerd “, zei Dirk Hoke, Chief Executive Officer van Defence and Space.

Deze mijlpaal in het programma komt omdat het Zephyr-vliegtuig momenteel vliegt nadat het een paar dagen geleden vertrok naar zijn eerste vlucht uit Arizona, VS. Deze vlucht wordt ondersteund door zowel de Britse als de Amerikaanse regering en weerspiegelt de positie van het Britse Ministerie van Defensie als de eerste klant voor dit innovatieve en potentieel spelveranderende vermogen.

Eerste vlucht

De eerste vlucht van de Zephyr S is bedoeld om de vliegtuigcapaciteiten te bewijzen en te demonstreren, met een datum voor de landing die moet worden bevestigd zodra de technische doelstellingen zijn bereikt. Tot vandaag heeft het Zephyr-vliegtuig bijna 1.000 uren aan vlieguren geregistreerd.

Sophie Thomas, hoofd van het Zephyr-programma bij Airbus, voegt toe: “Ten eerste wil ik Defence Equipment & Support, de inkoopafdeling van het Britse ministerie van Defensie, bedanken voor hun voortdurende steun aan het Zephyr-programma. Zephyr biedt nieuwe mogelijkheden voor zien, voelen en verbinden voor zowel militaire als commerciële klanten. Zephyr biedt het potentieel voor een revolutie in rampenbeheer, inclusief het bewaken van de verspreiding van bosbranden of olielozingen. Het biedt permanente bewaking, volgt het veranderende omgevingslandschap van de wereld en biedt communicatie naar de meest onverbonden delen van de wereld. “

In de toekomst vliegt Airbus met Zephyr S vanaf hun nieuwe exploitatiesite op het vliegveld Wyndham in West-Australië. Dit is gekozen als de eerste lanceer- en herstellocatie voor de Zephyr UAV, voornamelijk vanwege het grotendeels onbeperkte luchtruim en betrouwbaar weer. De site is operationeel vanaf september 2018.

Bron: Airbus

BASF en Materialise werken samen om 3D-printmarkt vooruit te brengen

BASF gaat nauwer samenwerken met Materialise, een toonaangevende leverancier van 3D-printtechnologieën. BASF investeert bovendien 25 miljoen dollar (21,5 miljoen euro) in het Belgische bedrijf. BASF en Materialise werken samen om materialen en software voor 3D-printtechnologieën te optimaliseren en sneller op de markt te brengen. De focus ligt op consumentengoederen, maar ook op de auto- en luchtvaartindustrie. De overeenkomst biedt de mogelijkheid om sytematisch, op bredere schaal te testen en verdere optimalisatie door BASF van haar materialen op de machines en binnen de infrastructuur van Materialise.

Versnellen

‘’Onze bedrijven complementeren elkaar en onze samenwerking zal ons een betere positie geven om nieuwe opportuniteiten te vinden en te ontwikkelen’’ zegt Volker Hanmmes, Managing Director van BASF 3D Printing Solutions GmbH in een persbericht. BASF en Materialise zijn van plan om de ontwikkeling van innovatieve applicaties en nieuwe materialen te versnellen. ‘’Met de 3D-printmogelijkheden in Leuven en de innovatieve softwaremogelijkheden, heeft Materialise een uitstekende infrastructuur. Samen kunnen we onze krachten bundelen om de 3D-printsector te avanceren. Dit doen we door het ontwikkelen van nieuwe producten en technologieën, samen met onze partners en consumenten.’’ voegt Hammes toe.

‘’Om de acceptatie van 3D-printing als een aanvullende productietechnologie voor eindproducten te vergroten, vragen onze industriële klanten naar meer controle, meer keuze en uiteindelijk lagere kosten’’, zegt Fried Vancraen, Materialise CEO. ‘’We zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking, met een toonaangevende fabrikant van materialen, zal helpen om de acceptatie van 3D-printing in bestaande verticale markten te versnellen en dat dit daarnaast significante mogelijkheden in nieuwe markten zal creëren.’’

Revolutioneren

3D-printing is een transformationele technologie die de potentie heeft om gehele industrieën te revolutioneren. Dit komt, doordat 3D-printing het mogelijk en kostenefficiënt maakt om volledig geïndividualiseerde producten in massa te produceren. Het maakt tevens designoptimalisaties en functionele verbeteringen mogelijk (zoals het creëren van een lichter design) die onmogelijk te creëren zijn met standaard productietechnologieën. Het gevolg is dat steeds meer industrieën, waaronder de auto-, luchtvaart-, schoenen,- en brillenindustrie 3-printing toepassen om specifieke uitdagingen met betrekking tot productie op te lossen.

Over BASF
Bij BASF creëren we chemie voor een duurzame toekomst. Wij combineren economisch succes met milieubescherming en sociale verantwoordelijkheid. De meer dan 115.000 medewerkers van de BASF-groep leveren een bijdrage aan het succes van onze klanten in nagenoeg alle sectoren en bijna alle landen ter wereld. Ons productportfolio is onderverdeeld in vijf segmenten: Chemicals, Performance Products, Functional Materials & Solutions, Agricultural Solutions en Oil & Gas. BASF haalde in 2017 een omzet van ongeveer € 64,5 miljard. BASF is genoteerd op de beurzen van Frankfurt (BAS), Londen (BFA) en Zürich (AN).  

Over materialise
Materialise heeft 27 jaar ervaring in 3D-printing met een brede waaier aan software solutions en 3D-printing services, die samen de ruggengraat van de 3D-print industrie vormen. De open en flexibele oplossingen van Materialise zorgen ervoor dat spelers actief kunnen zijn in verschillende industrieën -zoals de zorgsector, de automobielsector, ruimtevaart, kunst en ontwerp, en consumptiegoederen- met het bouwen van innovatieve 3D-printtoepassingen die van de wereld een betere en gezondere omgeving maken. Met het hoofdkantoor in België en vestigingen wereldwijd, heeft Materialise de grootste groep software-ontwikkelaars in de industrie en één van de grootste 3D-printfaciliteiten ter wereld.  

Bron: BASF