maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nieuw pick-and-place-systeem kan onbekende objecten oppakken en identificeren

Een nieuw 'pick-and-place'-systeem ontwikkeld door het Massachusetts Institute of Technology (MIT) is in staat razendsnel de beste methode te identificeren om een object vast te pakken, zonder vooraf kennis te hebben over dit object. Ook kan het systeem objecten classificeren, zodat deze bijvoorbeeld in verschillende bakken kunnen worden gesorteerd. Het systeem kan in de toekomst onder meer worden ingezet voor het organiseren van producten in een magazijn.

Pick-and-place-systemen zijn niet nieuw. Dergelijke systemen worden doorgaans ingezet in nauw gecontroleerde omgevingen om één specifieke repetitieve taak uit te voeren, zoals het oppakken van een bepaald onderdeel van een productielijn. Deze handeling wordt telkens op exact dezelfde wijze uitgevoerd, waarbij ieder product in dezelfde oriëntatie aan de robot wordt gepresenteerd. Dergelijke systemen zijn hierdoor weinig flexibel en niet geschikt om bijvoorbeeld een groot aantal verschillende objecten door elkaar heen op te pakken en te sorteren.

Deep learning

Het nieuw systeem ontwikkeld door onderzoekers van de Amerikaanse universiteiten MIT en Princeton University biedt deze mogelijkheid wel. Het systeem bestaat uit een ‘standaard’ industriële robotarm, die door de onderzoekers is voorzien van een op maat gemaakte grijper en zuignap. Met behulp van een deep neural network kan de robot identificeren hoe een object het best kan worden opgepakt, welk hulpstuk hiervoor het best kan worden gebruikt en in welke oriëntatie het oppakken de grootste kans van slagen heeft. Dit zonder dat hiervoor kennis over een object noodzakelijk is. 

Een dergelijke deep neural network moet getraind worden voordat het resultaten oplevert. Om dit mogelijk te maken hebben de onderzoekers een groot aantal afbeeldingen verzameld waarop vanuit het perspectief van de robot bakken worden getoond die vol zitten met objecten. Per afbeelding hebben de onderzoekers aangegeven welke objecten de robot kan oppakken en welke juist niet. Deze pogingen werden door de onderzoekers gemarkeerd als een succes of een mislukking. Ook gaven de onderzoekers per object aan of deze het best kan worden opgepakt met behulp van de grijper of juist de zuignap en welke oriëntatie het gereedschap hierbij het best kan hebben. 

Deze data is opgeslagen in een database, die vervolgens is gebruikt om het deep neural network te trainen. Een dergelijk netwerk is in staat problemen die het tegenkomt eigenhandig op te lossen door te kijken naar eerdere vergelijkbare situaties met een positieve uitkomst.

Objecten identificeren

Zodra het object is vastgepakt, tilt het systeem het object uit de bak. Het object wordt vervolgens vanuit verschillende hoeken met behulp van camera’s in beeld gebracht. De beelden die hierbij worden verzameld worden beoordeeld met behulp van een algoritme, dat de afbeelding koppelt aan stockfoto’s die staan opgeslagen in een hiervoor ontwikkelde database. Op deze manier kan het robotsysteem onbekende objecten identificeren en classificeren, zodat deze in verschillende bakken kunnen worden gesorteerd. 

“Dit kan worden toegepast voor sortering in een magazijn, maar ook om objecten te pakken uit een keukenkastje of puin op te ruimen na een ongeluk. Er zijn veel situaties waarop picking technologieën een impact kunnen hebben”, legt Alberto Rodriguez, hoogleraar Machinebouw bij het MIT en betrokken bij de ontwikkeling van het systeem, uit. 

Amazon Robotics Challenge

Het team van Rodriquez heeft in juli deelgenomen aan de Amazon Robotics Challenge, een jaarlijkse competitie georganiseerd door e-commercegigant Amazon om innovaties in magazijntechnologie te bevorderen. Het pick-and-place-systeem werd hierbij uitgedaagd objecten uit een volle bak te pakken of deze juist hierin te plaatsen. De robot bleek bij het oppakken van objecten met behulp van zijn zuignap een succesratio van 54% te hebben, terwijl pogingen objecten op te pakken met zijn grijper in 75% van de gevallen succesvol waren. De robot wist alle objecten waarmee het werd geconfronteerd met een nauwkeurigheid van 100% te identificeren. Daarnaast kon het systeem alle twintig objecten in de beschikbare tijd in een bak plaatsen. 

Rodriquez kreeg voor zijn werk een Amazon Research Award toegewezen en gaat de pick-and-place-technologie verder ontwikkelen in samenwerking met Amazon. De focus ligt hierbij op het vergroten van de snelheid en het reactievermogen van het systeem.

Paper

De onderzoekers presenteren op de IEEE International Conference on Robotics and Automation in mei een paper met meer details over hun pick-and-place-systeem. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: MIT
Bron foto: screenshot van video

Bouw 'Wijk van de Toekomst' kan van start in Helmond

De gemeenteraad van Helmond heeft unaniem de plannen goedgekeurd voor de voorbereidingen voor de bouw van de Wijk van de Toekomst, ook wel bekend als het Brainport Smart District (BSD). In de wijk, waarvan TU/e-hoogleraar Elphi Nelissen mede-intiatiefnemer is, worden nieuwe inzichten en slimme technologie geïntegreerd tot een duurzame, sociale en aantrekkelijke wijk. De realisatie van de ongeveer 1500 nieuwe woningen is gepland van 2018 tot 2028.

Brainport Smart District is een proeftuin voor de maatschappij van morgen. Uitgangspunten voor de wijk zijn onder meer het delen van diensten, geen aardgasgebruik, het combineren van wonen en werken, nieuwe energieconcepten en een groene aantrekkelijke omgeving. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld duurzaam bouwen, hergebruik van materialen, mobiliteitsdiensten in plaats van autobezit, elektrische auto’s als uitgangspunt en lokale voedselverbouwing.

“Brainport Smart District wordt een voorbeeld van een smart city die geen optelsom is van losse onderdelen, maar waarbij de (stede)bouwkundige omgeving is ontworpen in samenhang met nieuwe technologieën voor vervoer, gezondheid, energieopwekking en opslag en (circulair) bouwen.” Dat valt te lezen in het zogenoemde ‘Inspiratieboek’. “De bewoners zijn onderdeel van een nieuwe vorm van inclusieve samenleving waarin zij zelf een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van hun eigen leefomgeving. De wijk wordt een real – life proeftuin (living lab) voor de ontwikkeling van nieuwe systemen, processen en diensten die hun toepassingen vinden bij de herontwikkeling van bestaande wijken, op een wijze die onze planeet niet verder belast, vervuilt of uitput. De slimme wijk zal bedrijven en bewoners uit de hele wereld ontvangen, het zal economische bedrijvigheid creëren en de kennispositie van de regio versterken.”

Programmalijnen

De doorontwikkeling van de bijzondere wijk is vormgegeven aan de hand van zeven programmalijnen:

1. Aantrekkelijke Circulaire Wijk
Duurzame ontwikkeling vormt de basis voor Brainport Smart District. Het wordt een aantrekkelijke woonomgeving waar z elfvoorzienendheid, organische ontwikkeling, co – creatie met eindgebruikers , de samenwerking van de mens met de natuur en haar hulpbronnen worden gecombineerd met de technologie van vandaag en morgen. De transiti e van de ‘lineaire economie’ naar de ‘circulaire economie’ wordt vormgegeven op onder meer het gebied van bouwen, energie, water, voedsel en zorg.

2. Participatie
In het besluitvormingsproces beslissen bewoners en bedrijven door actieve deelname mee over de t otstandkoming en het beheer van BSD. Het betreft het toepassen van processen om verschillende ‘lagen’ van betrokkenheid van burgers te faciliteren en te onderhouden.

3. Sociale en Veilige Wijk
Doelstelling binnen het brede sociale domein is het versterken v an de sociaaleconomische basis en het realiseren van ‘ sociale stijging ’ . De ambitie is dat alle inwoners kunnen meedoen, rondkomen en vooruitkomen . Sociale samenhang draagt eveneens bij aan een buurt die veilig is en waar mensen zich veilig voelen.

4. Gezonde Wijk
De ambitie is dat welzijn en gezondheid gestimuleerd word en door enerzijds elkaar te helpen en anderzijds door een schone, groene en aantrekkelijke buitenruimte te creëren die uitnodigt tot beweging en ontmoeting. Het gewenste resultaat is om te komen tot een nieuw en duurzaam gezondheidszorgsysteem met een focus op preventie door gebruik te maken van technologie en omgeving en door in te zetten op een sterke sociale basis.

5. Digitale Wijk
Het uitgangspunt is dat alle gegenereerde data en inkomst en door bewoners zelf worden beheerd en gedeeld. I nteractie tussen de fysieke omgeving (de hardware) en de digitale omgeving leidt ertoe dat het onderscheid verva agt en nieuwe mogelijkheden ontstaan om samen te leven in de wijk. Systemen en diensten worden gebaseerd op open standaarden ten einde interoperabiliteit te waarborgen.

6. Mobiele Wijk
Nieuwe technologieën zoals geautomatiseerde voertuigen en nieuwe organisatiestructuren zoals car&ride – sharing bieden kansen om het comfort van reizigers te vergroten, de impact op het milieu te verminderen en zijn daarnaast minder duur en flexibeler. Mobiliteit wordt een vanzelfsprekendheid. S amen met de inwoners worden deze concepten verken d en worden alternatieven ontwikkeld voor persoonlijk gemotoriseerd vervoer en g oederen bezorging.

7. Wijk met Energie
Energietechniek ontwikkelt zich razendsnel. Het ontwerpen van een gebruikersgericht energiesysteem met onder andere een ‘ smarter – grid ’ – benadering is cruciaal voor een adaptief energiesysteem in tijd en technologie. De ov ervloedige energie wordt in BSD aangewend voor gratis, toegankelijke, hernieuware en betrouwbare energie.    

Zeggenschap bewoners

Nu de gemeenteraad van Helmond de plannen heeft goedgekeurd kan gestart worden met de voorbereidingen voor de bouw van ongeveer 1500 nieuwe woningen. Locatie van de wijk is het gebied ten noorden van het station van Brandevoort in Helmond. Ook 12 hectare bedrijfsterrein wordt ontwikkeld. Bijzonder is dat toekomstige bewoners veel zeggenschap krijgen bij de ontwikkeling en het ontwerp van de wijk; iedereen moet in de wijk kunnen wonen.

Elphi Nelissen, decaan van de faculteit Bouwkunde en hoogleraar Building Sustainability, was in 2016 initiatiefnemer voor de slimme wijk: “Brainport Smart District moet zowel in de ontwikkeling als in de realisatie een voorbeeld zijn voor de rest van Nederland, Europa en de wereld.” Naast de TU/e zijn bij BSD de volgende partners aangesloten: Tilburg University, Enexis, Brainport Development, gemeente Helmond, Gemeente Eindhoven en Provincie Noord-Brabant.

Sensoren

Eerder werden er in het kader van het Brainport Smart District al een aantal concrete dingen op poten gezet. Zo werden op zes plekken in Brandevoort sensoren aan lantaarnpalen gehangen. Deze sensoren meten luchtkwaliteit (fijnstof) en geluid. De Gemeente Helmond doet mee aan dit project om ervaring op te doen met het verzamelen van gegevens over geluid en lucht in de wijk. Een gezonde en schone leefomgeving speelt een belangrijke rol in de Wijk van de Toekomst. De meetgegevens zijn voor iedereen live te volgen.  

 

Door: Kelly Bakker

Bron: TU Eindhoven

Foto: Brainport Smart District

Ultradunne coating maakt gewoon glas slim

Er zijn al verschillende soorten 'smart' glas; slimme, glazen ramen die elektronisch gekleurd kunnen worden om de warmte door de zon buiten te houden. Dat bespaart vervolgens weer air conditioningkosten. Er kleeft alleen één klein bezwaartje aan deze elektronische oplossingen: er is ook elektriciteit voor nodig. Onderzoekers uit Australië hebben nu een coating ontwikkeld waarmee bestaande ramen van gewoon glas slim worden gemaakt zonder dat hiervoor stroom nodig is.

De zelfregelende coating bestaat uit het relatief goedkope vanadiumdioxide en wordt in een laag van 50-150 nanometer aangebracht. Dat is ongeveer 1000 keer dunner dan een menselijk haar. Bij een oppervlaktetemperatuur beneden 67 ºC fungeert vanadiumdioxide als isolator. Dat voorkomt dat de warmte via het glas naar buiten kan terwijl het volledige spectrum van zonlicht binnen kan treden. Bij temperaturen boven de 67 graden Celsius verandert het vanadiumoxide in een metaal dat de infraroodstraling van de zon buitenhoudt.

 Dit betekent dat een kamer bij lage temperaturen warmer blijft terwijl het kouder blijft bij hogere temperaturen. Op die manier hoeven verwarmings- en air conditioningsystemen minder te worden gebruikt. Mocht de gebruiker dat toch willen, dan kan het blokkerende effect van de coating worden uitgeschakeld met een dimschakelaar.

Waar tot voor kort speciale ingrepen nodig waren om de vanadiumdioxide-coating aan te brengen, kan deze nu redelijk snel en eenvoudig worden aangebracht. Het team onderzoekers ontwikkelde hiervoor een speciale methode, waarvan ze hopen dat die nu commercieel kan worden gemaakt.

www.rmit.edu.au 

Belgische wetenschappers komen met chip die razendsnel kanker opspoort

Via een simpele bloedstaal binnen een kwartier weten of je kanker hebt? Het Leuvense onderzoekscentrum Imec werkt aan een chip die dat mogelijk moet maken. Binnen drie tot vijf jaar kan het apparaatje op de markt komen, als de nodige fondsen worden gevonden.

Het is een uitvinding van de wetenschapster Liesbet Lagae van het Leuvense Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (Imec) Imec en haar team. Ze werkten vier jaar aan de chip, die uitzaaiende kankercellen kan opsporen in het bloed. “Hiermee gaan we levens kunnen redden”, zegt ze over de doorbraak aan Het Laatste Nieuws.

De chip kan op basis van één bloedstaal elke cel apart fotograferen. “Eenvoudig uitgelegd komt de uiteindelijke test hierop neer: je laat bloed prikken, de dokter plaatst het bloedstaal in een toestelletje waarin de chip zit, de chip fotografeert razendsnel miljoenen bloedcellen en stuurt die foto’s door naar een computer”, legt Liesbet Lagae uit. “Algoritmes analyseren al die foto’s en sorteren er de kwaadaardige cellen. Binnen vijftien minuten krijgt de dokter op zijn computerscherm te zien of er kankercellen zijn en zo ja, in welke mate. Anders gezegd: de arts ziet onmiddellijk of er uitzaaiingen zijn.” 

Minder risico op fouten

De chip maakt gebruik van nanotechnologie en vervangt dus de klassieke optische lenzen van een microscoop waardoor een oncoloog vandaag naar een plaatje met kankercellen kijkt. De digitale testmethode zou ook minder risico geven op fouten. “De meest gangbare techniek om kanker op te sporen, is nu nog altijd een MRI-scan. Maar: een tumor moet al een paar centimeter groot zijn opdat de scan die detecteert. Dus zo’n scan ziet pas vrij laat of er al dan niet sprake is van kanker. Terwijl onze chip ook hele kleine tumoren kan opsporen”, zegt Lagae. “Hoe sneller je kanker kan opsporen, hoe hoger de kans op genezing. Momenteel moeten mensen soms wekenlang wachten op een diagnose. Liefst 90 procent van de kankerdoden, zo blijkt uit de statistieken, is het gevolg van een te late diagnose of omdat er uitzaaiingen waren.”

Binnen drie jaar op de markt

De chip zou over drie tot vijf jaar op de markt kunnen komen. “We hebben de chip uitgetest op een zeer beperkte groep patiënten en weten met zekerheid dat de techniek werkt. Het geld dat we van de EU kregen om de chip te ontwikkelen – twee miljoen euro – is na vier jaar onderzoek op. Om de chip en het toestelletje marktklaar te krijgen én om de wettelijk verplichte klinische studie te doen bij een groot aantal patiënten, hebben we nog een paar tientallen miljoenen nodig.”

 

Door: Kelly Bakker

Bron: Het Laatste Nieuws

Druk op toeleveringsketen wordt groter en groter

De Nederlandse industrie heeft de handen vol om achterstanden in te lopen en de levertijden aan klanten binnen de perken te houden. Oorzaak: materiaal- en grondstof tekorten waardoor men orders niet kan uitleveren. En schaarste aan personeel. Dat valt af te leiden uit de laatste NEVI PMI rapportage. De NEVI Purchasing Managers Index voor de Nederlandse industrie kwam uit op 60.4, daarmee nog maar 0,3 punt verwijderd van het record in februari 2011.

Er is nog steeds, nu al 52 maanden op rij, sprake van een forse omzetgroei. Zowel de afzet in het binnenland als die naar het buitenland namen fors toe (met een waarde van 59.3 resp. 59.0. Vooral in de sector van de apparatenbouw en investeringsgoederen, waarin Nederland sterk is. Een en ander leidt tot hogere productievolumes waardoor bedrijven meer mensen nodig hebben. En hier sneuvelde wel een record: de werkgelegenheidsindex kwam uit op de niet eerder vertoonde waarde van 59.4! Bedrijven hebben enorme behoefte aan goede vakmensen. En dat is niet alleen in de industrie zo. Eenzelfde ontwikkeling ziet men in de bouw en de installatietechniek. Wat een verschil met enkele jaren geleden. Gezien de pijplijn aan orders waar bedrijven over beschikken zal de vraag naar gekwalificeerd personeel nog wel even aanhouden. 

En hoe doen we het ten opzichte van het buitenland? De Eurozone kwam oktober uit op een PMI van 55.9. En Duitsland en Frankrijk rapporteerden 56.9 resp. 57.5. Zijn er geen vuiltjes in de lucht? Jazeker! De inkoopprijsinflatie is aanzienlijk (70.6). Dit zal de algemene inflatie verder aanjagen. Ook zonder inkoopprogramma van Europees schuldpapier zal Mario Draghi, de president van de ECB, binnen afzienbare tijd op zijn wenken worden bediend.

Toekomst laat zich lastig voorspellen

Zal de sterke economische groei in 2018 aanhouden? Volgens economen trekt de mondiale economie in 2018 verder aan. Economische voorspellingen zijn per definitie onzeker. In sommige perioden meer onzeker dan in andere. Maar kunnen wij ook tijden met grotere onzekerheid van te voren zien aankomen? De mate van onzekerheid varieert over de tijd, en was hoog ten tijde van de grote recessie en meer recent in 2014. Bij de grote recessie was de vraag hoe diep en hoe lang de krimp zou aanhouden. Nu kennen we weer economische groei maar dat neemt niet weg dat deze in 2018 geen andere onzekerheden met zich meebrengt. Nu al zien we dat er tekorten zijn aan materialen en grondstoffen. Dit zal met de aanhoudende economische groei alleen maar sterker worden. Wat de levertijden verder op doet lopen!ABN Amro geeft voor 2018 ook een opwaarts potentieel voor grondstoffen aan. Inkopers gaan in 2018 te maken krijgen met sterke prijsstijgingen van diverse staalsoorten, koper, zirkoon, nikkel, chroom lithium, titaan en aluminium. Alhoewel het effect van prijsstijgingen en prijsvolatiliteit sterk afhangt van de bedrijfsvoering (zoals het aandeel van materiaalkosten in totale kostprijs en het eventuele vermogen prijsfluctuaties aan klanten door te berekenen), kunnen dergelijke verschuivingen –zeker in afwezigheid van een level-playing-field- leiden tot een afnemend concurrentievermogen van de Nederlandse economie.

price performance

Circulaire economie de oplossing?!

Is de circulaire economie dan de heilige graal voor tekorten aan en daardoor prijsstijgingen van grondstoffen? Bij circulair ondernemen draait het om slimmer hergebruik van grondstoffen, geen verspilling in je productieproces en toekomstgericht inkopen. Op 2 november werd het nieuwe boek ‘Route circulair‘ gepresenteerd dat is gemaakt in opdracht van VNO-NCW (stichting Management Studies) en waarin tal van praktische tips staan gebaseerd op de ervaringen bij zo’n 31 bedrijven. Het motto is “Maak de circulaire economie belangrijk voordat het echt urgent wordt”. Volgens mij is het al urgent, kijk om je heen! Als NEVI zijn wij drie jaar geleden al begonnen met het verkennen van de mogelijkheden van Circulair Economie middels de Green Deal Circulair Inkopen.  Ik ben van mening dat er juist (nog) meer politieke en ondernemers aandacht en actie zou moeten zijn voor de kritische materialen voor onze Nederlandse Economie. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat wij toegang houden tot deze materialen (leveringszekerheid veilig stellen; bijvoorbeeld lithium voor de benodigde elektrische auto’s in 2030) of zelfvoorzienend kunnen worden? Als Nederland moeten we vol inzetten op onderzoek en ontwikkeling naar alternatieve materialen, efficiënte inzet van materialen en intensivering van recycling. Hopelijk vindt het nieuwe kabinet dit ook belangrijk en zien ondernemers de urgentie.

> Download gratis en geheel vrijblijvend het NEVI PMI rapport

Grafiek

Dit blog is geschreven door Erik van Assen. Bekijk hier zijn profiel.

(Met dank aan hoogleraar Prof. Dr. Arjan van Weele).

We eten gezond én ongezond anno 2018

We eten afwisselend gezond en ongezond in 2018. We gedragen ons minder gezond, maar eten tegelijkertijd meer groenten, fruit en vis. Nederlanders zijn zoekende, vaak twijfelende kopers die gretig producten uitproberen om ze vervolgens weer te laten staan, concludeert Motivaction in onderzoek over voedingsgewoontes.

Eerst de ene kant van het gedrag van de consument. Meer weten over voeding en gezondheid maakt de klant onzeker. Wat hij wel zeker weet: de waarheid over voeding bestaat niet. De idee dat er een trend is naar een groeiend gezondheidsbewustzijn met bijbehorende voedingsgewoontes en diëten is dan ook niet juist.

Het fenomeen komt af en toe iets meer naar voren, maar verdwijnt dan ook weer.

Consumenten zijn wel consequent in hun gezondheidsbewustzijn en gedrag tijdens voedingstrends als Weight Watchers, Montignac, Een leven lang fit, Sonja Bakker, low carb van Atkins, glutenvrij en superfoods.

 

 

Gezond gedrag vermindert

 

We gedragen ons steeds minder gezond. In 1991 onderschreef 58 procent van de Nederlandse bevolking de stelling Ik leef zo gezond mogelijk. Vorig jaar was dat nog 53 procent. Dit getal kwam in 26 jaar consequent peilen nooit hoger dan 63 procent en nooit lager dan 52 procent, volgens Trendbox/Motivaction 1991-2017.

De data van de afgelopen zeven jaar laten zien dat het gezondheidsbewustzijn over de hele linie eerder vermindert dan stijgt. Dat zien we ook in cijfers van het CBS. In de afgelopen 25 jaar steeg overgewicht sterk. In 1990 had een op de drie volwassen Nederlanders (33 procent) naar eigen zeggen te veel pondjes, in 2015 was dit gestegen tot bijna de helft van alle volwassenen (49 procent), zo toont de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor, CBS i.s.m. RIVM 2015. Dit heeft niet alleen te maken met ongezonde voedingsgewoontes of een te hoge calorie-inname, maar ook met te weinig beweging.

 

Meer groenten, fruit en vis

 

Tegelijkertijd komt ook weer de trend naar gezond eten naar voren als we kijken naar het afgelopen jaar. Een op de drie Nederlanders is de afgelopen twaalf maanden naar eigen zeggen meer groente en meer fruit gaan eten dan voorheen. Ook vis en noten kwamen meer op tafel. Eveneens een op de drie Nederlanders is het afgelopen twaalf maanden naar eigen zeggen minder zout en minder suiker gaan gebruiken. Dat geldt ook voor harde vetten, (rood) vlees en aardappelen.

Bij de dranken werd thee en vooral water populairder: vier op de tien Nederlanders zijn de afgelopen twaalf maanden naar eigen overtuiging meer water gaan drinken. Het drinken van frisdrank met koolzuur – lees: suikerhoudende frisdranken – zou volgens de respondenten juist onder druk staan.

 

 

Helft eet gezond en bewust, een derde eet er op los

De helft van de Nederlanders eet gezond en bewust of zo gezond en bewust mogelijk. Dit zijn onder andere consumenten van 55-plus, hoger opgeleiden en verantwoorde kopers – maatschappijkritisch, focus op biologisch en duurzaam – zoals omschreven in het Shopper model van Motivaction.

 

Aan de andere kant eet een derde van de klanten er letterlijk op los: Ik eet wat ik lekker vind of het nu gezond is of niet. Dit zijn met name jongeren tot 35 jaar, gemakskopers – impulsief, passief, kiezen voor snel en gemakkelijk – en merkbewuste kopers – statusbewust, gericht op gemak, voorkeur voor A-merken.

 

 

Een derde zonder vlees en vis

 

Zo’n 6 procent van de Nederlanders noemt zich vegetariër, 31 procent is flexitariër: zij eten op een of meer dagen van de week bewust geen vlees of vis. Onder de Eigenwijze kopers – pioniers in voedingstrends, impulsief, proberen nieuwe producten – en Nieuwsgierige shoppers – innovatief, kritisch, focus op kwaliteit en biologisch – uit het Shopper model is dat al meer dan de helft.

Deze beide groepen consumenten zullen verder groeien. Dat bewijst de interesse in vegetarische gerechten die in de afgelopen 25 jaar is verdubbeld van 9 procent in 1991-1992 naar 18 procent in 2016, aldus Trendbox Life & Living.

Bijna een op de zeven Nederlanders volgt een dieet al dan niet op medisch voorschrift. Onder Gemaksshoppers is dat maar 5 procent. Het koolhydraatarme dieet telt momenteel de meeste volgers.

 

Meer weten maakt onzeker

 

De Nederlander eet dus zowel gezond als ongezond gezond. Dat heeft ook te maken met een tegenstrijdigheid: hoe meer onderzoek er over voeding en gezondheid wordt gepubliceerd, des te gebrekkiger en vooral tegenstrijdiger lijkt de kennis hiervan te worden. Onzekerheid over wat wel en niet gezond is bezorgt de consument inmiddels zelfs kookstress, zo stelt Motivaction vast in het onderzoek.

Publicaties van onafhankelijke instanties als de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum helpen hem wel op weg, maar leiden niet tot de oplossing van zijn weifelen. Zo waren de nieuwste Richtlijnen voor gezonde voeding een half jaar na publicatie bij minder dan een op de vijf Nederlanders enigszins bekend en verwachtte niet meer dan 13 procent het voedingsgedrag waarschijnlijk te zullen veranderen op basis van de nieuwe Schijf van Vijf, constateerde Motivaction in 2016.

We zijn bovendien in Nederland niet zo van de voedingsadviezen: 34 procent vindt ze betuttelend, 46 procent begrijpt niet waarom er iedere keer nieuwe adviezen komen en 51 procent wordt zelfs ’een beetje gek’ van al die richtlijnen, zag Trendbox in 2016.

Autonome voertuigen mogen zonder bestuurder de weg op in Californië

Autonome voertuigen mogen in de Amerikaanse staat Californië vanaf 2 april zonder bestuurder de weg op, meldt de New York Times. Hiermee is opnieuw een nieuwe testlocatie ontstaan waar bedrijven autonome voertuigen kunnen testen, zonder dat een mens aanwezig hoeft te zijn in het voertuig. Ook Nederland wil dergelijke proeven mogelijk maken.

Bedrijven kunnen al langer zelfrijdende voertuigen testen in de staat Californië. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is echter wel dat te allen tijde een menselijke bestuurder in het voertuig aanwezig is dat in geval van nood kan ingrijpen. Deze regel vervalt per 2 april, waardoor voertuigen zonder aanwezigheid van een mens de weg op mogen. Wel zijn bedrijven verplicht autonome voertuigen op afstand te kunnen bedienen zodat zij in geval van nood kunnen ingrijpen. Daarnaast moeten de voertuigen indien problemen optreden kunnen communiceren met opsporingsinstanties en andere weggebruikers. 

Arizona is populair testgebied

Veel bedrijven die werken aan autonome voertuigen zijn gevestigd in Californië. Door de verplichting een menselijke bestuurder in zelfrijdende auto’s aanwezig te laten zijn voerden veel van deze bedrijven testen met hun autonome voertuigen over het algemeen uit in de staat Arizona, waar de regelgeving op dit gebied minder streng is.

Een voorbeeld is Waymo, onderdeel van Google’s moederbedrijf Alphabet. Waymo voert sinds oktober 2017 in Arizona testen uit met autonome voertuigen. Het bedrijf heeft al passagiers vervoerd, zonder dat een menselijke bestuurder in de hiervoor gebruikte auto’s aanwezig waren. Later dit jaar wil het bedrijf in Arizona van start gaan met een taxidienst met autonome voertuigen. 

Nederland zet in op zelfrijdende voertuigen

Ook in Nederland wordt al langer ingezet op proeven met zelfrijdende voertuigen. Zo werkt de overheid aan de Experimenteerwet zelfrijdende auto’s, een wet die fabrikanten de mogelijkheid moet geven op de openbare weg testen uit te voeren met autonome auto’s zonder dat een bestuurder in het voertuig aanwezig hoeft te zijn. Bedrijven die van deze mogelijkheid gebruik willen maken moeten hiervoor in de toekomst een vergunning kunnen aanvragen. 

Het wetsvoorstel voor de Experimenteerwet zelfrijdende auto’s is eind 2017 door minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat naar de Tweede Kamer gestuurd. Het voorstel komt echter uit de koker van voormalig minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. “Hiermee zetten we in Nederland weer een mooie stap naar de introductie van zelfrijdende voertuigen. We hebben hier de ideale combinatie van een goede, slimme infrastructuur, slimme onderzoekers en een innovatief hightechbedrijfsleven. Samen kunnen we de kansen pakken om mobiliteitsoplossingen voor de toekomst werkelijkheid te maken”, zei de toenmalige minister eerder over dit wetsvoorstel.

Bestuurder blijft verantwoordelijk

Om dergelijke proeven mogelijk te maken moet ook de Wegenverkeerswet 1994 worden aangepast. In een voorstel voor het wijzigen van deze wet meldt minister Van Nieuwenhuizen dat bestuurders altijd verantwoordelijk blijven voor een voertuig, ook als deze autonoom rijdt. De term bestuurder heeft in dit geval niet alleen betrekking op de persoon die het voertuig daadwerkelijk bestuurd, maar ook op de persoon die de auto op afstand monitort indien deze autonoom en zonder fysieke aanwezigheid van een menselijke bestuurder rijdt. 

Proeven die straks onder de Experimenteerwet zelfrijdende auto’s worden uitgevoerd mogen niet overal plaatsvinden. De exacte locaties waar testen mogen worden uitgevoerd worden vooraf beoordeeld en vastgesteld door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) in samenwerking met deskundigen zoals de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), de wegbeheerder en de politie. Ook leggen deze partijen voorwaarden vast waaraan de betrokken fabrikant moet voldoen. Denk hierbij aan de verplichting maatregelen te treffen om andere weggebruikers te waarschuwen dat zij met een zelfrijdende auto worden geconfronteerd. 

Ontheffing van RDW

Het is overigens sinds juli 2015 al mogelijk via een ontheffing van de RDW in Nederland op de openbare weg te experimenteren met autonome voertuigen. Hierbij geldt echter wel de verplichting dat altijd een menselijke bestuurder in het voertuig aanwezig moet zijn. Daarnaast worden in Nederland al langer testen uitgevoerd met truck platooning, waarbij vrachtwagens aan elkaar worden gekoppeld via wifi. Deze techniek maakt het mogelijk vrachtwagens veel dichter op elkaar te laten rijden dan voorheen mogelijk was. De voorste chauffeur van het ’treintje’ dat hierdoor ontstaat bestuurt zijn voertuig handmatig. De chauffeurs in opvolgende vrachtwagens hoeven echter minder rijtaken uit te voeren. 

Consultancybureau KPMG concludeerde in januari nog dat Nederland van alle twintig onderzochte landen het best voorbereid is op de komst van zelfrijdende auto’s. Onder andere de goed aangelegde en onderhouden Nederlandse wegen, sterke telecominfrastructuur en de inzet van de Nederlandse overheid dragen hieraan bij. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: New York Times
Bron: Rijksoverheid

Bron foto: Pixabay / DanielReche

Vis en sla kweken in milieuvriendelijk schoon water

Viskweek en slateelt in schoon water dat via trillingen milieuvriendelijk is gereinigd. Het is een van de kansrijke toekomstige toepassingen in agrifood van de C-Dome. H2O Technics ontwikkelde deze innovatieve boei om water op een milieuvriendelijke manier te ontdoen van bacteriën, algen, biofouling, parasieten en ziekteverwekkers.

Het bedrijf behoort met de innovatie tot een van de categoriefinalisten Agri & Food van Rabobank Duurzame Innovatieprijs. Op 21 maart is de prijsuitreiking.

Het systeem wordt op dit moment ingezet bij zalmkwekerijen in Noorwegen, Australië, Ierland, Schotlanden Chili. De innovatie is eveneens geschikt voor andere vormen van viskweek, aquacultuur en aquafarming en toepassingen in de agrarische sector wereldwijd waar teeltbedrijven te maken hebben met waterverontreiniging.

Ook voor procesindustrie

Ook voor de procesindustrie van onder meer de agrifoodsector waar koelwater moet worden gereinigd, is de boei een oplossing. H2OTechnics test nu in eigen land in aquaponics.

De inzet van de boei leidt bij de zalmkwekerijen waar H2OTechnics heeft geleverd tot een snellere groei en betere gezondheid van de vis. De kwekerijen kunnen bovendien de inzet van chemische middelen achterwege laten.

Reinigen met waterenergie

De C-Dome, een boei uitgerust met zeer krachtige resonatoren met een gemiddelde frequentie van 40kHz en de unieke sterkte van 110 dB en een besturingssysteem, zorgt in het water voor het opwekken van ultrasone geluidsgolven op wisselende frequenties en sterktes. Dit gebeurt via titaniumkoppen gekoppeld aan kabels en elektronicakasten boven water.

Het opwekken van die geluidsgolven door de resonators leidt tot het principe van Nano cavitatie.De techniek produceert ruim 40.000 trillingen per seconde die mechanische energie in het water omzetten in kinetische energie. De pulsen zijn vele malen sterker dan bij traditionele systemen. Het resultaat is Nano cavitatie op grote schaal tot 55 meter in zout water en 40 meter in zoet water. De Nano cavitatie is microscopisch klein, maar ruim honderd keer krachtiger dan ultrasound alleen.

Het verschijnsel veroorzaakt na snelle drukverlaging en vervolgens weer verhoging een implosie van moleculen in het bewegende water. Hierdoor ontstaan kleine sterke waterstraaltjes en vacuümbellen. De energie van die straaltjes en bellen die in het water aanwezig zijn, zorgt ervoor dat ongewenste ziekteverwekkers, bacteriën, algen, biofouling en parasieten niet verder kunnen groeien en uit het water worden verwijderd. Deze bestaande geluidsgolventechnologie krijgt nu met de C-Dome haar eerste unieke wereldwijde praktijktoepassing.

 

Nieuwe 3D-scanner kan objecten autonoom in real-time scannen

Additieve productie maakt het mogelijk componenten in veel kleinere oplages of zelfs een oplage van één te produceren. Dergelijke componenten worden aan de hand van een 3D-model met behulp van een 3D-printer geproduceerd. Een dergelijk model kan worden gecreëerd met behulp van 3D-scanners, die al langer beschikbaar zijn. Het maken van een 3D-scan kost met een traditionele 3D-printer echter relatief veel tijd en vereist daarnaast de nodige configuratie of gegevens over het te scannen object. Een nieuwe 3D-scanner van Duitse Fraunhofer Institute for Computer Graphics Research (IGD) brengt hier verandering in. Deze nieuwe scanner kan in real-time, autonoom en zonder gegevens over het te scannen object een 3D-scan maken van ieder willekeurig object.

Het Fraunhofer Institute wijst erop dat onderdelen voor met name oudere producten vaak niet meer worden geproduceerd. Als voorbeeld noemt het instituut een klassieke auto, die voor veel gebruikers aantrekkelijk is doordat het voertuig niet langer in productie is en hierdoor nog maar weinig op de openbare weg te zien is. Dit kenmerk levert echter ook uitdagingen op. Indien bijvoorbeeld de armsteun van een klassieke auto kapot gaat, kan het een grote uitdaging zijn een vervangend exemplaar op de kop te tikken. 

Onderdelen op maat produceren

Dankzij de industrie 4.0 en de opkomst van additieve productie wordt het echter steeds eenvoudiger en goedkoper objecten op maat of in zeer kleine oplages te produceren. Voor dit doeleinde hebben onderzoekers van het Fraunhofer IGD een nieuw type 3D-scanner ontwikkeld. “Speciaal aan ons systeem is dat het componenten autonoom en in real-time scant”, legt Pedro Santos, hoofd van de Fraunhofer IGD, uit. Dit maakt het mogelijk in korte tijd een 3D-model van een onderdeel te produceren, waarna dit component met behulp van een 3D-printer kan worden geproduceerd. 

Dit betekent in de praktijk dat indien de eigenaar van een klassieke auto een nieuwe armsteun nodig heeft, het kapotte exemplaar tegen een betaalbare prijs kan worden gereproduceerd. Hierbij wordt het kapotte onderdeel gelijmd om deze te reconstrueren, waarna met behulp van de 3D-scanner een 3D-model van het object wordt gemaakt. Dit model wordt vervolgens met behulp van een 3D-printer geproduceerd, waarna het bijvoorbeeld bekleed kan worden met leer of direct in het voertuig kan worden gemonteerd.

Zowel draaitafel als scanapparatuur roteert

3D-scanners zijn zoals gezegd niet nieuw. Veel 3D-scanners bestaan uit een scanapparaat en een draaitafel. Deze tafel roteert het object zodat de scanapparatuur het object vanuit alle hoeken in beeld kan brengen. Opvallend aan de 3D-scanner van het Fraunhofer IGD is dat niet alleen de draaitafel draait, maar ook de scanapparatuur. Hiervoor is de scanapparatuur aan een robotarm bevestigd, die de apparatuur om het object roteert. Doordat zowel de draaitafel als de robotarm draaien, wordt het aantal rotaties dat de scanner moet maken om het object volledig in kaart te brengen beperkt. Deze aanpak dringt de tijd die nodig is om het object te scannen terug ten opzichte van traditionele 3D-scanners. Het Fraunhofer IGD stelt dat – afhankelijk van de complexiteit en afmetingen – een object in enkele seconden tot enkele minuten kan worden gescand. 

De beelden die de 3D-scanner maakt worden met behulp van intelligente algoritmes gecombineerd tot een 3D-model. Dit model wordt met behulp van speciale software gecontroleerd om zeker te stellen of het gecreëerde model van voldoende kwaliteit is om het object in 3D te printen te maken. Indien dit het geval is, kan het component worden geproduceerd met een 3D-printer. 

‘Intelligente software maakt scanner speciaal’

Santos benadrukt dat niet zo zeer de scanner van het Fraunhofer IGD, maar de intelligente software waarvan deze scanner gebruik maakt bijzonder is. Deze software berekent gedurende een initiële scan exact welke scans nodig zijn om het object zo snel mogelijk volledig in beeld te brengen. Om dit te bepalen heeft de software vooraf geen enkele informatie nodig over het object dat wordt gescand. Dit in tegenstelling tot traditionele 3D-scanners, die hiervoor handmatig geleerd moet worden hoe het object in kaart gebracht kan worden of een CAD-model nodig hebben om de positie van het object ten opzichte van de scanner te bepalen. Traditioneel zijn 3D-scanner door deze vereisten minder geschikt voor het scannen van individuele objecten en vooral voor het scannen van bijvoorbeeld grote hoeveelheden identieke autostoelen voor onder meer kwaliteitscontroles. 

Het hoofd van de Fraunhofer IGD stelt dan ook dat deze intelligentie software een unique selling point is van de nieuwe 3D-scanner van het instituut. Santos ziet door deze slimme software mogelijkheden de 3D-scanner in te zetten om de interactie tussen menselijke werknemers en machines te verbeteren, iets wat de focus is van het door de Europese Unie gefinancierde project Autoware. Dit project richt zich specifiek op de interactie tussen mens en machine tijdens op de assemblage van cilinders voor motoren. Cilinders worden tot nu toe vaak handmatig geassembleerd, waarbij de uiteindelijke kwaliteitscontrole wordt uitgevoerd aan de hand van een checklist en handmatige metingen. “Ons 3D-scansysteem stelt robots – via vergelijkingen met de database – in staat te herkennen welk component het voor zich heeft en te bepalen welk volgend onderdeel zijn menselijke collega nodig heeft voor de assemblage van de cilinder”, legt Santos uit. De machine kan ook de uiteindelijke kwaliteitscontrole uitvoeren door de cilinder te scannen en alle afmetingen te controleren. 

Het Fraunhofer IGD presenteert de scanner op de Hannover Messe, dat van 23 tot en met 27 april wordt georganiseerd in het Duitse Hannover. Bezoekers van de beurs kunnen verschillende objecten op de scanner plaatsen en op een monitor het scanproces live bekijken. Ook is het mogelijk eigen objecten te laten scannen met behulp van de 3D-scanner. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Fraunhofer Institute for Computer Graphics Research (foto)

Nissan en DeNA gaan taxidienst met autonome voertuigen testen

Autofabrikant Nissan werkt samen met de Japanse ontwikkelaar van onder andere online games, e-commerce oplossingen en diensten voor de automotive industrie DeNA aan Easy Ride. Dit is een mobiliteitsplatform waarbij autonome voertuigen op basis van de Nissan Leaf als taxi's worden ingezet. De dienst wordt vanaf 5 maart getest in Japan.

Easy Ride werd in december door Nissan en DeNA aangekondigd. Het mobiliteitsplatform is sinds januari 2017 in ontwikkeling. Met het platform willen Nissan en DeNA gebruikers meer ‘vrijheid in mobiliteit’ geven. Gebruikers kunnen van het Easy Ride platform gebruik maken via een mobiele app. Via deze app kunnen zij onder andere aangeven naar welke bestemming zij willen reizen, een autonome taxi bestellen en na afloop van de rit afrekenen. De bedrijven monitoren de autonome voertuigen die voor Easy Ride worden ingezet op afstand om de veiligheid van passagiers te kunnen garanderen. 

In de onderstaande video wordt Easy Ride toegelicht.

Vanaf 5 maart getest

De eerste test met Easy Ride gaat op 5 maart van start gaat. Deze test wordt in het Minatomirai district bij de Japanse stad Yokohama in het Kanagawa Prefecture uitgevoerd in de periode 5 tot en met 18 maart. Gedurende deze test kunnen deelnemers in autonome voertuigen reizen over een vooraf bepaalde route tussen het wereldwijde hoofdkantoor van Nissan in Yokohama en het Yokohama World Porters winkelcentrum. Deze route is ongeveer 4,5 kilometer lang. 

In de autonome voertuigen is een tablet gemonteerd waarop gebruikers tijdens de reis content krijgen voorgeschoteld. Het gaat hierbij onder andere om informatie over interessante plekken in de directe omgeving van gebruikers en coupons voor zowel winkels als restaurants in de omgeving, die gebruikers via de mobiele app van Easy Ride naar hun smartphone kunnen downloaden. Nissan en DeNA verwachten met behulp van deze content steden en wijken waarin het Easy Ride platform actief is een impuls te kunnen geven. 

Enquête

Na afloop van de reis worden deelnemers gevraagd een enquête in te vullen. Hierin wordt niet alleen gevraagd naar hun reiservaring met Easy Ride, maar ook naar hun mening over de content die zij tijdens de reis voorgeschoteld hebben gekregen. Ook wordt gebruikers gevraagd aan te geven welke prijs zij bereid zijn te betalen voor een rit via Easy Ride. Deze feedback gaan Nissan en DeNA inzetten bij de verdere ontwikkeling van het mobiliteitsplatform. 

Easy Ride is nog volop in ontwikkeling. Nissan en DeNA willen het Easy Ride platform op termijn in eerste instantie lanceren in een beperkte omgeving. Het volledige platform moet rond 2020 beschikbaar worden gesteld. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Nissan (foto)
Bron: DeNA

Oogziekenhuis Rotterdam neemt PRECEYES Surgical System in gebruik

Het Oogziekenhuis Rotterdam neemt als eerste ziekenhuis in Nederland een operatierobot in gebruik voor oogchirurgie. Het gaat om het PRECEYES Surgical System van het Nederlandse bedrijf Preceyes. Wat weten we over dit systeem?

Om veilig aan het oog te kunnen opereren is veel training en nauwkeurige motorische vaardigheden nodig. Wereldwijd worden op jaarbasis 6,5 miljoen mensen behandeld aan vitreoretinale aandoeningen, aandoeningen aan het glasvocht en netvlies. Het PRECEYES Surgical System is een operatierobot die chirurgen helpt dergelijke vitreoretinale operaties nauwkeuriger en veiliger uit te voeren. 

Preceyes

PRECEYES Surgical System is een operatierobot van Preceyes. Preceyes is een Nederlands bedrijf gevestigd in Brainport, een technologieregio met Eindhoven als centrum. De operatierobot is ontwikkeld op basis van onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Eindhoven en gevalideerd in in-vivo preklinische onderzoeken, waarbij dieren met behulp van robot zijn geopereerd. Het eerste klinische onderzoek met de robot werd in 2016 uitgevoerd in het Britse Oxford. Preceyes verwacht dit jaar CE-goedkeuring te krijgen en de robot op de markt te kunnen introduceren. 

Bij Oogziekenhuis Rotterdam is de robot gebruikt tijdens de eerste klinische validatie wereldwijd. Hierbij zijn vijf patiënten met behulp van de operatierobot geopereerd. Deze operaties zijn uitgevoerd door chirurgen van zowel Oogziekenhuis Rotterdam als de Italiaanse Sacco
Hospital Eye Clinic. De klinische validatie is de start van een meerjarige samenwerking tussen Preceyes en het Oogziekenhuis Rotterdam rond de ontwikkeling van robotchirurgie. 

Nieuwe behandelingen mogelijk maken

Het Oogziekenhuis Rotterdam wil de robot in de toekomst gebruiken bij netvliesoperaties. Het ziekenhuis verwacht door de inzet van de robot preciezer en veiliger te kunnen opereren. Daarnaast moet de robot nieuwe behandelingen mogelijk voor aandoeningen aan het netvlies te verhelpen waarvoor nu nog geen adequate behandelingen beschikbaar zijn. Het Oogziekenhuis Rotterdam is het eerste ziekenhuis in Nederland en het tweede ziekenhuis wereldwijd dat de robot in gebruik neemt. 

De robot verkleint de bewegingen van een chirurg en filtert trillingen van de hand uit de bewegingen. De operatierobot vergroot hiermee de stabiliteit en nauwkeurigheid waarmee chirurgen opereren. Ook is het mogelijk de robot in standby-modus te zetten om de positie van de instrumenten te bevriezen, waardoor de chirurg gedurende een operatie een pauze kan nemen. Alle bewegingen van de instrumenten gedurende een operatie worden door het systeem vastgelegd voor evaluatie na afloop en trainingsdoeleinden.

Afstandssensor

De operatierobot die Oogziekenhuis Rotterdam in gebruik heeft genomen is voorzien van een afstandssensor, die de afstand van het instrument op de robot tot het netvlies meet en de chirurg hierover informeert met behulp van geluidssignalen. Preceyes trekt hierbij de vergelijking met een parkeersensor. De sensor stelt chirurgen in staat een comfortabele vaste afstand te behouden tot het netvlies, wat het risico op weefselschade beperkt en oogoperaties kan verbeteren. 

Deze sensor is door Preceyes ontwikkeld en in de robot geïntegreerd in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven, het Duitse Medizinisches Laserzentrum Lübeck en het Oostenrijkse Austrian Center for Medical Innovation als onderdeel van het Europese Horizon 2020 project EurEyeCase. Yanick Douven werkt aan de Technische Universiteit Eindhoven in zijn promotieonderzoek aan de analyse van de sensordata. 

Klein en complex orgaan

“Het oog is een klein en complex orgaan. Oogoperaties zijn daarom erg lastig. De operatierobot maakt het in de toekomst mogelijk om behandelingen preciezer uit te voeren, waardoor we complicaties kunnen verminderen en de uitkomst van de operatie kunnen verbeteren. Ook kunnen we op termijn zelfs nieuwe behandelingen uitvoeren die op dit moment nog zeer moeilijk of zelfs niet mogelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het toedienen van medicijnen in zeer kleine bloedvaten achterin het oog en andere behandelingen die er in de toekomst voor kunnen zorgen dat mensen minder snel of niet het zicht verliezen”, aldus Koorosh Faridpooya.

“Het gebruik van de robot maakt mij absoluut een betere chirurg. Ik voelde mij veilig tijdens het gebruik en alle bewegingen van de chirurg worden zeer nauwkeurig. In combinatie met de sensor kan accidenteel trauma aan het netvlies worden voorkomen. Een robot met deze sensor effent de weg naar nieuwe scenario’s in oogchirurgie en nieuwe therapeutische aanpakken”, zegt Matteo Cereda, oogchirurg bij de Sacco Hospital Eye Clinic.

Veiligheid verbeteren

“De validatie van deze sensor is een belangrijke mijlpaal. Met de ondersteuning die deze sensor kan bieden, komen netvliesoperaties binnen het bereik van chirurgen met alle niveaus van ervaring. De robotsensorcombinatie belooft de veiligheid en de uitkomsten van dagelijkse chirurgische procedures te verbeteren”, aldus prof. dr. Marc de Smet, hoofd medische zaken (CMO) bij Preceyes. “Tijdens het gebruik van de robot worden daarnaast veel data verzameld. Deze data helpen ons om de procedures telkens weer te kunnen  verbeteren en chirurgen te trainen.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Preceyes (foto)
Bron: Oogziekenhuis Rotterdam

ESEF 2018-exposant uitgelicht: Boessenkool

ESEF 2018 zit eraan te komen: van 20 t/m 23 maart vindt dé vakbeurs voor de maakindustrie plaats. In aanloop hier naar toe lichten we een aantal exposanten uit aan de hand van zes korte vragen. Ditmaal is het de beurt aan Boessenkool.

1. Welke oplossingen heb je te bieden voor de bezoeker van ESEF? 

“Wij hebben de bezoeker van ESEF veel verschillende oplossing te bieden. Ik noem onder andere gecertificeerd groot/complex laswerk, groot verspaning, carousseldraaien, kotteren, frezen, boren, machinebouw, vliegwieltechnologie voor peakshaving en energieopslag (1MW), recyclingmachine voor spuitbussen DeSpray, de elektrische tractor MultiToolTrac, een Mega drone, Drone4Emergency, Drone4Firefighting, Drone4Agro en Drone4Ma. Veel verschillende machines en apparaten dus.”

2. Waarom moet de bezoeker echt even langskomen bij jouw stand?

“Ik denk dat het voor de bezoeker nuttig is om bij ons langs te komen, omdat wij voor bijna elke bezoeker een oplossing kunnen bedenken voor zijn/haar probleem en die vervolgens ook nog eens kunnen bouwen en realiseren. Ook zullen we onze laatste innovaties tonen.”

3. Wat is je laatste investering geweest en waarom? 

“We hebben onlangs geïnvesteerd in:
– Floortype freesbank 20 (L) x 6 (H) x 3 (B) meter
– Floortype freesbank 10 (L)  x 3 (H) x 2 (B) meter
– Carousselbank diamter 5.5 meter x 4 meter hoog
– Hot wired TIG ETR cladding systeem
– Hijscapaciteit 120 ton
Daarnaast hebben we ook ingezet op >15% omzet investering in R&D, we vinden het belangrijk om ons te blijven ontwikkelen en voorop te lopen.”

4. Hoe heb je bijgedragen aan het eindproduct van de klant? 

“Dat kan op verschillende manieren. Zo realiseren we enkelvoudige bewerkingen op klantverzoek, maar kunnen we ook een turnkey contract aangaan met een klant en hem daarmee volledig ontzorgen.”

5. Aan welke innovaties en projecten heb je recent meegewerkt?

“Recente projecten waar we wel trots op zijn, zijn de Mega Drone, een nieuw vliegwielsysteem, een recyclingmachine voor spuitbussen, een elektrische tractor (de MultiToolTrac die ik eerder noemde) en een optisch meetsysteem.”

6. Op welke wijze ontzorgen jullie je klant?

“Dat doen we door op klantverzoek te schakelen van leverancier voor enkelvoudige bewerking naar meervoudige bewerkingen tot aan complete machinebouw of zelfs waar gewenst mee te innoveren. Daarnaast heeft Machinefabriek Boessenkool een praktijkaanpak ontwikkeld waarin 3 elementaire zaken een hoofdrol spelen: vakmanschap, eenvoudigweg goede oplossingen aandragen en de samenwerkingsmentaliteit van de pure co-maker. Want voor ons werk willen we voortdurend in topvorm van formaat zijn.”

Boessenkool is tijdens ESEF te vinden op stand: 01.A048.

 

Nieuw pick-and-place-systeem kan onbekende objecten oppakken en identificeren Bouw 'Wijk van de Toekomst' kan van start in Helmond Ultradunne coating maakt gewoon glas slim Belgische wetenschappers komen met chip die razendsnel kanker opspoort Druk op toeleveringsketen wordt groter en groter We eten gezond én ongezond anno 2018 Autonome voertuigen mogen zonder bestuurder de weg op in Californië Vis en sla kweken in milieuvriendelijk schoon water Nieuwe 3D-scanner kan objecten autonoom in real-time scannen Nissan en DeNA gaan taxidienst met autonome voertuigen testen Oogziekenhuis Rotterdam neemt PRECEYES Surgical System in gebruik ESEF 2018-exposant uitgelicht: Boessenkool

Meer van Wouter Hoeffnagel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven