maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Alle dagelijkse medicatie in één 3D-geprinte pil

Multiply Labs wil pillen 3D-printen om medicatie af te stemmen op de specifieke behoeften van patiënten. Niet alleen hoeven zij hierdoor nog slechts één pil te slikken, ook kan de dosering van bestandsdelen nauwkeuriger worden afgestemd op de behoeften van de patiënt.

In een blogpost op Medium.com licht Fred Parietti, CEO van Multiply Labs, de plannen van zijn bedrijf toe. Veel patiënten slikken dagelijks een combinatie van medicatie, die in verschillende pillen worden aangenomen. Niet alleen moeten patiënt zeker stellen iedere dag iedere pil te nemen die nodig hebben, ook kan het nodig zijn medicatie op verschillende tijdstippen in te nemen. Dit maakt het moeilijk voor patiënten om exact de instructies van hun arts te volgen, wat een negatieve impact kan hebben op de uitkomst van behandelingen.

‘Ieder menselijk lichaam is uniek’

Parietti wijst er daarnaast op dat ieder menselijk lichaam uniek is en behoefte heeft aan een unieke behandeling. Medicatie wordt echter in fabrieken op grote schaal geproduceerd, waarbij medicijnen worden afgestemd op de behoeften van grote groepen gebruikers. “We hebben een tegenovergestelde aanpak nodig: een enkelvoudige op maat gemaakte dagelijkse capsule die voldoet aan de behoeften van iedere patiënt. Bij Multiply Labs gebruiken we geavanceerde robotsystemen om deze gepersonaliseerde capsules te produceren”, schrijft Patietti. 

“Massa-geproduceerde pillen hebben meer gevolgen. Indien een medicijn bijvoorbeeld alleen beschikbaar is in 50 mg en 100 mg pillen, is een dokter gedwongen één van de twee voor te schrijven. Maar wat als de correcte dosering voor een patiënt 65 mg is? Het gebruik van een standaardpil leidt tot onder- of overdosering.”

Medicatie op maat

Multiply Labs gaat dit probleem te lijf door capsules voor patiënten op maat te ontwikkelen. Deze pillen bevatten compartimenten, wat het mogelijk maakt meerdere soorten medicatie in één pil te verwerken. Zodra de pil wordt ingenomen lost de capsule op en wordt de inhoud afgegeven aan het lichaam. Door de wand van de verschillende compartimenten een verschillende dikte te geven is het mogelijk medicatie gefaseerd af te geven. Zo kan het ene medicijn direct worden afgegeven doordat het compartiment direct na inname oplost, terwijl het andere medicijn pas na enkele uren wordt afgegeven. 

Het bedrijf stelt dat deze aanpak met de huidige productietechnologieën voor medicatie niet mogelijk is. “De enige manier om gepersonaliseerde farmaceutische producten naar alle patiënten te brengen die hier behoefte aan hebben is door het gebruik van baanbrekende robottechnologie”, schrijft de CEO van Multiply Labs. 

Gerobotiseerd productieproces

Het productieproces van het bedrijf wordt volledig aangestuurd door robots. Het systeem krijgt een gepersonaliseerd recept binnen en creëert op basis van dit recept binnen enkele minuten op maat gemaakte unieke capsules voor de patiënt. Het proces is opgedeeld in twee delen: het vormen van de capsule en het vullen van de verschillende compartimenten van deze capsule. 

Indien capsules in kleine oplages moeten worden geprint kan hiervoor gebruik worden gemaakt van 3D-printen. Is er behoefte aan grotere productieruns? Dan kan ook gekozen worden voor spuitgieten. De capsules worden vervaardigd uit farmaceutische polymeren die specifiek zijn ontwikkeld om medicatie af te geven in het menselijk lichaam. 

Compartimenten vullen

Na de productie van de capsules wordt met behulp van robots in ieder compartiment de juiste hoeveelheid van de juiste medicatie gestopt. Multiply Labs heeft een eigen robot ontwikkeld om deze medicatie in poeder vorm in de capsules te kunnen gieten. Het systeem is volgens het bedrijf flexibel genoeg om kleine oplages van slechts 30 capsules te printen, wat gelijk staat aan de maandelijkse behoefte van een patiënt. 

Parietti stelt ook dat het gebruik van robottechnologie helpt de productiekwaliteit te verbeteren. Zo wijst de CEO erop dat in een standaard industrieel proces nog geen 1% van de pillen daadwerkelijk wordt getest. De robots van Multiply Labs checken iedere geproduceerde pil. Hierbij wordt gekeken naar het gewicht van ieder ingrediënt dat in elk compartiment van iedere pil wordt gestopt.

Op de markt brengen

Op dit moment werkt Multiply Labs samen met farmaceutische bedrijven om de oplossing op de markt te brengen. Welk tijdspad het bedrijf hierbij in gedachte heeft is niet bekend. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Philips investeert in platform dat zorgplan met behulp van AI optimaliseert

Philips investeert via haar investeringstak in DEARhealth, een health tech spin-out van de Amerikaanse Universiteit van Californië, Los Angeles (UCLA). DEARhealth geeft op kunstmatige intelligentie (AI) gebaseerde aanbevelingen voor zorgpaden voor chronische zorg.

De investering van Philips is onderdeel van een investeringsronde, waaraan ook Vesalius Biocapital III en Health Innovations deelnamen. De partijen steken gezamenlijk 6 miljoen euro in DEARhealth. Het bedrijf wil de investering gebruiken om zijn technologie in meer ziekenhuizen te testen, waarmee het waardegedreven zorg wil verbeteren. Ook breidt het bedrijf zijn activiteiten uit naar Europa; DEARhealth vestigt zijn Europese hoofdkantoor in Amsterdam. 

Quadruple Aim

DEARhealth is een spin-out van de UCLR die in 2012 is opgezet door de Nederlandse prof. dr. Daniel Hommes, internist en gastro-enteroloog gespecialiseerd in inflammatoire darmziekten. Hommes werkte toen aan de UCLA en zette DEARhealth op als een onderzoeksproject met als doel om te testen of data-gedreven zorgplanning voor mensen met chronische ziekten zou kunnen zorgen voor betere gezondheidsresultaten, betere patiëntervaringen en lagere kosten. Dit is het viervoudige doel dat de gezondheidszorg zich internationaal heeft gesteld (‘Quadruple Aim’).

Hommes, inmiddels Chief Executive Officer (CEO) van DEARhealth: “In de eerste prototypen voor inflammatoire darmziekten hebben we aangetoond dat de frequentie van terugval en de bezoeken aan de afdeling spoedeisende hulp en de ziekenhuisopnamen aanzienlijk waren afgenomen. Dit had ook een enorme impact op de verwachte kosten.”

Pijnbehandeling en chronische aandoeningen

Inmiddels is de aanpak van DEARhealth ook geschikt gemaakt voor pijnbehandeling en chronische aandoeningen, waaronder leverziekten, eierstokkanker, chronische nierziekten, en lage rugpijn. In de toekomst wil het bedrijf dit rijtje aanvullen met andere behandelingen. Zo is DEARhealth onlangs een samenwerking aangegaan met biofarmaceutisch bedrijf UCB om de chronische zorg voor mensen met epilepsie te verbeteren. 

Het platform van DEARhealth combineert kennis van zowel artsen, specialisten als verpleging met medische data en patiëntgegevens. Op basis hiervan voorspelt het platform het beste zorgplan dat voor de patiënt de minste risico’s oplevert. De arts kan deze voorspelling gebruiken bij het opstellen van het zorgplan, maar ook besluiten het advies naast zich neer te leggen. De voorspellingen helpen artsen tijdens het behandelen van een patiënt het zorgplan bij te sturen, bijvoorbeeld indien een patiënt zich minder goed voelt of een uitslag afwijkt van de verwachting. Het platform helpt hiermee risico’s in een vroegtijdig stadium te identificeren en deze te vermijden tijdens het doorlopen van het volledige zorgplan.

Via mobiele apps worden patiënten gestimuleerd om actief deel te nemen aan hun zorgtraject. Ook zijn ondersteunende modules voor therapietrouw, mentale ondersteuning, voedingsondersteuning, wellness en onderwijs beschikbaar.

Positieve resultaten 

Het platform is getest bij patiënten met inflammatoire darmziekten, waarbij het specifiek gaat om de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Tijdens deze testen heeft het DEARhealth platform positieve resultaten opgeleverd. Zo werd de patiënttevredenheid met 95% verbeterd, is het aantal terugvallen met 46,6% afgenomen, is de werkdruk voor zorgverleners met 40% teruggedrongen en is het aantal ziekenhuisopnames met 79,4% verminderd. 

Op dit moment richt DEARhealth zich op het valideren van haar aanpak en platform met zorgverleners in zowel Europa als de Verenigde Staten (VS). Het platform wordt dit jaar in zeven Europese ziekenhuizen ingezet, waaronder een viertal Nederlandse ziekenhuizen. 

‘Ideale match’

Rich Wilmot, hoofd van Philips Health Technology Ventures: “Wij beschouwen DEARhealth als een ideale match binnen onze strategie. We streven ernaar om samen te werken met en te investeren in veelbelovende gezondheidsbedrijven die complementair zijn aan de strategische initiatieven van Philips. DEARhealth’s sterke potentieel om te zorgen voor betere resultaten en betere ervaringen voor patiënten in de chronische zorg, sluit perfect aan. We verheugen ons erop om samen met DEARhealth te werken aan de transformatie van de zorgverlening en het bedrijf te helpen zijn volledige potentieel te bereiken.”

Hommes: “Het is geweldig om samen te werken met Philips, Vesalius Biocapital III en Health Innovations in een tijd waarin de zorg zo snel evolueert. DEARhealth werkt samen met bedrijven zoals Philips om ziektespecifieke kennis en expertise te delen, om zo de grootst mogelijke waarde te bieden voor patiënten en zorgverleners.”

Aria Zand, Medical Doctor en Chief Product Officer bij DEARhealth: “Onze gezondheidstools zijn gericht op waarde voor de patiënt en ontwikkeld door artsen met tientallen jaren ervaring. Hiermee willen we complexe gezondheidszorgsystemen aantoonbaar verbeteren. Decennia van digitalisering van patiëntendossiers en procesautomatisering hebben slechts marginale verbeteringen opgeleverd in resultaten en patiëntervaring, met nog steeds duizelingwekkend hoge kosten. Dat willen wij veranderen.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Wetenschappers maken contactlens die kan inzoomen

Wetenschappers van de University of California hebben een bijzonder innovatief product ontwikkeld. Ze hebben een contactlens gemaakt die inzoomt als je knippert.

De zachte robotcontactlens is gemaakt door wetenschappers in San Diego. De lens wordt bestuurd door je oogbewegingen en zoomt in als je twee keer knippert. 

De onderzoekers leggen op The New Scientist uit dat het niet uitmaakt hoe goed iemand kan zien. De lens stuurt niet op zicht, maar op elektrische impulsen. “Zelfs als je oog niet kan zien, kun je vaak nog wel je oogbal bewegen, bijvoorbeeld naar boven of beneden. Dit genereert een electrooculographic signaal waarmee de lens bestuurd kan worden.’ Als je dus twee keer knippert, worden objecten waar je naar kijkt dichterbij gehaald.

Design

De wetenschappers hebben de elektrische impulsen gemeten en een manier gevonden om de focuslengte van de lens te veranderen. Dankzij de zachte materialen die gebruikt zijn, kan de lens ongeveer 32 procent inzoomen. De focuslengte wordt veranderd door de lens te vervormen. In het experiment werd diëlektrisch elastomeer gebruikt. om de vereiste vervorming te bereiken.

De onderzoekers denken dat de lens gebruikt kan worden voor visuele protheses en verstelbare brillen. In de toekomst hopen ze dat de lens zelfs ingezet kan worden voor bestuurbare robots.

Hier kun je meer lezen over de ontwikkeling van de lens. 

Bron: The New Scientist.

Boston Dynamics brengt nog dit jaar zijn eerste robot op de markt

Boston Dynamics gaat nog dit jaar zijn eerste robot op de markt brengen. Het gaat om de Spot, een robot met vier benen die zichzelf flexibel en stabiel kan voortbewegen over allerlei soorten terrein.

Dit maakt Marc Raibert, CEO bij Boston Dynamics, bekend in een interview met The Verge. Boston Dynamics is een bedrijf dat naamsbekendheid heeft gekregen dankzij onder meer allerlei video’s van zijn robots. Denk hierbij aan video’s waarin Spot probeert een deur te openen, waarbij hij wordt tegengewerkt door werknemers.

Een ander voorbeeld is Atlas, een robot die net als de mens op twee benen staat en over allerlei obstakels kan navigeren. In een video demonstreerde het roboticabedrijf hoe Atlas over een parkoers rent en probleemloos op en over objecten springt.

Contract met DARPA

Boston Dynamics is een Amerikaans bedrijf dat in 1992 is opgericht als een spin-off van het Massachusetts Institute of Technology. Het bedrijf werkte in zijn beginjaren onder meer samen met het Amerikaanse Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA). Zo sloot het bedrijf een contract ter waarde van 10,8 miljoen dollar voor de ontwikkeling van een zevental robots voor de DARPA Robotics Challenge. 

Het bedrijf werd in 2013 overgenomen door het toenmalige Google X, de R&D-divisie van Google’s moederbedrijf Alphabet die tegenwoordig als X door het leven gaat. Aangezien het bedrijf niet op korte termijn winstgevend zou worden, werd Boston Dynamics in juni 2017 overgenomen door SoftBank. Dit Japanse bedrijf is onder meer bekend van de sociale robot Pepper. 

PETMAN, Cheetah en SandFlea

Door de jaren heen heeft Boston Dynamics uiteenlopende robots ontwikkeld. Een voorbeeld is de op het testen van beschermende pakken gerichte PETMAN en de vierbenige looprobot Cheetah, die met een snelheid van 45 km/u een snelheidsrecord voor robots met benen wist neer te zetten. Een ander voorbeeld is SandFlea, een robot op wielen die tot 8 meter hoog kan springen. 

Echte naamsbekendheid kreeg het bedrijf met BigDog, een vierbenige robot die veel weg heeft van een hond en werd ontwikkeld met financiering van DARPA. Het systeem werd later onder de naam Legged Squad Support System (LS3) doorontwikkeld tot een militaire variant die soldaten in oorlogsgebieden kan ondersteunen. Het project werd uiteindelijk stilgelegd nadat het Amerikaanse leger oordeelde dat LS3 te veel geluid produceert om inzetbaar te zijn op het strijdveld. 

Robots op de markt brengen

Ondanks de brede reeks robots die Boston Dynamics heeft ontwikkeld heeft het bedrijf tot nu toe geen producten op de markt gebracht. Hier komt volgens CEO Raibert nog dit jaar verandering in. Het bedrijf wil in 2019 zo’n 100 SpotMini’s gaan produceren en verkopen. 

De SpotMini wordt in de markt gezet als de ‘Android van robotics’. Het gaat om een platform waarop andere partijen kunnen bouwen om aan specifieke behoefte te voldoen. “We hebben het specifiek ontwikkeld als een platform dat kan worden aangepast voor veel verschillende soorten gebruikers”, legt Raibert uit in het interview. Met behulp van gereedschappen die op de Spot kunnen worden gemonteerd is het mogelijk de robot geschikt te maken voor uiteenlopende taken. Tot nu toe gaat het hierbij om een robotarm die objecten kan vastpakken en manipuleren, sensoren zoals thermische sensoren en 360 graden camera’s en radiomodules waarmee Spot communicatie kan verzorgen.

Het is overigens niet voor het eerst dat Boston Dynamics aankondigt een product commercieel beschikbaar te zullen maken. In mei 2018 kondigde Raibert hiervoor al plannen aan. Twee maanden later zei de CEO tegen Gizmodo dat het bedrijf tegen juli 2019 zo’n 1.000 robots per jaar zou kunnen produceren. Deze mijlpaal heeft het bedrijf niet gehaald. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: The Verge

Meepraten over toekomstbestendige machinerichtlijn

De Europese Commissie gaat zich de komende jaren onder andere bezighouden met een herziening van de machinerichtlijn. Ook in Nederland kent deze herziening veel belanghebbenden. Daarom wordt op 23 augustus een bijeenkomst georganiseerd waar iedereen die wil mee kan praten over de herziening.

Voordat de machinerichtlijn de komende jaren beetje bij beetje wordt herizen, wil de Europese Commissie eerst graag in kaart brengen van de meningen zijn van alle belanghebbenden van de machinerichtlijn. In dat kader organiseert NEN in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op vrijdag 23 augustus een bijeenkomst voor alle Nederlandse belanghebbenden om samen met elkaar van gedachten te wisselen over deze herziening.

Ontwikkelingen machinerichtlijn

De machinerichtlijn is de basis voor de wetgeving in alle Europese lidstaten betreffende de veiligheid van machines. De impact van een nieuwe machinerichtlijn is groot, zeker omdat Europa er de komende tientallen jaren mee vooruit moet.

Er moet rekening gehouden worden met technologische en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals robotica, Artificial intelligence en cyber security. Ook andere vragen spelen een rol: moet de liftenrichtlijn geïntegreerd worden in de machinerichtlijn? Moeten speel- en attractietoestellen terug in de scope van de machinerichtlijn? Wat betekent het als de nieuwe regelgeving niet als richtlijn wordt opgesteld, maar als Europese verordening?

Voor Nederland is de machinerichtlijn van groot belang. Daarom telt Nederland mee als het gaat om het vormgeven aan de opvolger van de machinerichtlijn. Nederland levert als één van de acht Europese landen een bijdrage aan een impact-assessment betreffende deze richtlijn.

Vragenlijst

Aan de hand van de vragenlijst die is uitgezet door de Europese Commissie en een aantal thema’s biedt NEN alle belanghebbenden de gelegenheid met elkaar in gesprek te gaan. Dit stelt u in staat uw gedachten over al deze vraagstukken beter vorm te geven. En ook uw gedachte te delen met de Nederlandse vertegenwoordiging in dit onderwerp, beleidsmedewerkers van het Ministerie van SZW. Na afloop van deze themadag kunt u zelf uw mening vanuit uw eigen optiek kenbaar maken in de genoemde vragenlijst van de Europese Commissie. De uiterlijke datum om dit in te vullen is 30 augustus 2019.

Deelname aan de discussiebijeenkomst op vrijdag 23 augustus 2019 is kosteloos. De bijeenkomst duurt van 9.30 tot 15.00 uur inclusief lunch. Aanmelden is noodzakelijk en kan via deze website. 

 

Bron: NEN

ESA wil huid- en botweefsel in de ruimte 3D-printen

De European Space Agency (ESA) is gestart meteen project om in de ruimte huid- en botweefsel te 3D-printen. De Europese ruimtevaartorganisatie verwacht dat de mogelijkheid menselijk weefsel in de ruimte te printen kan helpen astronauten op weg naar Mars gezond te houden.

ESA wil in 2030 een bemande missie naar Mars uitvoeren. Een grote uitdaging hierbij is de relatief lange tijd die astronauten in de ruimte doorbrengen. “Een reis naar Mars of andere interplanetaire bestemmingen betekenen een verblijf van meerdere jaren in de ruimte”, legt Tommaso Ghidini, hoofd van ESA’s Structures, Mechanisms and Materials Division, uit. “De crew loopt veel risico’s, en vroegtijdig naar huis keren zal niet mogelijk zijn. Het meenemen van voldoende medische middelen voor alle mogelijke incidenten is onmogelijk met het oog op de beperkte ruimte en omvang van het ruimteschip.”

Inspelen op medische noodsituaties

“3D bioprinten stelt hen in staat in te spelen op medische noodsituaties naarmate deze zich voordoen. In het geval van brandwonden kan bijvoorbeeld een nieuwe huid worden gebioprint, in plaats van huidweg te nemen van een andere locatie op het lichaam van de astronaut. Hierdoor ontstaat secundair letsel dat niet eenvoudig herstelt in de ruimte.”

Een ander voorbeeld dat wordt genoemd is een botbreuk, iets waarop de kans in de ruimte door gewichtloosheid en de impact hiervan op het menselijk lichaam wordt vergroot. ESA wil in dit geval nieuw botweefsel kunnen printen om botbreuken te kunnen herstellen. 

Bioinkt

Om dit mogelijk te maken experimenteert de ESA in samenwerking met wetenschappers van het Universitair Ziekenhuis van de Technische Universiteit Dresden (TUD). De partijen maken onderdeel uit van een consortium waaraan ook de onderaannemer OHB Systems en life sciences specialist Blue Horizon betrokken is. “Huidcellen kunnen worden gebioprint met behulp van menselijk bloedplasma als een bioinkt die rijk aan voedingswaarde is – die eenvoudig beschikbaar is via crewleden van de missie”, legt Nieves Cubo, PhD Fellow op het gebied van Bioprinten van de TUD, uit. 

“Plasma heeft echter een zeer vloeibare consistentie, wat het moeilijk maakt hiermee onder een andere zwaartekracht te werken. We hebben daarom een aangepast recept ontwikkeld door methylcellulose en alginaat toe te voegen om de viscositeit van het substraat te vergroten. Astronauten kunnen deze substanties vinden in planten en algen, wat een haalbare oplossing is voor een onafhankelijk ruimte-expeditie.”

Botcellen printen

Botcellen hebben de onderzoekers gecreëerd door menselijke stamcellen te printen in een vergelijkbare bioinkt. Deze inkt bestaat uit stamcellen in combinatie met een cement bestaande uit calciumfosfaatbot als structuur-ondersteunend materiaal, dat uiteindelijk in de groeifase door het menselijk lichaam wordt geabsorbeerd.

Het testen van dergelijke printtechnieken bedoeld voor de ruimte is niet eenvoudig, aangezien het nabootsen van de gewichtloosheid in de ruimte op aarde lastig is. De technieken zijn daarom getest door zowel het huid- als botweefsel op zijn kop te printen. De onderzoekers noemen deze ‘minus 1G’-testmethode de beste optie om aan te tonen dat hun printtechniek in de ruimte haalbaar is. 

De onderzoekers gaan hun ontwikkeling de komende tijd verder ontwikkelen. Hierbij wordt onder meer gekeken welke faciliteiten in een ruimteschip nodig zijn om het printen van weefsels mogelijk te maken. Denk hierbij niet alleen aan de 3D-printer zelf, maar ook aan een operatiekamer en steriele ruimte om het geprinte weefsel te kunnen implanteren. Ook willen de onderzoekers de printtechniek geschikt maken voor het printen van andere weefsels en op termijn zelfs volledige organen. 

Ook andere partijen werken aan bioinkt

Al langer richten verschillende partijen zich op het 3D-printen van weefsels. Zo werkt een groep onderzoekers van het Fraunhofer Institute for Interfacial Engineering and Biotechnology (IGB) aan bioinkt die het mogelijk maakt biologisch functioneel weefsel te printen. Met dit weefsel willen de onderzoekers onherstelbaar beschadigd weefsel vervangen. Onderzoekers van de Amerikaanse Rice Universiteit zijn erin geslaagd osteochondraal weefsel te printen met behulp van een 3D-printer. Dit weefsel kan worden gebruikt om patiënten met osteochondraal letsel – waarbij zowel het bot als kraakbeen is beschadigd – te behandelen.

Het Amerikaanse bedrijf TechShot kondigde in januari aan een 3D-printer naar het International Space Station (ISS) te gaan sturen om hartweefsel te printen. Geprinte organen hebben de neiging tijdens het printen onder hun eigen gewicht te bezwijken. Met de gewichtloosheid in de ruimte hoopt TechShot voor dit probleem een oplossing te hebben gevonden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

ABN AMRO spreekt in nieuw rapport van 'code oranje' voor Nederlandse industrie

Het gaat nog steeds niet goed met het sentiment onder Nederlandse industriële ondernemers. Ook de afgelopen maanden is dit verslechterd, stelt ABN AMRO in een nieuw rapport. De inkoopmanagersindex is verder gedaald naar 50,7 in juni. Een stand van boven de 50 duidt op optimisme over de bedrijfsacitiviteit; een stand onder de 50 duidt op pessimisme. Nederlandse ondernemers zijn dus gemiddeld nog steeds licht optimistisch.

In een aantal industriële branches zijn ondernemers pessimistisch over de eigen productie of het economische klimaat, vooral in de transportmiddelenindustrie.

Code oranje

De seinen voor de wereldwijde industriële activiteit staan op oranje. De samengestelde wereldwijde inkoopmanagersindex van 49,4 (juni) wijst op lichte krimp. Zowel in China als in Duitsland krimpt de industriële activiteit. Deze landen zijn belangrijke groeimotoren voor de wereldwijde industrie. De Nederlandse industrie, die relatief afhankelijk is van export, is daar gevoelig voor. Met name Duitsland kan de Nederlandse industrie meesleuren.

De Duitse PMI voor nieuwe export-orders is in juli gedaald naar 43,1. Dat is het laagste niveau sinds de kredietcrisis. De Duitse industrie worstelt met afnemende vraag uit China, bijvoorbeeld naar onderdelen of machines. Daarnaast kampt de auto-industrie met flinke problemen, zoals afnemende vraag en strengere emissienormen. De Chinese industrie hapert sinds december als gevolg van de door Trump aangezwengelde handelsoorlog.

Industriële productie en omzet gekrompen

In april en mei is de gemiddelde dagproductie van de industrie gemiddeld met 1,4% gekrompen ten opzichte van dezelfde periode in 2018. Basismetaal, metaalproducten en machinebouw kampen vermoedelijk met afnemende vraag uit het buitenland.

De omzet van de industrie is tot nu toe behoorlijk gekrompen dit jaar: 3,4% jaar-op-jaar. In het eerste kwartaal bedroeg de krimp 4,2%, in april 0% en in mei 4,4%. Dat is vooral het gevolg van afnemende buitenlandse omzet. In december 2018 kromp de omzet ook al, met 2,6%. De omzetkrimp wordt veroorzaakt door de afname van de industriële activiteit in het buitenland. De binnenlandse omzet houdt de omzet nog enigszins op de been.

Arbeidsmarkt

Ondernemers in de industrie zijn veel minder optimistisch geworden over de ontwikkeling van het aantal vacatures. De vraag naar arbeid is nog steeds hoog, maar nam sinds het tweede kwartaal van 2018 wat af. In het eerste kwartaal van 2019 herstelde het aantal ontstane banen wat, maar het aantal uitzenduren bleef krimpen, vermoedelijk door een combinatie van hoge tarieven en de afnemende groei van de werkgelegenheid.

De cijfers van de uitzendbranche doen vermoeden dat de groei van de werkgelegenheid in de industrie in het tweede kwartaal van 2019 verder is afgenomen.

Nog steeds geldt echter dat vrijwel alle industriële branches het personeelstekort als de voornaamste belemmering zien, vooral de elektrische apparatenindustrie (27,1%).

 

Het volledige rapport kan hier gedownload worden. 

Bron: ABN AMRO.

Zachte programmeerbare actuatoren maken complexe bewegingen mogelijk

Onderzoekers van de TU Delft hebben programmeerbare actuatoren ontwikkeld die bestaan uit zowel harde als zachte materialen. Deze combinatie maakt het mogelijk complexe bewegingen te maken. De onderzoekers zien veel potentie in het gebruik van hun ontwikkeling in zachte robots, die veilig en efficiënt met zowel mensen als kwetsbare voorwerpen kunnen omgaan.

De onderzoekers van de TU Delft beschrijven hun bevindingen in een editie Materials Horizons die begin deze maand is verschenen. “Robots zijn meestal groot en zwaar. Maar je wilt ook robots hebben die voorzichtig te werk kunnen gaan, bijvoorbeeld als ze met weke delen in het menselijk lichaam omgaan. Het vakgebied dat dit onderwerp bestudeert, zachte robotica, wordt nu snel populairder”, licht prof. Amir Zadpoor, die het onderzoek heeft begeleid, toe in een artikel op de website van de TU Delft. 

Zachte grip en snelle beweging

“Je bent eigenlijk op zoek naar iets met vergelijkbare kenmerken als de menselijke hand, zoals een zachte grip, snelle maar toch precieze bewegingen, en kracht. Dat proberen we met onze zachte programmeerbare materialen uit de 3D-printer te bereiken.”

Zachte robots, waarvoor vaak de Engelse term ‘soft robotica’ wordt gebruikt, kunnen dankzij hun zachte aanraking veilig en efficiënt met zowel mensen als tere voorwerpen omgaan, zonder dat hierbij het risico bestaat op verwondingen of beschadigingen. Bij de ontwikkeling van dergelijke zachte robots is de aandrijving een uitdaging: de aandrijving van robots bestaat doorgaans uit harde componenten. Deze zijn niet geschikt voor zachte robots, die juiste en programmeerbare actuatoren vereisen. 

Mechanische instabiliteit

De oplossing zit in flexibele metamaterialen die op basis van mechanische instabiliteit. Deze materialen bieden volgens de onderzoekers van de TU Delft ‘ ongekende functies die in het materiaal zelf geprogrammeerd zijn’. wat de zeer geschikt maakt voor zachte materialen. “De aanpasbaarheid van de mechanische metamaterialen die tot nu toe zijn voorgesteld was echter erg beperkt”, zegt onderzoeker en hoofdauteur Shahram Janbaz.  

“We presenteren nu een aantal nieuwe ontwerpen van ultraprogrammeerbare mechanische metamaterialen waarbij niet alleen de aandrijfkracht en amplitude maar ook de aandrijfmodus binnen een heel wijd bereik kan worden gekozen en ingesteld. We geven ook een aantal voorbeelden van hoe deze zachte actuatoren in robotica zouden kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld als drukwisselaar, kinematische controller en als pick&place-eindeffector.”

Vervorming

De functie zit volgens Zadpoor in het materiaal zelf. “We moesten het fenomeen van vervorming daarom beter bestuderen. Ooit werd het als het toppunt van slecht ontwerp beschouwd, maar in de afgelopen paar jaar is die eigenschap onder controle gekregen en wordt het gebruikt om mechanische metamaterialen met geavanceerde functies mee te ontwerpen. Zachte robotica in het algemeen en zachte actuatoren in het bijzonder kunnen enorm van zulke designmaterialen profiteren. Of het enorme potentieel van vervorming echt kan worden ingezet hangt ervan af of de grootste beperking van de ontwerpen die tot nu toe zijn gepresenteerd kan worden verholpen: de beperkte programmeerbaarheid ervan. Wij konden hogere vervormingsgradaties berekenen en voorspellen en het materiaal hier vatbaarder voor maken.”

 TU Delft)

De zachte actuatoren van de TU Delft (bron foto: TU Delft)

De onderzoekers prenteren metamaterialen van meerdere materialen die worden aangedreven door vervorming en zeer programmeerbaar zijn. Janbaz: “We hebben rationele ontwerpbenaderingen gecombineerd met voorspellende rekenmodellen en met geavanceerde, ‘additive-manufacturing’-technieken waarbij meerdere materialen worden gebruikt om met de 3D-printer cellulaire materialen te printen met arbitraire verdelingen van harde en zachte materialen in de centrale delen en hoeken van hun eenheidscellen. We hebben als belangrijkste ontwerpparameters de geometrie en ruimtelijke verdeling van materiaaleigenschappen gebruikt en hiermee zachte metamaterialen ontwikkeld die zich als mechanismen gedragen waarvan de aandrijfkracht en amplitude kunnen worden aangepast.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Pampers komt met slimme luier

Pampers gaat later dit jaar een ‘slimme’ luier introduceren die ouders waarschuwt als een luier verschoond moet worden. De luier is onderdeel vna het zogenoemde Lumi-systeem.

Pampers werkte voor de ontwikkeling van de luier samen met Verily, een dochterbedrijf van Google, zo schrijft Bright.nl. Volgens de ontwikkelaars hoeven ouders straks niet meer te gissen naar de reden waarom hun baby huilt.

Later dit jaar wordt het Lumi-systeem op de markt gebracht. Dit systeem bestaat uit sensoren voor op de luier, een Logitech-camera en slimme software. Die houdt bij wanneer een kind slaapt, plast en poept. Bij het Lumi-systeem worden speciale luiers bijgeleverd waar een sensor op te bevestigen is. Dat ouders uitkijken naar het systeem, blijkt wel uit het feit dat in de VS – het land waar Lumi als eerste beschikbaar komt – al een wachtlijst is opgesteld.

Kinderartsen adivseren ouders vaak om het poep- en plasgedrag en het slaapritme van hun kinderen nauwgezet bij te houden. Met Lumi hebben ouders die zorg niet; het systeem houdt dit bij en geeft de ouders daarover de benodigde informatie. Het geeft ouders een seintje als de luier nat is, maar niet wanneer het vol is.

Camera

Een ander onderdeel van het Lumi-luiersysteen is een Circle 2 security camera van Logitec. Deze kan gebruikt worden als babymonitor maar meet ook bijvoorbeeld de de temperatuur en luchtvochtigheid in de kamer. Via de bijgeleverde app kunnen de ouders de ontwikkeling van hun kleintje bijhouden. 

De Lumi-serie komt naar verwachting deze herfst op de markt. Het is nog niet bekend wat de luiers gaan kosten.

 

Een ander bekend luiermerk, Huggies, lancerde een paar maanden geleden een slimme luier in Zuid-Korea, nadat het in 2013 al een slim systeem ontwikkelde om volle luiers te herkennoen. De zogenoemde Huggies Nappy Notifier werd in 2013 geproduceerd als een testproduct inclusief app. Het bestond uit een vochtdetector in de luier in combinatie met een bluetoothzender die een signaal zond naar de telefoon van de ouders.

Bright haalt in haar artikel ook nog aan dat in de incontinentiezorg ook gebruik wordt gemaakt van slimme luiers. Stichting Philadelphia Zorg bijvoorbeeld werkt met de slimme luiers van de Deense fabrikant van incontinentiematerialen Abena. “De Abena Nova luier bevat draadloze technologie zoals met internet verbonden sensors om het vochtniveau nauwkeurig te meten.”

Bron: Bright.nl

Autonome shuttle van NAVYA botst met voetganger in Wenen

Een autonome shuttle van het Franse NAVYA is onlangs in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen in botsing gekomen met een voetgangers. Een 30-jarige vrouw werd met een snelheid van 12 kilometer per uur aangereden door het voertuig. De pilot met de zelfrijdende busjes is naar aanleiding van het ongeluk tijdelijk stopgezet.

Het ongeluk vond plaats met de autonome shuttle die NAVYA heeft ontwikkeld. Dit voertuig is ontwikkeld om in stedelijke gebieden of op privéterrein bezoekers te vervoeren. De shuttle wordt hierbij neergezet als een innovatieve, effectieve, schone en intelligente mobiliteitsoplossing. 

Geen stuur of pedalen aanwezig

De shuttle kan volledig autonoom rijden, zonder dat een menselijke bestuurder aanwezig is. Het voertuig is dan ook niet voorzien van een stuur of pedalen, en zoekt met behulp van een detectiesysteem zelfstandig zijn weg naar zijn bestemming. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van lidarsensoren, camera’s, GPS, IMU en odometrie. De gegevens die hiermee worden verzameld worden geanalyseerd met behulp van deep learning algoritmes, die op basis hiervan beslissingen nemen. Indien reizigers het voertuig moeten stoppen zijn hiervoor twee noodremmen beschikbaar.

Het voertuig kan vijftien personen tegelijk vervoeren. De shuttle telt in totaal 11 zit- en 4 staplaatsen. Het voertuig is 4,75 meter lang, 2,11 meter breed en 2,65 meter hoog. De shuttle weegt 2.400 kilogram.

25 kilometer per uur

De shuttle wordt aangedreven met behulp van een elektromotor, die twee van de vier wielen aandrijft. De elektromotor heeft een nominaal vermogen van 15 kW en een piekvermogen van 25 kW. Het voertuig kan zich met een snelheid van maximaal 25 kilometer per uur voortbewegen en een helling van maximaal 12 graden beklimmen. De elektromotor wordt voorzien van elektriciteit met behulp van een 33 kWh LiFeP04 accu. Met behulp van een 3,6 kW stekker kan deze accu in acht uur tijd worden opgeladen, terwijldit proces met een 7,2 kW stekker vier uur in beslag neemt. 

In het Oostenrijkse Wenen voor de shuttle van NAVYA sinds begin juli getest op de openbare weg; een tweetal busjes rijden autonoom door de stad. De voertuigen zijn tijdens de test voorzien van een menselijke bestuurder, die in noodgevallen kan ingrijpen om ongelukken te voorkomen. 

Aanrijding

Onlangs is het echter toch fout gegaan, melden verschillende Europese media. Een shuttle van NAVYA is in botsing gekomen met een voetganger, waarbij het voertuig tegen haar knie aanreed. De vrouw hield naar verluid geen verwondingen over aan het incident. Naar aanleiding van het incident is de proef met de autonome shuttles van NAVYA in Wenen stilgelegd. Het is onduidelijk of en wanneer de voertuigen weer de Oostenrijkse weg op mogen.

Het is niet de eerste keer dat de shuttles van NAVYA in een ongeval betrokken zijn. In 2017 kwam een autonome shuttle van het bedrijf in het Amerikaanse Las Vegas in aanrijding met een vrachtwagen, die achteruit reed. De fout lag echter bij de vrachtwagenchauffeur, die zonder te kijken achteruit zou zijn gereden. Passagiers verklaarden later dat de bestuurder van de shuttle geen ruimte had om achteruit te rijden en het ongeluk hierdoor niet kon voorkomen. Een woordvoerder van de gemeente Las Vegas liet in een reactie op het ongeval toen weten dat de shuttle tijdens het ongeluk precies heeft gedaan wat wordt verwacht: de shuttle was volledig tot stilstand gekomen. 

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Nederland Maakt: Ondernemers in de maakindustrie kunnen meer kansen signaleren en benutten

Nederland Maakt – het ketenevent voor ondernemers in de maakindustrie – vindt plaats op woensdag 2 oktober bij de Basiliek in Veenendaal. Het event is erop gericht om te inspireren, maar ook om de ondernemer praktische handvatten te geven om zijn dagelijkse praktijk door een andere bril te bekijken. Om meer kansen te signaleren. En deze kansen ook beter te kunnen benutten. Om daarbij meer en slimmer te gaan samenwerken in de keten. En om de keten met elkaar te verbinden.

Voor het organiseren van deze eerste editie hebben NEVAT, FEDET, FPT-VIMAG, VNMI en FME de handen ineengeslagen. Op de thema’s Mens | Data | Technologie kennen de ketenpartners gedeelde problematiek, maar minstens zo veel gedeelde kansen.

De bezoeker krijgt antwoorden op prangende vragen als: Waar liggen nieuwe kansen op het gebied van technologie, data en de rol van de mens hierin? Waar kan, of nee ‘moet’ ik direct mee aan de slag om bij te blijven in deze snel veranderende maatschappij? Hoe blijf ik zelf overeind in deze continue ‘ratrace’? Hoe kan ketensamenwerking mij hierbij helpen?

Het programma krijgt steeds meer vorm. We lichten alvast een tipje van de sluier op.

Randall van Poelvoorde, ondernemer en technologie-expert, richt zich op de impact van technologie op banen en taken. Welk effect hebben je keuzes op je personeel? Hoe kan ik innoveren en mijn mensen mee nemen in die ontwikkeling? Naast een korte, boeiende presentatie zal Randall zijn tijd vooral gebruiken om ondernemersvragen uit de zaal te beantwoorden. Je krijgt praktische handvatten aangereikt waarmee je direct aan de slag kunt.

TedEx spreker Frans Feldberg, hoogleraar Data Driven Business Innovation aan de Vrije Universiteit, legt uit hoe organisaties kansen kunnen benutten en waarde kunnen creëren met data. Wat zijn de mogelijkheden om bestaande business modellen te verbeteren en nieuwe datagedreven business modellen te ontwikkelen? Valt er nog iets te kiezen? Inspirerende voorbeelden ondersteunen zijn verhaal.

Tijdens het netwerkdiner zal Richard van Hooijdonk, welbekend trendwatcher, de elementen van de thema’s samen laten komen in zijn key note. Wat is de impact van nieuwe technologie op de manier waarop we leven, werken en ondernemen? En wat betekent dit voor de Nederlandse Maakindustrie?

Naast bovengenoemde sprekers wordt het programma natuurlijk nog verder uitgebreid met sprekers en interactieve elementen.

Op het Nederland Maakt Innovatieplein hebben de deelnemers tijdens de diverse netwerkmomenten volop gelegenheid om direct nieuwe business te genereren of het eigen netwerk te verbreden en te versterken. Het netwerkdiner met de key note is een vast onderdeel van het programma.

Aanmelden voor Nederland Maakt mogelijk via nlmaakt.nl. Interesse? Wees er op tijd bij zodat je gegarandeerd toegang hebt tot dit aansprekende event.

Vattenfall Solar Team presenteert nieuwe zonneracewagen

Het Vattenfall Solar Team presenteert zijn nieuwe zonneracewagen: de NunaX. Het is de tiende voertuig die het team ontwikkeld. Het team hoopt met de NunaX tijdens de Bridgestone World Solar Challenge in Australië voor de achtste keer de wereldtitel in de wacht te slepen.

De Bridgestone World Solar Challenge is een meerdaagse race van 3.000 kilometer waarbij de deelnemende teams dwars door de outback van Australië reizen. De wedstrijd is exclusief toegankelijk voor zonneracewagens. Teams vanuit de hele wereld nemen deel aan de wedstrijd en proberen als eerste over de finish te komen. 

Vattenfall Solar Team 

Het Vattenfall Solar Team wist zeven keer eerder de Australische wedstrijd te winnen. Daarnaast ging het team ook drie keer tijdens de Zuid-Afrikaanse Sasol Solar Challenge met de winst aan de haal. Aan de komende editie van de Bridgestone World Solar Challenge doet doet het team mee met de NunaX. Het voertuig is gebouwd door de teamleden van het Vattenfall Solar Team, die allen hun studie voor een periode van minimaal 1,5 jaar opzij zetten om mee te doen aan de Bridgestone World Solar Challenge. 

Het team heeft ruim een jaar gewerkt aan de NunaX, die is ontwikkeld op Polymer Science Park in Zwolle. Reden om voor deze locatie te kiezen was dat Aliancys, één van de partners van het team, op dit park gevestigd is. Aliancys levert onder meer hoogwaardige harsen en koolstofvezels voor de productie van de buitenkant en de dragende constructie van NunaX.

Bij de start van de ontwikkeling zei burgemeester Meijer van Zwolle: “Ik ben er trots op dat jullie aan de hele wereld laten zien dat het belangrijk is om zuinig met onze aarde om te gaan. Om de energiebronnen die we hebben, zoals de zon, zo  goed mogelijk te gebruiken. Door die mogelijkheden te laten zien worden ook weer andere mensen geïnspireerd hiermee aan de slag te  gaan. Ik wens jullie ontzettend veel succes met de bouw van NunaX!”

Slimme snufjes

Bij de ontwikkeling lag de focus op slimme snufjes die tijdens de race het verschil kunnen maken. Technisch manager Bruno Martens licht toe: “De regels rond het zonneracen zijn in de afgelopen jaren amper veranderd. Waar auto’s in de eerste races nog heel verschillend konden zijn, merk je dat teams bij elkaar afkijken en de auto’s steeds meer op elkaar beginnen te lijken. Het komt dus meer dan ooit aan op innovatie: de slimme snufjes maken het verschil.”

Een voorbeeld van zo’n snufje is een slim ontwerp, waardoor de NunaX kan profiteren van de wind om extra snelheid te creëren. “Tijdens de vorige race ontdekten we dat de kleine Nuna9 flink profiteerde van de harde zijwind die we altijd hebben in het zuiden van Australië. Een beetje zoals een zeilboot op de wind vaart. Ditmaal hebben we daar in het ontwerp specifiek rekening mee gehouden. De canopy en wielkappen zijn zo gevormd dat de auto bij zijwind als het ware een duwtje in de rug krijgt. We maken met deze auto dus niet alleen gebruik van zonne-energie, maar ook een beetje van windenergie”, legt Martens uit.

Lichter, kleiner en efficiënter

Daarnaast is het voertuig lichter, kleiner en efficiënter dan zijn voorganger. De NunaX weegt 133 kg. Dit is lichter dan ieder ander voertuig dat ooit eerder aan de zonnerace meedeed. Om gewicht te besparen is ieder onderdeel van de auto opnieuw ontworpen. Ook zijn in sommige gevallen andere grondstoffen gebruikt, terwijl bij andere onderdelen juist materiaal is afgeschaafd. 

De NunaX is voorzien van een zonnepaneel dat bestaat uit gallium zonnecellen, die al langer worden gebruikt in de ruimtevaart. Deze cellen zijn efficiënter dan de siliciumcellen die op woningen worden geplaatst. Ook is het zonnepaneel aangepast om gewicht te besparen. Zo is de standaard laag glas die de cellen normaal gesproken beschermt verwijderd en vervangen door een eigen beschermingslaag, die minder weegt. In deze coating zitten daarnaast prisma’s die ervoor zorgen dat zonlicht altijd loodrecht op de zonnecel valt, wat de opbrengst optimaliseert. Een klein vleugeltje op het voertuig zorgt dat de panelen zoveel mogelijk zon pakken, wat helpt het rendement te optimaliseren. 

Het team gaat de NunaX de komende tijd testen in voorbereiding op de race, waarbij de studenten onder meer begeleiding krijgen van oud-hockeycoach Marc Lammers. De eerste testen vinden in Nederland plaats. In augustus vertrekt het team en de NunaX naar Australië om op locatie te kunnen testen en voorbereiden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Alle dagelijkse medicatie in één 3D-geprinte pil Philips investeert in platform dat zorgplan met behulp van AI optimaliseert Wetenschappers maken contactlens die kan inzoomen Boston Dynamics brengt nog dit jaar zijn eerste robot op de markt Meepraten over toekomstbestendige machinerichtlijn ESA wil huid- en botweefsel in de ruimte 3D-printen ABN AMRO spreekt in nieuw rapport van 'code oranje' voor Nederlandse industrie Zachte programmeerbare actuatoren maken complexe bewegingen mogelijk Pampers komt met slimme luier Autonome shuttle van NAVYA botst met voetganger in Wenen Nederland Maakt: Ondernemers in de maakindustrie kunnen meer kansen signaleren en benutten Vattenfall Solar Team presenteert nieuwe zonneracewagen

Meer van Wouter Hoeffnagel

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven