maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Klein apparaatje test aanwezigheid voedselallergenen in 1 minuut

Een Britse student heeft een klein draagbaar apparaatje ontwikkeld dat voedsel binnen een minuut op de aanwezigheid van allergenen test. Het zou een goedkoop alternatief kunnen zijn voor de bestaande, vergelijkbare producten.

Ally

Imogen Adams studeert Product Design Engineering en ontwikkelde voor haar studie de zogenoemde ‘Ally’: een lichtgewicht apparaat ter grootte van een donut, waarmee patiënten met een voedselallergie heel makkelijk hun eten kunnen testen op de aanwezigheid van allergenen.

Dit doen ze door een klein stukje van het betreffende voedsel te vermalen en samen met een paar druppels water in een kleine, flexibele siliconen huls te doen. Vervolgens dippen ze hier een test strip in en plaatsen die vervolgens in the Ally – een van Bluetooth voorzien elektronisch apparaatje in een hard plastic omhulsel.

Als de bijgevoegde app geopend wordt en er op een knop gedrukt wordt, duurt het 60 seconden tot de app de test verwerkt heeft. Vervolgens komt er informatie over de voedselallergenen in beeld. De Ally geeft door middel van een trilsignaal een negatief of positief resultaat af. In de app kounnen vervolgens de resultaten opgeslagen worden en kunnen indien gewenst gedeeld worden met een online community.

 

Kleurverandering

De strips die gebruikt worden om eten te testen, zijn gemodificeerde glucose-teststrips die voor een deel lactase-enzym bevatten. Als lactose aanwezig is in het eten, verandert de glucosestrip van kleur. Hoe sterker de kleur verandert, hoe meer lactose aanwezig is. Deze informatie wordt vervolgens gelezen door een kleurensensor in het elektrische apparaat.

De Ally zou volgens Adams nog beter werken met de ELISA (enzyme-linked immunosorbant assay) technologie. Deze strip was echter te kostbaar om tijdens de ontwikkelingsfase te gebruiken. Deze gevoelige methode meet de concentratie van een bepaalde antigeen (de molecuul die een immune reactie bij een mens kan veroorzaken) in een voedselmonster. Deze methode wordt ook gebruikt in zwangerschapstesten, waarbij de urine wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van een specifiek hormoon. Met de Ally kan dezelfde theorie worden gebruikt om te zoeken naar een eiwit gelinkt aan de allergeen.

 

Lactose

De student denkt dat Ally een massaproduct kan worden die iets meer dan 30 Britse pond gaat kosten. Per test is de gebruiker dus maar zo’n 20 cent kwijt. Een vergelijkbaar product dat op gluten test, wordt momenteel in de Verenigde Staten verkocht voor 210 dollar.

Adams heeft haar testfase specifiek gericht op lactose, een van de meest voorkomende voedselintoleranties. Veel mensen ontwikkelen deze intolerantie tussen de leeftijd van 20 en 40 jaar. Vooral bij mensen met een Aziatische en Caribische achtergrond komt het veel voor. De test wordt nu ook geprobeerd voor andere allergieën. Adams hoopt uiteindelijk zelfs een ‘vega-test’ op de markt te brengen; die voedselmonsters test op de aanwezigheid van vlees of vis. Dit was ook waar de inspiratie voor de Ally oorspronkelijk vandaan kwam.

 

Door: Kelly Bakker

Bron: Brunel University

KeyKeg verovert de wereld met lichtgewicht fusten

Een Nederlands familiebedrijf dat de wereld verovert met een revolutionair product. Een duurzaam product, dat wereldwijd is omarmd. Met als gevolgd de afgelopen tien jaar een jaarlijkse groei van rond de 40 procent. Waar het over gaat? Lichtgewicht fusten en dan met name de KeyKeg van Lightweight Containers.

Het bedrijf uit Den Helder is een heuse gamechanger. Anita Veenendaal zegt: “Ons streven is de grondstoffen van gebruikte KeyKegs weer in te zetten voor de productie van nieuwe KeyKegs en het gehele proces volledig traceerbaar te maken.” Het lichtgewicht fust is bedoeld voor de drankenindustrie. In onze familie zijn we altijd bezig met het verzinnen van iets innoverends. Al brainstormend kwamen we met het idee van de one-way keg, die we sinds 2006 in productie hebben. Sinds de introductie ons bedrijf diverse internationale prijzen gewonnen. De KeyKeg is een fust opgebouwd uit meerdere compartimenten, een binnenzak in een dubbelwandige plastic fust. KeyKegs bestaan nu al l voor ruim 30% uit gerecycled materiaal. We hebben patenten op de technologie van de dubbelwandigheid en compartimenteringen en de veiligheid van de fusten voldoet aan de hoogste eisen.

Anita van Veenendaal

Meer soorten bier op tap

De KeyKeg-koppeling is aan te sluiten op de meest gangbare tapsystemen, waardoor omschakelen van het gebruik van stalen fusten voor zowel de producent als de gebruiker probleemloos verloopt. Testen van de Universiteit van München, waar nog brouwmeesters worden opgeleid, beoordelen de smaak van het bier uit een KeyKeg beter dan uit een stalen vat. De grote onderscheidende factor van een KeyKeg is de wekenlange houdbaarheid na aanslaan. Dit geeft horecaondernemers de mogelijkheid om meer soorten bier op tap aan te bieden.”

De fusten worden inmiddels ingezet door talloze producenten over de hele wereld voor bier, wijn, cider, koffie en frisdranken. De fusten zijn voor eenmalig gebruik en na gebruik worden ze volledig gerecycled. Dankzij het geringe gewicht wordt er maar liefst 65% bespaard op energiekosten voor het transport. Een lege KeyKeg weegt minder dan een kilo, een traditioneel fust tussen de acht en tien! Door het verlagen van de kosten voor transport en het ontbreken van de noodzaak voor een retoursysteem zoals bij stalen fusten, wordt het ontsluiten van nieuwe markten ook nog eens veel eenvoudiger.

 

Milieuvriendelijk gebruik

Behalve de energiebesparing in transport, is er nog een ander belangrijk voordeel voor het milieu. De herbruikbare stalen fusten worden na gebruik gereinigd en gesteriliseerd. Bovendien worden ze twee keer vervoerd per levering, twee keer een zwaar fust. Elke KeyKeg is nieuw en behoeft dus geen reiniging. Alle stappen in de keten profiteren van de KeyKegs. “Als gebruikers het eenmaal geprobeerd hebben, willen ze niet anders meer.” De KeyKegs worden inmiddels wereldwijd gebruikt.

Wij geloven in onze missie: “Het (door)ontwikkelen, produceren, vermarkten en ondersteunen bij het toepassen van ’s werelds kwalitatief beste lichtgewicht verpakking voor vloeistoffen, met de kleinst mogelijke impact op het milieu en de grootst mogelijke voordelen voor de totale supply chain”. Onze missie is leidend in alles wat we doen en het prachtige resultaat vind je terug in onze KeyKeg.

Door: Janet Kooren

Automatisering in suikerproductie

Je kunt maar een streven hebben. De Suiker Unie in Groningen wil in 2025 de leukste en slimste suikerfabriek in Europa zijn. Hoe ze dat doen? Door te werken aan de Smart Factory. Maar dat heeft nogal wat voeten in aarde, een natuurproduct geautomatiseerd verwerken. Peter van Dam, manager Technische Dienst van de Suiker Unie doet een recent project uit de doeken: het optimaliseren van de snijmolens.

Wat de Suiker Unie doet? Het bedrijf verwerkt suikerbieten. Dat betekent dat de productie een zogenaamd campagnebedrijf is. Afhankelijk van de oogsttijd van de suikerbiet. Als de biet rijp is, is daar het moment van rooien. Dan worden bieten geoogst, opgeslagen en verwerkt. De verwerking van de bieten gebeurt in bulk, onafhankelijk van de levering, het ras, de grondsoort waaruit de bieten afkomstig zijn, etc. Bovendien worden in een bepaalde periode van het jaar gras- en vriesbieten gemengd verwerkt. Dat betekent een relatief onvoorspelbaar proces. Wat kan intelligentie daar aan toevoegen?

Allereerst is er een migratie doorgevoerd van het DCS-systeem met Schneider Electric. Daarnaast is er met Emerson gewerkt aan assetmonitoring. Men wilde meer dan alleen de fabriek primair bedienen. Van Dam: “We zijn vervolgens begonnen met het zogenaamde laaghangende fruit. Het optimaliseren van de snijmolens. We wilden daarbij diepgaand kijken naar de zogenaamde Suiker OPE, de Overall Process Efficiency. Tot nu toe was het eigenlijk zo dat de kennis en de ervaring van de operator de belangrijkste input waren voor de procesvoering. We wilden die operationele beslissingen verbeteren door het inzetten van intelligentie. Daarmee maak je de beslissing onafhankelijk van de persoon en wordt de kwaliteit van je proces en je product dus constanter. Maar daarbij moet je natuurlijk de operators wel meekrijgen, want je hebt een techneut het snelste op zijn hart getrapt als je hem niet betrekt in een optimalisatieproces.”

Samenhang

“Snijmolens werken in groepen van 5 en die leveren gezamenlijk aan één broeitrog. De onderlinge samenhang tussen de snijmolens luistert heel nauw. Om te kijken hoe we hier het beste mee om konden gaan, hebben we eerste een workshop georganiseerd met de mensen uit de fabriek. In een brainstormsessie hebben we bepaald welke parameters en databronnen relevant zijn voor de analyse van de snijmolens. De paramaters die zijn onderzocht zijn het aantal rotaties per minuut, het koppel, de benodigde stroom en de hoeveelheid handelingen.” 

Vervolgens is ervoor gekozen om één suikermolen onder de loep te nemen. “Deze molen zijn we uitvoerig gaan analyseren en aanpassen om te kijken wat de effecten zijn. Daarbij is op alles gelet, van trillingen tot en met het aantal stenen dat er uit de molen kwam. Pas daarna zijn we gaan opschalen met de andere molen. We wilden weten of we konden voorspellen wat er in welke batch voor problemen op konden treden. Daarna zijn we een aantal factoren gaan analyseren, de afstand tussen de messen, de verschillende shifts – ochtend, middag en nacht, het ploegenrooster, de status en actie-logboeken en het Historian programma van Wonderware. Die gegevens zijn vervolgens verwerkt tot informatie en relationele data en daaruit kwamen voor ons verrassende gegevens.” 

Suikerbieten

Voorspelbaar

Van Dam vervolgt: “Zo konden we de resterende cyclustijd van een snijmolen gaan voorspellen. Maar andere zaken, die we hadden verwacht, bleken ineens veel minder voorspelbaar. Een snijmolen heeft een stenenluik, waardoor stenen uit de molen worden gevoerd. De verwachting zou zijn dat er dan een snelle wissel zou optreden na het uitvoeren van een steen, maar daarmee bleek geen directe relatie. De mix tussen grasbieten en vriesbieten bleek een veel grotere impact op de slijtage van de messen te hebben dan we dachten. En bij dikker snijdsel bleek het koppel veel minder variatie te hebben. Dat had een grotere impact op de consistentie van het snijdsel dan we hadden vermoed.”

“We vonden kortom veel nieuwe inzichten in de invloed van diverse parameters en ook hoe snijmolens elkaar onderling beïnvloeden. Een molen met opnieuw afgestelde messen heeft impact op prestaties van de andere snijmolens in dezelfde groep. En de rol van de operator van de snijmolens bleek ook groter dan we hadden verwacht.”

“De gekozen methodiek voor het analyseren op basis van Proof of Concept heeft de risico’s beperkt en tegelijkertijd het gemeenschappelijk leren versterkt. We hebben nu een oplossing ontwikkeld waardoor we bij de komende campagne snellere en betere beslissingen verwachten, de zogenaamde Operator Snijmolen Assistent. Door de automatisering heeft iedereen op hetzelfde moment beschikking over dezelfde data.” 
 

Door: Janet Kooren

Windturbine haalt schoon drinkwater uit de lucht

Een nieuwe technologie kan liters drinkwater per dag uit de lucht halen en daarmee van grote waarde zijn voor miljoenen mensen. Het gaat om een ogenschijnlijke eenvoudige en voordelige turbine die gedeeltelijk in de grond wordt geplaatst.

Gekoelde lucht

Wereldwijd zijn er nog altijd zo’n 600 miljoen mensen die nauwelijks toegang hebben tot schoon drinkwater. Elke 40 seconden sterft er een kind door het drinken van vuil water. De verwachting is dat de helft van de mensheid in 2030 in gebieden zal leven waar te weinig water is om aan de vraag te voldoen. Daarom zijn ondernemers Nancy Curtis en Don Zacherl van VICI Labs aan de slag gegaan met wat nu de WaterSeer is geworden. Deze turbine trekt vocht uit de lucht door middel van windenergie.

 

De lucht zit vol met waterdamp. Als deze waterdamp gekoeld wordt, condenseert het in een vloeistof. Dit natuurlijke principe zorgt er ook voor dat zich water vormt aan de buitenkant van een ijzig glas en is waar de WaterSeer op gebaseerd is. De turbine – waarvan een gedeelte zich zo’n twee meter onder de grond bevindt – condenseert puur water uit de lucht zonder het gebruik van stroom of chemicaliën. De windtubrine boven de grond laat interne ventilatorbladen draaien; daardoor wordt lucht naar een condensatieruimte onder de grond gestuurd. De metalen zijden van de kamer worden gekoeld door de koude aarde in de bodem. Vervolgens wordt de waterdamp dat zich op de zijkanten heeft gevormd, gecondenseerd en stroomt het water in een reservoir. Een gebruiker kan dit water door middel van een pomp naar boven halen.

 

Veldonderzoek

Veldonderzoek heeft uitgewezen dat het systeem tot 11 liter water per dag kan produceren. In meer vochtige gebieden kan dit zelfs 14 liter zijn. Volgens de maker presteert de WaterSeer beter dan bestaande atmosferische waterinamelingsapparaten. WaterSeer is een goede oplossing voor arme gemeenschappen die ver van waterbronnen wonen. Een ‘tuin’ met een aantal turbines kan genoeg water produceren voor een gehele gemeenschap.

VICI Labs werkt samen met de National Peace Corps Association om te zorgen dat de WaterSeer geïnstalleerd wordt op de plekken waar het nodig is. Al het geld dat ze door sponsoring ophalen, wordt gebruikt voor de verbetering van het product.

 

Door: Kelly Bakker

Bron: WaterSeer

Vest met radartechnologie meet vocht in longen

Amerikaanse artsen testen op dit moment een high-tech vest dat de vloeistof in de longen meet door de kleding heen. Het vest kan vele Amerikanen met chronische hartproblemen (en mogelijk in de toekomst andere patiënten) vele ritjes naar het ziekenhuis besparen.

Radartechnologie

Het SensiVest, ontwikkeld door Sensible Medical, gebruikt radartechnologie dat voor oorspronkelijk werd gebruikt door het leger om door muren en puin van ingestorte gebouwen te kijken. Sensible Medical heeft de technologie aangepast voor medisch gebruik; het creërde een systeem dat door de ‘muur’ van de borst in de longen kijkt. “Als er sprake is van hartfalen is het hart niet sterk genoeg om de behoeftes van het lichaam bij te houden en blijft er vocht achter in de longen. Te veel vocht maakt het moeilijker om te ademen”, aldus dr. William Abraham.

Tot op heden hadden cardiologen geen niet-invasieve manier om proactief de veranderingen in vochtinhoud te monitoren. Er werd tot nu toe vertrouwd op eigen wegingen van patienten en hun klachten over bijvoorbeeld zwelling of ademtekort. Tegen die tijd kan het al zo ernstig zijn dat behandeling in het ziekenhuis nodig is.
“We hebben geleerd dat deze methodes de progressie van de ziekte niet vroeg genoeg constateren en daarom is het aantal ziekenhuisbehandelingen en –opnames voor hartproblemen de afgelopen 20 tot 30 jaar nauwelijks verminderd”, stelt Abraham.

Trial

Artsen testen het vest momenteel in een nationale willekeurige klinische trial om te zien of deze het longvocht effectief meet en controleert. Alle patiënten die hieraan meedoen, staan al intensief onder controle van het ziekenhuis voor hun hartproblemen. Daarnaast zullen ze de longmonitor ook thuis gebruiken. Het vest wordt gedragen over de kleding. Het kost maar zo’n 90 seconde om de meting uit te voeren. De data die daaruit voortkomt, wordt geüpload naar een beveiligde server waar de cardioloog of verpleegkundige van de patiënt toegang tot heeft.

“We kunnen data gebruiken om te voorspellen of de longen te vochtig zijn en daar indien nodig de medicatie op aanpassen”, zegt dr. Rami Kahwash, die ook bij de tria betrokken is. “Het doel is om de patiënt binnen een normaal bereik te houden, hem goed te laten voelen en zoveel mogelijk uit het ziekenhuis te houden.” Een eerdere studie onderzocht de ziekenhuisopnames voor en na gebruik van het vest. Daaruit bleek dat er 87 procent minder opnames zijn als het vest gebruikt wordt. Patiënt Kenny McIntyre, die meedoet aan de test, zegt in een persbericht zeer tevreden te zijn. “Ik ben een type die liever niet naar een arts gaat. Nu kan ik het vest omdoen, op een knop drukken en de meting laten uitvoeren. Eens in de zoveel tijd wijzigen ze mijn medicatie, en dat is het dan.”

De patiënten zullen de trial 9 maanden volgen.

Door: Kelly Bakker

Bron: Sensible Medical

Michelin en Safran presenteren eerste connected vliegtuigband

Tijdens de onlangs gehouden Paris Air Show hebben Michelin en Safran ’s werelds eerste connected banden voor de luchtvaartindustrie gepresenteerd. De innovatie, genaamd ‘PresSense’, bevat een elektronische druksensor die in de band is geïnstalleerd en onderhoud aan de grond aanzienlijk verbetert en vereenvoudigt.

Sensor

De nieuwe band is het resultaat van een inmiddels twee jaar durende samenwerking tussen Michelin en Safran. PresSense is een draadloze oplossing dat functioneert als een ingebouwd systeem. De elektronische druksensor in de band verzamelt informatie over de inflatiedruk. De digitale data wordt op afstand getransporteerd door een lezer op een smartphone en doorgegeven aan de onderhouddatabase. Dit proces is veel makkelijker dan conventioneel onderhoud waarbij handmatige drukinzamelijk via de wielklep en een manometer vereist is. Dat is nogal een operatie als de inflatiedruk 200 psi (15 bar) overschrijdt.

Samenwerking

“We zijn blij dat we hebben kunnen samenwerken met Michelin, de leider in de bandenindsutrie met veel ervaring in bandeninnovatie en connectiviteit”, aldus Vincent Mascré, CEO van Safran Landing Systems. “Samen zijn we in staat om onze klanten een betrouwbare, efficiente en tijdbesparende oplossing te bieden.”

Frank Moreau, president van Michelin Aircraft Tyre, voegt daar aan toe: “De samenwerking tussen onze teams is beslissend geweest in dit proces. PresSense is een echte technologische innovatie die inspringt op de vraag van onze klanten.”

De implementatie van PresSense staat gepland voor 2019.

Door: Kelly Bakker

Bron: Michelin

Nieuwe ultrasone technologie kan deeltjes en componenten contactloos manipuleren

De Ultrasound Research Group van het Litouwse bedrijf Neurotechnology maakt bekend een nieuwe ultrasone 3D-printtechnologie te hebben ontwikkeld. De technologie maakt het mogelijk nagenoeg ieder object te 3D-printen, ongeacht de gebruikte materialen of componenten.

De 3D-printer maakt gebruik van ultrasone manipulatie, waarbij ultrasone golven worden gebruikt om kleine deeltjes en componenten te ‘vangen’ en bewegen. Om dit mogelijk te maken is de printer voorzien van een groot aantal ultrasone transducers (omvormers), die de zijpanelen van de printers bekleden. Deze transducers kunnen individueel worden aangestuurd, wat het mogelijk maakt kleine componenten en zelfs deeltjes te manipuleren zonder dat deze fysiek aangeraakt hoeven worden. 

Contactloze technologie

De technologie wordt door Neurotechnology dan ook contactloos genoemd. Dit is van belang, aangezien deze contactloze werkwijze het mogelijk maakt zeer gevoelige onderdelen te manipuleren zonder het risico te nemen deze te beschadigen. Onderzoekers Osvaldas Putkis van de Ultrasound Research Group van Neurotechnologie beschrijft de reeks transducers als een ‘contactloze grijper’. 

De inzet van ultrasone manipulatie heeft verschillende voordelen ten opzichte van traditionele mechanische methoden. Zo is ultrasone manipulatie:

  • inzetbaar voor het manipuleren van deeltjes en componenten met sterk variërende mechanische eigenschappen en vormen. Denk hierbij aan metalen, schuim en vloeistoffen, maar ook aan complete elektronische componenten.
  • geschikt voor deeltjes en componenten van nagenoeg ieder afmeting, van enkele millimeters tot submillimeter niveau.
  • in staat zeer kleine componenten te manipuleren zonder dat hierbij elektrostatische krachten worden ingezet.
  • inzetbaar voor het manipuleren van zeer gevoelige onderdelen zonder schade aan te brengen. 
     

Zeer veelzijdig

“Ultrasone manipulatie kan met een zeer brede reeks materialen overweg, waaronder metalen, plastic en zelfs vloeistoffen”, aldus Putkis. “Niet alleen kan het deeltjes manipuleren, het is ook geschikt voor componenten met verschillende vormen. Andere contactloze methoden zoals methoden gebaseerd op magnetisme of elektrostatische krachten kunnen deze veelzijdigheid niet bieden.” Daarnaast is de technologie zeer nauwkeurig. Indien 40KHz ultrasone golven worden ingezet is het mogelijk een nauwkeurigheid te realiseren van enkele tiende van een micron. 

Om de werking van hun 3D-printer te demonstreren heeft de Ultrasound Research Group een prototype printer ontwikkeld. In de onderstaande video is de printer in actie te zien:

In de demonstratie is te zien hoe het prototype een reeks ultrasone transducenten inzet om de elektronische componenten juist te positioneren op een te assembleren printplaat. Om zeker te stellen dat de onderdelen nauwkeurig op de juiste positie worden geplaatst, wordt een camera ingezet die continu de exacte positie van de printplaat van de elektronische componenten in beeld brengt. Vervolgens wordt een laser ingezet om de elektronische componenten op de printplaat te solderen, zonder dat hierbij fysiek contact ontstaat.

Bron: Neurotechnology

Magneten ingezet voor het verwijderen van oude satellieten

Verlaten satellieten kunnen in de toekomst mogelijk van een afstandje gegrepen en verwijderd worden van belangrijke banen rondom de aarde. De Universiteit van Toulouse heeft daarvoor een opsporingssatelliet ontwikkeld die magnetische krachten gebruikt.

Magnetische kracht

Er wordt al jaren gezocht naar een goede manier om ruimte-afval op te ruimen. Een efficiënte manier is om ze te verzamelen en verwijderen met een ander object. De grootste uitdaging daarbij is ervoor te zorgen dat zo’n ongecontroleerd, snel draaiend en zwaar wegend object, goed aanklampt en blijft zitten.
Eerder werd hiervoor al geëxperimenteerd met technieken als robotarmen, netten en harpoenen, maar al deze technieken bleken weinig effectief.  Onderzoeker Emilien Fabacher van de Institut Supérieur de l’Aéronautique et de l’Espace, onderdeel van de Universiteit van Toulouse, heeft een nieuw element toegevoegd; magnetisch grijpen.

“Met het opruimen van satellieten is het veel beter als je op een veilige afstand kunt blijven, zonder dat het nodig is om in direct contact te komen en te riskeren dat je schade aanbrengt aan de sleepboot en de te verwijderen satelliet”, aldus Emilien. “Dus het idee dat ik onderzoek is om magnetische krachten aan te brengen; om zowel satellieten aan te trekken als af te stoten.”

 

Satellieten bij elkaar

Deze magnetische aantrekkingskracht wordt ook gezien als een veilige methode om meerdere satellieten in dichte samenstellingen in de ruimte te laten. Zulke ‘satellietzwermen’ zijn zeer geschikt voor astranomische observatie en verkenning van de aarde; als hun positie stabiel blijft, kunnen ze samen fungeren als een gigantische telescoop.
De weg te halen satellieten hoeven op deze manier ook niet meer van tevoren te woorden voorzien van extra attributen. In plaats daarvan beinvloed zo’n ‘space tug’ de te verwijderen satellieten door hun ‘magnetorquers’ te gebruiken: betrouwbare elektromagneten die al op de satelliet aanwezig zijn om zich te oriënteren op basis van het magnetische veld van de aarde.

Het sterke magnetische veld dat de ‘zoeksatelliet’ vereist komt tot stand door superaantrekkende draden die gekoeld worden. De magnetische satellieten kunnen er ook voor zorgen dat verschillende satellieten in een nauwkeurige formatie blijven vliegen, zo stelt een expert van ESA.

 

ESA

Voor zijn promotieonderzoek heeft Emilien onderzocht hoe de uiteindelijke begeleiding, navigatie en controle-technieken in de praktijk zouden werken. Daarvoor combineerde hij een rendezvous simulator met magnetische interactie-modellen, terwijl hij ook rekening hield met de continu veranderende staat van de magnetosfeer van de aarde.

Zijn onderzoek wordt ondersteund door ESA, dat ook al jaren onderzoek doet naar de meest efficiënte methode om ruimte-afval weg te halen. Hij bracht onder meer een bezoek een ESA’s technische faciliteit in Nederland. Zijn methode kwam mede tot stand na verschillende gespreken met ESA-experts. “De eerste verrassing was dat het theoretisch inderdaad mogelijk zou zijn. We waren er niet zeker van, maar de methode blijkt prima te werken.”

ESA test ondertussen ook verschillende technieken om verlaten satellieten te verwijderen. Zo werd vorige maand nog een satelliet getest die oude satellieten weghaalt door middel van een geavanceerde robotarm.

 

Door: Kelly Bakker

Bron: Institut Supérieur de l’Aéronautique et de l’Espace

Philips neemt specialist in monitoren van hersenactiviteit over

Philips neemt Electrical Geodesics over, een Amerikaanse bedrijf dat is gespecialiseerd in non-invasieve technologieën voor het monitoren en interpreteren van hersenactiviteit. Het portfolio van Electrical Geodesics wordt geïntegreerd in het bestaande portfolio met beeldtechnologie en informatica-oplossingen van Philips. 

Electrical Geodesics is een bedrijf dat in 2016 een omzet van 14,3 miljoen dollar realiseerde en 90 werknemers in dienst heeft. Het bedrijf levert onder andere hardware, software en sensoren voor het uitvoeren van elektro-encefalogrammen (EEG’s). Zo heeft het bedrijf een ‘dense array electroencephalography’ (dEEG) platform ontwikkeld. Dit platform zet fors meer elektronen in dan conventionele EEG-producten (tot 256 elektronen) om hersenactiviteit in kaart te brengen.

Portfolio integreren
Philips wil de producten van Electrical Geodesics integreren in haar portfolio en combineren met onder andere haar eigen MRI- en PET-CT-scanners en oplossingen als IntelliSpace Portal voor neurologische toepassingen. Het bedrijf geeft aan met deze combinatie neurologische aandoeningen zoals beroertes, epilepsie, hersenletsel en de ziekte van Parkinson beter te kunnen behandelen. 

“Om de behandeling van enkele van de meest gecompliceerde, levensveranderende neurologische aandoeningen te verbeteren, hebben we meer gepersonaliseerde en adaptieve tools nodig om de therapeutische mogelijkheden van iedere individuele patiënt te plannen”, aldus Joe Burnett, Business Leader Neuro Diagnostics bij Philips. 

Uitgebreidere kaart van de hersenen creëren
“Deze overname stelt Philips in staat een geïntegreerde neurologische oplossingen te leveren die diagnostische beelden en klinische informatie levert om de anatomie van de hersenen en fysiologische processen te beoordelen, evenals EEG mapping tools van Electrical Geodesics om hersenactiviteit te meten. Door deze verschillende tools te combineren creëren we een uitgebreidere kaart van de hersenen en maken nieuwe computationele algoritmes mogelijk die helpen het pad naar een definitieve diagnose te verkorten en enkele van de meest complexe therapeutische strategieën te begeleiden.”

Philips betaalt ongeveer 32,9 miljoen euro voor Electrical Geodesics. De overname wordt naar verwachting in het derde kwartaal van 2017 afgerond. Een overzicht van de klinische producten van Electrical Geodesics is hier te vinden. Een overzicht van de onderzoeksproducten van het bedrijf is hier beschikbaar.

Door: Wouter Hoeffnagel

Britse overheid investeert 800 miljoen Britse pond in autonome en elektrische voertuigen

De Britse overheid wil meer dan 800 miljoen Britse pond, omgerekend ruim 900 miljoen euro, investeren in technologie voor autonome en uitstoot-vrije voertuigen. De investering is onderdeel van bredere plannen van de Britse overheid om de Britse economie te versterken met het oog op de aanstormende Brexit. 

Dit meldt Bloomberg. Koningin Elizabeth II heeft in haar troonrede op 21 juni aangekondigd dat de investering bedoeld zijn om Groot-Brittannië een leidende positie te geven op het gebied van elektrische en autonome voertuigen. De Britse overheid schat dat deze technologie in 2035 een bijdrage van 28 miljard Britse pond, omgerekend zo’n 31,7 miljard euro, kan leveren aan de Britse economie. 

De Britse overheid kondigt verschillende plannen om dit te realiseren. Zo wil de Britse overheid:

  • Autoverzekeringen geschikt maken voor geautomatiseerde voertuigen
  • Als doelstelling stellen dat nagenoeg ieder voertuig en bestelbus in 2050 uitstoot-vrij moet zijn
  • servicestations en grote tankstations langs wegen verplichten oplaadpunten voor elektrische voertuigen te installeren
  • een reeks algemene standaarden voor oplaadpunten in het leven roepen zodat deze voor alle voertuigen geschikt zijn
  • 200 miljoen pond investeren in onderzoek naar en het testen van infrastructuur voor autonome voertuigen en gespreid nog eens 600 miljoen pond investeren gedurende de zitting van het Britse parlement om voertuigen met een zeer lage uitstoot te ondersteunen. 
     

Nederlandse Experimenteerwet

Groot-Brittannië is zeker niet het enige land dat investeert om zijn positie op het gebied van autonoom rijden te versterken. Ook Nederland zet hier al enige tijd op in. Zo heeft het kabinet in februari ingestemd met de ‘Experimenteerwet’ van minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. Deze wet moet het voor fabrikanten eenvoudiger maken een vergunning aan te vragen om autonome voertuigen op de openbare weg te testen. Overigens is het al langer mogelijk om in Nederland testen uit te voeren met autonome voertuigen. Deze mogelijkheid bestaat sinds 2015, al moest hierbij wel ten allen tijde een chauffeur in het autonome voertuig aanwezig zijn. 

Minister Schultz zei bij de introductie van de Experimenteerwet: “Hiermee zetten we in Nederland weer een mooie stap naar de introductie van zelfrijdende voertuigen. We hebben hier de ideale combinatie van een goede, slimme infrastructuur, slimme onderzoekers en een innovatief hightechbedrijfsleven. Samen kunnen we de kansen pakken om mobiliteitsoplossingen voor de toekomst werkelijkheid te maken.”

Declaration of Amsterdam

Nederland heeft daarnaast in 2016 samen met Duitsland, Zweden, Spanje, Oostenrijk en 21 andere EU-landen de Declaration of Amsterdam ondertekend. In dit document is vastgelegd dat de betrokken landen nauw gaan samenwerken om een snelle introductie van zelfrijdende voertuigen te faciliteren. De landen willen onder andere in stedelijke gebieden en dunbevolkte gebieden gaan samenwerken aan proeven met zelfrijdende busjes en valet parking. Daarnaast worden proeven uitgevoerd met truckplatooning en autonome voertuigen die via dataverbindingen met elkaar communiceren. Ook werken de landen aan een wederzijdse erkenning van ontheffingen voor testen op de openbare weg, waardoor fabrikanten autonome voertuigen eenvoudiger in meerdere landen kunnen testen. 

Daarnaast is deze maand het Researchlab Automated Driving Delft op de campus van de TU Delft geopend. Op dit terrein kunnen onderzoekers autonome voertuigen testen. Op termijn moeten er ook in Den Haag, Rotterdam en Leiden testlocaties worden geopend. 

Bron: Bloomberg

Bron: Rijksoverheid (Experimenteerwet / Declaration of Amsterdam)

Nieuwe technologie haalt meer stroom uit kolen

Een nieuwe technologie die is ontwikkeld in Japan kan de globale energievoorziening weer helemaal doen laten opschuiven naar steenkool. Het zorgt er namelijk voor dat de oude fossiele brandstof een veel schonere energiebron wordt.

Kolen zijn veel goedkoper dan andere fossiele brandstoffen. Met name in landen met opkomende economieën, zoals India, neemt het gebruik van de in overvloed aanwezige kolen alleen maar toe. Ook de Amerikaanse president Trump heeft plannen om de kolenindustrie weer nieuw leven in te blazen. De nieuwe technologie van de Japanners kan ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot binnen de perken blijft. Daarvoor wordt de zogenoemde IGFC-techniek (Integrated Coal Gasification Fuel Cell Combined Cycle) gecombineerd met het scheiden en afvoeren van CO2. 

Ijzeren constructie

Japan test de technologie in een 75 meter hoge ijzeren constructie gebouwd in Osakikamijima, een eiland met minder dan 8000 inwoners. Hoewel er al kolencentrales zijn die zeer efficiënt werken, gaat de demonstratiefabriek, gebouwd door Osaki CoolGen, een stapje verder. De centrale is 30% meer efficiënt in stroomopwekking dan de meest geavanceerde kolencentrale in Japan en reduceert de uitstoot van CO2 met 40%, zo beweert Kenji Aiso, de CEO van Osaki CoolGen, een joint venture tussen J-Power en Chugoko Electric Power.

In de conventionele kolencentrale produceert de hitte die ontstaat door het verbanden van kolen (bij een temperatuur van 700 graden) stoom, waardoor een turbine gaat draaien. CoolGen werkt anders: het roostert kool boven 1300 graden terwijl er simultaan zuurstof over wordt geblazen om te zorgen dat de vaste brandstof transformeert in een gas. Het systeem kan de uitstoot van CO2 drastisch terugdringen omdat het het gas van de geroosterde kolen gebruikt om stroom op te wekken. De kolen worden niet verbrand.

Overige hitte

De centrale maakt ook gebruik van overvloedige hitte, die ontstaat als de energie wordt geproduceerd. Daarnaast heeft het een brandstofcel stroomgenerator faciliteit die waterstof uit een deel van het gas extracteert en in een reactie met zuurstof dwingt om elektriciteit te creëren.
Door het gebruik van drie energiebronnen – gas, uitlaatwarmte en waterstof – kan de centrale 55% procent van de kolenenergie gebruiken voor stroomopwekking, daar waar conventionele kolencentrales gemiddeld tot 40% komen.

Als de technologie goed blijkt te werken, dan zal er vanaf 2020 commercieel gebruik van gemaakt worden.

Door: Kelly Bakker

Bron: Osaki CoolGen

Student maakt constructie op basis van schimmels

Een student van de Brunel University in Londen heeft onderzocht hoe paddenstoelen een alternatief kunnen zijn voor conventionele bouwtechnieken. Hij maakte een constructie op basis van schimmels.

Mycelium

In samenwerking met het duurzame architectenbureau Astudio,maakte  Aleksi Vesaluoma zogenoemde Grow Structures. Deze gebruiken mycelium (schimmeldraden) gemengd met karton. Het materiaal wordt daarna gevouwen in ‘paddenstoelworsten’ door het mengsel in een buisachtige katoenen bandage te verpakken.

De paddenstoelworsten worden gevormd over de mal van de vorm van voorkeur waarna ze vier weken lang de tijd krijgen om te groeien in een kas. De schimmels in de buizen groeien aan elkaar vast en wat overblijft is een sterke structuur die bijvoorbeeld gebruikt kan worden in tentconstructies op festivals en andere evenementen. Na afloop wordt het materiaal biologisch afgebroken.

Paddenstoelen eten

Een leuke bijkomstigheid is dat de grote hoeveelheden paddenstoelen die tussen de structuur doorgroeien, geplukt en gegeten kunnen worden. Hiermee wordt een architectonische constructie ook meteen een voedselbron. De makers zien dus ook mogelijkheden voor bijvoorbeeld de bouw van een restaurant.

Hoewel verschillende ontwerpers, kunstenaars en bedrijven al veel met mycelium werken, is de ‘worsttechniek’ van Aleski nieuw. Het biedt bovendien meer mogelijkheden voor het gebruik van het materiaal: het versterkt de structuur, het kan veel verschillende vormen aannemen en het maakt het mogelijk om op kleinere schaal te bouwen.
“Op dit moment zijn er verschillende factoren die de massa-commercialisatie van mycelium materialen tegenhouden, waaronder de vooroordelen van mensen en de macht van de winstgevende materialenindustrie”, verklaart Aleksi in een persbericht. “Mycelium materialen hebben veel voordelen voor ons en voor het milieu en zijn daarnaast gewoon heel cool. Ze zijn een goed voorbeeld van waarom we moeten vertrouwen op de intelligentie van de natuur; die kan ons helpen met het creëren van meer regeneratieve productiesystemen.”

Milieu

Als mycelium door organische materialen zoals stro groeit, bindt het de stof samen als lijn. De materialen die daaruit voortkomen zijn extreem veelzijdig en hebben in constructies de potentie om milieuproblemen als gevolg van bijvoorbeeld ontbossing of de uitstoot van gassen te verminderen.
Aleksi: “Het onderzoeken van de structurele potentie van mycelium materialen kan bijdragen aan een toekomst waarin architectuur van ‘bottom up’ aangepakt wordt in plaats van dat het bronnen verbruikt en afval creërt. Verschillende oplossingen op dit gebieden worden al gecommercialiseerd in onder meer de VS en Nederland, maar ik vind dat het materiaal op een grotere markt geintroduceerd worden.”

De jonge ontwerper heeft samen met vrienden het designcollectief MANDIN opgezet.

 

Door: Kelly Bakker

Bron: Brunel University London

Klein apparaatje test aanwezigheid voedselallergenen in 1 minuut KeyKeg verovert de wereld met lichtgewicht fusten Automatisering in suikerproductie Windturbine haalt schoon drinkwater uit de lucht Vest met radartechnologie meet vocht in longen Michelin en Safran presenteren eerste connected vliegtuigband Nieuwe ultrasone technologie kan deeltjes en componenten contactloos manipuleren Magneten ingezet voor het verwijderen van oude satellieten Philips neemt specialist in monitoren van hersenactiviteit over Britse overheid investeert 800 miljoen Britse pond in autonome en elektrische voertuigen Nieuwe technologie haalt meer stroom uit kolen Student maakt constructie op basis van schimmels

Meer van Kelly Bakker

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven