maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Boessenkool wint innovatieprijs voor 'tractor-drone'

Machinefabriek Boessenkool uit Almelo is de winnaar geworden van de Nederlandse Innovatieprijs 2018. De uitreiking was woensdagavond 13 juni in het tv-programma De Wereld van Morgen. De machinebouwer wordt met name geprezen voor haar tractor-drone.

In het Scheveningse Kurhaus is de prestigieuze prijs overhandigd door ruimtevaarder André Kuipers. Jury roemt Boessenkool vanwege haar vooruitstrevende positie in haar markt. “Het bedrijf blinkt uit in creativiteit en innovativiteit en investeert fors in verschillende technologieën. Andere genomineerden voor de prijs waren KPN en internetbedrijf Youwe.

Vliegende tractor

Boessenkool ontwikkelde een enorme drone die een gewicht van 500 kilo kan tillen en verplaatsen. Deze drone is in te zetten voor bijvoorbeeld het besproeien van gewassen maar ook voor de bevoorrading in rampgebieden. “Bij Boessenkool ontwerpen en bouwen we niet alleen innovatieve oplossingen voor klanten, maar onze medewerkers mogen ook zelf producten bedenken. De enorme drone is ook zo ontstaan. Onze medewerkers hebben op eigen initiatief een product bedacht en ook nog een waar het Nederlandse leger serieuze mogelijkheden in zit. De drone is in te zetten voor allerlei logistieke doeleinden. Voor de ontwikkeling ervan werken we nauw samen met Defensie. Het wordt ook wel een vliegende tractor genoemd.’ Defensie is van plan om de drone in te zetten bij vervoer van gewonden.

De innovatieprijs wordt door Boessenkool beschouwd als een enorme steun in de rug. “Geweldig dat we deze prijs hebben gewonnen’, zo laat directeur Eelco Osse aan Tubantia weten. “Het geeft ons een enorme steun in de rug. Het zijn langdurende projecten waarin fors moet worden geïnvesteerd. En hierbij neem je wel enig risico.” 

Kroonjuwelen

De jury had mooie woorden over voor alle genomineerden van de prijs. “Deze bedrijven hebben allemaal unieke kenmerken. Ze hebben een sterke passie voor technologie, investeren veel in research & development. Het topmanagement gaat niet voor de korte termijn winstgevendheid maar voor de lange termijn innovatievermogen. Dat kun je alleen maar doen met hele goede medewerkers. Alle bedrijven investeren veel in de talenten van hun medewerkers. Dat maakt ze stuk voor stuk kroonjuwelen voor de Nederlandse economie. We zouden willen dat we meer van dit soort bedrijven hadden.” 
 

SmokeBot kijkt door rook heen

Eerder las je hier al over robots die branden blussen maar deze SmokeBot is net even wat anders. Het is het resultaat van een Europees project onder leiding van de Zweedse Örebro universiteit voor het uitvoeren van verkenningsmissies in omgevingen en gebouwen waar het zicht door rook beperkt is. Tijdens de verkenning stelt de SmokeBot een routekaart op de brandweermannen vervolgens kunnen gebruiken.

In de huidige vorm kijkt SmokeBot door dichte rook met behulp van een combinatie van stereo thermische camera, 3D radarcamera en een LiDAR-unit (Light Detection and Ranging). Beelden en andere gegevens worden real time naar een operator buiten het gebouw verzonden. Deze bestuurt de robot via een internetverbinding. Mocht de robot het contact met de operator verliezen, dat keert hij automatisch terug naar de laatste plek waar hij contact had met internet.

SmokeBot is verder voorzien van breedbandige gassensoren, waarmee hij het soort gas en de temperatuur en de concentratie ervan binnen het gebouw kan meten. Op grond van deze gegevens kunnen brandweerlieden tijdig worden gewaarschuwd voor explosiegevaar.

De SmokeBot is in eerste instantie ontwikkeld voor verschillende reddingsoperaties. Maar door de vele functies kan hij ook uitstekend voor andere toepassingen worden ingezet. Met de ontwikkeling en inzet van uiteenlopende sensoren, zou het toepassingsgebied zelfs nog groter kunnen worden. Er wordt zelfs ook al aan de inzet in de landbouwsector gedacht. In bepaalde landen is er nu al behoefte aan robots die in staat zijn om door stof te kijken. Gassensoren kunnen ook worden ingezet voor het meten van verschillende soort gasemissies.

Voordat hij kan worden gebruikt zal SmokeBot alleen nog wel wat aan snelheid moeten. Momenteel duurt het 15 tot 30 minuten voordat alle benodigde gegevens zijn verzameld. Dat is te lang om mensen uit een brand te kunnen redden.

VDL krijgt belangrijke rol bij proef elektrische distributie supermarkten

Verschillende supermarkten gaan experimenteren met elektrische distributie. Onder andere VDL gaat een belangrijke rol spelen in de proeftuinen. Zo ontwikkelt het voor Picnic, de snel groeiende bezorgsupermarkt, een kleinere e-truck, met als doel deze in serie te gaan produceren in een nieuwe Nederlandse fabriek.

Ook Jumbo en Albert Heijn zijn bezig met het opzetten van proeftuinen voor emissievrije distributie. VDL gaat de elektrische trekker plus de laadinfrastructuur voor de proeftuin van Jumbo leveren. AH gaat experimenteren met twee Daf-hybrides, drie volelektrische vrachtwagens van VDL en laadtechnologie van Heliox. De supermarkten krijgen subsidie voor hun projecten, die vallen onder De projecten behoren tot de goedgekeurde aanvragen de Demonstratieregeling Klimaattechnologieën en -innovaties (DKTI) in transport.

Picnic wil met zijn DKTI-project een emissievrij vrachtwagentje ontwikkelen voor stadsdistributie. Het gaat om een lichte bedrijfsauto in de N1-categorie, met een maximale massa van 3500 kilo. VDL Steelweld is daarbij verantwoordelijk voor de engineer van het voertuigplatform en in de toekomst mogelijke opschaling naar productie. Het werkt samen met TNO, dat zorgt voor de specificaties, de softwarearchitectuur en de energieplanning. VDL heeft plannen om naar aanleiding van het project uiteindelijk een nieuwe Nederlandse fabriek te bouwen waar tienduizenden emissievrije distributiewagens gebouwd kunnen worden. De helft daarvan is bestemd voor export. 

Proeftuin

Ook bij het elektrisch rijden-project van Jumbo is VDL betrokken. De supermarkt zet een DKTI-proeftuin op met een straal van vijftig kilometer rond zijn distributiecentrum in Veghel. VDL gaat hiervoor een volelektrische trekker en bijbehorende laadinfra leveren. De supermarktketen zorgt ook voor zijn eigen energie met lokale zonnepanelen en buffercapaciteit. Jumbo denkt uiteindelijk jaarlijks 18644 ton aan CO2-uitstoot te kunnen besparen. 

AH heeft zich als doel gesteld om al zijn winkels, inclusief Etos en Gall & Gall, schoon en stil te gaan bevoorraden in 2025. In dat jaar wil het alleen nog maar met emissievrije voertuigen rondrijden. In zijn DKTI-project richt het twee proeftuinen in vanuit zijn Zaandamse distributiecentrum, in Amsterdam en in de regio Amsterdam-Utrecht. In de ene proeftuin gaat transporteur Peter Appel rijden met twee hybride Dafs; voor de andere levert VDL twee elektrische trekkers aan Simon Loos en een aan Peter Appel. Heliox verzorgt de laadinfra en TNO monitort het project en analyseert de resultaten.

Transport

Tinie Manders en DHL gaaan in een kleiner DKTI-project emissievrij proefrijden tussen Veldhoven en EIndhoven Airport. Daarvor levert VDL een volelektrische truck aan. Het familiebedrijf is ook betrokken bij proeftuinen om de inzameling van afval milieuvriendelijker te maken en het vervoer over de weg in het algemeen te verduurzamen. Aan dit laatste project neemt ook collega-e-truckfabrikant Emoss deel. Het bedrijf uit Oosterhout doet verder mee aan een proeftuin voor elektrische koerierdiensten en aan de ontwikkeling van een elektrische betonmixer en van range-extenders voor e-trucks en voor een vuilniswagen op waterstof.

Onder de rest van 29 gehonoreerde aanvragen zitten meer waterstofprojecten. Zo gaat er subsidie naar tien nieuwe waterstoftankstations: in Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Groningen, Oude Tonge, Pesse, Rotterdam, Schiphol en Utrecht. Op dit moment telt Nederland nog maar een handjevol van dit soort stations, onder meer in Arnhem, Delfzijl, Helmond en Rhoon. Verder komt er een DKTI-proeftuin met vier waterstofvuilniswagens en een bijbehorend vulpunt in Amsterdam.

De DKTI Transport is een belangrijke stap voor het bereiken van de afspraken uit het Energieakkoord. De regeling loopt tot en met 2021. Voor 2017/2018 was er in totaal bijna zeventien miljoen euro beschikbaar. Proeftuinen krijgen maximaal twee miljoen subsidie, waarvan een miljoen voor investering in infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. Experimentele ontwikkelingen ontvangen ten hoogste een half miljoen.

 

Bron: Mechatronica & Machinebouw
Foto: VDL
 

Gemeente Utrecht laat station poetsen door robot

De gemeente Utrecht heeft onlangs een contract getekend voor de reinigingsrobot van UT-start-up KITE ROBOTICS. Deze kleine robot wordt in eerste instantie ingezet voor het reinigen van de overkapping van de trappen van de Stationshal van Utrecht CS.

De gemeente Utrecht tekende onlangs een contract voor de reinigingsrobot van UT-start-up KITE Robotics. Het gaat specifiek om het reinigen van de overkapping van de trappen van de Stationshal van Utrecht CS naar de nieuwe trambaan. Al in een vroeg stadium is de gemeente Utrecht op zoek gegaan naar de meest efficiente maner van onderhoud. “Eenvoudig automatisch schoonmaken met de reinigingsrobot geeft verlichting tijdens de exploitatie van het gebouw.”

Alexander Schütte, gemeente Utrecht: “Duurzaamheid, efficiency en veiligheid, zijn voor ons belangrijke overwegingen bij het maken van systeemkeuzes. Vooral de slechte bereikbaarheid van de overkapping en de kostenbesparing die we hiermee in de exploitatiefase realiseren waren voor ons doorslaggevend bij het maken van de keuze voor de reinigingsrobot. Tevens is het eenvoudiger om de schoonmaakfrequentie te verhogen. Dat betekent een schonere omgeving voor de reizigers.”
 

Smart buildings

Het was Stefan Spanjer die tijens zijn studie op het idee van de robot is gekomen. “Ik studeerde werktuigbouwkundige/mechatronica aan de UT toen het idee is ontstaan”, zegt de directeur van KITE Robotics: “Ik was er toen al van overtuigd dat robotica de toekomst zou zijn voor smart buildings. We zijn blij dat de gemeente Utrecht voor de robot heeft gekozen. De robot creëert veiligere omstandigheden en schonere gebouwen, zodat de leef- en werkomstandigheden er voor iedereen op vooruit gaan.”

Klik op de afbeelding om een video over de poetsrobot te zien
Klik op bovenstaande afbeelding om een video over de poetsrobot te zien. 

Over Kite Robotics

KITE Robotics is gespecialiseerd in het vervaardigen van robots voor het reinigen van gevels en daken van gebouwen op een snelle, precieze, veilige en kostenbesparende wijze. KITE Robotics werkt samen met de Universiteit Twente en nam reeds diverse innovatieve awards in ontvangst, zo is het bedrijf bijvoorbeeld onlangs in de top 3 geëindigd bij de Provada start up battle.

Technologie

Het ontwikkelen van smart buildngs is een belangrijke ontwikkeling in de bouw. Gebouwen worden afsgetemd op de wensen van de gebruiker of gebouweigenaar. Het gaat dan bijvoorbeeld over energieverbruik, persoonlijk klimaat, aanwezigheidsdetectie, goede parkeerplekken en optimale inzet van flexibele werkplekken.Het is vaak de technologie die ervoor zorgt zorgen dat dit gerealiseerd kan worden.  “Wendbaarheid en flexibiliteit zijn hierin twee sleutelwoorden”, stelt beroepsvereniging FMN in een persbericht. 

 

Bron + foto/video: Kite Robotics 

 

Zwolle krijgt eerste fietspad van gerecycled plastic

Nederland heeft opnieuw een wereldprimeur te pakken. Zwolle krijgt de allereerste PlasticRoad, een weg op basis van gerecycled plastic. In september moet het eerste fietspad van plastic in Zwolle een feit zijn. Een paar maanden later volgt het tweede fietspad elders in de provincie. PlasticRoad hoopt uiteindelijk heel Nederland te veroveren.

Het concept PlasticRoad werd in 2015 gelanceerd door marktleider in de wegenbouw KWS (een Koninklijke VolkerWessels onderneming). In 2016 sloot KWS een partnerschap met Wavin en Total voor de verdere ontwikkeling van de PlasticRoad. De provincie Overijssel en de gemeente Zwolle zien een grote potentie in de PlasticRoad als oplossing voor de toekomstige uitdagingen en ambities. Beide partijen stimuleren innovatie om ondernemers met vernieuwende en duurzame ideeën een kans te geven deze in de praktijk te realiseren. Hiermee dragen beide overheden bij aan een circulaire economie. Door de eerste klant te zijn van innovatieve ondernemers kan een nieuw product in de praktijk worden getoetst op technische en economische haalbaarheid.

De weg naar de PlasticRoad

De exacte locatie van de twee pilots wordt nog onderzocht. De fietspaden worden ongeveer 30 meter lang. De PlasticRoad is een weg gemaakt van prefab elementen, waarin een holle ruimte zit voor kabels en leidingen en waterafvoer. De afgelopen jaren is door de PlasticRoad-partners KWS, Wavin en Total intensief gewerkt aan het uitwerken en testen van het concept. Tijdens de tests lag de focus met name op het technische vlak zoals de draagkracht van de modulaire PlasticRoad-elementen, de ideale mix van gerecycled kunststof en het meest optimale ontwerp van de holle ruimtes. Daarnaast is veel onderzoek gedaan naar de milieu-impact van het concept. Op dit moment zijn de resultaten dusdanig positief dat de eerste pilots werkelijkheid kunnen worden. Deze pilots markeren een belangrijke stap voor het verdere ontwikkelingsproces van de PlasticRoad. Uit onderzoek moet ook nog gaan blijken wat de beste manier is om de prefab onderdelen aan elkaar te koppelen. 

In de realisatie van het fietspad moet ook met nog enkele andere kwesties rekening gehouden worden. Plastic is van nature bijvoorbeeld niet stroef genoeg. “In de wegenbouw (asfalt) hebben we veel kennis en ervaring in het omgaan met (en gebrek aan) stroefheid”, aldus KWS op de speciaal opgezette PlasticRoad-website. “Deze kennis kunnen we goed gebruiken om de PlasticRoad stroef genoeg te maken. We onderzoeken eerst of we het kunststof zélf stroef genoeg kunnen maken. Als dit niet mogelijk is, kunnen we ook een zand of steenslag in het oppervlak van de PlasticRoad verwerken (drukken, persen), waardoor de weg alsnog voldoet aan de vereiste stroefheid.”

Doorbraak

Anne Koudstaal en Simon Jorritsma, bedenkers van de PlasticRoad en werkzaam bij KWS lichten toe: “Na lang ontwerpen, testen en doorontwikkelen zijn we ontzettend trots dat onze PlasticRoad er nu écht gaat komen. Samen met de provincie Overijssel en de gemeente Zwolle zetten we als PlasticRoad-partners de stap naar een duurzamere wereld met dit eerste PlasticRoad-fietspad.”

 

Bron: Volker Wessels

Bijna 9 op de 10 in mei geregistreerde stekkerauto's is volledig elektrisch

1.311 nieuwe zogeheten stekkerauto's – personenvoertuigen die met behulp van een stekker worden opgeladen – zijn in mei op de Nederlandse wegen verschenen. Dit is 123% meer ten opzichte van dezelfde periode in 2017. 88% van de stekkerauto's die in mei werden geregistreerd worden volledig elektrisch aangedreven (FEV).

Dit blijkt uit cijfers van CleanTechnica. De best verkopende stekkerauto in mei was de Nissan Leaf, waarvan er 264 nieuwe exemplaren werden geregistreerd. Ook Tesla doet het goed en staat met twee modellen in de top 3. De Tesla Model S neemt met 254 geregistreerde exemplaren de tweede plaats in beslag, terwijl de Tesla Model X met 173 stuks op de derde plaats staat. De top 5 bestaat verder uit de Volkswagen e-Golf (119 stuks) en BMW i3 (85 stuks). 

Goede maand voor Tesla

CleanTechnica wijst erop dat onder andere Tesla hiermee goed presteert; beide modellen van het bedrijf werden in mei in Nederland vaker geregistreerd dan ooit tevoren. Dit versterkt volgens de website de theorie dat Tesla zich in het tweede kwartaal van 2018 in belangrijke mate richt op exportmarkten, waaronder Nederland. Tesla doet dit vermoedelijk in een poging de verkoop van Tesla’s in de Verenigde Staten (VS) af te remmen, met als doel de mijlpaal van 200.000 exemplaren pas in juli in plaats van juni te bereiken. Dit is van belang voor het bedrijf, aangezien Amerikaanse klanten momenteel 7.500 dollar belastingvoordeel krijgen op de aanschaf van een Tesla. Dit voordeel wordt uitgefaseerd zodra het bedrijf in de VS meer dan 200.000 modellen aan de man heeft gebracht.

Als we kijken naar de eerste vijf maanden van 2018 ziet de top 5 er anders uit. In dit overzicht gaat Tesla met de Tesla Model S aan de leiding; in totaal werden 1.113 exemplaren van dit voertuig in 2018 in Nederland geregistreerd. De Volkswagen e-Golf staat met 1.036 exemplaren op de tweede plaats, gevolgd door de Nissan Leaf (991 stuks), Hyundai Ioniq Electric (696 exemplaren) en de Tesla Model X (570 stuks). 

Aantal FEV’s groeit steeds sneller

Het beeld dat de cijfers van CleanTechnica laat zien komt overeen met recente cijfers van het CBS. Hieruit blijkt bleek dat het aantal volledig elektrische personenauto’s in Nederland in een jaar tijd met bijna 60% is gestegen. Dit segment groeit hiermee fors sneller dan plug-in hybride voertuigen (PHEV’s), waarvan het aantal exemplaren op de Nederlandse wegen in 2017 met 1,6% is gestegen. Een trend die al langer zichtbaar is zet hiermee door: de groei van het aantal PHEV’s in Nederland vlakt af, terwijl het aantal FEV’s juist steeds sneller groeit. 

Naast PHEV’s zijn er ook reguliere hybride voertuigen beschikbaar, die doorgaans zijn voorzien van onder andere systemen die tijdens het remmen energie terugwinnen. Deze voertuigen worden nog altijd meer verkocht dan PHEV’s. Als reguliere hybride voertuigen worden toegevoegd aan de top 5 elektrische voertuigen die in mei in Nederland werden geregistreerd, worden de eerste drie posities in beslag genomen door reguliere hybride’s. De Toyota Yaris Hybrid staat met 678 geregistreerde exemplaren op de eerste positie, gevolgd door de Kia Niro HEV met 517 geregistreerde voertuigen. De Toyota C-HR Hybrid staat op de derde positie (433 stuks), gevolgd door de Nissan Leaf en Tesla Model S met respectievelijk 264 en 254 exemplaren.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: CleanTechnica
Bron: CBS 
Bron foto: Pixabay IADE-Michoko

Aston Martin nu ook onderwater

Aston Martin staat bij velen bekend als de ultieme en super-de-luxe sportauto – razendsnel en prachtig afgewerkt. Maar binnenkort kunnen we wellicht ook onderwater van het merk genieten. Vorig sloeg het bedrijf de handen ineen met Triton Submarines voor de ontwikkeling van de duikboot met de prestaties en styling van de bekende sportwagen. De ontwerpfase maakte recent plaats voor de productiefase.

Aston Martin en Triton hebben de afgelopen periode hard gewerkt aan de juiste balans en hydrodynamica maar ook aan de stijl en het luxueuze interieur. Het resultaat is een duikboot die de solide eigenschappen van Triton combineert met de prestaties en finesse waar Aston Martin om bekend staat.

Eén ding staat als een paal boven water: de duikboot zal nooit de snelheden halen waartoe de bekende auto’s van Aston Martin in staat zijn. Maar met een top die iets boven de 5 knopen ligt (9,2 km/uur) is het vaartuig nog altijd aanzienlijk sneller dat de 3 knopen topsnelheid van andere driepersoons onderzeeboten van Triton.  De bedrijven hebben bovendien aangegeven dat de duikboot vier keer sneller acceleert dan een andere duikboten uit deze klasse van het Triton-programma, zoals de 3300/3. De maximale duikdiepte bedraagt 500 m. Waar nog geen gegevens over zijn vrijgegeven is de aandrijflijn.

Achter de acryl overkapping gaat een interieur schuil dat de naam Aston Martin mag dragen. De handgestikte leren stoelen voor de kapitein en twee passagiers worden aangevuld met een luxe afwerking van koolstofvezel. De personalisering-service die bekend is van de auto’s, ‘Q by Aston Martin’, zal ook de kopers van dit onderwater-vaartuig voorzien van maatwerk.

Fastbrick Robotics zet belangrijke stap in ontwikkeling metselrobot

Het Australische Fastbrick Robotics maakt bekend de mechanische constructie van zijn Hydrian X te hebben afgerond. Hydrian X is een metselrobot die per uur ruim 1.000 bakstenen kan metselen.

Fastbrick Robotics is een bedrijf gevestigd in Perth, een stad in het noorden van Australië. In deze regio is een fors tekort aan metselaars; de gemiddelde leeftijd van metselaars in Perth loopt snel op aangezien er nauwelijks nieuwe instroom in de markt is. Fastbrick Robotics wil dit tekort oplossen met behulp van zijn metselrobot: de Hydrian X. Deze robot is tien jaar in ontwikkeling geweest en heeft miljoenen dollars gekost. 

Speciaal soort bakstenen

De Hydrian X bestaat uit een vrachtwagen die via de weg naar een bouwplaats kan worden gereden. De metselrobot kan per uur 1.000 bakstenen metselen, waarbij de bakstenen automatisch voorzien worden van specie en op de muur worden geplaatst. De bakstenen die de robot gebruikt kunnen in elkaar worden gehaakt, waardoor alleen aan de onder- en bovenzijde specie hoeft te worden aangebracht. Deze bakstenen zijn ongeveer twaalf keer groter dan reguliere bakstenen en maken onderdeel uit van het Fastbrick Wall System. De grotere afmetingen van de bakstenen zorgen volgens Fastbrick Robotics voor een hogere thermische efficiëntie van de woning en een sterkere structuur. 

Doordat de robotarm dertig meter lang is, kan de robot bij de meeste projecten bakstenen op iedere gewenste locatie op de te bouwen muren plaatsen zonder dat de vrachtwagen hiervoor verplaatst hoeft te worden. Fastbrick Robotics stelt dat de Hydrian X in slechts twee dagen tijd een volledige woning kan metselen. Om te voorkomen dat de nauwkeurigheid van de robot wordt beïnvloed door factoren als wind en vibraties wordt gebruik gemaakt van de Dynamic Stabilisation Technology (DST), een stabilisatietechnologie die door Fastbrick in eigen huis is ontwikkeld.

De metselrobot kan geheel autonoom muren metselen aan de hand van een 3D-ontwerp, dat wordt gemaakt in SOLIDWORKS. Met behulp van de The Architectural Designer (TAD) add-on voor SOLIDWORKS wordt de robot aan de hand van dit ontwerp geprogrammeerd, waarna deze zonder verdere input van de mens de gewenste muren kan metselen. 

Investering van Caterpillar

Het Amerikaanse Caterpillar investeerde in 2017 2 miljoen dollar in het bedrijf om de ontwikkeling van de metselrobot te ondersteunen. In het Memorandum of Understanding dat de partijen hiervoor hebben getekend heeft Caterpillar een optie vastgelegd om in een later stadium nog eens 8 miljoen dollar in het Australische bedrijf te steken. Samen met Caterpillar werkt Fastbrick Robotics aan het commercialiseren van zijn technologie, waarbij ook wordt gekeken naar de mogelijkheid aanvullende diensten rond de metselrobot op de markt te brengen. Wanneer de Hydrian X op de markt wordt gebracht is niet bekend.

Fastbrick Robotics voerde eerder in Perth een proefproject uit met Hydrian X. Hierbij is in samenwerking met het bedrijf Archistruct Builders & Designers met behulp van de Hydrian X een woonhuis gebouwd. In de onderstaande animatie wordt de werking met de Hydrian X gedemonstreerd. 

Planning

Nu maakt Fastbrick Robotics dus bekend de mechanische constructie van de Hydrian X definitief te hebben afgerond. In het derde kwartaal van 2018 wil het bedrijf een test met DST hebben afgerond om de toepasbaarheid van deze stabilisatietechnologie in de Hydrian X en andere producten aan te tonen. Ook het Fastbrick Wall System moet in het derde kwartaal zijn afgerond. In het vierde kwartaal staat een nieuw proefproject op de planning, waarbij een huis met drie slaapkamers en twee badkamers wordt gebouwd. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Fastbrick Robotics (foto)
Bron: Caterpillar

Team VIRTUe bouwt slim en duurzaam huis dat mens en technologie verbindt

Een interactieve klok die het energieverbruik aangeeft, het gebruik van gelijkstroom om energie te besparen, een grote, gedeelde ruimte die wonen efficiënt en sociaal maakt: het zijn slechts enkele kenmerken van de innovatieve en duurzame woning die het studententeam VIRTUe van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) heeft gebouwd op de TU/e-campus. Met dit huis vertegenwoordigen ze Nederland in de internationale bouwwedstrijd Solar Decathlon, in november in Dubai. Maandag 4 juni werd de woning officieel geopend, tijdens de Dutch Technology Week. 

Bewoners verbinden met technologie en met elkaar. Dat is wat VIRTUe – een team van ruim 40 studenten van de TU/e en Fontys Hogeschool – wil bereiken met het door henzelf ontworpen woongebouw genaamd LINQ. Het is een appartementencomplex met meerdere verdiepingen, waarbij een ‘deeleconomie’ voor bewoners centraal staat.

“De kamers zijn van elkaar gescheiden door een grote, gedeelde ruimte die bewoners met elkaar in contact brengt”, zegt Ellen van den Bersselaar, project manager van VIRTUe. “Hier is veel groen – ‘een verticale tuin’ – en de mensen delen hier faciliteiten zoals een keuken, wasruimte en sportschool.” Dit stimuleert volgens het team een diverse en sociale gemeenschap, maar bespaart ook energie en woonkosten.

Etalage

Met LINQ vertegenwoordigen de studenten Nederland in de internationale bouwwedstrijd Solar Decathlon Middle East 2018 in Dubai, die op 14 november begint. Tijdens de wedstrijd bouwt het team één van de woningen uit het complex daadwerkelijk op. Het gaat om de bovenste woning die het schuine dak met zonnepanelen bevat: dankzij de licht hellende hoek is de energieopbrengst maximaal en ontstaat er schaduw en koelte in het gebouw.

“Met deze woning geven we ook een etalage van alle technologie en innovatie die het hele gebouw bevat”, zegt Van den Bersselaar. Zo bevat het appartement één centrale module die alle technologische installaties bevat, zoals elektriciteit en water. Een slim systeem laat bewoners via een interactieve klok doorlopend zien hoe het huis ‘presteert’. Ook maakt het huis gebruik van gelijkstroom, in plaats van het conventionele wisselstroom. “Wisselstroom was ooit de beste optie om over lange afstanden stroom te transporteren, maar nu halen we onze energie direct uit zonnepanelen. Dan is gelijkstroom een stuk efficiënter”, aldus Van den Bersselaar.

Officiële opening

Als voorbereiding op de wedstrijd heeft VIRTUe hun woning op de campus van de TU Eindhoven alvast een keer opgebouwd, op het grasveld voor het Auditorium. Op maandag 4 juni, tijdens de Dutch Technology Week, zal de woning officieel geopend worden. De rest van de week zijn er verschillende activiteiten in de woning voor crowdfunders, zoals een escape room, kookworkshop en overnachtingen. Vrijdag en zaterdag is de woning open voor publiek.

De Solar Decathlon is een internationale bouwwedstrijd voor universiteiten gericht op de promotie van innovatief en duurzaam bouwen. Teams krijgen tien dagen de tijd om hun huis op te bouwen. Vervolgens worden alle ontwerpen beoordeeld op tien verschillende categorieën – vandaar de naam ‘decathlon’ – zoals architectuur, energieverbruik en innovatie. Er is een overall-winnaar en deelwinnaars per onderdeel. De totale prijzenpot bedraagt ongeveer 2,3 miljoen euro. In totaal doen 21 teams mee uit 16 landen van over de hele wereld.

 

Bron: TUe/e.
Foto: Team VIRTUe

ING Energierobot voorkomt massale energieverspilling in gebouwen

Van alle duurzaam opgewekte energie in Nederland wordt ongeveer 50% door gebouwen verspild. Doordat 70% van de klimaatinstallaties onjuist is afgesteld, staat bijvoorbeeld in gebouwen in de zomer de verwarming aan, of worden ze gekoeld of verlicht terwijl er niemand meer in het pand is. Verduurzaamde gebouwen met energielabel A kunnen hierdoor toch het verbruik van een G-label hebben. Daarom introduceert ING de Energierobot.

Automatisch verspilling detecteren 

De energierobot maakt gebruik van algoritmes en de gegevens van slimme energiemeters van gebouwen en vergelijkt volledig geautomatiseerd die gegevens de hele dag en nacht door met een exacte benchmark van het specifieke gebouw. Hiermee wordt tot 15% aan energiebesparingsmogelijkheden geïdentificeerd, dat is de helft van het totaal van de duurzaam opgewekte energie in Nederland.

Hoewel het opsporen en voorkomen van energieverspilling in gebouwen veruit de goedkoopste maatregel is om CO2-uitstoot te reduceren, heeft dit onderwerp vaak geen prioriteit, mede omdat de verspilling ook niet goed zichtbaar is. Daarom biedt ING de Energierobot aan voor alle klanten van de vastgoedtak ING Real Estate Finance (ING REF).

Onnodige CO2-uitstoot vermijden

Beheerders, installateurs, energiebedrijven en gebruikers weten hierdoor snel en goedkoop hoe ze het energiemanagement in hun gebouwen kunnen verbeteren. Daardoor is er minder energie en onderhoud nodig, verouderen installaties minder snel en wordt onnodige CO2-uitstoot vermeden. Daarnaast valt met de Energierobot ook te voldoen aan de sinds 1 januari voor veel gebouwen geldende wettelijke verplichting om een energiemonitoringsysteem te hebben.

Grote impact 

Voor de vastgoedportefeuille die door ING REF wordt gefinancierd, kan hiermee in potentie jaarlijks € 30 miljoen aan energiekosten en 92.000 ton aan CO2-uitstoot worden bespaard, zonder dat hiervoor extra investeringen bij klanten van ING nodig zijn. Peter Göbel, Directeur ING Real Estate Finance Nederland: “In de praktijk verbruiken veel gebouwen aanzienlijk meer energie dan op basis van hun energielabel mag worden verwacht. Om de oorzaken van de nog steeds grootschalige energieverspilling in gebouwen inzichtelijk te maken én er wat aan te doen, introduceert ING voor haar vastgoedklanten de Energierobot. ING ziet het als marktleider in vastgoedfinanciering in Nederland als haar taak eigenaren en gebruikers van vastgoed te helpen hun vastgoed respectievelijk te verduurzamen én duurzaam te gebruiken.”

Partnership 

De ING Energierobot is ontwikkeld in samenwerking met verduurzamingsadviesbureau CFP Green Buildings. Bram Adema, directeur van CFP: “Tot dusver was de aanpak van energieverspilling in gebouwen tijdrovend. Er zijn ook niet genoeg energieconsultants om de meer dan 500.000 gebouwen in Nederland in de gaten te houden. Daarom hebben we een robot ontworpen die dit 24/7 volledig automatisch kan. Omdat de robot het meest tijdrovende werk al heeft gedaan, kunnen installateurs en energieconsultants efficiënter werken en grotere impact hebben.”

Duurzame vastgoedportefeuille

De ING Energierobot is een nieuwe ontwikkeling die volgt op de twee jaar geleden door ING gelanceerde digitale online duurzaamheidsscan tool die ING REF toen ook in samenwerking met CFP Green Buildings aan al haar klanten ter beschikking heeft gesteld. Dat was een van de grootste verduurzamingsinitiatieven op de Nederlandse vastgoedmarkt, aangezien ING REF in Nederland circa 30.000 gebouwen financiert met bij elkaar meer dan 17 miljoen vierkante meter aan onroerend goed. Daarbij betaalde ING de verstrekking van het energielabel voor het verduurzaamde gebouw.

“In de praktijk verbruiken veel gebouwen aanzienlijk meer energie dan op basis van hun energielabel mag worden verwacht”, aldus Peter Göbel , directeur ING Real Estate Finance Nederland. “Om de oorzaken van de nog steeds grootschalige energieverspilling in gebouwen inzichtelijk te maken én er wat aan te doen, introduceert ING voor haar vastgoedklanten de Energierobot. ING ziet het als marktleider in vastgoedfinanciering in Nederland als haar taak eigenaren en gebruikers van vastgoed te helpen hun vastgoed respectievelijk te verduurzamen én duurzaam te gebruiken.”

“Tot dusver was de aanpak van energieverspilling in gebouwen tijdrovend”, zegt Bram Adema , directeur van CFP. “Er zijn ook niet genoeg energieconsultants om de meer dan 500.000 gebouwen in Nederland in de gaten te houden. Daarom hebben we een robot ontworpen die dit 24/7 volledig automatisch kan. Omdat de robot het meest tijdrovende werk al heeft gedaan, kunnen installateurs en energieconsultants efficiënter werken en grotere impact hebben.”

Bron + foto: ING

 

Philips neemt bedrijf gespecialiseerd in 3D-hartbeelden over

Philips neemt EPD Solutions over, een bedrijf dat is gespecialiseerd in systemen waarmee in real-time 3D-beelden van de hartfunctie kunnen worden gemaakt. De apparatuur van het bedrijf helpt hartritmestoornissen te behandelen.

Het Nederlandse Philips betaalt 250 miljoen euro voor EPD Solutions. Indien het nieuwe dochterbedrijf bepaalde doelstellingen weten te realiseren kan dit bedrag verder oplopen tot 460 miljoen dollar. EPD Solutions is opgericht door Shlomo Ben-Haim, die eerder als hoogleraar Medicijnen, Fysiologie en Biofysica verbonden was aan de Amerikaanse Harvard University en de Israëlische technische universiteit Technion. 

Biosense

Ben-Haim is geen onbekende in de wereld van medische technologie. Hij is betrokken geweest bij het oprichten van meerdere bedrijven die gespecialiseerd zijn in medische apparatuur en biomedische wetenschappen. Zo richtte Ben-Haim eerder Biosense op, een bedrijf dat een oplossing ontwikkelde om 3D-kaarten van het hart te maken. Dit bedrijf werd door de hoogleraar voor 427 miljoen dollar verkocht aan Johnson & Johnson, die de technologie van Biosense combineerde met de Webster katheter. Het bedrijf gaat sindsdien als Biosense-Webster door het leven en is een belangrijke groeimotor voor Johnson & Johnson. 

Nu wordt dus opnieuw een bedrijf van Ben-Haim overgenomen door een grote speler in de markt. Frans van Houten, CEO van Royal Philips, wijst erop dat de systemen van EPD Solutions gedetailleerde anatomische informatie van het hart in 3D kunnen weergeven tijdens de handeling van hartritmestoornissen. Dit is volgens Van Houten uniek in de sector. 

“De technologie heeft de potentie de belangrijkste nog ontbrekende benodigdheden voor real-time beoordeling van behandelingen te adresseren, wat één van de meest significante beperkingen is van de huidige zorgstandaard. Deze overname versterkt ons vermogen om het leven van patiënten met een hartritmestoornis te verbeteren en is in lijn met ons strategische plan om ons portfolio met beeldgeleide interventie-oplossingen te verbreden en langetermijngroei voor Philips te realiseren.”

Ablaties

De apparatuur van EPD Solutions stelt artsen in staat ablaties uit te voeren. Een ablatie is een behandeling waarbij hartritmestoornissen worden verholpen door bewust littekens aan te brengen op specifieke plekken op het hartweefsel. Deze littekens blokkeren elektrische prikkels die het hart verstoren en hartritmestoornissen veroorzaken. 

Ablaties kunnen worden uitgevoerd met behulp van een katheter, die in veel gevallen via de lies in de bloedbaan worden gebracht. De oplossing van EPD stelt artsen in staat deze katheters via medische beelden te volgen, waardoor zij de positie van een katheter zeer nauwkeurig kunnen bepalen en deze visueel naar de gewenste plek kunnen leiden. Een belangrijke eigenschap van het systeem van EPD is dat de medische beelden in real-time worden weergegeven.

Combineren met eigen beeldvormende systemen

Philips levert al langer zelf beeldvormende systemen. Een voorbeeld is Philips Azurion, een platform voor beeldgeleide interventies dat artsen in staat stelt in het interventielab allerlei gangbare en complexe ingrepen te verrichten. Deze oplossingen wil Philips combineren met het systeem van EPD Solutions. De oplossing die hierdoor ontstaat met elektrofysiologen beter in staat stellen katheters nauwkeurig te sturen om hartritmestoornissen in kaart te brengen en te behandelen. 

Het systeem van EPD Solutions is in februari 2018 voorzien van een Europese CE-markering. In de Verenigde Staten moet de oplossing nog worden goedgekeurd. De oplossing is gebaseerd op door EPD zelf ontwikkelde agoritmes en elektromagnetische sensoren die worden gecombineerd met standaard elektrofysiologische katheters. Verschillende Europese ziekenhuizen maken al gebruik van de oplossing van EPD Solutions. 

Ben-Haim en team aan de slag bij Philips

Als onderdeel van de overname treden de werknemers van EPD toe tot business unit van Philips die zich richt op beeldgeleide interventies. Ook oprichter Ben-Haim gaat bij Philips aan de slag om het bedrijf te helpen op basis van de overname een nieuwe business op te bouwen. 

Philips verwacht de overname van EPD Solutions in juli af te ronden. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Philips (foto)
Bron: EPD Solutions

Hoe 3D-geprinte rifstructuren het leven in de Noordzee een impuls moeten geven

Om het onderwaterleven in de Noordzee een impuls te geven, zijn onlangs onder meer 3D-geprinte rifstructuren op de bodem geplaatst. Het is de bedoeling dat zich op deze rifstructuren schelpbanken gaan vormen, want die zijn onmisbaar voor planten en dieren in de zee.

In de Noordzee, ten noorden van Schiermonnikoog, is op zo’n 20 meter diepte een uniek natuurherstelproject gestart. In het gebied de Borkumse Stenen is 6.000 kilo Noorse platte oesters geplaatst, onder meer op 3D-geprinte rifstructuren. Het is voor het eerst dat in diepere delen van de Noordzee oesterbanken worden hersteld. Volgens de initiatiefnemers WNF en ARK Natuurontwikkeling is herstel van oesterbanken een enorme impuls voor het leven in de Noordzee.

Schelpbanken die zich op de bodem van de zee bevinden, zijn ontzettend belangrijk voor alles dat leeft onder water. De banken die de schelpdieren vormen dienen onder meer als kraamkamer voor veel waterdieren. Tot begin 20e eeuw was zo’n 20% van de bodem van de Noordzee bedekt met oesterbanken. Deze schelpdierbanken zijn grotendeels verdwenen door overbevissing, ziektes en koude winters. 

“Oesterbanken zijn hotspots van biodiversiteit. De soortenrijkdom is er maar liefst 60% hoger vergeleken met aangrenzende zandige gebieden”, aldus projectleider Emilie Reuchlin-Hugenholtz van WNF in een persbericht. “Haaien en roggen zetten eieren af op een oesterbank en kleine visjes en garnalen kunnen er schuilen en opgroeien. De banken vormen een belangrijke voedingsbodem voor roofvissen, zeevogels en zeezoogdieren.” 

De 3D-geprinte riffen die zijn geplaatst (negen stuks in totaal) zijn opgebouwd uit met name zand. “We wilden graag iets gebruiken met een lagere footprint dan beton en met een natuurlijke vorm zodat er ook veel andere soorten kunnen leven, van de kleine garnaal tot aan de grote kabeljauw”, aldus WNF. 

‘Kickstarten’ 

Wereldwijd worden koraal- en oesterbanken hersteld en beschermd vanwege de verhoogde visproductie, waterkwaliteit, bodemstabiliteit en bijdrage die ze leveren aan kustbescherming. Tenzij er een bronpopulatie aanwezig is, leert de ervaring dat schelpdierbanken niet uit zichzelf terugkeren. Daarom brengen WNF en ARK in samenwerking met Wageningen Marine Research, Bureau Waardenburg en Sas Consultancy nu op verschillende plaatsen oesters terug; om te leren wat de succesfactoren van actief herstel zijn en daarnaast om wilde platte oesterbanken te ‘kickstarten’. 

Op de website van het Wageningen Universiteit lezen we dat de oesters met een soort epoxy-klei -die ook voor koraalherstel wordt gebruikt – op het rif geplakt zijn. De ervaring leert namelijk dat schelpdierbanken niet uit zichzelf terugkeren, tenzij er een bestaande populatie aanwezig is om ze een kickstart te geven. Pauline Kamermans, onderzoeker bij Wageningen Marine Research: “Mannetjes- en vrouwtjesoesters moeten namelijk bij elkaar in de buurt zitten om voort te planten. Als de stroming te sterk is worden de larven te ver van elkaar verspreid. En als er te weinig oesters zijn is de kans op succesvolle voortplanting erg klein. Vandaar dat de oesters actief worden teruggeplaatst. Ze kunnen opgroeien op en rondom het 3D-rif, dat ze ook beschermt tegen stromingen.” Het is niet bekend door wie en met welke printer de rifstructuren zijn gemaakt.

Vissers en windparken

De harde ondergrond van de Borkumse Stenen is volgens Reuchlin-Hugenholtz heel geschikt voor platte oesters, die hier vroeger ook van nature voorkwamen. Bijzonder aan de pilot is dat de proeflocatie van 1 hectare in samenwerking met vissers is gekozen. In het gebied zal straks vrijwillig niet meer gevist worden. Barbara Holierhoek, Voorzitter Vissersvereniging Hulp in Nood:  “Nu we als visserij zijn betrokken bij dit project kunnen we meekijken of ondanks of dankzij alle veranderende omstandigheden zoals watertemperatuur en voedselrijkheid in het zeewater dit experiment met de platte oesters gaat lukken. Daar kunnen wij ook van leren.”

Een tweede proeflocatie in het diepe deel van de Noordzee is het Gemini Windpark, vlakbij de Borkumse Stenen, waar 1000 kilo oesters en proefkooien worden geplaatst. Dit is ook meteen de eerste poging op de Noordzee om een oesterbank in een windmolenpark te starten. 

Nationaal Plan  

Reuchlin-Hugenholtz hoopt dat de voorbeeldprojecten de Nederlandse overheid ertoe aanzetten om natuurherstel op de Noordzee op te schalen. “Het zou mooi zijn als de overheid het initiatief neemt voor een Nationaal Plan voor Oesterbankherstel. Het gaat hierbij niet alleen om ruimte want juist bodembescherming in de Noordzee is cruciaal om schelpdierbanken een duurzame toekomst te geven. Daarnaast kan de overheid een belangrijke faciliterende rol spelen bij de ontwikkeling van verdienmodellen in nauwe samenwerking met schelpdiersector en bijvoorbeeld de windenergiebranche. Op deze manier kunnen kansen voor aanleg en duurzaam beheer van oesterbanken op zee slim worden benut. Een win-winsituatie!“

Bron: WNF/WUR
Foto: Video WNF

 

Boessenkool wint innovatieprijs voor 'tractor-drone' SmokeBot kijkt door rook heen VDL krijgt belangrijke rol bij proef elektrische distributie supermarkten Gemeente Utrecht laat station poetsen door robot Zwolle krijgt eerste fietspad van gerecycled plastic Bijna 9 op de 10 in mei geregistreerde stekkerauto's is volledig elektrisch Aston Martin nu ook onderwater Fastbrick Robotics zet belangrijke stap in ontwikkeling metselrobot Team VIRTUe bouwt slim en duurzaam huis dat mens en technologie verbindt ING Energierobot voorkomt massale energieverspilling in gebouwen Philips neemt bedrijf gespecialiseerd in 3D-hartbeelden over Hoe 3D-geprinte rifstructuren het leven in de Noordzee een impuls moeten geven

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven