maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

ESEF-exposant uitgelicht: BKB Precision

ESEF 2018 gaat van start: van vandaag t/m vrijdag 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van vijf korte vragen. De afsluiter van deze rubriek is BKB Precision.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Voor het hoog accuraat en/of complex frezen en draaien van kunststoffen. BKB Precision is de kunststof toeleverancier voor de high-tech industrie bij uitstek. We ontzorgen onze klanten met onze producten.”

2. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“Onze eigen cleanroom wasstraat. Dit om het service-level van onze organisatie richting onze klanten te verhogen. We kunnen nu zelf ISO Klasse 7 (ASML ‘Grade 4’) in eigen huis reinigen en verpakken voor onze eindklanten met doorlooptijdverkorting.”

3. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Wij hebben voor bepaalde klanten complete prototyping uitgevoerd. Van productie t/m assemblage, testen van het eindproduct inclusief een complete PPA (Product Parts Aproval) procedure uitgevoerd. Dit wordt teruggekoppeld aan de klant qua maakbaarheid in relatie met functionaliteit. Zodoende hebben we bijgedragen aan een mooi goed werkend eindproduct welke tegen de beste prijs/kwaliteit verhoudingen wordt geproduceerd.”

4. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“De ontwikkeling van nieuwe kalibratie gereedschappen voor een gezamenlijk project van Philips Medical en Electa Zweden.”

5. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Naast het CNC draaien en frezen zorgen wij ook voor:

– Meedenken in het voortraject met designers/ontwikkelaars

– Inkoop van koopdelen

– Assemblage van de delen

– Reinigen van de delen/assemblies

– Lakken

– Polijsten / Verlijmen / Vormen.”

BKB Precision is tijdens ESEF te vinden op stand: 01.B154.

Wie is verantwoordelijk indien robots dodelijke slachtoffers maken?

Robots in alle vormen en maten worden steeds slimmer dankzij de implementatie van kunstmatige intelligentie (AI). Deze technologie stelt robots in staat op basis van waarnemingen of data eigenhandig conclusies te trekken en op basis hiervan te handelen. Wie is er echter verantwoordelijk indien een robot voorzien van AI een dodelijk slachtoffer maakt?

Deze vraag heeft John Kington, hoogleraar Informatiesystemen en Business Computing bij de Britse University of Brighton, onderzocht. In een paper zet Kingston zijn bevindingen uiteen. De hoogleraar wijst in zijn paper op eerder onderzoek uit 2010 van Gabriel Hallevy, een hoogleraar verbonden aan de faculteit Recht van de Israëlische Ono Academic College. Hallevy heeft in zijn paper verschillende juridische modellen uiteengezet voor het juridische beoordelen van overtreden door AI-systemen. 

1. Indirecte dader (perpetrator-via-another)

Indien de wet wordt overtreden door een mentaal onbekwaam persoon zoals een kind of een dier wordt de dader onschuldig geacht aangezien hij of zij niet over de mentale capaciteit beschikt om een ‘kwade opzet’ (mens rea) te vormen. Indien de dader in dit geval echter door een derde persoon is geïnstrueerd een overtreding te begaan, is deze derde persoon juridisch verantwoordelijk. 

Volgens dit model kan een AI-programma worden bestempeld als een mentaal onbekwaam persoon, concludeert Hallevy. De ontwikkelaar of de gebruiker van een AI-algoritme zou echter verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de overtreding die de AI heeft gepleegd. 

2. Natuurlijke en waarschijnlijk gevolg (natural-probable-consequence)

Dit model is van toepassing indien een deel van een AI-programma dat voor legitieme doeleinden is ontwikkeld onjuist wordt ingezet en hierdoor een overtreding begaat. Als voorbeeld noemt Hallevy een medewerker van een fabriek waar motorfietsen worden geproduceerd, die wordt gedood door de robot met AI die naast hem werkt. De robot blijkt in dit geval de werknemers als een dreiging voor zijn missie te hebben aangemerkt en te hebben geconcludeerd dat de medewerker in een aangrenzende machine duwen de meest efficiënte methode is om deze uitdaging te elimineren. Met behulp van zijn hydraulische arm heeft de robot de nietsvermoedende werknemer in deze machine geduwd, waarbij de werknemer om het leven is gekomen. 

Natuurlijk en waarschijnlijk gevolg wordt doorgaans toegepast om medeplichtigen te kunnen vervolgen voor een misdaad. Zo biedt de Amerikaanse wet de ruimte een verdachte verantwoordelijk te houden indien een wetsovertreding het natuurlijke en waarschijnlijke gevolg is van een actie die de medeplichtige heeft aangemoedigd of ondersteund. Een voorwaarde hiervoor is wel dat de medeplichtige zich ervan bewust was dat de uitgevoerde handeling illegaal is. 

Dit model maakt het volgens Hallevy mogelijk een gebruiker of programmeur verantwoordelijk te houden indien zij zich bewust waren dat een overtreding van de wet het natuurlijke en waarschijnlijke gevolg was van het programma dat zij hebben gebruikt of ontwikkeld. Hallevy stelt wel dat hierbij onderscheid moet worden gemaakt tussen AI-programma’s die ‘weten’ dat de handeling die zij uitvoeren illegaal is (indien het programma bijvoorbeeld specifiek is geschreven om een criminele handeling uit te voeren) en AI-programma’s die dit niet weten (indien het programma geprogrammeerd is voor een ander doeleinde). Hallevy vermoedt dat de laatste groep niet aangeklaagd kan worden voor overtredingen waarbij ‘kwade opzet’ vereist is.  

3. Directe aansprakelijkheid

Directe aansprakelijkheid heeft volgens Hallevy betrekking op zowel de daad (actus rea) als de intentie van de dader (mens rea). Hallevy stelt dat de actus rea relatief eenvoudig kan worden toegewezen aan een AI-systemen, bijvoorbeeld in situaties waarin het systeem een handeling uitvoert die resultaat in een overtreding van de wet of het systeem juist verzuimt een actie uit te voeren indien deze wel uitgevoerd zou moeten worden.

Het toewijzen van mens rea aan een AI-systeem is volgens de onderzoeker echter veel moeilijker. AI-systemen zullen naar verwachting dan ook vooral aansprakelijk worden gesteld in gevallen waarbij het niet van belang is of een overtreding bewust is gemaakt. Als voorbeeld noemt Hallevy een situatie waarin een zelfrijdende auto het snelheidslimiet overschrijdt, waarmee aantoonbaar een wetsovertreding wordt begaan. In dit geval ligt de juridische verantwoordelijkheid hiervoor volgens de onderzoeker volledig bij het AI-programma dat de auto tijdens deze rit aanstuurde, en niet bij de gebruiker. 

Verdediging

In de paper wordt ook gekeken naar de wijze waarop een AI-systeem zich in de rechtbank zou kunnen verdedigen tegen aantijgingen. Zo wijst Hallevy op verschillende rechtszaken op het gebied van cybercriminaliteit, waarin met succes als verdediging werd aangedragen dat kwaadaardige software de controle over de computer van de verdachte had overgenomen. De criminele handeling zouden door deze kwaadaardige software zijn gepleegd en dus niet de verantwoordelijkheid zijn van de eigenaar van het systeem.

Op basis van de juridische modellen die Hallevy uiteen heeft gezet concludeert Kingston dat de juridische verantwoordelijkheid van AI-systemen afhankelijk is van drie factoren:

  1. Of een AI een product of een dienst is. Dit is in de wet niet duidelijk vastgelegd; verschillende experts hebben hier een andere kijk op. 
  2. Welke mens rea vereist is om een handeling als een criminele overtreding te classificeren. Het is volgens Kingston onwaarschijnlijk dat een AI-programma schuldig kan worden bevonden aan het overtreden van een wet die vereist dat de dader een criminele handeling bewust heeft uitgevoerd. Kingston noemt het echter wel mogelijk dat AI-systemen schuldig worden bevonden aan het overtreden van de wet indien zij een actie uitvoeren waarvan een ‘redelijk man zou hebben geweten’ dat dit zouden leiden tot een wetsovertreding. Ook stelt Kingston dat AI-systemen met grote zekerheid schuldig kunnen zijn in zaken rond de aansprakelijkheid voor de consequenties van bepaalde handelingen. 
  3. Of de beperkingen van AI-systemen worden gecommuniceerd met de koper. Sommige AI-systemen hebben zowel algemene als specifieke beperkingen. In rechtszaken kan volgens Kingston worden verwezen naar de specifieke woorden die zijn gebruikt in waarschuwingen omtrent deze beperkingen. 

Wie is verantwoordelijk?

Tot slot rijst de vraag wie verantwoordelijk is voor overtredingen gepleegd door AI-systemen. Dit is volgens Kingston afhankelijk van welk van de drie modellen van Hallevy worden toegepast:

  • Indirecte dader (perpetrator-via-another): de persoon die het AI-systeem instrueert een handeling uit te voeren wordt volgens Kingston waarschijnlijk verantwoordelijk gesteld. Dit kan de gebruiker of de programmeur zijn. 
  • Natuurlijke en waarschijnlijk gevolg (natural-probable-consequence): In dit geval kan een persoon die had kunnen voorzien dat het AI-product op deze wijze zou worden ingezet volgens de hoogleraar verantwoordelijk worden gesteld. Dit kan de programmeur, verkoper van een product of de service provider zijn. Het is in dit geval volgens Kingston minder waarschijnlijk dat de gebruiker verantwoordelijk wordt gesteld, tenzij de instructies die bij het systeem zijn meegeleverd de beperkingen van het systeem duidelijk aangeven en de mogelijke consequenties van verkeerd gebruik uitvoerig bespreken. 
  • Directe aansprakelijkheid: AI-programma’s kunnen aansprakelijk worden gesteld voor de consequenties van uitgevoerde handelingen. In de praktijk zal dit waarschijnlijk betekenen dat de programmeur die het AI-programma heeft gebouwd verantwoordelijk wordt gesteld. 

Kingston merkt overigens wel op dat in alle gevallen waarin de programmeur verantwoordelijk wordt gesteld, gediscussieerd kan worden of de fout ligt bij de programmeur, de ontwerper van het AI-programma, de expert die de benodigde kennis heeft aangeleverd of de manager die een onbekwame ontwerper of programmeur heeft aangesteld. 

Meer informatie is te vinden in de paper ‘Artificial Intelligence and Legal Liability‘ van Kingston. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Paper ‘Artificial Intelligence and Legal Liability van John Kingston
Bron foto: Pixabay / jarmoluk

ESEF-exposant uitgelicht: MCB Nederland B.V.

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van vijf korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan MCB Nederland B.V..

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“De focus voor MCB deze editie van de ESEF is o.a. het presenteren van onze nieuwe BEWO zaagmachine. Daarnaast zullen we meer laten zien over onze e-commerce mogelijkheden. Denk hierbij aan EDI, Webportal en andere webservices. In het kader van MVO zullen we onze klanten informeren over de MCB Wood4Wood service, waarbij we de pallets en losse balken voor onze klanten retour halen.”

2. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“Alle investeringen binnen MCB zijn gericht op het verkorten van de doorlooptijden en het verhogen van de servicegraad. Vorig jaar is er een volledig geautomatiseerd hoogbouw magazijn in gebruik genomen voor onze RVS en aluminium lange producten. Daaraan gekoppeld 4 zaagmachines waarmee we in veel gevallen binnen 24 uur op maat kunnen leveren. Daarnaast wordt op dit moment onze nieuwe BEWO seriezaag geïnstalleerd. Ingebruikname hiervan is gepland medio april.”

3. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Met onze producten staan we aan de basis van veel eindproducten in de maak-industrie. Onze rol in de keten is het verzorgen van het juiste materiaal op het juiste moment in de juiste hoeveelheid. De klant kan van MCB verwachten dat wij naast betrouwbaarheid en kwaliteit altijd mee zullen denken in het optimaliseren van het totale proces.”

4. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“Met name op het gebied van digitalisering heeft de MCB groep de laatste jaren grote stappen gezet. Naast de inrichting van de webshop en EDI voor bewerkte en onbewerkte producten is recent de eerste webservice klant live gegaan. Middels deze webservice biedt MCB de mogelijkheid om realtime en zonder order in te leggen informatie over prijs, beschikbaarheid en levertijd digitaal uit te wisselen. Het voordeel t.o.v. het standaard EDI is dat de klant op een zeer efficiënte wijze 24/7 kan calculeren met actuele informatie.”

5. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“De basis in het ontzorgen van onze klanten is de juiste beschikbaarheid, kwaliteit en betrouwbaarheid. Om dit te realiseren hebben we diverse VMI oplossingen om de voorraden in de keten zo efficiënt mogelijk te managen. Daarnaast blijft het delen van kennis doormiddel van onze MCB Campus en Kennisdagen een speerpunt van de MCB groep.”

MCB Nederland B.V. is tijdens ESEF te vinden op stand: 01.E030.

ESEF-exposant uitgelicht: Metalfinish Group

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van vijf korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan Metalfinish Group.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Wij bieden een totaalpakket aan oplossingen als het gaat om oppervlaktebewerking van alle non-ferro materialen. Denk hierbij aan roestvast staal, aluminium maar ook koper, messing, alloy, titaan, etc. Door mee te denken met de klant kunnen er vaak veel kostenbesparingen gemaakt worden met de juiste adviezen. Metalfinish Group is gedurende het afgelopen jaar ontzettend gegroeid qua gebouwen maar ook qua technieken die beschikbaar zijn. Denk hierbij aan de ultieme corrosie bestendigheid creëren door de combinatie van onze H2Ofinish (natstralen) en polinox protect.”

2. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“We hebben een natstraal cabine (de grootste van Europa) laten plaatsen met afmetingen van  8×10 meter maar wel met verschuifbare wanden zodat grotere objecten ook behandeld kunnen worden. Daarnaast is er een langband slijpmachine aangeschaft (Peitzmeier) van 9 meter breed waarbij maatvoering geen issue meer is. Platen van alle diktes kunnen hier bewerkt worden (ook spiegelpolijsten). Deze machine (zie onderstaande foto) gaat samenwerken met een robot zodat complexere items ook kunnen worden gepolijst.”

3. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Wij staan bekend om onze betrouwbaarheid en flexibiliteit omdat we onze Friese nuchterheid combineren met innovatie en kwaliteit. Het komt vaak voor dat door de juiste adviezen er een kostenbesparing gedaan kan worden door onnodige werkzaamheden uit het proces te halen of de volgorde van het proces aan te passen. Onze insteek is dat we nooit ‘nee’ verkopen wat ons soms voor uitdagingen plaatst waarvoor we dan nieuwe machines laten maken. Een voorbeeld hiervan is het inwendig buizen slijpen. Deze machine is door ons ontwikkeld nadat een grote klant van ons deze vraag bij ons voor had gelegd. Inmiddels is het een unieke machine die buizen tot 14.5 meter inwendig kan bewerken (op elke gewenste ruwheid of RA waarde) inclusief meet rapportages.”

4. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“Op dit moment zitten we in de eindfase voor een enorm billboard dat geplaatst zal worden in Londen, ontworpen door Zaha Hadid. Meer informatie hierover kan gevonden worden door op deze link te klikken. We zijn werkzaam in alle industrieën, elk met diverse innovaties en bijzondere projecten waar we aan mogen werken.”

5. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Wij proberen de klant te ontzorgen door een aanspreekpunt te vormen, ook als er meerdere bedrijven met een project bezig zijn. Daarnaast proberen we een totaaloplossing aan te bieden op het gebied van oppervlakte bewerking. Door ook op locatie wereldwijd te werken, kunnen werkzaamheden voor de klant gewoon doorgaan.”

Metalfinish Group is tijdens ESEF te vinden op stand: 03.A050.

DARPA wil biologische systemen in menselijk lichaam vertragen

Wie ernstig gewond raakt moet zo snel mogelijk naar een ziekenhuis worden vervoerd. De tijd die nodig is om een patiënt naar het ziekenhuis te vervoeren is namelijk een cruciale factor in de overlevingskans van een patiënt. Een nieuw project van het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA) van het Amerikaanse ministerie van Defensie richt zich daarom op het vertragen van biologische systemen in het menselijk lichaam, met als doel meer tijd beschikbaar te maken om patiënten naar een ziekenhuis te vervoeren.

Het programma van het DARPA heet Biostasis en richt zich op het verlengen van wat het ‘golden hour’ of ‘gouden uur’ wordt genoemd: het eerste uur nadat een patiënt een ernstig verwonding of infectie oploopt. Indien een patiënt binnen dit uur naar een medische faciliteit wordt vervoerd, vergroot dit de overlevingskans van de patiënt aanzienlijk. Het DARPA richt zich binnen het Biostasis project specifiek op vergroten van de overlevingskans van soldaten die op het slagveld gewond raken. Het project kan echter ook interessante ontwikkelingen opleveren voor de ‘gewone’ mens en hun overlevingskans na een ernstig ongeluk of bij een ernstige infectie vergroten. 

Soldaten kunnen niet altijd direct worden geëvacueerd 

Het Amerikaanse leger investeert al langer in ontwikkelingen die de overlevingskans van gewonde soldaten vergroten. Deze ontwikkelingen zijn nagenoeg allemaal gericht op het verkorten van de tijd die nodig is om een soldaat naar een medische faciliteit te vervoeren. Op het slagveld kunnen echter allerlei factoren het vervoer van soldaten naar een ziekenhuis bemoeilijken. Zo kan het een grote uitdaging zijn gewonde soldaten te evacueren indien zij in een vuurgevecht zijn verwikkeld of kan het moeilijk zijn voor medisch personeel om soldaten in vijandig gebied veilig te bereiken. 

Het Biostasis programma richt zich daarom op het verlengen van het gouden uur, zodat meer tijd beschikbaar wordt om soldaten naar een medische faciliteit te vervoeren. Het DARPA wil hierbij moleculaire biologie inzetten om nieuwe manieren te ontwikkelen om biologische systemen in het menselijk lichaam te vertragen. Indien dit lukt, kan hiermee de tijd worden verlengd tussen het moment dat een soldaat een ernstige verwonding oploopt en het moment dat een biologisch systeem in het lichaam van de soldaat het laat afweten. “In essentie is het concept erop gericht leven te vertragen met als doel levens te redden”, schrijft het DARPA op haar website. 

‘Het leven is een reeks continue biochemische reacties’

“Op moleculair niveau is leven een reeks continue biochemische reacties, en een kenmerkende eigenschap van deze reacties is dat zij een katalysator nodig hebben om überhaupt op te treden”, legt Tristan McClure-Begley, programmamanager van het Biostasis programma, uit. “In een cel zijn deze katalysatoren aanwezig in de vorm van proteïne of grote moleculaire machines die chemische en kinetische energie omzetten in biologische processen. Ons doel met Biostasis is het beheren van deze moleculaire machines en hen allen met hetzelfde tempo te vertragen, zodat we het volledige systeem op gracieuze wijze kunnen vertragen en nadelige gevolgen kunnen voorkomen zodra deze interventie wordt teruggedraaid of verminderd.”

In het programma worden verschillende manieren onderzocht om biochemische processen in levende cellen te vertragen. Het DARPA hoopt in het programma uiteenlopende methoden te ontwikkelen, variërend van eenvoudige behandelingen zoals het toedienen van antilichamen tot meer holistische behandelingen gericht op volledige cellen of weefsels. Alle methoden die worden ontwikkeld moeten ertoe leiden dat alle meetbare biologische functies in een menselijk lichaam worden vertraagd met minimale schade aan cellulaire processen indien de biologische functies worden hersteld. 

Cellulaire processen gelijktijdig vertragen

Het DARPA noemt het van groot belang dat alle cellulaire processen met hetzelfde niveau worden vertraagd, aangezien processen in veel gevallen elkaar beïnvloeden en van elkaar afhankelijk zijn. Als voorbeeld noemt het instituut celademhaling, wat van cruciaal belang is voor verschillende cellulaire processen. Indien de celademhaling wordt vertraagd, betekent dit echter niet dat andere gerelateerde cellulaire processen ook automatisch vertragen. Indien deze gerelateerde processen echter niet tijdig in dezelfde mate worden vertraagd, kan een dergelijke ingreep ertoe leiden dat cellen afsterven. 

Het instituut zoekt daarom naar biochemische methoden om de celenergie op proteïneniveau te kunnen beïnvloeden. Proteïnes zijn volgens het DARPA de werkpaarden van celfuncties. In de natuur zijn verschillende voorbeelden te vinden van organismen die proteïne gebruiken om onder extreme omstandigheden te overleven. Een voorbeeld zijn beerdiertjes, kleine diertjes die in een vochtige omgevingen leven. Beerdiertjes kunnen onder andere bevriezen, nagenoeg volledig uitgedroogd raken en extreme hoeveelheden radiatie tolereren. Een ander voorbeeld is de boskikker, die gedurende een periode van meerdere dagen volledig bevroren kan zijn. 

De natuur als inspiratiebron

“De natuur in een bron van inspiratie”, aldus McClure-Begley. “Indien het ons lukt de beste manieren te vinden om andere biologische systemen te versterken en de kans te verkleinen dat zij na beschadiging in een oncontroleerbare neerwaartse spiraal terecht komen, hebben we een significante uitbreiding op de biologische gereedschapskist in handen.”

Het Biostasis programma heeft een looptijd van vijf jaar. In eerste instantie moet het programma leiden tot proof-of-concept technologieën, die vervolgens op eenvoudige levende organismen zullen worden uitgetest. Om deze technologieën uiteindelijk geschikt te maken voor toepassing op mensen, werkt het DARPA samen met Amerikaanse gezondheids- en regelgevende instanties. Zodra de looptijd van het programma is verstreken, hoopt het DARPA meerdere tools in handen te hebben om het risico op permanent letsel of overlijden na een ernstige verwonding of infectie te verkleinen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: DARPA
Foto: Pixabay / mattthewafflecat

ESEF-exposant uitgelicht: Oceanz 3D printing

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van vijf korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan Oceanz 3D printing.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Bij Oceanz kan de bezoeker van ESEF het 3D print proces van dichtbij beleven. In de stand is de toegevoegde waarde van Additive Manufacturing goed te zien. Zowel eindproducten als prototypes zijn te bewonderen, evenals materialen en nabehandelingsmogelijkheden. Additive Manufacturing begint een volwaardige industrie te worden. Het aantal oplossingen, materialen en technieken ontwikkelt zich in een rap tempo. En daarmee ook de rol van Oceanz als service bedrijf. Oceanz is in staat om in de behoefte van de klanten te voorzien. Het 3D printen is daarbij een middel en geen doel op zich.”

2. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“Een laatste investering? Dat is te veel om op te noemen. Dagelijks investeert Oceanz in haar productiecapaciteit, nieuwe materialen, technieken, etcetera. Veel investeringen zijn gericht om (eind)producten van een continue hoge kwaliteit (ISO9001 en ISO13485) te leveren.”

3. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Additive Manufacturing – en 3D printen in het bijzonder – heeft veel voordelen voor de klant. (Eind)producten kunnen onder meer sterker, goedkoper en lichter worden gerealiseerd met deze technieken. Uiteraard afhankelijk van de specifieke vraag en seriegrootte. Meer voordelen van 3D printen vind je op: https://www.oceanz.eu/voordelen-3d-printen.”

4. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“Veelal zijn de ontwerpen van onze opdrachtgevers beschermd. Maar op onze website zijn genoeg voorbeelden te zien. Van goede voorbeelden en praktijkcases in packaging en maakindustrie tot Donkervoort binnen automotive; Oceanz is als partner betrokken geweest. Daarnaast is er ook een groot aantal voorbeelden uit het 3D printen voor het medisch werkveld te vinden.”

5. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Oceanz is in staat om samen met de klant te beoordelen of Additive Manufacturing een oplossing is om het product te realiseren. Dat kan in de fase van ontwerp/design, maar ook gedurende het productieproces met materiaalkeuzes, optimalisaties, productietechnieken. Kortom, Oceanz levert als service bedrijf de juiste diensten aan de klant. Van ontwerp tot fulfilment. Uniek in Nederland!”

Meer info: http://www.oceanz.eu 

Oceanz 3D printing is tijdens ESEF te vinden op stand: 03.A077.

ESEF-exposant uitgelicht: GL Plastics

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van vijf korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan GL Plastics.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Gl Plastics is expert in metaal en kunststof combinaties en kostenbesparende twee componenten spuitgiettechniek , reel -to reel spuitgieten. We hebben dus genoeg te laten zien op de beurs.”

2. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“We hebben onlangs geïnvesteerd in nieuwe machines van 1000 en 450 ton, een nieuwe productiehal,  geautomatiseerde ultrasoon lasmachines en een speciale PVD  Vacuüm Coating machine en geoptimaliseerde in mould labeling capaciteit. Daarnaast zijn vele machines verregaand geautomatiseerd om productiekosten te besparen.”

3. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Wij helpen klanten met de ontwikkeling engineering van hun producten, vanaf ontwerpfase tot eindproduct, we besparen kosten en ontwikkelen innovatieve concepten waarmee de klant zich kan onderscheiden in de markt.”

4. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“We hebben onlangs onder meer meegewerkt aan Twickto Speelgoed, dat deze week beloond is met de IF Gold Award in Duitsland. Verder hadden we een aandeel in een solar concentrator, eentje die de rendementen van huidige zonnepanelen doet verbleken. En daarznaast zijn we bezig geweest met tal van innovaties voor medische en automotive klanten.”

5. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Dat doen we door een echte all-in one dienstverlener te zijn: we ontwikkelen en doen engineering,  we producen, maken en assembleren en monteren, coaten en bedrukken. En dat allemaal onder één dak.”

GL Plastics is tijdens ESEF te vinden op stand: 03.B070.

ESEF-exposant uitgelicht: Jack Muller BV

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van zes korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan Jack Muller BV.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Wij bieden bezoekers een pasklare oplossing voor (vrijwel) elk ‘voorgelakt vraagstuk’ dat men aan ons voorlegt. Dat vinden we het leukste om te doen.”

2. Waarom moet de bezoeker echt even langskomen bij jouw stand?

“Wat we op onze stand kunnen laten zien is een look&feel van de meest uiteenlopende coatings. Daarnaast staat het elke bezoekers vrij om ons uit te dagen met een voorgelakt vraagstuk.”

3. Wat is je laatste investering geweest en waarom?

“Onze laatste investering is een gloednieuwe decoillijn, waardoor we onze klanten nog beter van dient kunnen zijn m.b.t.. nauwkeurige toleranties op vlakheid, breedte en lengte.”

4. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Wij zijn een partner bij productontwikkeling vanaf idee tot realisatie in de breedste zin van het woord. Wij gaan net zo ver als de klant ons graag wil hebben.”

5. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“We hebben onlangs onder meer meegewerkt aan diverse innovatieve projecten in een solar project en het overzetten van een product van natlakken naar voorgelakt materiaal. Ons laatste project was in de interieurbouw, we hebben kantoorwanden gerealiseerd voor een groot project, E.P.O.in Rijswijk.”

6. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Om invulling te geven aan het ontzorgen van de klant, bieden wij het grootst denkbaar programma aan verfsystemen en basismaterialen. Daarnaast heeft de klant de keuze uit vele afnamemogelijkheden zoals coils, platen of band, niet alleen in grote en kleine afmetingen maar ook in grote en kleine hoeveelheden. . In onze overzichtelijke en flexibele organisatie staat de klant centraal. Het uitgangspunt is dat elke levering een exacte vertaling van de technische, visuele en logistieke wensen van de klant moet zijn.”

Jack Muller BV is tijdens ESEF te vinden op stand: 01.E048.

Hoe leveringszekerheid van grondstoffen en slimme inkoop waarde creëren voor jouw bedrijf en klanten?

Niet alleen tijdens de Olympische Winterspelen werden er records gebroken, dat geldt ook voor ons eigen land, voor onze eigen economie. De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) registreerde in februari een ongekende waarde van 63.4 en liet daarmee het record van vorige maand (62.5) ver achter zich. Er is na 58 maanden groei zelfs nog sprake van een groeiversnelling. Ook dat is na zo’n lange groeiperiode nog niet vaak vertoond. Hoe kan dat?

Uit de cijfers blijkt de grote en toenemende vraag naar Nederlandse producten zowel vanuit het binnenland als vanuit het buitenland. Deze heeft voor een deel te maken met de goede economische omstandigheden in Europa. Maar voor een deel lijkt de toenemende vraag verklaard te worden door de sterk oplopende levertijden van producenten. Die leiden ertoe dat klanten eerder gaan bestellen. En daar komt bij dat er als gevolg van de oplopende inkoopprijzen van materialen en componenten sprake lijkt te zijn van speculatie.

Wat is de betekenis hiervan? Vormt de leveringszekerheid van grondstoffen een probleem voor bedrijven? Op de korte termijn waarschijnlijk niet en is het een kwestie van vraag en aanbod. Inkopers halen hun inkoopopdrachten naar voren om latere prijsverhogingen te voorkomen. Bedrijven doen er goed aan voldoende buffers voor deze situatie in te bouwen en de nodige flexibiliteit in hun contracten met leveranciers en werknemers in te bouwen. Maar om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het van belang goed te weten welke grondstoffen en materialen in jouw producten (en halffabricaten) zitten? Maar ook in welke andere producten jouw grondstoffen terecht komen of wat mogelijke alternatieven grondstoffen en materialen kunnen zijn? Dit is geen eenvoudige klus maar een oplossing wordt geboden door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Op verzoek van FME, Metaalunie en NEVI wordt op 21 maart de grondstoffenscanner gelanceerd. Een mooi online instrument om inzicht te krijgen in welke kritische materialen in jouw producten en halffabricaten zitten en dat tevens ook handelingsperspectieven biedt om concreet stappen te zetten voor jouw bedrijf?

Eigenlijk is dit niks meer dan slimme inkoop waarmee je dus waarde creëert voor jouw bedrijf en klanten. Op vrijdag 23 maart vertellen we je er alles over: Hoe je toeleveringsrisico’s kunt verkleinen of de time-to-market verkorten, vaak tegen lagere kosten (dus meer marge), bijdragen aan productinnovatie, samen met leveranciers je schouders zetten onder verduurzaming en zo een bijdrage leveren aan het bedrijfsresultaat. Dat kan met professionele inkoop, daarmee creëer je meer resultaat voor jouw bedrijf!

 

Erik van Assen, Community manager NEVI (met dank aan hoogleraar prof. dr. Arjan van Weele).

 

Wo 21 maart | 08:00 – 10:00 Theater ESEF Hal 1 NEVI – FME – metaalunie – Min. EZK Leveringszekerheid van grondstoffen, een zorg voor u?

vr 23 maart | 08:00 – 10:00 Theater ESEF Hal 1 Meer resultaat met slimme inkoop in het MKB

Startup 3D-print in 24 uur tijd een kleine woning (video)

Het bouwen van een woning met behulp van traditionele bouwmethoden neemt al snel maanden in beslag. De Amerikaanse startup ICON wil dit proces fors versnellen met behulp van een high-tech 3D-printer. De startup stelt via additieve productie binnen 24 uur een woning van zo'n 55 tot 75 vierkante meter te kunnen bouwen. Dankzij de inzet van een 3D-printer kunnen daarnaast de kosten worden gehalveerd ten opzichte van traditionele woningbouw.

ICON is een startup gevestigd in de Amerikaanse staat Texas. Het bedrijf heeft een 3D-printer ontwikkeld genaamd Vulcan. Met behulp van deze printer stelt het bedrijf woningen niet alleen goedkoper, duurzamer en sneller te kunnen bouwen, maar ook de kwaliteit van woningen te kunnen verbeteren en huiseigenaren meer mogelijkheden te kunnen geven om woningen naar eigen wens vorm te geven. 

Eerste woning geprint in Texas

Het bedrijf heeft in Austin, Texas een eerste woning geprint, die volledig aan de bouwvoorschriften voldoet. Deze woning is geprint met behulp van de Vulcan, een mobiele 3D-printer die specifiek ontwikkeld is om onder onvoorspelbare omstandigheden te opereren. Denk hierbij aan beperkingen aan de beschikbare hoeveelheid water, energie, arbeidskrachten en infrastructuur. De Vulcan is door ICON en New Story ontwikkeld in samenwerking met partijen als Pump Studios, Yaskawa Electric, Alchemy Builders, TreeHouse, Andrew Logan Architecture, Linestar Automation en de Universiteit van Texas.

Met de Vulcan wil ICON samen met New Story de komende 18 maanden kleine en betaalbare woningen gaan bouwen voor dakloze families in het Zuid-Amerikaanse land El Salvador. Het gaat hierbij om woningen met een oppervlakte van 55 tot 75 vierkante meter, die in minder dan 24 uur voor een kostprijs van 4.000 dollar kunnen worden geprint. Door de inzet van een 3D-printer is veel flexibiliteit in het ontwerp mogelijk. Zo worden de woningen ontworpen in samenwerking met toekomstige bewoners, die hun wensen voor hun specifieke woning kenbaar kunnen maken. Op termijn wil ICON via partnerships de productie opschalen om de komende jaren meer communities van betaalbare woningen te voorzien. 

Dakloosheid de wereld uit helpen

“Het is onze verantwoordelijkheid de strijd aan te gaan met traditionele bouwmethoden en ons in te zetten om dakloosheid de wereld uit te helpen. Lineaire methoden zullen nooit de ruim een miljard mensen die veilige huizen nodig hebben kunnen bereiken”, zegt Brett Hagler, CEO van New Story. “Door samen te werken met ICON en gebruik te maken van hun innovaties in 3D-printen kunnen we meer families exponentieel sneller bereiken met de best mogelijke opvang.”

“Conventionele bouwmethoden hebben veel ingebakken nadelen en problemen die we zo lang voor lief hebben genomen dat we vergeten zijn alternatieven te bedenken”, stelt Jason Ballard, mede-oprichter van ICON. “Met 3D-printen heb je niet alleen een continue thermische gebouwschil, een grote thermische massa en nagenoeg geen afval, maar ook snelheid, een veel breder ontwerppalet, meer flexibiliteit en de mogelijkheid een enorme stap te zetten in betaalbaarheid. Dit is geen verbetering van 10%, maar met een factor 10.”

Volgende stap in evolutie van de woningbouw

Op zijn website vergelijkt ICON de ontwikkeling van de Vulcan met eerdere revoluties in de woningbouw. Zo werden rond het jaar 1.200 voor het eerst timmerwerk en architecturale technieken gestandaardiseerd. Rond 1880 volgde de industriële revolutie, waarbij klimaatbeheersing en industriële productie van bouwmaterialen opkwamen. Rond 1950 werden elektrisch gereedschap en nieuwe materialen voor het eerst ingezet bij het bouwen van woningen, wat de bouw met een factor tien heeft versneld en de kosten van woningen heeft gereduceerd. ICON voorspelt dat 3D-printen de volgende grote stap wordt in de evolutie van de woningbouw.

ICON is overigens niet de enige partij die high-tech systemen wil inzetten om de bouw van woningen te versnellen en goedkoper te maken. Het Amerikaanse Caterpillar investeerde in 2017 2 miljoen dollar in Fastbrick Robotics, een Australisch bedrijf dat een robot heeft ontwikkeld die 1.000 bakstenen per uur kan metselen. Deze robot – die de naam Hadrian X draagt – kan volgens Fastbrick Robotics de muren van een standaard woonhuis in slechts twee dagen bouwen. Ook realiseerde het Chinese bedrijf Winsun in 2014 al een aantal kleine 3D-geprinte huizen en werd in 2016 in Dubai een 3D-geprint kantoorcomplex opgeleverd. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: ICON (foto)
Bron: New Story

ESEF haalt samen met BNO de industrieel ontwerper terug naar de toeleveringsbeurs

Goed industrieel ontwerp levert méér omzet op.

Het maakproces start met een ontwerp. Een goed of slecht ontwerp kan uiteindelijk tientallen procenten omzet schelen. De ESEF haalt daarom de Nederlandse ontwerpers terug naar de toeleveringsbeurs. Samen met de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO) en Designlink wordt aangetoond waarom goed industrieel ontwerp belangrijk is voor de maakindustrie.

Een goed ontworpen product kan tot wel 20% meer omzet opleveren dan een soortgelijk product, maar dan slechter ontworpen. Dat bleek enkele jaren terug uit een onderzoek door de TU Delft en de Erasmus Universiteit. Dit geldt zeker voor consumentenproducten, maar ook voor B2B producten. “Als een product goed werkt, ergonomisch goed is en er aantrekkelijk uitziet, verkoopt het beter”, zegt Gert Gerrits, projectmanager bij BNO. De Nederlandse industrieel ontwerpers laten op de ESEF (20 – 23 maart in de Jaarbeurs in Utrecht) zien wat goed industrieel ontwerp is. Op de BNO- en Designlink stand (hal 1 B129) staan de producten die eind 2017 de GIO Awards hebben gewonnen. Dit zijn voorbeelden van goede industriële ontwerpen.

‘Design dokters’

Daarnaast zijn op woensdag en donderdag op de beurs ‘design dokters’ aanwezig die bezoekers in een half uur tijd op hoofdlijnen adviseren. “Bezoekers die een idee hebben, kunnen met deze jonge ontwerpers kort praten over de verschillende aspecten die een rol spelen bij het uitwerken van een ontwerp voor de product of dienst”, legt Gert Gerrits uit. Denk hierbij aan het belang van ergonomie, maakbaarheid, auteursrechten maar ook grondstoffenkeuze.

Bewuste materiaalkeuze

Dat laatste is een onderwerp dat steeds vaker ter sprake komt in het gesprek tussen ontwerper en de opdrachtgever. “We merken namelijk dat opdrachtgevers steeds bewuster met de grondstoffenkeuze bezig zijn. Men wil het product op een verantwoorde wijze maken en de ecologische voetafdruk klein houden. Een goede ontwerper adviseert zijn opdrachtgever over alternatieve grondstoffen.” Dat sluit naadloos aan op de aandacht op de ESEF voor het thema circulaire economie. Hoewel BNO de beroepsorganisatie van de ontwerpers is, zegt Gert Gerrits dat BNO er ook is om de opdrachtgevers te ondersteunen. Vandaar de deelname aan de ESEF. BNO organiseert ook enkele presentaties over industrieel ontwerpen in de ESEF theaters.

Pedro Gomes: betere producten

Op de toeleveringsbeurs krijgt het thema design ook nog op andere manieren aandacht. Bijvoorbeeld in de lezingen in de beide ESEF theaters. Hiermee wil de ESEF bezoekers uit de maakindustrie en design engineers weer met elkaar in contact brengen. Op woensdag 21 maart kunnen bezoekers vanaf 8 uur terecht voor een ontbijtsessie met de internationale top designer Pedro Gomes. ESEF organiseert dit ontbijtseminar samen met de Portugese Associacao Industrial do Distrito de Aveiro (AIDA). Pedro Gomes heeft designprojecten gedaan voor onder andere LG, HTC, Huawei, Super Bock en Group Auchan.

Van zijn hand komen zowel consumenten als industriële producten, tot en met robots. In zijn lezing op de ESEF laat Pedro Gomes zien hoe een goed ontwerp, gemaakt vanuit een holistische visie, tot end-to-end innovatie kan leiden. Ook pakt hij het thema circulaire economie op. In zijn presentatie toont de topdesigner hoe processen waarin de mens en de circulaire economie centraal staan, tot de ontwikkeling van meer verantwoorde producten en systemen leiden. Het ontbijtseminar op 21 maart is gratis toegankelijk voor ESEF bezoekers na registratie.

De ESEF 2018 vindt van 20 – 23 maart plaats in de Jaarbeurs Utrecht. 

 

FOTO’s van enkele GIO producten op de ESEF:

  • De Hydro Trike van Vervaet is zelfrijdende mestinjecteur. Na twintig jaar was deze  aan een grondige vernieuwing toe. Dit is gedaan door het Eindhovense ontwerpbureau Steketee Design. Was de oorspronkelijke mestinjecteur typisch een functioneel product dat door werktuigbouwers was gemaakt, bij de nieuwe Hydro Trike zie je de hand van de designer. De vernieuwde Hydro Trike beschikt over state-of-the-art aandrijf- en GPS technieken.
  • Watts zet een nieuwe standaard voor schoeisel voor de zorgsector, beginnend bij de OK. Door onder andere een ingebouwde RFID chip, bacterie dodend materiaal en uitgekiende verpakking is dit product op gebied van hygiene klaar voor de toekomst. Het design wat in samenwerking met Van Berlo is ontwikkeld.

Workshops Circulaire Economie voor ESEF bezoekers

ESEF en NRK laten bezoekers proeven aan de transitie naar de circulaire economie met CIRCO-workshops

ESEF bezoekers uit de kunststofverwerkende industrie kunnen dit jaar zelf aan de slag gaan met het thema circulaire economie. De NRK organiseert in samenwerking met CIRCO twee keer een workshop. Hierin ontdekken de deelnemers wat de transitie naar een circulaire economie in hun keten betekent en hoe ze zelf de eerste stappen kunnen zetten.

Over dertig jaar moeten alle producten in Nederland circulair zijn. Dat is begin dit jaar vastgelegd in de Transitieagenda‘s. 2050 lijkt nog ver weg, maar toewerken naar een circulaire economie is een lang proces, zegt Martin van Dord, innovatiecoach bij het NRK. “Er zullen winnaars en verliezers in deze transitie zijn. Daarom is het als ondernemer in de maakindustrie belangrijk nu kennis op te doen en te weten wat je hieraan kunt bijdragen als klanten er straks om vragen.” Bovendien gaat de regering deze zomer bekend maken welke stappen de overheid nog deze kabinetsperiode wil zetten. De circulaire economie komt dus snel dichterbij.

Méér dan een trucje
Daarom slaan ESEF (20 – 23 maart in de Jaarbeurs in Utrecht), de NRK en CIRCO de handen ineen en hebben ze het thema Circulaire Economie op de agenda van de toeleveringsbeurs gezet. Martin van Dord: “Voor de maakindustrie is dit belangrijk. Brand owners weten wel waar het naar toe gaat. De maakbedrijven moeten zich echter ook de skills eigen maken, zodat ze hun klanten kunnen faciliteren als deze hiernaar vragen.” De transitie is namelijk geen trucje dat je snel kunt leren. Circulair houdt meer in dan kunststof recyclaat inzetten, groene stroom gebruiken of materialen kiezen die biodegradeerbaar zijn.

“De circulaire economie vergt het opbouwen van kennis, het delen van kennis én het opdoen van ervaring”, zegt de NRK- innovatiecoach. Circulair betekent vooral integraal naar de keten kijken. “De cirkel sluiten”, legt Van Dord uit. Hij geeft een voorbeeld. Een spuitgietbedrijf kan een goedkoper materiaal kiezen, maar als hierdoor aan het eind van de levenscyclus van het product extra kosten moeten worden gemaakt om het materiaal te scheiden, dan is de keten als geheel niet goed bezig. “Elk bedrijf is onderdeel van die keten. Daarom moeten ze samenwerken. Dan leer je van elkaar waar je geen weet van hebt, maar waar je wel invloed op hebt.”

CIRCO
CIRCO is een beweging naar de circulaire economie. In en om CIRCO zitten ondernemers en bedrijven uit de maakindustrie en de creatieve industrie, en daarnaast onderzoekers, beleidsmakers en studenten. De aanpak van CIRCO met Tracks en Classes levert nieuwe inzichten op en maakt dat bedrijven stappen zetten richting de circulaire economie, met een circulair businessmodel. CIRCO doet dit al 3 jaar en heeft al 200 bedrijven getraind en heeft daarmee een enorme hoeveelheid kennis en ervaring opgebouwd op het gebied van circulaire businessmodellen en design strategieën. De keuze om met CIRCO samen te werken en deze workshops aan te bieden aan de achterban van NRK, was dan ook snel gemaakt.

Zet de eerste stappen op de ESEF
CIRCO pakt het onderwerp normaal op in een driedaagse workshop. Dit programma is ontwikkeld samen met de TU Delft en toegespitst op verschillende sectoren, waaronder de kunststofindustrie. Speciaal voor de ESEF is op basis hiervan een workshop van een uur ontwikkeld. Hierin gaan deelnemers samen met een andere ESEF bezoeker op ontdekkingstocht. Door telkens twee ESEF bezoekers aan elkaar te koppelen, komt de ketensamenwerking naar voren. “Je ontdekt het verhaal achter de circulaire economie, wat het in jouw keten betekent en hoe je zelf betere keuzes kunt maken”, aldus Martin van Dord.

NRK en CIRCO organiseren deze workshops op woensdag 21 maart en donderdag 22 maart in de ESEF theaters in hal 1 en hal 2. Deelname is voor geregistreerde bezoekers gratis. Omdat het aantal plaatsen beperkt is, is het aan te raden je vooraf te registreren. Daarmee verzeker je je van een plek bij een van de workshops. Registreren kan via de webiste van ESEF.

ESEF-exposant uitgelicht: BKB Precision Wie is verantwoordelijk indien robots dodelijke slachtoffers maken? ESEF-exposant uitgelicht: MCB Nederland B.V. ESEF-exposant uitgelicht: Metalfinish Group DARPA wil biologische systemen in menselijk lichaam vertragen ESEF-exposant uitgelicht: Oceanz 3D printing ESEF-exposant uitgelicht: GL Plastics ESEF-exposant uitgelicht: Jack Muller BV Hoe leveringszekerheid van grondstoffen en slimme inkoop waarde creëren voor jouw bedrijf en klanten? Startup 3D-print in 24 uur tijd een kleine woning (video) ESEF haalt samen met BNO de industrieel ontwerper terug naar de toeleveringsbeurs Workshops Circulaire Economie voor ESEF bezoekers

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven