maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Is dit het nieuwe kruklopen?

Het design van krukken is sinds de jaren '80 nauwelijks veranderd. Een Amerikaanse startup heeft de kruk nu een redesign gegeven dat volgens de makers veel meer comfort geeft. Wordt dit het nieuwe kruklopen?

Traditionele krukken zetten behoorlijk veel druk op handen, polsen en oksels. De zogenoemde M+D krukken van het jonge Amerikaanse bedrijf Mobility Designed heeft daar wat aan gedaan.

Deze krukken verplaatsen het gewicht naar de ellebogen wat veel meer ondersteuning biedt. Daarnaast zijn op de krukken handvaten bevestigd die patiënten kunnen vastpakken om meer controle te hebben tijdens het lopen. Deze handvaten kun je bovendien naar beneden draaien zodat je je handen vrij hebt om bijvoorbeeld te telefoneren. 

Meer armbereik

De ondersteunende ligtukken voor de onderarm zijn bevestigd met scharnieren. Daardoor is het mogelijk om dat gedeelte naar boven te kantelen om zo meer bereik te hebben met je armen. De ‘voetjes’ van de krukken zijn zo gemaakt dat ze schokken opvangen en niet wegglijden. De lengte van de krukken kan worden bijgesteld waardoor ze geschikt zijn voor mensen tussen de 1.20 meter en ruim 2 meter. 

Het bedrijf erachter, Mobility Designed, werkt op dit moment aan de productie van het eerste model, welke op hun website al te bestellen is. Of de krukken ooit internationaal vermarkt zullen worden, is ons nog niet duidelijk.

Handsfree kruk

Een ander Amerikaans orthopedisch bedrijf, iWALKFree, heeft eveneens een nieuw soort kruk op de markt gebracht. Met de zogenoemde iWALK 2.0 heb je je armen en handen zelfs helemaal vrij. Het bevat een groot aantal functies, waaronder een zijdelingse component op de voet, zodat dit ‘houten been’ werkt volgens dezelfde principes als een echte voet. “Alles wat we hebben geleerd over handsfree krukken (en we zijn de marktleider) is opgenomen in deze doorbraakevolutie.”

De kruk kreeg lovende reviews uit de medische wereld en won al een aantal belangrijke awards. 

Bron + foto: Tech Insider/Mobility Designed/iWALKFree

Nieuwe elektrische vorkheftruck kan autonoom goederen vervoeren

Het Duitse ZF lanceert een autonome vorkheftruck die volledig elektrisch wordt aangedreven. De ZF Innovation Forklift kan via het netwerk van een productiefaciliteit hierdoor communiceren met andere systemen binnen de faciliteit. Dit stelt de vorkheftruck in staat data te verzamelen uit andere systemen, deze met behulp van slimme algoritmes te analyseren en op basis hiervan autonoom beslissingen te nemen.

De ZF Innovation Forklift is door ZF op de Hannover Messe in het Duitse Hannover gepresenteerd. Het bedrijf stelt dat zijn vorkheftruck het eerste voertuig voor materiaalverwerking is dat kan zien, denken en handelen. De robot is voorzien van een camera- en radarsysteem, waarmee het voertuig zijn omgeving in kaart brengt. Zo registreert het voertuig de aanwezigheid van mensen en objecten zoals pallets of stellingen en past zijn gedrag hierop aan. 

Kunstmatige intelligentie

De data die door deze systemen worden verzameld, worden geanalyseerd door de kunstmatige intelligentie (AI) die onderdeel uitmaakt van het ZF ProAI computersysteem, dat in de autonome vorkheftruck is geïntegreerd. Dit AI-systeem werd eerder door ZF ingezet in prototypes voor passagiersvoertuigen en tractoren. Op basis van de uitgevoerde data-analyses neemt de ZF Innovation Forklift zelfstandig beslissingen, onder meer om de meest optimale route te bepalen. Dankzij de inzet van slimme algoritmes kan het voertuig zelfstandig analyseren welke orders tijdens een rit moeten worden opgehaald ophalen, waar de gewenste goederen precies zijn opgeslagen, in welke volgorde de producten het best kunnen worden opgehaald en wat de optimale route is naar deze locaties. 

Doordat de robot met het netwerk is verbonden kan de vorkheftruck communiceren met en data verzamelen van zowel andere (autonome) voertuigen, het materiaalbeheersysteem en overige infrastructuur in een productiefaciliteit. Alle data die ZF Innovation Forklifts verzamelen wordt doorgestuurd naar de cloud, waar vanuit de vorkheftrucks met behulp van een fleet management oplossing kunnen worden aangestuurd. Het gaat hierbij om de ZF Cloud, een cloud omgeving waar verzamelde data in real-time wordt geanalyseerd. Deze omgeving wordt al langer gebruikt door onder meer windmolenparken, die op basis van data verzameld door de versnellingsbak van windmolens de optimale modus voor de windmolens bepalen. 

Laadvermogen van 3,5 ton

Door de combinatie van camera- en radarsysteem, de ZF Cloud en AI kan de robot autonoom opereren. Zo kan de robot zelfstandig naar bijvoorbeeld een specifieke stelling in een magazijn rijden, hier de gewenste goederen ophalen en deze afleveren op de locatie waar deze nodig zijn. De ZF Innovation Forklift kan hierbij een gewicht van maximaal 3,5 ton tillen, waarmee de elektrische vorkheftruck wat betreft laadgewicht prestaties levert die vergelijkbaar zijn met die van sommige diesel vorkheftrucks voor buitengebruik. Een belangrijk voordeel van de elektrische variant, is het feit dat deze geen uitstoot veroorzaakt. 

De elektrische motor van de vorkheftruck wordt aangedreven met behulp van een ingebouwde accu. Deze beschikt volgens ZF voldoende capaciteit om een ZF Innovation Forklift gedurende een volledige dienst zonder onderbrekingen te laten opereren. Niet alleen hoeven de activiteiten van de vorkheftrucks hierdoor niet te worden onderbroken om accu’s te wisselen, ook kunnen bedrijven op de kosten besparen doordat zij geen extra accu’s hoeven aan te schaffen.

Intra-Logistics with Integrated Automatic Deployment

ZF is niet de enige partij die zich richt op de ontwikkeling van een autonome vorkheftruck. Binnen het project Intra-Logistics with Integrated Automatic Deployment (ILIAD) wordt eveneens gewerkt aan een zelfrijdende vorkheftruck, die op termijn autonoom goederen moet kunnen verpakken, palletiseren en vervoeren in magazijnen. Het ILIAD project richt zich specifiek op intralogistiek, een vorm van logistiek dat zich op het eigen terrein van een bedrijf afspeelt. 

De Britse University of Lincoln, Italiaanse University of Pisa en Duitse Leibniz University zijn bij het project betrokken, evenals de bedrijven Bosch, Kollmorgen Automation, ACT Operations Research, Logistic Engineering Services en Orkla Foods. Het project staat onder leiding staat van de Zweedse Örebro University. Het ILIAD proejct heeft 7 miljoen euro subsidie ontvangen van het Horizon 2020 programma van de Europese Unie (EU).

Automated Guided Vehicles

Daarnaast zijn ook al langer zogeheten Automated Guided Vehicles (AGV’s) beschikbaar voor magazijnen. Deze voertuigen zijn net als autonome vorkheftrucks in staat autonoom goederen uit een magazijn op te halen en deze naar een bepaalde locatie te vervoeren. Een partij die in belangrijke mate op AGV’s vertrouwd is Amazon, dat ruim 45.000 AGV’s in gebruik heeft in meer dan 20 fulfilment centers wereldwijd. Het gaat hierbij om AGV’s ontwikkeld door Kiva Systems, een bedrijf dat in 2012 werd ingelijfd door Amazon. Deze AGV’s kunnen zichzelf onder een verhoogde kast met producten positioneren, de kast in zijn geheel optillen en deze vervoeren naar een menselijke medewerker. Deze werknemer haalt vervolgens de benodigde producten uit de kast, waarna de AGV de kast terugrijdt naar zijn oorspronkelijke locatie.  

Een belangrijk verschil tussen AGV’s en autonome vorkheftrucks is de infrastructuur die voor de voertuigen nodig is. Zo hebben veel AGV’s een speciale infrastructuur nodig die hen in staat stelt hun weg door een magazijn te vinden. De ZF Innovation Forklift en de voertuigen waar binnen het ILIAD project aan gewerkt wordt hebben een dergelijke infrastructuur niet nodig. Dit is een belangrijk voordeel, aangezien dit de inzet van de voertuigen vereenvoudigd.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: ZF (foto)
Bron: ILIAD

Belg kan van het dak eten

Tomaten, kruiden en zeebaars kopen van de dakboerderij in de buurt. De Belg kan binnenkort van het dak eten: deze producten liggen dan in de schappen van supermarkten en verswinkels in Anderlecht.

De oogst komt vers van het dak van de nabije Foodmet waar de Slachthuis Boerderij officieel open ging. Hier, boven de foodmarkt van het Slachthuisterrein in Anderlecht, ligt de grootste stadsboerderij met aquaponics van Europa. De boerderij verbindt hydrocultuur met aquacultuur en zet zo een kringloop op waarbij water, CO2 en uitwerpselen van de vissen worden opgevangen en opnieuw gebruikt. BIGH verwacht dat de stadsboerderij jaarlijks een oogst oplevert van 35 ton gestreepte zeebaars, 15 ton tomaten plus wekelijks 2700 potjes biologische kruiden.

Het project van de Slachthuis Boerderij in de Belgische gemeente bij Brussel werd ontwikkeld door Building Integrated GreenHouses (BIGH). De start up uit Brussel heeft op het dak van de Foodmet in totaal 4000 vierkante meter voor een stadsboerderij opgezet. Ongeveer de helft van de oppervlakte bestaat uit vollegrondteelt van groenten, de andere helft is ingericht voor kassen voor tuinbouwgroenten en voor aquaponics, de combinatie van viskweek met plantenteelt in een gesloten circulair systeem. De afvalstoffen van de vissen worden omgezet in natuurlijke meststoffen voor de planten terwijl water van de vissen voor de planten wordt gebruikt. Water komt daarnaast ook van de daken van de kassen en uit een waterput. De restwarmte van de overdekte foodmarkt van Foodmet en CO2 van de verwarmingsinstallatie gaat terug naar de kassen.

Uit een korte keten

De producten die straks in de winkels in de buurt van de Slachthuis Boerderij te koop zullen zijn, zijn supervers. Ze komen uit een korte lokale en traceerbare keten zonder kosten voor opslag, distributie en transport. Op deze manier blijft ook de impact op het milieu beperkt. De stadsboerderij wil met bijzondere producten een aanvullend aandeel leveren in het groenten- en fruitassortiment van de supermarkten en winkels in de omgeving van het Slachthuisterrein in Anderlecht.

Ook in andere steden

BIGH wil in de komende vijf jaar ook in andere steden in België dakboerderijen inrichten. De daken van grote bedrijven en winkelcentra als mogelijke locatie voor circulaire stadslandbouw zijn eveneens in beeld bij de organisatie. Dat geldt ook voor stadsboerderijen in steden elders in Europa.

De organisatie, gespecialiseerd in aquaponics stadsboerderijen, heeft met de Slachthuis Boerderij in Anderlecht de grootste boerderij op een gebouw in Europa ontwikkeld. De organisatie streeft met economische en sociale partners naar een duurzaam voedselmodel zoals stadslandbouw. Dit verbindt de stedelijke consument met agrarische productie en vormt een link tussen producent en retailer.  Stadslandbouw ofwel agrarische activiteit in stedelijke omgevingen is gebaseerd op een ecologisch, sociaal, duurzaam en circulair model. Een stad kan met stadslandbouw voor een deel in eigen behoeften voorzien en is tegelijkertijd afzetmarkt en milieuvriendelijke productielocatie.

 

 

Ikea zoomt in op koffie

Ikea opende in de vestiging in Utrecht haar eerste Coffee Bar. De woonketen wil met dit nieuwe concept verder inzoomen op het koffie- en lunchmoment bij nieuwe bezoekers en een jonger publiek. De laatste jaren is er volgens Ikea steeds meer aandacht voor een goede kop kwaliteitskoffie.

De koffiebar bij Ikea Utrecht, ingericht als zelfstandige shop-in-shop midden in het bestaande restaurant, biedt plaats aan zestig bezoekers. Er zijn koffies, taartjes, muffins, brownies en verse sappen verkrijgbaar.

De woonketen wil met de koffiebar verder inzoomen op het koffie- en lunchmoment bij nieuwe bezoekers en een jonger publiek. Zo beschikt de bar over speciale werkplekken en voor mensen met haast is er take-away koffie.

De woonketen zet vaart achter de uitrol: de bestaande koffiecorners in Barendrecht, Heerlen en Eindhoven worden in de loop van dit en volgend jaar verbouwd op basis van het nieuwe concept. Voor de overige vestigingen onderzoekt Ikea of en wanneer deze het concept gaan implementeren.

De nieuwe koffiebar wordt bemand door medewerkers van Ikea Food die zijn getraind door een barista. Het prijsniveau ligt in het nieuwe concept dan wel iets hoger dan wat de reguliere bezoeker van Ikea gewend is, maar blijft onder de prijzen van koffiebars in de omgeving van Ikea in Utrecht. Members van Ikea Family krijgen in het restaurant hun koffie gratis, maar hebben in de nieuwe Coffee Bar een bredere keuze.

Studenten en lokale bedrijven

 

Ikea hoopt met de nieuwe koffiebar nieuwe bezoekers en een jonger publiek aan te trekken. Het concern mikt met name op studenten, mensen die in de omgeving werken en mensen die nu alleen naar Ikea komen om er koffie met vrienden te drinken.

Waarom Ikea koos voor een eigen koffieconcept? Bij Ikea zijn we altijd nieuwsgierig naar nieuwe concepten waarmee we onze bestaande en mogelijk nieuwe klanten nog beter kunnen bereiken en bedienen. Dus testen we continu nieuwe oplossingen, reageert de woonketen.

In het bijzonder in de vestiging in Utrecht, met de centrale ligging in het land direct langs de A12, onderdeel van een woonboulevard en grenzend aan een woonwijk zag de formule een kans om bezoekers wat extra´s te bieden: een goede kop koffie, handgemaakt door barista’s in een omgeving met een andere ambiance, inclusief faciliteiten om laptop, tablet en mobiel op te laden aan de werkbar.

 

 

Aandacht voor goede kop koffie

 

De laatste jaren is er volgens Ikea steeds meer aandacht voor een goede kop kwaliteitskoffie, van espresso tot speciaalkoffie, op elk moment van de dag. De Nederlandse consument is – anders dan een aantal jaren geleden – bereid daar net iets meer voor te betalen, ziet het concern. Ook wordt er veel waarde gehecht aan een maatschappelijk verantwoord product. Zo is ook de PÅTAR koffie biologisch en UTZ-gecertificeerd. Populair in de Coffee Bar zijn de cappuccino, gevolgd door de lungo – de gewone koffie – en de Latte Macchiato.

En omdat een kop koffie al lang niet meer alleen in de ochtend of ’s avonds wordt gedronken wordt er iets bij geserveerd dat op het moment van de dag past: een lekkere biologische boerenyoghurt met muesli in de ochtend, een hartig kaasbroodje rond de lunch of een goede punt gebak in de middag. Qua snacks is favoriet de pastel de nata, een bladerdeeghapje met roomvulling, op de tweede plaats komt de Old Amsterdam swirl, een vers afgebakken kaasbroodje, gevolgd door de Brasilienne cake, luchtig gebak met slagroom en noten sprinkles.

 

Naar binnensteden

De Coffee Bar is een voorbeeld van de manier waarop Ikea zoekt naar nieuwe concepten en oplossingen om tegemoet te komen aan de wensen van de klant. De winkelketen wil consumenten straks ook met stand-alone cafés of restaurants in binnensteden een reden geven om vaker naar Ikea te gaan.

Geleidende verf maakt muur intelligent

Een muur is niet meer dan een saaie scheiding van ruimten. Maar dankzij het werk van onderzoekers van Carnegie Mellon University en Disney Research verandert dat. Met het aanbrengen van een geleidende verf en wat elektronica wordt die saaie muur opeens intelligent. Een muur die menselijke aanraking 'voelt' en gebaren en het gebruik van elektronica herkent. Voor slechts een paar tientjes per vierkante meter wordt de muur van je kamer onderdeel van het Internet of Things.

Om de muur te prepareren, is eerst gewoon schilderstape in een kruispatroon op de muur geplakt. Hierna werden twee lagen geleidende verf aangebracht als een soort diamantvormig netwerk van elektroden. De tape werd vervolgens verwijderd en de elektroden onderling verbonden en gekoppeld aan een sensorkaart. Tot slot werd de muur afgewerkt met een standaard latexverf ter bescherming en verfraaiing.

Deze elektrodemuur die zo ontstaat, kan op twee manieren worden gebruikt. Om te beginnen als een enorm touchpad zoals je dat ook van je tablet kent. Wanneer iemand de muur aanraakt met z’n hand of vingers, wordt het elektrostatische veld  op dat punt verstoord. In theorie zou zo een virtuele lichtschakelaar of cv-thermostaat mogelijk zijn op iedere gewenste plaats op de muur. En als je maar dicht genoeg bij de muur staat kan het systeem ook een beweging herkennen en die beweging gebruiken als input voor het regelen van bijvoorbeeld apparatuur. Je zou zo kunnen gamen zonder controller; je lichaamsbeweging kan worden gebruikt om je game te besturen.

Een andere toepassing is die als grote elektromagnetische sensor. Hierbij wordt de elektrodemuur een passieve antenne die elektromagnetische straling herkent van apparatuur die in de kamer wordt aangezet. Omdat apparatuur steeds een verschillende elektromagnetische ‘handtekening’ heeft, kan de afzonderlijke apparatuur worden herkend. Zo kan ook iemand worden gevolgd die bepaalde elektronica draagt of daarmee beweegt.

De interactieve muur wordt in onderstaande video gedemonstreerd.

https://youtu.be/175LB2OiMHs

Bron: Carnegie Mellon University

VDL werkt mee aan megatelescoop

VDL ETG Projects, onderdeel van VDL Groep, gaat de ondersteuningsstructuur bouwen voor de hoofdspiegel van de Extremely Large Telescope (ELT) in Noord-Chili. Op een hoogte van ruim 3 kilometer wordt hier ’s werelds grootste telescoop van ESO (European Southern Observatory) gebouwd. De ondersteuningsstructuur bestaat uit 798 draagstructuren voor spiegelsegmenten, die samen de hoofdspiegel (met een diameter van ruim 39 meter) van de telescoop vormen. Met de order, die VDL ETG Projects zal uitleveren over een periode van ongeveer vijf jaar, zijn enkele tientallen miljoenen euro’s gemoeid.

Op het hoofdkantoor van de Europese Zuidelijke Sterrenwacht, in Garching bei München in Duitsland, hebben ESO-directeur-generaal Xavier Barcons en president-directeur Willem van der Leegte van VDL Groep vorige week het contract voor de order ondertekend. Willem van der Leegte: “Geweldig dat ESO ons deze prestigieuze order gunt, dit is de eerste keer dat een contract van deze omvang op het gebied van de sterrenkunde naar een Nederlandse partij gaat. Dit project is een geweldig visitekaartje voor de Europese hightech toeleveringsindustrie. Hiermee kan VDL Groep zich verder profileren als hightech-speler en betekent dit een springplank naar onze betrokkenheid bij meer nieuwe telescopen van ESO die wereldwijd worden gebouwd.”

‘Grootste oog op de hemel’

De omvang van de ELT is vergelijkbaar met dat van een voetbalstadion. Het ‘oog’ van de telescoop is bijna zo groot als een half voetbalveld en zal meer licht opvangen dan alle grote, professionele optische telescopen van dit moment samen doen. De ELT gaat wetenschappelijke ontdekkingen mogelijk maken op het gebied van planeten, de samenstelling van nabije sterrenstelsels en het diepe heelal. De hexagonale, mechatronische ondersteuningsstructuur houdt de hoofdspiegel van de telescoop voortdurend in de gewenste vorm, met nanometerprecisie. VDL ETG Projects neemt de bouw van deze structuren voor rekening. Het ontwerp is samen met TNO tot stand gekomen, ondersteund door NOVA (Nederlandse Onderzoekschool Voor Astronomie). De hoofdspiegel met adaptief regelsysteem zal daarmee de grootste telescoop zijn voor waarnemingen in zichtbaar licht.

Het is onmogelijk om de hoofdspiegel van 39 meter uit één stuk te maken, daarom wordt de spiegel opgebouwd uit 798 zeshoekige spiegelsegmenten van ongeveer 1,4 meter groot en 5 centimeter dik. Ieder spiegelsegment heeft een eigen draagstructuur en wordt met meerdere elektromotoren aangedreven waardoor de spiegel zeer nauwkeurig wordt gepositioneerd. Het continu corrigeren gebeurt door 9 elektromotoren op ieder frame en 3 elektromotoren onder ieder frame. Om te worden voorzien van een nieuwe reflecterende laag moeten spiegels geregeld worden vervangen. Daarom worden er in totaal bijna 950 spiegelsegmenten en draagstructuren gebouwd.

Voor de realisatie van de ELT is een bedrag van ruim één miljard euro beschikbaar gesteld. De bouw van de fundering van de ELT is reeds gestart. In 2024 dient de telescoop operationeel te zijn.

Nederlandse samenwerking

VDL ETG Projects is al een kleine tien jaar bezig met ELT. In 2010 zijn met TNO de eerste prototypes gemaakt voor de ondersteuningsstructuur voor de telescoop. Vier jaar later, in 2014, hebben VDL en TNO met NOVA een contract binnengehaald voor het ontwerp van de definitieve prototypes van de draagconstructies en de bouw van zes frames. TNO gebruikt zijn ervaring op het gebied van optische instrumentatie en precisiemechanica voor ruimtevaart, astronomie en halfgeleiderindustrie voor het ontwerpen en testen van structuren die op nanometerschaal (een miljoenste millimeter) gepositioneerd moeten worden. VDL ETG, eveneens met veel ervaring in de halfgeleiderindustrie, analytical en een Science & Technology-segment, heeft met name de expertise om precisie-mechatronische systeemontwerpen te optimaliseren ten behoeve van kostenbeheersing, betrouwbaarheid en onderhoud. Dit alles om het uiteindelijke ontwerp op economisch verantwoorde wijze in massaproductie te vervaardigen. NOVA, het samenwerkingsverband van astronomen van Nederlandse universiteiten, heeft specialistische kennis van het gebruik van grote telescopen en de optimalisatie van de wisselwerking tussen de telescoop en de wetenschappelijke instrumentatie achter de telescoop. Gezamenlijk verzekeren zij ESO van een optimale synergie tussen bovengenoemde belangrijke disciplines. De order van vandaag, gegund aan VDL ETG Projects, omvat dus de serieproductie van de ondersteuningsstructuur.

ESO

ESO is de belangrijkste intergouvernementele astronomische organisatie in Europa en verreweg de meest productieve sterrenwacht ter wereld. Deze Europese Zuidelijke Sterrenwacht wordt ondersteund door vijftien lidstaten: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland, en door gastland Chili. ESO voert een ambitieus programma uit, gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van grote sterrenwachten die astronomen in staat stellen om belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen te doen. 

Foodshed.nl brengt lokaal bijzonder product direct naar winkel

Wijnmakers, bierbrouwers, patissiers, kaas- en vleeswarenmakers die lokale en bijzondere producten maken hebben per 1 mei met foodshed.nl een eigen verkoopkanaal.

Met het openen van een shed op de online marktplaats bieden zij hun assortiment direct aan bij ondernemers van zelfstandige supermarkten, speciaalzaken, restaurants, pompshops, campings en dergelijke. Deze ondernemers hebben met foodshed.nl direct toegang tot bestellen bij de marktkramen van aanbieders van lokale bijzondere producten.

Keten naar afnemer verkort

Foodshed.nl verkort de keten van producent naar afnemer en geeft ondernemers gelegenheid om een compleet lokaal en bijzonder assortiment in hun winkel, shop of restaurant aan te bieden. Winkeliers kunnen zich met dergelijke producten onderscheiden, hebben direct inzicht in het aanbod en kunnen in een keer efficiënt bestellen en afrekenen.

Ambachtelijke producenten richten met een abonnement een eigen foodshed in met daarin een overzicht van hun aanbod. De marktplaats is een oplossing om hun producten in meerdere kanalen rechtstreeks te vermarkten en te verkopen. “Lokale en vernieuwende aanbieders krijgen moeilijk toegang en rendement in een markt die nu nog vooral door grote partijen wordt gedomineerd. Terwijl horeca en retail ondernemers zich suf zoeken naar een onderscheidend aanbod van pure producten met een uniek verhaal. Foodshed verkort de keten door vraag en aanbod rechtstreeks met elkaar te verbinden op een online zakelijke marktplaats”, aldus woordvoerster Hanneke Schellens van Foodshed.

De marktplaats omzeilt hiermee een belangrijke drempel voor toegang tot de markt, een van de problemen die de zelfstandige producent tegenkomt, aldus foodshed.nl

Voordat je bij de grote supermarkten en groothandels binnen bent, ben je soms wel een jaar of meer verder. En als je dan iets nieuws wilt toevoegen aan je assortiment, dan kan je weer wachten. Foodshed wil daar verandering in brengen.

 

Verkoopkansen voor kleinschalig

 

Foodshed wil uitgroeien tot een onafhankelijk en transparant platform waar kleinschalige aanbieders direct meer verkoopkansen en bereik krijgen. “Aanbieders bepalen zelf hun prijs en voorwaarden. Door foodshed hebben ze een groter bereik, maar houden ze zelf rechtstreeks contact met afnemers die snel en eenvoudig op de hoogte blijven van onderscheidend aanbod. De ondernemers besparen tijd doordat ze voor hun bestelling bij meerdere sheds op een site terecht kunnen. Foodshed vervult de rol van marktmeester en bewaakt kwaliteit en aanwezigheid op de markt”, aldus Schellens.

Foodshed.nl werd opgericht door Willem Treep. Hij leverde samen met Drees Peter van den Bosch in Willem & Treep groenten en fruit aan supermarkten. Twee jaar geleden ging deze dienst over in een samenwerking met Beebox met het thuisbezorgen van boxen met biologische maaltijden.

Overgebleven eten bestellen met Too Good To Go

Het is een andere verrassende manier om voedsel verspillen te beperken en voordelig een heerlijke maaltijd te scoren: overgebleven eten bestellen met Too Good To Go. De app startte begin dit jaar in Amsterdam en is nu ook in Utrecht gelanceerd. Binnenkort volgt Rotterdam

Consumenten kunnen met de app overtollig voedsel van winkels, restaurants en hotels bestellen en ophalen met tot 70 procent korting. De ondernemers kunnen de app dagelijks gebruiken om aan te geven welke producten ze over hebben in hun winkel. Zo wordt eten niet weggegooid aan het eind van de dag, maar gaat het naar betalende klanten. Die kunnen dan een magic box bestellen met daarin overtollige producten van winkels. Het is telkens een verrassing wat er in de box zit.

  1. Good To Go wil op deze manier voedselverspilling de wereld uit helpen. Iedere maaltijd die op het bord belandt in plaats van in de vuilnisbak bespaart zo’n twee kilo CO2. Too Good To Go heeft sinds haar lancering in Nederland al meer dan 2500 maaltijden gered.

“Het verschil maken we door de samenwerking. We brengen ondernemers met de uitdaging van derving samen met buurtbewoners die hun steentje willen bijdragen aan de vermindering van voedselverspilling”, aldus Joost Rietveld, country manager van Too Good To Go Nederland.

De impact op voedselverspilling in retail en foodservice leidt uiteindelijk ook tot meer bewustwording thuis, verwacht Rietveld. Voedsel verspillen is onnodig en staat hoog op de agenda. We verspillen in Nederland tussen de 1,7 en 2,5 miljoen ton eten per jaar. Wereldwijd komt een derde van al het voedsel dat wordt geproduceerd uiteindelijk niet op het bord terecht.

Op de Too Good To Go-app, die gratis is te downloaden in de App Store en Google Play Store, staan op dit moment ruim 100 locaties in Amsterdam en Utrecht waar consumenten eten kunnen bestellen en betalen. Hieronder zijn vestigingen van biologische supermarkt Ekoplaza, Vlaamsch Broodhuys, foodmarkt Landmarkt en maaltijdwinkel Stach, twee formules die met regionale leveranciers werken. Ook de restaurants Kukeluku en Eerlijk Amsterdam en Oma’s Soep geven in de app aan wat zij in hun keuken overhebben. Oma’s Soep bereidt soepen van overtollige partijen groenten van supermarkten en groenteboeren en bezorgt deze bij lokale instellingen, bedrijven en bij consumenten aan huis.

 

 

.
 

 

 

Uitbreiden naar landelijk

 

De app wil eind dit jaar met winkels en horeca in de meeste Nederlandse steden in alle provincies samenwerken en zo de hoeveelheid verspild voedsel in Nederland drastisch terug dringen.

Too Good To Go maakt het voor iedereen gemakkelijk om bij te dragen aan minder verspillen, zowel voor de ondernemer als voor de consument. Joost Rietveld: “Door het voorkomen van voedselverspilling zo gemakkelijk en toegankelijk mogelijk te maken kan iedereen een bijdrage leveren en kunnen we echt een impact maken.”

Over Too Good To Go

 

Too Good To Go, eind 2015 in Denemarken opgericht door een groep vrienden, is uitgegroeid tot een internationaal bedrijf dat zich in Denemarken, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Zwitserland en nu ook in Nederland inzet om voedselverspilling te voorkomen.

Het concept wil het voor consumenten mogelijk maken om tegen lage prijzen goed eten te kopen dat anders zou worden weggegooid. De klanten besparen tegelijkertijd geld op goede voeding terwijl de deelnemende bedrijven extra verdienen aan producten die ze anders zouden moeten verspillen.

 

Nieuwe maakindustrie-hotspot in Den Haag: Technology Park Ypenburg

Op het Haagse bedrijventerrein Ypenburg is onlangs de formele aftrap gegeven voor het programma Technology Park Ypenburg. Airborne, KVE, Promolding, GTM en het fieldlab Digital Factory for Composites (DFC) bundelen hun krachten. Gezamenlijk willen ze Den Haag laten uitgroeien tot een internationale hotspot voor producten op basis van hightechmaterialen.

Het programma richt zich op het geautomatiseerd en gedigitaliseerd produceren met geavanceerde materialen zoals composiet en vezelmetaallaminaten. Ook is er een belangrijke rol weggelegd voor robotica. Het algemene doel is om de internationale positie van de Nederlandse high tech maakindustrie te versterken.

Het bedrijvenpark Ypenburg in Den Haag herbergt verschillende hightechbedrijven en een fieldlab. Vier bedrijven (Airborne, KVE, Promolding en GTM) en het fieldlab DFC bundelen hun krachten om van Den Haag een internationale hotspot te maken voor de productie-industrie van producten op basis van hightech-materialen. Hightech-bedrijven zijn de bedrijven van de toekomst en bepalen ook in belangrijke mate de economische ontwikkeling en werkgelegenheid voor de toekomst. De vraag naar producten van hightech-materialen zal de komende jaren sterk groeien, zowel nationaal als internationaal. Daarom wordt een gezamenlijke investering van 1,6 miljoen euro gedaan, die de basis moet vormen voor het versterken van de regionale innovatiekracht en de groei van bedrijven, banen, kennisinstellingen en investeringen gericht op de innovatieve maakindustrie.

Banen van de toekomst

Met dit programma verwachten de initiatiefnemers dat er een aantrekkelijk vestigingsklimaat ontstaat voor andere bedrijven bij Ypenburg. Ze kunnen profiteren van de relevante infrastructuur op het bedrijventerrein, onderlinge samenwerking, samenwerking met kennisinstellingen en de gemeente en de aanwezigheid van een divers personeelsbestand in de regio. Het programma wil ook een positieve impuls geven aan lokale en regionale opleidingsinstituten via stages en werkplekken. Daarnaast bieden de innovatieve ontwikkelingen nieuwe werkgelegenheid voor zowel hoger als lager opgeleiden.

Saskia Bruines, wethouder Kenniseconomie, Internationale Zaken, Jeugd & Onderwijs, gemeente Den Haag: “Den Haag is een internationale stad met een sterke, innovatieve economie. Het bedrijfsleven speelt hierin een cruciale rol, als een gemeente kunnen we dat faciliteren en stimuleren. Deze investering is goed voor de innovatieve kracht, concurrentiepositie en werkgelegenheid in Den Haag. Het feit dat de bedrijven zelf ook zwaar investeren, toont de gedeelde interesse, toewijding en vertrouwen in de toekomst. “

Regionale kennis 

Een onderdeel van het programma is het fieldlab van Digital Factory for Composites (DFC). Ondernemers, regionale onderwijsinstellingen en investeerders kunnen bij dit fieldlab terecht voor workshops, kennisuitwisseling en interessante investeringsprojecten. Als onderdeel van Smart Manufacturing: Industrial Application in Zuid-Holland (SMITZH) zal het fieldlab bijdragen aan een sterke regio die op wereldniveau kan concurreren. SMITZH wil de Zuid-Hollandse industrie ondersteunen bij het toepassen van Smart Manufacturing. De ambitie is om uit te groeien tot een one-stop-shop waar bedrijven komen voor kennis en technologie om hun hoogwaardige producten concurrerend te maken. Ook in kleine series en/of losse onderdelen.

Samenwerken

Harm van Engelen, directeur van KVE Composites Group: “Als letterlijk het eerste bedrijf dat zich na faillissement van Fokker op dit bedrijvenpark vestigde, is KVE uitgegroeid tot een bedrijf met onder andere unieke kennis op het gebied van thermoplastische composietlassen. Het samenwerkingsproject biedt de mogelijkheid om deze kennis te koppelen aan bijvoorbeeld de spuitgietkennis van Promolding, de satellietontwerpkennis van GTM en de automatiseringskennis van Airborne om volledig nieuwe product-marktcombinaties te realiseren. Door intensieve samenwerking met kennisinstellingen in de regio wordt de ontbrekende input van aanpalende kennisgebieden toegevoegd, zoals mechatronica, modellering, sensortechnologie en chemie. KVE verwacht veel van deze samenwerking. “

Jan Willem Gunnink, CEO / President, GTM Advanced Structures: “Het is geweldig dat de stad Den Haag de ontwikkeling van geavanceerde producten op de Ypenburg-locatie ondersteunt. GTM is actief op het gebied van geavanceerde materialen en constructies voor lucht- en ruimtevaarttechnologie en waardeert dit initiatief van de gemeente Den Haag. Hiermee biedt ze verdere mogelijkheden om de samenwerking tussen de bedrijven bij Ypenburg te intensiveren en de nationale en internationale industrie nog beter van dienst te zijn met de high-tech producten die ontwikkeld en gemaakt zijn bij Ypenburg. Gezien de samenwerking tussen GTM en de verschillende opleidingsinstituten in de regio Den Haag (inclusief het instituut Advanced Hybrid Structures Centre of Competence (AHSCC) met de TU Delft), ziet GTM ook de mogelijkheid om deze samenwerkingen verder te ontwikkelen in projecten en studentenbegeleiding.”

Marcus Kremers, Chief Technology Officer, Airborne: “Automatisering en digitalisering van composietproductie vormen de kern van onze bedrijfsstrategie. Dit programma en de samenwerking met de andere bedrijven van Ypenburg en DFC versterken de technologische basis en zorgen ervoor dat we veel sneller kunnen ontwikkelen en groeien. We verwelkomen de samenwerking met partners heel erg, omdat de behoefte aan automatisering van composieten in de markt veel groter is dan we alleen door onszelf kunnen dekken. “Jac. Gofers, CEO, Promolding: “Nu de bedrijven in Ypenburg zijn opgegroeid, is de tijd gekomen om een gezamenlijk voorstel te doen dat een ‘niet-te-weigeren aanbod’ betekent voor het internationale bedrijfsleven. Op het gebied van hightech plastics en composieten is topkennis beschikbaar bij zowel de bedrijven als de educatieve programma’s in de regio. Het is geweldig dat we nu innovatieve producten en processen naar het Ypenburg Technology Park kunnen brengen. “

Bron: Airborne.

Brussels Airport zet autonome shuttles in op openbare weg

2getthere gaat een autonome shuttledienst opzetten op Brussels Airport, ook wel luchthaven Zaventem genoemd. De Brussels Airport Autonomous Shuttle gaat volledig autonoom reizigers over de openbare weg vervoeren tussen de luchthaven en parkeergelegenheden. Zaventem wordt hiermee de eerste Europese luchthaven die autonome shuttles op de openbare weg inzet.

Het Utrechtse bedrijf 2getthere is een bedrijf dat veel ervaring heeft op het gebied van elektronisch geleide autonome voertuigen. Voertuigen van het bedrijf worden sinds 1999 ingezet op lijn 500 tussen het Rotterdamse metrostation Kralingse Zoom en het business park Rivium. Per dag maken naar schatting 2.400 passagiers gebruik van de shuttles op deze lijn, die ook wel de ParkShuttle-lijn wordt genoemd. 

Passagiers vervoeren over de openbare weg

Deze ervaring zet het bedrijf in voor het leveren van autonome shuttles aan Brussels Airport. De shuttles gaan op de openbare weg rijden tussen de luchthaven en parkeergelegenheden op Brucargo, het vrachtgebied op de Brusselse luchthaven. Deze parkeergelegenheden liggen op enige afstand van de terminal zelf verwijderd, waardoor vervoer tussen de locaties noodzakelijk is. 

De voertuigen rijden op deze route tussen het reguliere verkeer. De shuttles van 2getthere worden hiermee de eerste autonome voertuigen die in België op de openbare weg aan het verkeer mogen deelnemen. “Als intermodale hub waar meerdere vormen van transport naadloos met elkaar worden verbonden, bestudeert Brussels Airport continu nieuwe mogelijkheden om deze hub op duurzame wijze uit te breiden. Dit technologisch innovatieve project waarbij een zelfrijdende elektrische bus wordt uitgerold die op een vaste route opereert, past in onze inzet om de impact op onze omgeving zo laag mogelijk te houden”, aldus Arnaud Feist, CEO van Brussels Airport Company. 

Vanaf 2021 operationeel

Het project gaat op korte termijn van start en bestaat uit twee fasen. In de eerste fase wordt de technologie ontwikkeld en getest in verschillende weersomstandigheden en verkeerssituaties. De eerste testen worden vanaf het najaar van 2019 in Utrecht uitgevoerd door 2getthere. De eerste testen op de luchthaven Zaventem gaan vanaf 2020 van start en zullen worden uitgevoerd op Brucargo. 

Indien deze fase succesvol wordt afgerond, kunnen de shuttles vanaf 2021 worden uitgerold op de luchthaven. 

ParkShuttle-lijn en Nanyang Technological University

De overeenkomst met Brussels Airport is de derde overeenkomst die 2getthere de afgelopen maanden heeft aangekondigd. Eerder werd bekend dat de ParkShuttle-lijn wordt uitgebreid, waarvoor 2getthere een overeenkomst heeft gesloten met de gemeente Capelle aan den IJssel. Het bedrijf levert zes nieuwe shuttles leveren voor de lijn, waarmee in beide richtingen 500 passagiers per uur kunnen worden vervoerd. Het gaat om Group Rapid Transit (GRT) voertuigen ingezet, die afhankelijk van hun configuratie 16 tot 24 passagiers kunnen vervoeren. De concessie is tot 2033 uitbesteed aan vervoersbedrijf Connexxion.

Daarnaast kondigde het bedrijf deze maand aan samen met de Nanyang Technological University (NTU Singapore) en SMRT Services zijn GRT voertuigen te gaan uitrollen op de NTU Smart Campus. De autonome voertuigen worden vanaf 2019 ingezet op de campus en worden geïntegreerd in het bestaande transportnetwerk van de universiteit. De shuttles worden vanaf het laatste kwartaal van 2018 getest op de NTU Smart Campus. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: 2getthere (foto)

Adidas verkoopt 1 miljoen schoenen gemaakt van plastic uit de oceaan

Adidas heeft het afgelopen jaar zo'n 1 miljoen sneakers verkocht die zijn gemaakt van plastic uit de oceanen. Het werkte daarvoor samen met het milieu-initiatief Parley.

De Duitse sportkledinggigant investeert momenteel veel in nieuwe technieken en nieuwe materialen. In 2016 begon het voor het eerst met de verkoop van de UltraBoost schoen, een sneaker die gemaakt is van plastic dat uit de oceaan is gehaald. Toen sprak het bedrijf al de ambitie uit om een miljoen paar te willen produceren. Dat is gelukt, zo zegt CEO Kasper Rosted tegen de Amerikaanse nieuwswebsite CNBC.

Elk paar schoenen staat gelijk aan elf plastic flesjes. Adidas wil met deze schoenen onder meer een bijdrage leveren aan het verminderen van overtollig plastic op de wereld. Zo gebruiken Amerikanen alleen al elke dag gemiddeld 500 miljoen plastic rietjes, en dan hebben we nog niet eens over andere vormen van plastic. Het is een gewoonte met veel consequenties: veel plastic (volgens de laatste onderzoeken maar liefst 8 miljoen ton per jaar) komt terecht in oceanen, waardoor het water vervuild raakt en dieren worden gedood. Veel plastic vindt uiteindelijk zelfs zijn weg terug naar ons voedsel. 

Om dit probleem aan te pakken en een meer duurzaam business plan te bouwen, ging Adidas de samenwerking aan met Parley for the Oceans. Samen zochten ze naar een manier om de miljoenen kilo’s plastic die de oceanen vervuilen een nieuw doel te geven. Adidas bedacht het slimme idee om schoenen van het plastic te maken.

Boost technologie

Voor het maken van de sneakers, wordt de door Adidas zelf ontwikkelde Boost technologie gebruikt. Het werd geïntroduceerd als een revolutionair dempingssysteem, dat de hoogste energieretour oplevert in elke hardloopschoen. De technologie is ontworpen om lopers te voorzien van zachte demping en langdurige energie die meer stijve sneakers niet konden.

Wat de demping in Boost anders maakt ten opzichte van andere sneakers, is het materiaal. Adidas ging een partnerschap aan met het toonaangevende chemische bedrijf BASF om een ​​massief granulair materiaal te ontwikkelen dat werd opgeblazen en omgezet in duizenden kleine energiecapsules. Wanneer ze in elkaar worden gezet om de afzonderlijke boost-tussenzool te vormen, slaan de capsules meer energie op dan elk ander ontwerp op de markt.

Sneaker-innovatie in de hele industrie bestaat uit veel onderzoek en ontwikkeling, maar betekent vaak ook veel vallen en opstaan. Voor de consumenten kan nieuwe technologie gimmickachtig lijken, aangezien merken komen met luchteenheden, speciale schuimen en dergelijke voorprestaties. Boost is verre van een gimmick en het gebruik ervan blijft zich uitbreiden in Adidas’ productlijn. Dezelfde technologie die hardlopers comfortabel hield tijdens lange afstanden, wordt nu gebruikt voor basketbalschoenen, voetbalschoenen, lifestyle sneakers en zelfs gemoderniseerde merkklassiekers zoals de Superstar. Veel gebruikers zijn positief over de UltraBoost schoen. 

3D-printen

Adidas zet ook al flinke stappen op het gebied van het 3D-printen van schoenen. Het investeerde onder meer in een Amerikaans 3D-printbedrijf, waardoor het in staat was om 3D-geprinte, customized schoenen op de markt te brengen. Het sportbedrijf verwacht dit jaar 100.000 3D-geprinte schoenen te verkopen.

 

Door: Kelly Bakker

Bron: Adidas/CNBC

 

Gesloten vriesdrogen maakt poeder produceren efficiënt en veilig

Een nieuwe vriesdroogmethode in een steriliseerbaar gesloten reactorvat levert niet alleen klontvrije fijne poeders op, maar maakt tevens het productieproces efficiënter in kwaliteit, toepassing in apparatuur en veiliger – want stofvrij voor proces, operator en omgeving

Hosokawa Micron BV ontwikkelde deze gesloten actieve vriesdroogtechnologie voor de poederproductie in foodbedrijven en de farmaceutische industrie.

Het bedrijf zet met dit alternatief voor de huidige vriesdroogmethoden een stap naar een ommantelde en geroerde droger en verzamelfilter. Het te vriesdrogen materiaal wordt snel bevroren in het reactorvat, waarna de benodigde energie via de mantel wordt toegevoerd en zich vervolgens efficiënt verdeelt over het product. Dit gebeurt door een roerelement dat het gedroogde materiaal in de vorm van een fijn los poeder naar het filter verplaatst.

Het actieve vriesdroogsysteem droogt oplossingen, dispersies, pasteuze producten en natte vaste stoffen en kan worden toegepast voor bijvoorbeeld eiwitten, collagenen, elektrolyten en antibiotica en andere actieve farmaceutische ingrediënten (API’s) die tot fijne poeders moeten worden gedroogd. Het bedrijf voerde met de gesloten vriesdroogtechnologie inmiddels testen uit voor enzymen, proteinen, brooddeeg, champignons, kruiden- en waterkersextracten, wortelen, knoflook, insecten, soepen, flavours en cellulosevezels.

Aandacht van food en farma

Het gesloten vriesdroogsysteem trekt de aandacht van de foodindustrie en met name van farmaceutische bedrijven, ziet Gerard Geurtsen, Senior Application Engineer bij Hosokawa Micron BV. “Elke productiestap vindt plaats binnen een enkele steriele gesloten kamer. Er is geen stof om de veiligheid van de operator in gevaar te brengen. Niets kan het afgesloten systeem binnendringen en het product verontreinigen. Het vochtige product wordt overgebracht vanuit een reactorvat, zodat geen risico’s op verontreiniging – zoals kan voorkomen bij handmatige hantering – ontstaan en het product aseptisch kan worden verwerkt. Wanneer het vacuüm is opgeheven wordt het afgewerkte droge poeder direct in een container gelost. Deze is samen met het volledige systeem intern gesteriliseerd voordat het product in het systeem werd ingevoerd. Er zijn geen extra maatregelen voor containment vereist om de operators of het product te beschermen.”

Klontvrije, fijne en uniforme poeders als eindproduct

De technologie van het bedrijf, gespecialiseerd in ontwerp en productie van machines en systemen voor het mechanisch en thermisch ver- en bewerken van poeders, leidt tot een los vrijstromend poeder zonder een extra maalproces. Dat is wel het geval bij het traydrogen waarbij een hard en korstachtig materiaal als eindproduct ontstaat. Classificatie is mogelijk ook niet nodig, omdat de deeltjesgrootte van het eindproduct vaak zeer fijn en uniform is. Het product is vaak zeer poreus en de eenvoudige ontbinding maakt toepassen bij bijvoorbeeld injectables gemakkelijk. Omdat het niet noodzakelijk is om te malen wordt het product niet beschadigd. De technologie kan zelfs zeer gevoelige, fijn gestructureerde producten en levende organismen drogen zonder deze te beschadigen.

Aseptisch verwerken

Het volledig gesloten systeem maakt aseptisch verwerken mogelijk en is eenvoudig te reinigen zonder inzet van operators in speciale pakken. Het schoonmaak- en sterilisatieproces start via spuitmondstukken in de droogkamer nadat de batch is voltooid. SIP (Steam In Place) kan door stoom onder druk of verdampte waterstofperoxide worden bereikt.

Voedings- en farmafabrikanten kunnen met dit ‘single operator’ systeem grote productvolumes verwerken vanwege de korte droogtijden door de hoge warmteoverdracht, eenvoudig vullen en ontladen en een snelle systeemreiniging.

Snel en minder arbeidsintensief

Het actieve vriesdroogproces is vaak sneller en altijd minder arbeidsintensief dan het traditionele vriesdroogproces met trays en het produceert in slechts een enkele processtap klontvrije vrij vloeiende poeders. Dit leidt tot kortere en eenvoudigere verwerkingstijden hetgeen bedrijven tijd en geld bespaart. Het systeem is bovendien compact en eenvoudig, waardoor er weinig vloerruimte en minder apparatuur nodig is.

Hosokawa Micron BV beschikt over testfaciliteiten voor het uitvoeren van initiële producttesten, productontwikkeling en klantproeven. Gerard Geurtsen verduidelijkt: “Ons testcentrum bevat eenheden voor 1, 5, 60 en 800 liter die beschikbaar zijn voor klantentests en om de opschaal mogelijkheden aan te tonen.” Het bedrijf voerde met de gesloten vriesdroogtechnologie inmiddels testen uit voor enzymen, proteinen, brooddeeg, champignons, kruiden- en waterkersextracten, wortelen, knoflook, insecten, soepen, flavours en cellulosevezels.

 

Is dit het nieuwe kruklopen? Nieuwe elektrische vorkheftruck kan autonoom goederen vervoeren Belg kan van het dak eten Ikea zoomt in op koffie Geleidende verf maakt muur intelligent VDL werkt mee aan megatelescoop Foodshed.nl brengt lokaal bijzonder product direct naar winkel Overgebleven eten bestellen met Too Good To Go Nieuwe maakindustrie-hotspot in Den Haag: Technology Park Ypenburg Brussels Airport zet autonome shuttles in op openbare weg Adidas verkoopt 1 miljoen schoenen gemaakt van plastic uit de oceaan Gesloten vriesdrogen maakt poeder produceren efficiënt en veilig

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven