maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Onderzeeër of Orka?

De Amerikaanse marine heeft met Boeing, hier vooral bekend door z’n vliegtuigtak, een contract afgesloten voor de bouw van vier onbemande XL-onderzeevaartuigen (XLUUV). De onderzeeboten worden gebouwd in samenwerking met Huntington Ingalls Industries en krijgen een lengte van zo’n 15,5 meter. Het bereik van de onbemande vaartuigen, die voorzien zijn van autonome navigatiesystemen en een brandstofmodule, bedraagt 12.038 kilometer.

Onbemande onderwatervaartuigen bestaan al eengeruime tijd en zien we steeds vaker terug bij maritieme en civiele operaties op zee. Tot nu was waren deze vaartuigen klein en hadden een beperkt bereik waardoor ze vlakbij hun moederschepen moesten blijven. Grootschalige onderzee-operaties waren dan ook voorbehouden aan grote, bemande onderzeeërs. Met de aankoop van de Orka brengt de Amerikaanse marine daar verandering in. Het bewijst het groeiende belang van robotonderzeeërs voor de marinevloot.

De Orka is afgeleid van het door Boeing ontworpen ‘Echo Voyager’ model. De onderzeeër wordt dieselelektrisch aangedreven en kan worden gebruikt voor mijnenbestrijding, oorlogsactiviteiten (onderzees, elektronisch of aan het oppervlak), aanvalsmissies en tal van andere toepassingen. De Orka heeft een open architectuur, een modulaire opbouw met een laadruimte dat 10,4 meter lang is een volume heeft van 56,6 kubieke meter.

De Orka opereert volledig zelfstandig. Dankzij de uitgebreide autonome systemen is geen ‘moederschip’ of aparte ondersteuning nodig om de onderzeeër haar werk te laten doen. En omdat de Orka onbemand is, kan het maandenlang onder water blijven zonder tussendoor omhoog te komen.

Volledig elektrische veerboot maakt eerste tocht

We hebben eerder al een paar volledig elektrische veerboten gezien die niet alleen stilletjes maar ook op een milieuvriendelijke manier mensen, auto's en goederen van de ene naar de andere haven in Noord-Europa brengen. De nieuwe veerboot Ellen is naar verluidt de grootste elektrische veerboot ter wereld. De eerste commerciële tocht tussen twee Deense eilanden vond recent plaats.

De elektrische, batterij aangedreven, vervangt een bestaande diesel-aangedreven veerboot tussen de Deense eilanden Ærø en Als. Deze maand werd Ellen officieel in dienst genomen. De milieuvriendelijke veerboot is 59,5 meter lang en 12,8 meter breed en heeft een diepgang van 2,5 meter.

Ellen’s romp werd in Polen vervaardigd waarna de veerboot werd uitgerust met elektrische motoren van het Finse Visedo. De 4,3-MWh lithium-ion accu is afkomstig van het Zwitserse bedrijf Leclanché SA. De actieradius van Ellen is 22 zeemijl (35 km) terwijl ze een snelheid van 15,5 knopen (28,5 km/u) behaalt. In totaal kunnen zo’n 30 voertuigen en 200 passagiers worden vervoerd en zullen er dagelijks tot zeven retourtochten worden gemaakt.

Ellen levert jaarlijks een behoorlijke milieubesparing: er komen jaarlijks 2000 ton minder CO2, 42 ton minder NOX, 2,5 ton minder schadelijke deeltjes en 1,4 ton minder SO2 in de atmosfeer vrij.

Event: Nederland Maakt

Graag nodigen we je uit voor Nederland Maakt – hét ketenevent voor ondernemers in de maakindustrie – dat plaats vindt op woensdag 2 oktober bij de Basiliek in Veenendaal.

Het event is erop gericht om te inspireren, maar geeft jou als ondernemer ook praktische handvatten om de dagelijkse praktijk door een andere bril te bekijken. Meer kansen te signaleren en deze kansen ook beter te kunnen benutten. En daarbij meer en slimmer te gaan samenwerken in de keten. Deze eerste editie draait om de thema’s: Mens | Data | Technologie. We lichten alvast een tipje van de sluier op van het programma en presenteren de eerste sprekers. Profileer jezelf tijdens Nederland Maakt. Naast motivatie en praktische handvatten biedt Nederland Maakt de mogelijkheid om de innovaties van jouw bedrijf aan een relevant publiek te tonen op het innovatieplein. De in het programma opgenomen netwerkmomenten vinden op dit innovatieplein plaats en maakt het ’the place to be’. Ook bieden wij verschillende sponsormogelijkheden om je naam te verbinden aan dit event. Van het opnemen van je logo in diverse communicatiemiddelen tot en met een VIP-arrangement.

Deelname
Meld je op tijd aan zodat je als ondernemer uit de maakindustrie gegarandeerd toegang hebt tot dit aansprekende event. De kosten voor deelname bedragen € 219,- (excl. BTW) voor leden van NEVAT, FME, FEDET, FPT-VIMAG en VNMI. Voor niet-leden bedragen de deelnamekosten € 279,- (excl. BTW). De kosten zijn inclusief netwerkdiner. Lees hier de deelnamevoorwaarden (http://www.nlmaakt.nl/voorwaarde-deelname/)

Organisatie
Het event Nederland Maakt wordt georganiseerd door de verenigingen NEVAT, FME, FEDET, FPT-VIMAG en VNMI.
http://www.nlmaakt.nl

1,2 miljoen euro subsidie voor intelligente neus die kankerverwekkende maagbacterie opspoort

Een subsidie van ruim 1,2 miljoen euro wordt beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de Aenose. Deze intelligent elektronische neus kan in uitgeademde lucht de maagbacterie Helicobacter pylori (H. pylori) opsporen. Deze bacterie kan in het ergste geval kan leiden tot maagkanker.

H. pylori is een bacterie die zich in de maag nestelt en hier voor ernstige problemen kan zorgen. Zo tast de bacterie de maagwand aan, wat kan leiden tot maagzweren. In het ergste geval kan de bacterie echter ook tot maagkanker leiden. De bacterie is snel en effectief te bestrijden met antibiotica. 

Bacterie detecteren

Om deze behandeling mogelijk te maken moet de aanwezigheid van de bacterie in de maag echter wel eerst worden vastgesteld. Hiervoor zijn al langer methodes beschikbaar, onder meer door bloed of ontlasting te onderzoeken. De Aenose maakt dit proces nauwkeuriger, sneller en minder invasief. De Aenose is een elektronische neus ontwikkeld door het Zutphense bedrijf eNose. 

De Aenose maakt gebruik van kunstmatige intelligentie om in uitgeademde lucht indicatoren te ontdekken die wijzen op de aanwezigheid van H. pylori. Patiënten die deze bacterie bij zich dragen hebben een ander ademprofiel dan patiënten die niet met de bacterie te maken hebben. André Elands, directeur van eNose, legt uit: “Om de ontwikkeling van dit product voort te zetten is een groot aantal patiënten nodig, evenals een neuraal netwerk dat grote hoeveelheden data kan verwerken. Dit leidt tot een algoritme dat indiceert of een persoon deze bacterie in zijn maag heeft. Het is een zelflerend systeem; het wordt slimmer en beter door meer data en intensief gebruik. We hebben op dit moment ongeveer 30.000 ademprofielen voor verschillende afwijkingen beschikbaar. Specifiek voor de analyse van H. pylori beschikken we al over meer dan 500 profielen. Om een betrouwbare klinische test zeker te stellen, analyseren we in dit project de ademprofielen van 2.000 mensen.”

‘Uitgeademde lucht toont staat van het lichaam aan’

Hoogleraar Peter Siersema, als gastro-enteroloog verbonden aan het Radboud UMC, wijst op het verschil met bestaande ademtesten. “Er zijn ademtesten waarbij mensen ureum innemen. H. pylori houdt van ureum en ‘eet’ dit onmiddellijk op. De karakteristieke afvalstoffen van die bacteriële maaltijd kan vervolgens worden gemeten in de uitgeademde lucht. Dit is echter een laboratiumaanpak, waarbij radioactieve materialen komen kijken”, noemt Siersema als voorbeeld.

Een andere aanpak kijkt naar de aanwezigheid van antistoffen in het bloed. Ook deze aanpak kent echter nadelen “Direct na de infectie zijn er nog geen antistoffen aanwezig in het bloed. Deze kunnen later worden gedetecteerd, maar je wilt uiteraard zo snel mogelijk vaststellen of de bacterie aanwezig is. Dit is dan ook geen ideale test”, aldus Siersema. Dat geldt volgens de hoogleraar ook voor het detecteren van H. pylori in ontlasting. “Dit is een zeer bewerkelijke methode, waarbij naar genetisch materiaal van de bacterie wordt gezocht. Ook deze aanpak kent nadelen.”

Uitgeademde lucht is volgens Siersema veel beter geschikt om de bacterie op te sporen. “Gas ontsnapt altijd aan de maag, bijvoorbeeld als je een boer laat. Allerlei soorten bloedgassen worden vrijgegeven in de longen. Deze gassen worden door het bloed opgepikt in het lichaam en afgegeven in de longen. Uitgeademde lucht kan dan ook de staat van ons lichaam aantonen.”

Subsidie

Een consortium dat betrokken is bij de ontwikkeling van de Aenose krijgt vanuit het Europese subsidieprogramma OP Oost een subsidie van ruim 1,2 miljoen euro toegekend. Naast eNose zijn bij dit consortium ook de bedrijven Auxzenze, Next Generation Technology en Medlon betrokken. Daarnaast nemen het Radboud UMC, Isala Ziekenhuis en Bernhoven Ziekenhuis deel aan het consortium. 

De financiering wordt gebruikt om de ontwikkeling en klinische toepassing van de Aenose voort te zetten. Met behulp van het opgehaalde geld wil het consortium het product op de markt brengen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Radboud UMC

Consumenten hechten minder waarde aan automerken en meer aan digitale ervaringen

Consumenten hechten steeds minder waarde aan automerken. Vooral de digitale ervaring die een auto biedt gaat in de toekomst een belangrijke rol spelen.

Dit blijkt uit onderzoek van IBM Institute of Business Value (IBV) naar de toekomst van de auto-industrie. Voor het onderzoek zijn 11.500 consumenten en 1500 managers uit de automotive industrie ondervraagd. De ontwikkeling is onderdeel van het verschuivende gebruiksmodel rond auto’s. Waar veel consumenten momenteel een auto in hun bezit hebben, gaan zij in de toekomst steeds vaker gebruik maken van automotive diensten waarmee zij op bestelling over een voertuig kunnen beschikken. 

Vooral digitale ervaring is van belang

Met welk merk voertuig zij vervoerd worden wordt steeds minder van belang; 48% van de ondervraagde consumenten geeft aan bij het gebruik van een dergelijke dienst geen voorkeur voor een specifiek merk te hebben. Zij hechten vooral waarde aan de digitale ervaring die het voertuig biedt, de kosteneffectiviteit van de oplossing en het gebruiksgemak. “48% van de consumenten geeft aan dat het merk hen niet uitmaakt – kosten en gemak zijn het meest belangrijk. Maar consumenten zijn bereid verder te kijken dan kosten en gemak indien een merk andere ervaringen kan bieden – zeker digitaal”, schrijft IBM in haar rapport.

De behoefte aan deelauto’s is in belangrijke mate afhankelijk van het soort omgeving waarin een gebruiker woont. Een gebruiker in een stedelijk gebied heeft eerder behoefte aan een deelauto, wat onder meer verklaard kan worden door de beschikbaarheid van dergelijke diensten en de relatief hoge gebruikskosten van voertuigen door onder meer parkeerkosten. Wie in een landelijke gebied woont heeft doorgaans minder alternatieve mobiliteitsopties beschikbaar en hecht daarom meer waarde aan een eigen voertuig. 

Gebruik van digitale technologie

Ook het gebruik van digitale technologie is onder bewoners van stedelijke gebieden hoger. Zo maakt 62% van deze groep gebruik van social media, terwijl dit percentage onder gebruikers uit landelijke gebieden op 55% ligt. 60% van de stedelijke bewoners maakt daarnaast dagelijks gebruik van meerdere digitale apparaten, ten opzichte van 50% van de bewoners van landelijke gebieden. 48% van de gebruikers in steden maakt gebruik van een digitale assistent in hun woning, ten opzichte van 30% in landelijke regio’s. 

De vijf belangrijkste redenen om voor een specifiek merk te kiezen zijn:

  • databeveiliging en privacy (57% stedelijk, 46% landelijk) 
  • afstemming van voertuigen op een specifiek doel zoals medische voorzieningen voor ouderen (54% stedelijk, 40% landelijk)
  • het ontvangen van loyaliteitspunten waarmee mobiliteitsdiensten kunnen worden aangeschaft (53% stedelijk, 40% landelijk)
  • de mogelijkheid spraakgesprekken te voeren met voertuigen (stedelijk 50%, landelijk 33%)
  • betere digitale ervaringen in het voertuig zelf (stedelijk 49%, landelijk 32%)

Grote impact op bedrijven

De ontwikkeling heeft een grote impact op bedrijven in de automotive industrie. 50% van de ondervraagde managers stelt zelfs dat hun organisatie zichzelf digitaal opnieuw zal moeten uitvinden om succesvol te zijn of zelfs te overleven. Naar verwachting investeert de industrie tot 2030 zo’n 33 miljard dollar in het herscholen van personeel.

IBM wijst erop dat verschillende voorspellingen over de automotive industrie voor het jaar 2030 zijn visie onderschrijven. Zo voorspelt Martech Advisor dat in dat jaar iedere persoon 15 verschillende verbonden apparaten in zijn bezit heeft. McKinsey verwacht dat tot 15% van de nieuw verkochte auto’s in 2030 volledig autonoom is. Herbert Diess, CEO van Volkswagen, verwacht dat software goed zal zijn voor 90% van alle innovatie in de branche. Morgan Stanley voorspelt dat deelauto’s verantwoordelijk worden voor 26% van alle kilometers die wereldwijd worden afgelegd. 

Nieuwe contactmomenten 

Ongeacht hoe snel deze ontwikkelingen zich daadwerkelijk aandienen, staan volgens IBM twee dingen buiten kijf. Allereerst creëren digitale technologieën nieuwe manieren om contactmomenten met consumenten te creëren. Met behulp van inzichten die hiermee worden verzameld kunnen gepersonaliseerde diensten worden geleverd en voertuigen worden geïntegreerd met verschillende aspecten van het persoonlijke leven van klanten. Ten tweede verwachten consumenten dat de digitale ervaring die hun auto biedt net zo goed of zelfs beter is dan die van andere slimme apparaten. 

“Voor veel mensen is het in de auto stappen en ergens heen reizen een tijdverspilling. Zij stoppen met hun activiteit, reizen naar hun bestemming, pakken hun eerdere activiteit weer op of doen iets anders. Naar schatting besteedt de gemiddelde Amerikaan per dag gemiddeld 51 minuten in zijn voertuig. Deze tijd kan worden gebruikt voor andere taken, zoals online winkelen, het boeken van een vakantie of het bekijken van gepersonaliseerde nieuwsrapportages. Nagenoeg al deze opties kunnen direct vanuit het voertuig toegankelijk zijn”, schrijf IBM. 

Gepersonaliseerde content

Gebruikers verwachten niet alleen dat een autonoom voertuig in staat is zich autonoom voort te bewegen, maar ook dat deze auto andere functionaliteiten biedt. Zo kunnen voertuigen met behulp van kunstmatige intelligentie (AI), Internet of Things (IoT) en de cloud gebruikers herkennen en gepersonaliseerde content aanbieden. Ook kunnen de voertuigen blijven bijleren en op basis van de behoefte van gebruikers nieuwe suggesties geven. Daarnaast wijst IBM erop dat gebruikers met voertuigen via spraak verwachten te kunnen communiceren.

Aangezien gebruikers die gebruik maken van autonome voertuigen de gelegenheid hebben hun tijd anders te besteden, zijn mobiliteitsdiensten een belangrijke overweging voor consumenten. Zo hebben gezondheidsbewuste consumenten de behoefte hun gezondheid onderweg te kunnen monitoren en deze data bij voorkeur te delen met andere zorg-gerelateerde apparaten. Denk echter ook aan functionaliteiten die gebruikers helpen onderweg het dichtstbijzijnde hotel of restaurant te reserveren. Ook worden locatiegebaseerde marketing en advertenties mogelijk.

Organisatie laten groeien

Managers zijn in het onderzoek ook gevraagd naar de wijze waarop zij hun organisatie de komende jaren willen laten groeien. De twee meeste genoemde methoden zijn het investeren in nieuwe business modellen zoals digitale platformen (81%) en het betreden van nieuwe geografische markten (81%). Het creëren van nieuwe productcategorieën volgt met 79%, terwijl 76% ervoor kiest zich te richten op nieuwe klantsegmenten. 71% wil nieuwe mobiliteitsdiensten creëren.

Meer informatie is te vinden in het onderzoeksrapport ‘Automotive 2030: Racing towards a digital future‘ van IBM.

ESEF Maakindustrie 2020 en NEVAT bundelen krachten

ESEF Maakindustrie en NEVAT gaan samenwerken om meer te betekenen voor klanten en relaties. Door niet alleen tijdens, maar ook buiten de beurs ESEF Maakindustrie op inhoud gerichte evenementen en activiteiten te organiseren. Zo wordt bijvoorbeeld verbinding gelegd tussen de inhoud die NEVAT presenteert tijdens het congres ‘Nederland Maakt’ op 2 oktober en de live proposities die Jaarbeurs neerzet met ESEF Maakindustrie van 17 – 20 maart 2020.

ESEF Maakindustrie is het grootste en belangrijkste evenement in de Benelux op het gebied van toeleveren, uitbesteden, productontwikkeling en engineering. De vakbeurs die de trots en innovatiekracht van de Nederlandse toeleveranciers laat zien en ze een podium geeft om zichzelf te presenteren.   

NEVAT, de branchevereniging voor toonaangevende toeleveranciers in de Nederlandse Maakindustrie, behartigt de belangen van deze bedrijven, die behoren tot een belangrijke schakel in de toeleverketen van de Nederlandse Maakindustrie.

“ESEF Maakindustrie en NEVAT sluiten zo nauw op elkaar aan, dat besloten is om samen te werken”, zegt Floris de Zwart, brandmanager ESEF Maakindustrie. We willen de praktische succesverhalen vertellen waar de bezoeker behoefte aan heeft. Een goed voorbeeld is een door NEVAT geïnitieerd onderzoek naar trends en ontwikkelingen in de maakketen. De resultaten hiervan worden gepresenteerd tijdens ‘Nederland Maakt’ op 2 oktober. Met de conclusies van dit rapport gaan we onder andere verder tijdens ESEF Maakindustrie waarbij NEVAT en haar leden kansen en oplossing bieden. Op deze manier krijgt ‘Nederland Maakt’ – dat door NEVAT wordt georganiseerd in samenwerking met FME en enkele ketenpartners – een vervolg tijdens de vakbeurs.

Anne-Jaap Deinum, branchemanager NEVAT: ”De Nederlandse toeleverindustrie neemt een bijzondere positie in de keten van de maakindustrie. Samenwerking in de keten is de key. Dit zullen we laten zien op Nederland Maakt en vervolgen tijdens de ESEF.”

Bezoekers van ESEF Maakindustrie zijn op zoek naar antwoorden op vraagstukken en de mooie bedrijven die NEVAT vertegenwoordigt kunnen vaak de antwoorden geven. Daarom gaan NEVAT en ESEF Maakindustrie het High Tech Platform neerzetten tijdens de beurs in maart 2020. Een plek waar de bezoeker geïnspireerd wordt door mooie bedrijven, inhoudelijke content krijgt gepresenteerd en antwoorden krijgt op zijn toelevervraagstukken.

NEVAT zal tijdens ESEF Maakindustrie het High Tech Platform verzorgen. Daar verbindt NEVAT haar leden aan de vragen vanuit de bezoekers:

  • NEVAT info lounge; voor match making met de NEVAT leden;
  • Table tops van de NEVAT System Suppliers;
  • NEVAT Inspiration Centre: Minitheater waar dagelijks gratis demonstraties en miniworkshops gegeven worden door System Suppliers.

Nederland Maakt vindt plaats op 2 oktober in De Basiliek in Veenendaal. Aanmelden kan via www.nlmaakt.nl.
Bekijk hier de promo.

ESEF Maakindustrie wordt van 17 t/m 20 maart 2020 georganiseerd in Jaarbeurs in Utrecht. www.ESEF.nl.

Digitalisering voor veel mkb'ers in aandrijftechniek te duur

De toenemende vraag naar predictief onderhoud en de opkomst van de digitale fabrieken heeft gevolgen voor alle spelers binnen de keten van aandrijftechniek. Vooral op het mkb is de impact groot; om te overleven worden zij in toenemende mate gedwongen aansluiting te zoeken bij ecosystemen van wereldwijde spelers.

Dit meldt ABN AMRO in het rapport ‘Aandrijftechniek: digitalisering is motor achter ketenconsolidatie’. De Nederlandse markt voor elektrische aandrijfsystemen telt ruim 300 bedrijven. Deze partijen zijn gezamenlijk goed voor een jaaromzet van 1,5 miljard euro. 

Predictief onderhoud

Sensoren en data spelen een steeds grotere rol in de aandrijftechniek. Zo streven grote afnemers als industriële producenten en machinebouwers naar een steeds hogere efficiëntie, minder stilstand en lagere onderhoudskosten. In de praktijk betekent dit dat onderhoud bij voorkeur pas wordt uitgevoerd als het echt nodig is, in plaats van periodiek.  Dit wordt ook wel predictief onderhoud genoemd. 

Wat de vraag naar predictief onderhoud aanwakkert is het tekort aan technisch personeel en de hoge kosten van goede onderhoudsmonteurs. Door een gebrek aan vaklieden stoten fabrieken steeds vaker hun eigen technische dienst af. Ook wordt onderhoud aan machines steeds complexer door de aanwezigheid van veel elektronica en IT-componenten. Door predictief onderhoud te omarmen is onderhoud beter in te plannen, zodat het eenvoudiger kan worden uitbesteed aan gespecialiseerde partijen. 

Sensoren en data

Om deze vorm van onderhoud mogelijk te maken, zijn slimme aandrijfsystemen nodig die via sensoren data verzamelen, analyseren en interpreteren. ABN AMRO waarschuwt dat deze gebruiksdata bij veel mkb’ers ontbreken. Grote internationale fabrikanten investeren tegelijkertijd volop in sensoren, simulatiesoftware en big data analyses. Zij hebben volgens ABN AMRO een steeds grotere voorsprong op kleinere spelers in de branche. 

Voor spelers in de rest van de keten zoals groothandelaren, aandrijfspecialisten, systeemintegrators en onderhoudsbedrijven vallen door deze verschuiving taken weg of verandert de aard van hun activiteiten. ABN AMRO stelt dat veel partijen om te overleven zullen moeten samengaan met partijen binnen en buiten de eigen branche. Tegelijkertijd wordt het noodzakelijke ‘intensieve partnerschappen’ aan te gaan met grote fabrieken van aandrijvingen.

‘Aanhaken bij wereldspelers’

David Kemps, Sector banker Industrie van ABN AMRO wijst op de hoge kosten voor het mkb, en stelt dat zij zullen moeten aanhaken bij het ecosysteem van wereldspelers om te overleven. “Voor grote internationale spelers zal de consolidatie verder versnellen, met als gevolg dat de markt wordt gedomineerd door een klein aantal zeer grote spelers. Voorwaartse integratie is voor het mkb daarentegen zeer kostbaar. Om te overleven, moeten zij aanhaken bij het ecosysteem van wereldspelers”, aldus Kemps. 

“Zo evolueert de branche van een keten van onafhankelijke bedrijven naar een ecosysteem rond internationale fabrikanten. Groothandelaren, aandrijfspecialisten, systeemintegrators en onderhoudsbedrijven kunnen zo meeliften op gebruiksdata, digitale technieken en systemen van grote spelers. Zo krijgen ze de kennis, ervaring en technische ondersteuning om klantspecifieke oplossingen te leveren met meer toegevoegde waarde.”

Het rapport ‘Aandrijftechniek: digitalisering is motor achter ketenconsolidatie’ is beschikbaar op de website van ABN AMRO. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Fabrikanten en verkoopmanagers opgelet: beheers het spel van de kleine lettertjes

Verkoopt en levert uw maakbedrijf grote orders? Dan doet u er goed aan algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden te gebruiken. De meeste fabrikanten ‘hebben’ een dergelijke set wel in de kast liggen, of gebruiken voorwaarden die in de branche gebruikt worden. Wat vaker minder bekend is, is dat het ‘hebben’ van algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden in de regel onvoldoende is.

De praktijk 
Vraagt u maar eens aan uw verkoopteam op welke wijze verwezen wordt naar de ‘kleine lettertjes’ en u zal versteld staan van de uiteenlopende kleine lettertjes antwoorden die u krijgt. Als advocaat contractenrecht zie ik steeds meer dat niet de ‘inhoud’, maar de ‘toepasselijkheid’ van de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden voorwerp is van een potentieel handelsgeschil. Dat zou in mijn optiek niet nodig hoeven zijn.

Praktische tips voor uw verkoopteam
‘Wie het eerst komt, die het eerst maalt’ is het adagium dat in Nederlandse B2B relaties geldt. Wie als eerste voorwaarden ‘ter hand stelt’, mag zich erop beroepen. Internationaal geldt dat vaak andersom. Wijst u andermans voorwaarden ‘nadrukkelijk van de hand’ of doet uw koper dit, dan zijn die van tafel. Dit spel van algemene voorwaarden is voor verkoopmanagers vaak onontgonnen gebied. Doet u bovendien zaken met een grotere partij, dan zal uw verkoopmanagers de zaken vaak sluiten met een legal counsel (die het ‘spel’ wél beheerst). Voorkom dit en laat uw verkoopvoorwaarden exclusief van toepassing verklaren. Zorg ook dat wanneer u voorwaarden ontvangt, u hierover nadenkt. Tip: stuur uw eigen voorwaarden (zekerheidshalve) altijd in PDF mee bij een opdracht en ga niet zomaar produceren of verkopen als u voorwaarden van de andere kant heeft ontvangen.

Meer informatie?
MAAK Advocaten organiseert op 26 september 2019 een seminar contractenrecht over dit en vele andere onderwerpen die bij het contracteren komen kijken.  U bent van harte welkom (zolang er plaatsen beschikbaar zijn).  Mail naar sara.albisser@maakadvocaten.nl (deelname is kosteloos).

Exoskeletten van Hyundai voorkomen blessures op de werkvloer

Hyundai Motor Group kondigt twee nieuwe exoskeletten aan om werknemers te ontlasten tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. De Vest EXoskeleton (VEX) ondersteunt personen die veel boven hun hoofd werken, bijvoorbeeld aan de onderzijde van een voertuig. Chairless EXoskeleton (CEX) maakt het mogelijk een zittende positie aan te nemen, zonder hiervoor een stoel nodig te hebben.

Met de VEX wil Hyundai de productiviteit van werknemers vergroten en tegelijkertijd vermoeidheid terugdringen. Het exoskelet imiteert de bewegingen van menselijke gewrichten om ondersteuning te bieden en de mobiliteit van werknemers te vergroten. Het exoskelet is voorzien van polycentrische assen, waarbij meerdere draaipunten worden gecombineerd. Het gaat om een passief exoskelet, dat geen gebruik maakt van een accu of batterij. 

Lichtgewicht

Opvallend aan de VEX is onder meer zijn lichte gewicht; Hyundai stelt dat het exoskelet 22 tot 42 lichter is dan soortgelijke producten van concurrenten. Dit komt volgens het bedrijf onder meer door het ontbreken van een accu, al hebben ook verschillende andere partijen acculoze exoskeletten op de markt gezet. Denk hierbij aan de Laevo V2.5 en de Comau MATE. 

De VEX wordt gedragen als een rugzak, waarbij het exoskelet met behulp van schouderbanden op de rug wordt bevestigd en met behulp van gespen wordt vastgemaakt over de borst en buik. Het ruggedeelte is over 18 centimeter verstelbaar, wat het exoskelet geschikt maakt voor gebruikers met verschillende lengtes. De mate van ondersteuning kan worden ingesteld op zes niveaus en loopt op tot 54 Newton. 

 Hyundai)
De Vest EXoskeleton (bron foto: Hyundai)

Zitten zonder stoel

Naast de VEX brengt Hyundai binnenkort ook de CEX op de markt. Met dit exoskelet kunnen gebruikers een zittende positie aannemen, zonder hiervoor een stoel of krukje nodig te hebben. Om dit mogelijk te maken ondersteunt de CEX de kniegewrichten, ruggengraat en spieren van de gebruiker, waardoor de belasting van de spieren in de rug en het onderlichaam met 40% wordt teruggedrongen. De CEX weegt 1,6 kilogram en wordt net als de VEX op de rug gedragen. Het exoskelet kan tot 150 kilogram ondersteunen. 

De VEX wordt naar verwachting vanaf december geproduceerd door Hyundai Rorem. Het exoskelet moet voor zo’n 30% minder beschikbaar worden dan bestaande producten, die volgens Hyundai gemiddeld 5.000 dollar kosten. Dit zou betekenen dat de VEX voor ongeveer 1.500 dollar beschikbaar wordt. Wanneer de CEX in productie gaat is niet bekend. 

Eerdere exoskeletten

Exoskeletten zijn niet nieuw voor Hyundai. Zo presenteerde het bedrijf presenteerde in 2015 al het H-LEX exoskelet, bedoeld voor medische toepassingen. In 2016 volgde een prototype exoskelet gebaseerd op het H-LEX platform. Dit prototype stelde gebruikers in staat honderden kilo’s op te tillen en was onder meer gericht op industriële toepassingen en defensie. In 2017 presenteerde Hyundai een tweetal medische exoskeletten:

  • de H-MEX (Hyundai Medical EXoskeleton) om patiënten met een dwarslaesie in staat te stellen weer te lopen;
  • de HUMA (Hyundai Universal Medical Assist) om mobiliteitsondersteuning te bieden aan mensen met beperkte spierkracht.

Op dit platform is ook de H-WEX gebaseerd. Dit exoskelet helpt gebruikers op de werkvloer zware lasten te tillen en van andere belastende repetitieve werkzaamheden uit te voeren. Het exoskelet ondersteunt het lichaam van de gebruiker en zorgt daarnaast dat de gebruiker een optimale lichaamshouding aanneemt.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Hyundai

Luscii en Coala Life slaan handen ineen om hartritme op afstand te monitoren

Het aantal patiënten met hartritmestoornissen in Nederland stijgt, wat onder meer toe te schrijven is aan de vergrijzing. Het Nederlandse bedrijf Luscii speelt hierop in met Luscii AF, een oplossing die het voor artsen eenvoudiger en efficiënter maakt om patiënten op afstand te monitoren. Voor de ontwikkeling van deze oplossing gaat Luscii een samenwerking aan met het Zweedse artificial intelligence (AI) bedrijf Coala Life.

Naar schatting zijn zo’n 200.000 mensen in Nederland gediagnostiseerd met atriumfibrilleren (AF), ook wel boezemfibrilleren genoemd. Daarnaast lijden naar schatting nog eens 100.000 Nederlanders aan de hartritmestoornis zonder hiervan zelf op de hoogte te zijn. In 2017 kwamen dagelijks ruim honderd mensen in het ziekenhuis terecht door AF.

Nauwlettend monitoren

Een aanval van AF kan gepaard gaan met onder meer hevige angsten. Indien onbehandeld kan een stoornis leiden tot hartfalen of een beroerte. Het is dan ook van belang patiënten nauwlettend te kunnen monitoren. Met Luscii AF zet Luscii een oplossing voor thuisbegeleiding van deze groep op de markt; de oplossing helpt cardiologen mensen met een hartritmestoornis op afstand te monitoren. 

Voor de ontwikkeling van deze oplossing werkt Luscii samen met Coala Life. Meerdere cardiologen zijn betrokken bij dit bedrijf, dat is ontstaan vanuit wetenschappelijk onderzoek. Erik Kaufman, co-founder bij Luscii, licht toe: “Ons uitgangspunt is dat we met Luscii reële problemen oplossen met de meest betrouwbare en gebruikersvriendelijke thuismeettechniek. De Zweden zijn op dit gebied ‘best in class’, vandaar dat we ervoor kiezen om deze revolutionaire Coala technologie in Luscii te integreren.”

2-lead ECG en audio opnames

Coala Life levert meetsensoren genaamd Coala Heart Monitor, die 2-lead ECG en audio opnames van de hartactie maken. Een dergelijke meting neemt ongeveer 60 seconden in beslag en kan dankzij Luscii AF maanden lang, meerdere malen per dag worden uitgevoerd. Dit zonder dat de patiënt stickers op zijn of haar lichaam hoeft te dragen. 

De data die met behulp van deze metingen worden verzamelt worden geanalyseerd door AI. Deze stelt vast of de patiënten te maken heeft met een hartritmestoornis en om welke stoornis het gaat. Indien noodzakelijk wordt automatisch de cardiologie gewaarschuwd, zodat direct kan worden ingegrepen. De data kan door artsen via het Luscii dashboard worden uitgelezen, maar ook worden geïntegreerd in het elektronisch patiëntendossier (EPD).

Beschikbaar in beperkt aantal ziekenhuis

Luscii AF wordt de komende maanden voor ontwikkel-, test- en studiedoeleinden beschikbaar gesteld aan een beperkt aantal ziekenhuis in Nederland en Engeland. Wanneer de bedrijven verwachten Luscii AF algemeen beschikbaar te maken is niet bekend. 

Luscii is ook betrokken bij Hartwacht, een dienst van zorgverzekeraar Zilveren Kruis gericht op patiënten met hartfalen, hartritmestoornissen en resistente hypertensie. De resultaten van deze app zijn veelbelovend. Zo heeft het gebruik van Hartwacht geleid tot 70% minder bezoeken aan de spoedeisende hulp, 30% minder ambulanceritten en 40% minder verpleegdagen voor deze groep patiënten. Begin 2018 meldde het Zilveren Kruis dat de bloeddruk van patiënten die meedoen aan Hartwacht is gedaald van gemiddeld 157/89 mmHg naar 132/84 mmHg. 64% van de patiënten met resistente hypertensie slaagde erin hun bloeddruk onder controle te krijgen. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: Luscii AF
Bron: Coala Life

Op elektriciteit rijden is per maand 1% duurder dan op fossiele brandstof

De maandelijkse kosten van elektrische voertuigen zijn in Nederland 1% hoger dan die van auto's met een interne verbrandingsmotor. Het verschil wordt steeds kleiner. Afschrijving is voor eigenaren van een elektrisch voertuig de grootste kostenpost.

Dit blijkt uit de Car Cost Index van leasemaatschappij LeasePlan voor 2019. In het onderzoek is naar 18 Europese landen gekeken. Alleen in Noorwegen zijn elektrische voertuigen inmiddels wat betreft maandelijkse kosten gelijk aan traditionele voertuigen met een interne verbrandingsmotor. 

In andere landen is elektrisch rijden duurder, al is het prijsverschil in nagenoeg alle onderzochte landen gekrompen. In Nederland is het prijsverschil met 1% het kleinst. LeasePlan verwacht dat de maandelijkse lasten van elektrische auto’s in de nabije toekomst ook in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk competitief zullen zijn. 

Afschrijving zorgt voor de meeste kosten

Als we inzoomen op de maandelijkse kosten blijkt dat afschrijving voor eigenaren van een traditioneel voertuig met 36% voor de meeste kosten zorgt. Belastingen (20%), brandstof (18%), verzekering (13%), onderhoud (9%) en rente (5%) volgen. 

Voor eigenaren van elektrische voertuigen is afschrijving eveneens de belangrijkste kostenpost, maar maakt dit met 52% wel een fors groter deel uit van het kostenplaatje. Dit wordt echter gecompenseerd door de lagere kosten van elektriciteit ten opzichte van fossiele brandstoffen, evenals belastingvoordelen en lagere onderhoudskosten.

Dieselauto’s zijn in Nederland het duurst

Uit de Car Cost Index blijkt ook dat Nederland van alle onderzochte landen het duurste land is om een dieselauto te rijden, met een gemiddeld kostenplaatje van 937 euro per maand. Vooral de bpm – die voor dieselauto’s kan oplopen tot 35% – is hiervoor verantwoordelijk. In Roemenië zijn de kosten met 407 euro per maand het laagst. 

De maandelijkse kosten van een benzineauto zijn het hoogst in Noorwegen, met gemiddeld 851 euro per maand. Dit is aanzienlijk hoger dan het Europese gemiddeld van 594 euro per maand. Griekenland is het goedkoopst met 445 euro per maand. 

In verhouding met het Bruto Binnenlands Product (BBP) zijn de maandelijkse autokosten in Nederland en Italië het hoogst, terwijl bestuurders in Griekenland en het Verenigd Koninkrijk juist het minst betalen. 

‘Ook omslagpunt productkosten nabij’

Ook wat betreft productiekosten is het omslagpunt nabij, zei senior vice president bij Volkswagen Group Reinhard Fischer onlangs in een interview met Automotive News Europe op een seminar in het Amerikaanse Michigan. Volkswagen investeert 50 miljard dollar wereldwijd in de productie van elektrische voertuigen, waarmee het bedrijf de productiekosten wil terugdringen tot het niveau van auto’s met een interne verbrandingsmotor. “We zijn ervan overtuigd dat het omslagpunt nabij is, en dat omslagpunt zal prijsgelijkheid zijn”, aldus Fischer. 

Het eerste elektrische voertuig dat Volkswagen op grote schaal wil gaan produceren is de ID3, die in mei werd aangekondigd. De launch edition van de ID3 wordt in Nederland aangeboden vanaf 40.000 euro. Deze uitvoering biedt een accuradius van 550 kilometer op een volle accu. Later worden ook andere uitvoeringen beschikbaar, waarbij de keuze bestaat uit drie verschillende accu’s variërend van 45kW tot 75kW. Het basismodel accu biedt een accuradius van 330 kilometer.

Fischer erkent dat er nog zorgen over elektrisch rijden bestaan onder consumenten. “Zorgen over bereik zijn nu vervangen door zorgen over opladen”, zegt Fischer. De topman verwacht dat deze zorgen op termijn zullen verdwijnen. “Honderd jaar geleden werd brandstof verkocht door apotheken. Vandaag de dag hebben we in de Verenigde Staten 122.000 tankstations. Het is van een bottleneck getransformeerd in een basisproduct.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: LeasePlan
Bron: Automotive News Europe

Energieopslag: Hoe reken je de investering uit?

De techniek moet het doen, en productiviteit gaat voor alles. Energieopslag klinkt makkelijk als oplossing voor emissie reductie of energiebesparing in het productieproces, technieken te over. Hoe reken je uit of de investering het waard is? Welk besluitvormingsproces gaat vooraf aan de investering? Is de investering in opslag financierbaar. Bij ING Bank komen dagelijks verzoeken voor financiering van energieopslag. Een stappenplan voor de ondernemer.

 

Juridisch kader
Uitgangspunt is dat betreffende kredietnemer de meest logische partij is om te investeren in opslag. Samenwerken met andere keten-actoren en bijvoorbeeld (i) pay-per-use of (ii) energy-as-a-service modellen zijn in veel gevallen de moeite waard om te verkennen. Afhankelijk van het productieproces is het verdienmodel in opslag over het algemeen beperkt, laat de opslag zelf werken op basis van 24/7 en creëer daarmee additionele inkomsten. Opslag is af te rekenen op basis van beschikbaarheid (opgeslagen energie), gebruik (energiehoeveelheid in of uit) en beschikbaarheid in de zin van capaciteit voor opslag aan derden. Goede afrekenmechanismen en contracten zijn van belang.

Business Case
Objectief uitrekenen van de business case energieopslag gaat vaak via de vergelijking met de benchmark (huidige techniek) en wordt uitgedrukt in kWh consumptie. Diesel wordt uitgedrukt in liters, gas in m3 en elektriciteit in kWh. Energiedragers allemaal uitdrukken Euro per kWh geeft een objectieve onderlinge vergelijking. De tweede correctie betreft energie-efficiency verschillen in het proces. De derde correctie betreft verschillen in kosten van (tussen-) opslag en levering. Het eindresultaat van de drie stappen wordt wel de Levelised Cost of Energy (LCOE) genoemd. De TCO, Total Cost of Ownership, wordt berekend over het totale energieverbruik, aanschaf en verkoop, onderhoudskosten en bijkomende kosten zolang de technologie in bezit is.

 

 

Balans en V&W
Opslag van energie gaat gepaard met een investering in activa. De investering raakt de balans van de onderneming, meer activa. Die balansverlenging vraagt om meer eigen vermogen om de verhoudingen weer in het gareel te brengen, voor de meeste ondernemingen is balansverlenging ongewenst. Maar ook bij het leasen van opslag en meerjarig gebruik wordt de onderneming gedwongen de investering te activeren, wederom ongewenst. Hoewel de TCO wellicht concurrerend is ten opzichte van de benchmark vraagt balansverlenging aandacht en wordt snel gezocht naar alternatieve structuren. Het concept pay-per-use biedt vaak een uitkomst.

Besluitvorming 
Samenwerken klinkt mooi, samen besluiten vraagt om een robuuste coördinatie van de diverse partijen. De bank heeft vertrouwen in partijen die de samenwerking goed vastleggen en doorgedacht hebben, samen op hetzelfde moment de stap zetten. Risico’s daar beleggen waar ze het beste worden begrepen en gemanaged. Bij het voorleggen van de financieringsvraag is het aanleveren van een goed inzicht in de LCOE en TCO van waarde bij de beoordeling van het te lopen risico. Los van de investering en financiering is het fijn om de weten hoeveel energie wordt bespaard, hoeveel broeikasgas en hoeveel milieu emissie wordt bespaard. Dat is de maatschappelijke opgave waar energieopslag een bijdrage aan levert. Zelfs als energieopslag per saldo iets duurder is dan de huidige configuratie is het vanuit maatschappelijk oogpunt om de optie energieopslag serieus te verkennen.

 

 

 

Onderzeeër of Orka? Volledig elektrische veerboot maakt eerste tocht Event: Nederland Maakt 1,2 miljoen euro subsidie voor intelligente neus die kankerverwekkende maagbacterie opspoort Consumenten hechten minder waarde aan automerken en meer aan digitale ervaringen ESEF Maakindustrie 2020 en NEVAT bundelen krachten Digitalisering voor veel mkb'ers in aandrijftechniek te duur Fabrikanten en verkoopmanagers opgelet: beheers het spel van de kleine lettertjes Exoskeletten van Hyundai voorkomen blessures op de werkvloer Luscii en Coala Life slaan handen ineen om hartritme op afstand te monitoren Op elektriciteit rijden is per maand 1% duurder dan op fossiele brandstof Energieopslag: Hoe reken je de investering uit?

Meer van Martin Franke

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven