maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nieuw systeem filtert 50 ton CO2 uit de lucht op jaarbasis

Een Britse startup gaat CO2 direct uit de lucht afvangen en filteren. Het stelt dat zijn technologie hiervoor maar liefst drie keer zo efficiëntie is als de meest moderne alternatieven.

Mission Zero Technologies kondigt aan zijn eerste ‘direct air capture’ (DAC)-systeem te hebben ingeschakeld. Het systeem is gebouwd in het Britse Sheffield bij de Universiteit van Sheffield. Het DAC-systeem is eigendom van het Translational Energy Research Centre (TERC) van de universiteit, dat onderzoek doet op het gebied van duurzame energiebronnen.

50 ton CO2 op jaarbasis

De faciliteit moet op jaarbasis zo’n 50 ton CO2 uit de atmosfeer filteren. Dit doet het systeem met behulp van water en zonne-energie die lokaal wordt opgewekt. De CO2 die Mission Zero Technologies met zijn technologie afvangt zet het in voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof.

De start-up hoopt zijn duurzame vliegtuigbrandstof op korte termijn te certificeren voor gebruik in de luchtvaartindustrie. Zo wil het de decarbonisatie van de Britse luchtvaartsector snel opschalen en ondersteunen.

Transitie naar duurzame vliegtuigbrandstof ondersteunen

Mission Zero Technologies ondersteunt hiermee een belangrijk Brits klimaatdoel. Zo stelt de Britse overheid zichzelf als doel dat in 2030 10% van alle gebruikte brandstof in de Britse luchtvaartsector zogeheten duurzame vliegtuigbrandstof is. Met het project wil Mission Zero Technologies aantonen aan betrokken partijen waaronder financierders dat zijn technologie klaar is om opgeschaald te worden.

Op termijn hoopt Mission Zero Technologies dat zijn DAC-systemen ook in andere sectoren die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen de decarbonisatie kan ondersteunen. Het zet daarom in op de ontwikkeling van een veelzijdige oplossing, die eenvoudig op iedere locatie inzetbaar is, integreerbaar is in ieder proces en daarnaast tot iedere gewenste omvang schaalbaar is. In 2024 staan de ingebruikname van twee aanvullende DAC-systemen op de planning.

‘Potentieel voor koolstofarm luchtvervoer ontdekken’

Professor Mohamed Pourkashanian, algemeen directeur van TERC, voegt toe: “Deze installatie is enorm spannend voor ons en voor de wereld, omdat we meer ontdekken over het potentieel voor koolstofarme industriële processen en luchtvervoer met behulp van nieuwe DAC-technologie. We zijn verheugd om nauw samen te werken met MZT (red: Mission Zero Technologies) aan dit project en andere toonaangevende activiteiten.”

“We zijn heel blij dat we samen met de Universiteit van Sheffield onze allereerste DAC-fabriek op eigen bodem kunnen leveren. DAC is een multifunctionele technologie die een diepgaande industriële decarbonisatie en permanente koolstofverwijdering kan bewerkstelligen. Door een baanbrekend partnerschap realiseren we dat potentieel nu al”, licht Dr. Nicholas Chadwick, CEO van Mission Zero Technologies, toe.

DAC is eerder door het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) wereldwijd erkend als een cruciale technologie voor de mensheid om aan haar 1,5 °C-verplichtingen te voldoen.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Mission Zero Technologies

Frankrijk helpt minima met goedkope leasecontracten aan EV

Frankrijk gaat de overstap naar elektrisch rijden stimuleren met een nieuw subsidieprogramma. Het programma is gericht op minima en biedt hen de mogelijkheid tegen een zeer laag bedrag een elektrisch voertuig (EV) te leasen.

De aanschaf van een EV is niet goedkoop; doordat de voertuigen in veel gevallen relatief nieuw zijn en een hoge nieuwprijs kennen zijn EV’s ook op de tweedehandsmarkt relatief hoge aanschafprijs. In diverse landen zijn daarom subsidies beschikbaar voor de aankoop van een (tweedehands) EV. Zo kunnen particulieren in Nederland 2.950 euro subsidie krijgen op de aanschaf van een nieuwe EV. Voor de aankoop van een tweedehands EV is 2.000 euro subsidie beschikbaar.

Aanschafprijs van EV is relatief hoog

Ondanks deze subsidie is de aanschafprijs van een EV nog altijd relatief hoog. Zo is Dacia Spring Electric op dit moment verkrijgbaar voor zo’n 20.000 euro. Ter vergelijking: de goedkoopste nieuwe auto die in Nederland verkrijgbaar is de Dacia Sandero voor nog geen 17.000 euro. Dit exemplaar is voorzien van een benzinemotor.

Een veel gehoorde klacht is dan ook dat EV’s vooral voor mensen met een bredere beurs beschikbaar zijn, terwijl mensen met een beperkt inkomen buiten boord vallen. Ook zouden mensen met hoger inkomen hierdoor meer profiteren van de subsidies die de Nederlandse overheid op EV’s beschikbaar stelt. Tegelijkertijd stijgen de kosten van traditionele voertuigen door onder meer stijgende brandstofkosten.

Frankrijk zet in op goedkope leasecontracten

Frankrijk gooit het echter over een andere boeg. Het land geeft niet zo zeer subsidie om de aankoopprijs van een EV te verlagen, maar zet juist in op het verstrekken van EV’s via goedkope leasecontracten.

Het mikt hierbij specifiek op Fransen met een laag inkomen. Zo zijn de leasecontracten beschikbaar voor mensen met een inkomen tot 15.400 euro op jaarbasis, die jaarlijks 8.400 kilometer of meer aanleggen. Zij kunnen vanaf 54 euro per maand een EV leasen. Voor dit bedrag krijgen zij een Citroën ë-C3 tot hun beschikking.

Ook andere modellen beschikbaar

Ook diverse andere voertuigen zijn via het leaseprogramma voordelig beschikbaar. Na de Citroën ë-C3 volgt de Fiat 500 voor 89 euro per maand en Opel Corsa EV voor 94 euro per maand. Voor de Peugeot e-208 rekenen Franse minima per maand 99 euro af, terwijl een Opel Moka EV 119 euro kost. De Citroën e-C4 is te leasen voor 129 euro per maand, de Jeep Avenger voor 149 euro per maand en Peugeot e-2008 voor 149 euro per maand.

Wat opvalt aan de lijst is dat alle voertuigen afkomstig zijn van Stellantis, waaronder in totaal veertien automerken vallen: Abarth, Alfa Romeo, Chrysler, Citroën, Peugeot, Dodge, DS, Fiat, Jeep, Lancia, Maserati, Opel, Vauxhall en Ram. Komend jaar komt daar ook Leapmotor bij. Stellantis is een grote speler op de Franse automarkt met een marktaandeel van 33%.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Goran Horvat via Pixabay

Gelderse Vallei onderzoekt inzet van Augmented Reality bij schouderoperaties

Gelderse Vallei gaat bij het plaatsen van schouderprotheses Augmented Reality (AR) inzetten. Het initiatief is onderdeel van een project dat de inzetbaarheid van AR-technologie bij operaties in kaart moet brengen. Het gaat om een pilotstudie waaraan drie Nederlandse ziekenhuizen deelnemen, waaronder Gelderse Vallei.

Augmented Reality is een technologie waarbij een digitaal laag bovenop de fysieke wereld wordt geplaatst. Gebruikers dragen een AR-bril. In tegenstelling tot een VR-bril ziet de gebruikers bij een AR-bril niet alleen een digitale wereld, maar ook de echte wereld. Dit maakt het onder meer mogelijk informatie te projecteren op fysieke objecten.

Schoudergewricht op schouder van patiënt projecteren

Orthopedisch chirurg Alexander Poublon van Gelderse Vallei gaat opereren met behulp van een bril. Hiermee wordt een digitaal AR-beeld van het schoudergewricht op de schouder van de patiënt geprojecteerd. Het gaat om een onderzoek, dat de haalbaarheid van AR in kaart moet brengen.

Opereren met behulp van AR vraagt om een andere voorbereiding dan een reguliere operatie. Poublon: “Zoals zo vaak met innovatie verwacht ik dat het in het begin meer tijd kost, maar dat het ons daarna veel tijd oplevert. Ik denk dat we mooie resultaten gaan zien.”

Inzet voor diverse protheses onderzocht

Het onderzoek vindt plaats in drie Nederlandse ziekenhuizen, waarvan Gelderse Vallei er één is. Onderdeel hiervan maken operaties uit waarbij diverse protheses worden geplaatst. Deze operaties worden uitgevoerd door orthopedisch chirurgen die veel ervaring hebben met het plaatsen van de specifieke prothese. Dat geldt ook voor Poublon, die al meer dan 100 van deze schouderprotheses plaatste.

Als onderdeel van het onderzoek opereert Poublon in de maanden december en januari driemaal met behulp van AR. Tijdens deze operaties draagt de chirurg een bril, dat het AR-beeld op de schouder van patiënt projecteert. Poublon licht toe: “Tijdens de operatie heb je minimaal zicht op het schoudergewricht, omdat we maar een beperkte opening willen en kunnen maken. Ik zie alleen een beetje bloed en een heel klein stukje van het glenoïd (de kom van de schouder) en niet het hele schouderblad. Dat betekent dat ik tijdens de operatie volledig moet uitgaan van de voorbereidingen en het beeld van de CT-scan die vooraf is gemaakt. Met deze AR-bril kan ik ter plekke het hele schoudergewricht ‘zien’, omdat het geprojecteerd wordt op de schouder van de patiënt. De verwachting is dat dit mij helpt om tijdens de operatie de positie van de prothese nog beter te bepalen waardoor de plaatsing nog nauwkeuriger wordt.”

Eerdere ervaringen met de AR-bril waren prettig, zegt Poublon. “Het was heel fijn. Je kunt er van alles mee doen, je kunt om het beeld heen lopen, het vergroten, verkleinen en delen weglaten (zoals schroeven). Bovendien kun je het beeld tijdens de operatie nog aanpassen als dat nodig is.”

Anatomy Projector

Het is niet de eerste keer dat ziekenhuizen met behulp AR-technologie informatie op het lichaam van een patiënt projecteren. Een eerder voorbeeld is Anatomy Projector, een AR-apparaat ontwikkeld door het Radboudumc. Anatomy Projector projecteert informatie op het lichaam van de patiënt, zoals bloedvaten en lymfeklieren. De AR-tool is onder meer ingezet bij borstreconstructies.

De informatie die Anatomy Projector weergeeft is afkomstig uit een CT-scan, op basis waarvan een 3D-plan wordt gemaakt. De patiënt krijgt vervolgens markers aangebracht op de huid, waarna de AR-tool tijdens de operatie het 3D-plan op het licha

Hologrammen op basis van hersenscans

Ook het UMC Utrecht werkt al enkele jaren aan de inzet van AR-techniek tijdens operaties. Het gaat daarbij om hersenoperaties, waarbij het chirurgen wil ondersteunen met automatisch gegenereerde hologrammen op basis van hersenscans. Een hologram is een driedimensionele afbeeldingen die bijvoorbeeld kan worden vertoond met behulp van een 3D-bril, tablet of smartphone. https://www.umcutrecht.nl/nieuws/hologrammen-maken-hersenoperaties-veiliger

Een derde voorbeeld is onderzoek van prof. Theo Ruers met financiering van het KWF naar de inzet van AR bij operaties bij darmkankerpatiënten met leveruitzaaiingen. AR-technologie zet hierbij informatie uit vooraf gemaakte scans om naar 3D-modellen, die het projecteert op het operatiescherm als extra laag informatie tijdens de operatie. Zo zien chirurgen precies in welke anatomische structuren zij snijden.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Fernando Zhiminaicela via Pixabay

Verve Motion haalt 20 miljoen dollar op bij investeerders voor exosuit

Het Amerikaanse Verve Motion, een spin-out van de Harvard University, haalt bij investeerders 20 miljoen dollar op. Het wil het geld gebruiken om zijn activiteiten sneller op te schalen en de omarming van zijn exosuit te vergroten.

Verve Motion is de ontwikkelaar van de SafeLift-exosuit. Dit is een zacht en lichtgewicht exoskelet dat gebruikers als een rugzak dragen. Het exoskelet verlicht de belasting die werknemers ervaren bij het tillen van objecten als dozen of componenten. SafeLift levert hiervoor 240N aan kracht bij tilbewegingen.

Het bedrijf is in 2020 opgericht en kreeg eerder onder meer steun vanuit het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA), National Science Foundation en National Institutes of Health in de Verenigde Staten (VS).

Gebruikers ontlasten bij tilbewegingen

Het exoskelet vergroot onder meer de veiligheid voor werknemers op de werkvloer. Zo dringt SafeLift volgens Verve Motion het aantal werkgerelateerde blessures tot 80% terug. Dit doordat het pak bij iedere tilbeweging 40% van de last van gebruikers overneemt, die hierdoor minder lichamelijk belasting ervaren.

De lagere hoeveelheid werkgerelateerde blessures vertaalt zich ook in lagere verzekeringstarieven voor bedrijven. Ook stelt Verve Motion dat SafeLift de productiviteit in een faciliteit met meer dan 5% kan verbeteren.

Tot 12 uur gebruik zonder opladen

Het pak draait op elektriciteit, dat is opgeslagen in een 88kWh accu. Dit maakt het mogelijk 10 tot 12 uur werk te verrichten zonder tussentijds te hoeven opladen. De exosuit is geschikt voor gebruikers met een uiteenlopende lichaamsbouw door de mogelijkheid het pak te verstellen. Dit maakt maten van XS tot XXL mogelijk.

Het SafeLift-exosuit is draadloos verbonden met het netwerk. Zo stuurt het pak onder meer informatie over bewegingen van gebruikers door, wat het mogelijk maakt deze bewegingen te analyseren. Ook is het mogelijk de werking van het pak op maat aan te passen aan specifieke gebruikers of activiteiten.

Gericht op breed scala aan toepassingen

Het pak is initieel ontwikkeld voor gebruik in distributiecentra en magazijnen. Verve Motion richt zich echter inmiddels ook op toepassingen in diverse andere sectoren. Denk hierbij aan de bouw, maakindustrie en logistieke sector, maar ook aan bagageafhandeling op bijvoorbeeld luchtvelden. Andere voorbeelden zijn winkels en supermarkten. Onder meer UPS, Ahold Delhaize en Giant zijn klant bij Verve Motion.

Bij de nieuwste investeringsronde haalt Verve Motion 20 miljoen dollar op bij investeerders. In totaal staken investeerders daarmee al 40 miljoen dollar in de spin-off van de Harvard University. Onder meer de investeringsmaatschappijen Safar Partners, Cybernetix Ventures, Construct Capital, Pillar VC en OUP steken geld in het bedrijf.

Ook Frederic Kerrest (vicevoorzitter en medeoprichter van Identity & Access Management-bedrijf Okta) en John McEleney (medeoprichter van 3D CAD-bedrijf Onshape en voormalig CEO van SolidWorks) investeren in Verve Motion.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Verve Motion

NIO opent negende accuwisselstation in Nederland

De Chinese fabrikant van elektrische voertuigen (EV’s) NIO opent in Amsterdam een nieuw Power Swap Station. Gebruikers van EV’s van NIO kunnen bij dit station hun accu verwisselen en zo direct met een volle acculading weer op pad. In totaal beschikt NIO nu over negen van dergelijke wisselstation in Nederland.

Het nieuwe Power Swap Station van NIO is gevestigd aan de Sijsjesbergweg in Amsterdam Zuid-Oost, bij het knooppunt van de snelwegen A2 en A9. Bij deze stations kunnen NIO-gebruikers in slechts drie minuten hun lege accu laten omwisselen voor een vol exemplaar.

Alternatief voor zelf opladen

Het Chinese bedrijf biedt hiermee een snel alternatief voor traditioneel laden via een openbare laadpaal, een laadpaal thuis of een snellader. In Europa beschikt NIO momenteel over 33 Power Swap Station. NIO stelt dat gebruikers hierdoor bijvoorbeeld van Amsterdam naar Oostenrijk of Berlijn kunnen rijden met het systeem.

Op termijn wil NIO gebruikers ook de mogelijkheid gaan bieden hun accu tijdelijk om te wisselen voor een groter exemplaar. Dit is met name relevant voor het afleggen van grote afstanden, bijvoorbeeld tijdens een zakenreis of vakantierit. Ook controleert NIO bij iedere batterijwissel de staat van de batterij en het elektrische systeem. Gebruikers beschikken daarnaast altijd over een recente accu met de nieuwste batterijtechniek, ongeacht de leeftijd van hun auto.

Accu wisselen gaat geld kosten

Wie op dit moment zijn accu wil wisselen bij een Power Swap Station van NIO, doet dit gratis. Hier komt echter in de loop van 2024 verandering in. Het wisselen van de accu kost per april tien euro per wissel; gebruikers rekenen daarnaast 44 cent per kWh af voor de elektriciteit in de accu die zij bij de accuwissel krijgen. Loyale gebruikers – NIO laat in het midden wat dat precies zijn – krijgen na 24 maanden vier coupons beschikbaar gesteld voor het gratis wisselen van de accu.

Ook past NIO de tarieven van zijn laadpalen aan, waarbij het de kosten zegt af te stemmen op die van zijn Power Swap Stations. Zo kost opladen 44 eurocent per kWh voor NIO-gebruikers. Gebruikers met een ander merk EV betalen 51 eurocent per kWh.

Ook andere partijen actief

Al langer zijn er initiatieven voor het wisselen van accu’s van EV’s. Het doel is gebruikers direct weer te laten doorrijden met een volle accu, zonder dat zij voor opladen hoeven stil te staan. Een voorbeeld is de Amerikaanse start-up Ample, die eveneens wisselstation in Europa op planning hebben staan. Ample werkt in Spanje samen met Stellantis.

Een ander voorbeeld is Better Place, een Israëlische start-up die jaren jaar geleden eveneens inzette op het wisselen van EV-accu’s. Het werkte hiervoor samen met Renault. Dit project werd echter geen succes; in 2013 viel het doek voor Better Place.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Gerd Altmann via Pixabay

AI-tool maakt snelle en nauwkeurige meting van levertumoren mogelijk

Een nieuwe AI-tool identificeert geautomatiseerd levertumoren op CT-scans van patiënten met naar de lever uitgezaaide darmkanker. De tool geeft artsen snel inzicht in de omvang van tumoren, wat onder meer helpt het effect van chemotherapie op patiënten in kaart brengt.

Het gaat om een tool ontwikkeld door de CAESAR-onderzoeksgroep van Amsterdam UMC, waarbinnen chirurgen, radiologen, oncologen en datawetenschappers nauw samenwerken. Onderzoeker Michiel Zeeuw was bij de ontwikkeling van de tool betrokken. “Darmkanker is een van de meest voorkomende kankersoorten. Bij meer dan de helft van de patiënten worden uitzaaiingen in de lever gevonden en bijna al deze patiënten krijgen chemotherapie als onderdeel van hun behandeling. Het meten van het effect van chemotherapie is van cruciaal belang”, legt Zeeuw uit op de website van Amsterdam UMC.

Minder tijdrovend en nauwkeuriger

De onderzoeker vervolgt: “Tot nu toe werden deze metingen handmatig uitgevoerd door radiologen, door vóór en na een behandeling het verschil in diameter van de levertumoren handmatig op CT-scans te meten. Deze manier van werken is tijdrovend en niet altijd even nauwkeurig. Daarnaast kan alleen het verschil in diameter gemeten worden en niet het verschil in tumorvolume. De nieuwe AI-tool kan dit straks allemaal wel en tekent de tumoren ook nog eens automatisch in op de CT-scans.”

De software is getraind met behulp van bijna 100 CT-scans van patiënten. Hierop zijn levertumoren met de hand ingetekend. Het AI-model waarvan de tool gebruik maakt is ontwikkeld door datawetenschappers Jacqueline Bereska en Luuk Wagenaar.

In de praktijk onderzocht

De AI-tool wordt momenteel in de praktijk onderzocht, wat Amsterdam UMC goed nieuws noemt. Het wijst erop dat veel AI-tools in de praktijk in de ontwikkelfase blijven steken, waarbij trajecten vaak stilvallen. Indien het bijvoorbeeld niet lukt een AI-toepassing naadloos te integreren in de bestaande werkwijze van artsen en verpleegkundigen, vindt een AI-tool over het algemeen zijn weg niet naar de dagelijkse praktijk. “Een cruciale stap in de ontwikkeling van deze AI-tool was dan ook de implementatie in de software die radiologen dagelijks gebruiken om onderzoeken te beoordelen”, legt Zeeuw uit.

Amsterdam UMC ziet grote voordelen van de inzet van de tool. Zo kan de AI-toepassing de patiëntenzorg naar verwachting aanzienlijk verbeteren. Onder meer door radiologen een nauwkeurige en snelle manier te bieden voor het beoordelen van tumoren en de effecten van chemotherapie. Dit stelt artsen in staat betere beslissingen te nemen over de behandelingen die het beste resultaat oplevert voor een specifieke patiënten.

Geen onnodige behandelingen

Ook indien blijkt dat een behandeling onvoldoende aanslaat, levert de AI-tool patiënten winst op. Zo verbetert de kwaliteit van de zorg voor de patiënt, die niet onnodig hoeft door te gaan met de behandeling. De onderzoekers hopen op termijn dat de AI-tool ook kan bijdragen aan het selecteren van patiënten voor operaties. Zij benadrukken dat de tool deze mogelijkheid momenteel nog niet biedt.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Gerd Altmann via Pixabay

Testfaciliteit NLR Drone DigiCity opent officieel zijn deuren

De deuren van NLR Drone DigiCity zijn onlangs officieel geopend. NLR Drone DigiCity is om een nieuwe testfaciliteit en experimenteeromgeving, met onder meer een eigen werkplaats, landingsbaan en een gesloten luchtruim boven het NLR-terrein in Marknesse.

Drones gaan naar verwachting een steeds grotere rol spelen in en meerwaarde leveren voor de maatschappij. Zo kunnen zij voor zeer uiteenlopende doeleinden worden ingezet, zoals onderzoek, inspectie en transport. De inzet van de technologie in stedelijk gebied en publieke acceptatie van drones is echter een aandachtspunt. De experimenteeromgeving NLR Drone DigiCity moet helpen hiervoor toepassingen van de grond te krijgen.

Onderdeel van NLR Drone Centre

NLR Drone DigiCity is onderdeel van het NLR Drone Centre in het Flevolandse Markenesse. NLR is een onafhankelijk onderzoeksinstituut voor (onbemande) luchtvaart. Het instituut gaf voorheen in het NLR Drone Centre sinds 2013 theorie-opleidingen en leidde sinds 2015 dronepiloten op. Aangezien er inmiddels voldoende andere opleiders zijn, is NLR gestopt met het geven van vliegopleidingen. Het NLR Drone Centre is ook bevoegd voor het certificeren van drones.

De nieuwe testfaciliteit is onder meer voorzien van een ruim 320 meter lange verharde landingsbaan voor drones. Ook is het luchtruim boven het NLR-terrein in Markenesse gesloten. Externe partijen kunnen op de locatie in een configureerbare gesimuleerde stedelijke omgeving experimenteren en zowel hun drones als gerelateerde systemen testen.

Deze stedelijke omgeving bestaat uit 24 zeecontainers, die in verschillende configuraties geplaatst kunnen worden. NLR ontwikkelt momenteel een meetsysteem met hightech digitale infrastructuur, sensoren en meetapparatuur in de stad en op rondvliegende drones voor het monitoren van de omgeving.

Luchtstroming en geluidshinder

In het centrum ligt de focus onder meer op luchtstroming rond gebouwen, die sterk en veranderlijk kunnen zijn. Dit vormt een belangrijke uitdaging bij vliegen in een stedelijke omgeving. NLR voerde in een windtunnel eerder al proeven uit met een schaalmodel van DigiCity, en bracht zo over de hoogte van bijna 8 meter de snelheid en stromingsrichting van de lucht op elke 25cm in kaart.

Een ander focuspunt is geluidshinder. Voor het in kaart brengen van geluidsproductie is een technische meet- en analyseruimte beschikbaar in het NLR Drone Centre.

Kantoorwerkplekken, werkplaats en experts beschikbaar

NLR Drone DigiCity beschikt ook over kantoorwerkplekken waar externe partijen gebruik kunnen maken. Ook is een werkplaats aanwezig. Zij vomren samen een co-creatie werkruimte, waar partijen gezamenlijk aan de slag gaan. Zo komen ook in contact komen met andere ondernemers en experts van NLR op het gebied van dronetechnologie, wet- en regelgeving en van Innovative Air Mobility (IAM).

“Met de opening biedt NLR allerlei partijen die met drones werken, zoals start-ups, mkb’s en overheidsinstellingen, de mogelijkheid om hun eigen concepten te ontwikkelen en de werking ervan in de praktijk te toetsen”, zegt Timo Nijman, projectleider van de nieuwe faciliteit. “Hiermee kunnen klanten in een afgeschermde omgeving bij vastgestelde weersomstandigheden en andere relevante condities bepalen wat de impact van de stad op hun drone is én welke impact de drone op de stad heeft”.

Ruud van Raak van Kansen voor West: “NLR Drone DigiCity heeft veel te bieden voor het Nederlandse bedrijfsleven. Naast een geïsoleerde testomgeving met werkplaats, kunnen ondernemers elkaar hier dus ook ontmoeten. In die zin een ideale plek om krachten te bundelen. Een belangrijke reden voor het programma ‘Kansen voor West’ om daarom het project financieel te steunen waarmee het helpt om de concurrentiekracht van met name het mkb te verstevigen”. Kansen voor West bevordert de concurrentiekracht van West-Nederland.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Thomas Ehrhardt via Pixabay

Digital twin moet behandeling van herseninfarct of -bloeding verbeteren

Onderzoekers van Amsterdam UMC ontvangen een Horizon-subsidie van 10 miljoen euro van de Europese Commissie voor de ontwikkeling van een digital twin van een patiënt met een herseninfarct of -bloeding. Dit moet het eenvoudiger maken te bepalen wat de beste behandeling is voor deze specifieke patiënt.

Het Gemini-project is opgezet door een consortium van negentien partners uit twaalf verschillende landen. Vanuit Nederland is Amsterdam UMC betrokken. Het doel van het project is het testen van een behandeling voor individuele patiënten, zodat vooraf duidelijk is welke behandeling goed werkt en welke juist niet.

Wat is een digital twin?

De onderzoekers wijzen erop dat simulaties een steeds grotere rol spelen in onze wereld. Zo spelen simulaties inmiddels een onmisbare rol bij het ontwerpen van onder meer auto’s en vliegtuigen. Een ander voorbeeld dat zij noemen is Max Verstappen, die een race eerst op een virtueel racecircuit rijdt voordat hij in zijn Formule 1-bolide stapt.

Een digital twin is een vorm van een simulatie. De term omschrijft een digitale kopie van een fysiek object of omgeving. Dit kan een object zijn zoals een computer, maar ook een industriële omgeving zoals een fabriek. Ook in de zorg zijn er allerlei toepassingen voor digital twins te bedenken. Zo kan een dergelijke simulatie helpen bij het voorbereiden van een operatie, maar ook bij het optimaliseren van processen in een ziekenhuis.

Steeds gebruikelijker

In de zorg zijn simulaties en digital twins dan ook steeds gebruikelijker. Zo zijn digital twins eerder ingezet om onder meer de inzet van sociale robots te verbreden en de behandeling van hartziekten te verbeteren.

Alfons Hoekstra, hoogleraar Computational Science aan de Universiteit van Amsterdam, legt uit hoe een digital twin van een patiënt tot stand komt: “Het is geen animatie, maar gaat om echte berekeningen. We voeren van de patiënt met een beroerte de bloeddruk in, het hartritme, de informatie uit de hersenscan en andere medische gegevens. Vervolgens rolt er een soort ‘digitale tweeling’ uit waarop we behandelingen kunnen simuleren.”

Is een bloedprop intact verwijderbaar?

Een voorbeeld is het verwijderen van een bloedprop bij een herseninfarct. Het uitvoeren van simulaties stelt artsen in staat te zien of een specifieke behandeling de bloedprop intact laat, of deze juist uiteen doet vallen. Belangrijk, want het uiteenvallen van een bloedprop kan levensbedreigend zijn. “Door vooraf te testen krijgt de patiënt de meest optimale behandeling”, meldt hoogleraar Neuroradiologie Charles Majoie.

“Het blijft een versimpeling, maar we komen nu wel te weten wat goed voor de individuele patiënt is. Hoe meer metingen we in de digitale tweeling kunnen stoppen, des te preciezer kunnen we voorspellen wat de beste behandeling zal zijn”, voegt Hoekstra toe.

‘Nieuwe tak van sport’

Hoekstra spreekt van een nieuwe tak van sport, aangezien de manier waarop bij dergelijke Digital Twins kunstmatige intelligentie (AI) wordt ingezet afwijkt. De manier waarop de onderzoekers data invoeren in het computermodel heet ook wel ‘kennisgedreven kunstmatige intelligentie’. De inzet van diepgaande biologische en medische kennis van beroertes staat hierbij centraal.

Dit in tegenstelling tot datagedreven AI, waarbij men puur kijkt naar grote hoeveelheden gegevens van een groot aantal eerdere patiënten. Datagedreven AI maakt het onder meer mogelijk om voorspellingen te doen.

Techniek uitwerken

Het Gemini-project krijgt 10 miljoen euro subsidie vanuit de EU. Daarnaast brengen twee partners uit Zwitserland en een Taiwanese partner samen nog eens drie miljoen euro in. Alle 19 partners leveren daarnaast expertise op gebied van computersimulatie en geneeskunde. Het project staat onder leiding van Amsterdam UMC.

Met behulp van dit geld willen de onderzoekers de komende vier jaar werken aan de techniek die het mogelijk maakt een dergelijke digital twin te creëren. Zodra deze techniek beschikbaar is, verwachten de onderzoekers nog zo’n twee jaar nodig te hebben voor het realiseren van een computersimulatie die in de praktijk inzetbaar is.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Mohamed Hassan via Pixabay

Ondernemers minder vaak bereid tot overstap naar EV-bestelwagen

De transitie naar elektrische voertuigen (EV’s) onder Nederlandse ondernemers vertraagt. Zo daalt het percentage ondernemers dat bereid is de overstap te maken naar een elektrische bedrijfswagen.

Dit blijkt uit Monitor Lichte Bedrijfs­wagens van de RAI Vereniging. Het onderzoek is uitgevoerd door VMS | Insight en biedt inzicht in de huidige en toekomstige behoeften van bedrijven met betrekking tot hun wagenpark. De focus in het onderzoek ligt op duurzame mobiliteit en elektrificatie. Zo’n 600 ondernemers namen deel aan het onderzoek. Opvallend is dat het aandeel bedrijven dat niet actief is in verduurzaming is gestegen van 16% naar 28%.

Veel bekendheid met ZES en BPM-vrijstelling

Veel ondernemers zijn bekend met Zero Emissie Zones (ZES); in 2023 is 86% van de ondernemers hiermee bekend. Met name bedrijven met een omvangrijk wagenpark verwachten dat deze zones van grote invloed gaan zijn op de samenstelling van hun wagenpark.

Ook hebben veel ondernemers interesse in de BPM-vrijstelling voor lichte bedrijfswagens. 80% van de ondervraagde ondernemers is bekend met deze regeling. De regeling is onder meer van invloed op de voertuigkeuze en -inzet. En zorgt onder meer dat ondernemers langer doorrijden met hun huidige bedrijfswagen, kiezen voor een jonge occasion, gebruikmaken van parallelimport of vervroegd overstappen op een elektrische bedrijfswagen.

Betrouwbaarheid blijft belangrijkste afweging

Duurzaamheid is overigens niet de belangrijkste overweging voor ondernemers bij de aanschaf van een bedrijfswagen. Betrouwbaarheid is het belangrijkste selectiecriterium, ongeacht omvang van het wagenpark. Wegligging en rijgedrag zijn voor kleinere parken van belang. Kosten/Total Cost of Ownership (TCOL) en actieradius spelen een grote rol voor middelgrote en grote wagenparken.

Opvallend is ook dat ondernemers minder vaak de intentie hebben om voor een EV-bedrijfswagen te kiezen ten opzichte van een bedrijfswagen op fossiele brandstof. Met name onduidelijkheid over regelgeving en gevolgen van ZE-zones en BPM-veranderingen. De interesse in EV’s is vanuit grote wagenparken groter dan vanuit kleinere wagenparken. Tot 2024 blijven ondernemers veel diesels aanschaffen. RAI Vereniging verwacht echter dat de interesse in EV’s ook onder ondernemers gaat toenemen en wijst erop dat grote wagenparken inmiddels al vaker voor EV’s kiezen.

Tot slot groeit de rol van dealers, vooral voor grote wagenparken. Zij hebben behoefte aan uitgebreide service en flexibele mobiliteits­oplossingen, en kloppen hiervoor aan bij dealers.

‘Subsidiëring en stimulering blijft noodzakelijk’

“Het onderzoek onthult een trage overgang naar elektrificatie in Nederlandse bedrijfs­wagenparken. Daarom blijft subsidiëring en stimulering noodzakelijk om ondernemers zoals de bakker, timmerman en loodgieter de transitie te kunnen laten maken”, aldus Huub Dubbelman, voorzitter sectie personen­auto’s en lichte bedrijfs­wagens. “Subsidiëring van elektrische bestel­wagens blijft voorlopig noodzakelijk, omdat de maatregelen die de overheid heeft genomen, zoals de invoering van ZES-zones en het afschaffen van de bpm-vrijstelling op dieselbestel­wagens niet het gewenste effect lijkt te hebben.”

Veel ondernemers zijn bekend met de ZES-zones en het stopzetten van de BPM-vrijstelling. Dit vertaalt zich echter niet in een grote interesse in elektrische bestelwagens. Zo is slechts een derde van de ondernemers van plan een elektrische bestelwagen aan te schaffen.

Alternatieve maatregelen

Andere ondernemers kiezen voor alternatieve maatregelen. Zij kiezen er bijvoorbeeld voor nieuwe dieselbestelwagens voor eind 2024 aan te schaffen, gebruikte voertuigen uit het buitenland te importeren of langer gebruik te maken van huidige voertuigen.

Duidelijke verschillen zijn zichtbaar tussen bedrijven van verschillende omvang. Zo zijn beheerders van grote wagenparken meer betrokken bij duurzaam mobiliteitsbeleid dan het midden- en kleinbedrijf (mkb). RAI Vereniging concludeert op basis van de resultaten dat het mkb bij de transitie naar EV’s achterblijft en meer stimulansen nodig heeft. Indien de overheid de overstap naar zero-emissie vervoer in de bestel­wagensector wil bevorderen, moet zij volgens Dubbelman duurzaam ondernemerschap belonen.

Gedoogregeling voor elektrische bestelwagens loopt af

Een belangrijke aanleiding voor de teruglopende intentie een EV-bedrijfswagen aan te schaffen is onduidelijkheid over regelgeving. Een concreet voorbeeld is het benodigde rijbewijs voor zware elektrische bestelbussen. EV’s zijn door de aanwezigheid van accu’s doorgaans een stuk zwaarder dan varianten op fossiele brandstof. Dit vertaalt zich onder meer in andere vereisten omtrent rijbewijs.

Vorige week is bekend geworden dat vanaf 2024 een C-rijbewijs nodig is voor het besturen van elektrische bestelbussen met een toegestane maximummassa van 3.501 kilo en hoger. Het besluit is van grote invloed op sommige ondernemers, die hierdoor verplicht zijn hun C-rijbewijs te halen of minder lading kunnen vervoeren dan eerder verwacht.

Op dit moment is er sprake van een gedoogregeling. Het OM wil deze gedoogregeling slechts tot 1 juni 2024 verlengen, ondanks een oproep van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om deze tot 31 december 2024 te verlengen. Onder de huidige gedoogregeling mogen bestuurder met een B-rijbewijs een elektrische bestelwagen tot maximaal 4.250 kg besturen. Normaliter ligt deze grens op 3.500 kg.

Diverse brancheorganisaties waaronder Transport & Logistiek Nederland (TLN), Koninklijke RAI Vereniging, Evofenedex, Vereniging Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA), BOVAG, Koninklijke Bouwend Nederland, Techniek Nederland, INretail, VNO-NCW en MKB-Nederland stellen dat de gedoogregeling te snel afloopt en noemen dit onacceptabel. Zij wijzen onder meer op het grote tekort aan personeel, wat de inzet van bestuurders met een C-vrachtwagenrijbewijs onmogelijk maakt.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: Wolfgang Eckert via Pixabay

ECB: ‘Zorgen over impact van AI op arbeidsmarkt historisch gezien overdreven’

De opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) leidt al lange tijd tot zorgen over de impact op de arbeidsmarkt. Historisch gezien is een flink deel van deze zorgen overdreven, stelt de Europese Centrale Bank (ECB) op basis van onderzoek.

AI is een technologie waarvan de ontwikkeling de afgelopen jaren in een stroomversnelling is geraakt. Onder meer door de opkomst van generatieve AI, bijvoorbeeld in de vorm van het populaire ChatGPT van OpenAI en Bard van Google. AI is echter zeker niet nieuw; de term is in 1950 al door de Engelse wiskundige Alan Turing omschreven.

Zorgen over impact op de arbeidsmarkt

Ook niet nieuw is dat de ontwikkeling leidt tot zorgen over de impact op de arbeidsmarkt. Zo zijn allerlei AI-technologieën al langer in opkomst. Denk daarbij aan deep learning, machine learning, beeldherkenning, geautomatiseerde vertaaltools en op algoritmes-gebaseerde aanbevelingen.

Onderzoekers van de ECB wijzen erop dat ook de opkomst van deze eerdere AI-technologieën tot zorgen hebben geleid over de impact op de arbeidsmarkt. “Golven van innovatie gaan over het algemeen samen met zorgen over de toekomst van banen. Deze vrees houdt aan, ondanks dat de geschiedenis suggereert dat eerdere zorgen over het overbodig worden van arbeid overdreven waren”, schrijven onderzoekers Stefania Albanesi, António Dias da Silva, Juan Francisco Jimeno, Ana Lamo en Alena Wabitsch op de website van de ECB.

Onderzoeken geven gevarieerd beeld

In een artikel halen de onderzoekers diverse eerder uitgevoerde onderzoeken aan, die een gevarieerd beeld geven van de impact van AI op de arbeidsmarkt en functies. Zo wijzen zij op Felten et al. (2019) en Acemoglu et al. (2022), waaruit in beide gevallen blijkt dat beroepsvelden die meer zijn blootgesteld aan AI geen significante impact op de werkgelegenheid ervaren.

Tegelijkertijd blijkt uit Acemoglu et al. (2022) wel dat de inzet van AI wel ertoe kan leiden dat minder gerelateerd zijn aan AI wel geraakt kunnen worden. De onderzoekers concluderen op basis hiervan dat hoewel nieuwe taken ontstaan, AI ook menselijke arbeid vervangt in een subset van taken.

Focus op EU

De onderzoekers wijzen er ook op dat veel onderzoeken die tot nu toe zijn uitgevoerd de focus met name leggen op de Verenigde Staten (VS). In een nieuwe onderzoekspaper (Albanesi et al. 2023) leggen zij daarom de focus op de koppeling tussen AI-enabled technologieën en de werkgelegenheid in 16 Europese landen in de periode 2011-2019. In deze jaren was onder meer sprake van een snelle opkomst van deep learning-applicaties als natural language processing, beeldherkenning, algoritme-gebaseerde aanbevelingen en fraudedetectie.

Hieruit blijkt dat een kwart van alle banen in Europese landen in belangrijke mate blootgesteld is aan AI-ondersteunde automatisering. Dit kan volgens de onderzoekers zowel een kans als een risico zijn, afhankelijk van de vraag of AI banen ondersteunt of vervangt. In verhouding met functies die blootgesteld zijn aan de impact van softwareontwikkelingen, zijn in functies die geraakt worden door AI meer hoogopgeleide werknemers werkzaam. Dit onderschrijft volgens de onderzoekers de stelling dat AI-gebaseerde technologieën kunnen concurreren met banen voor hoogopgeleide mensen.

Tegelijkertijd wijzen de onderzoekers erop dat hoewel de impact van AI varieert per opleidingsniveau, minder verschillen zichtbaar zin als we kijken naar leeftijdsgroepen.

Positieve impact

In de verschillende onderzoeken die de onderzoekers aanhalen zijn verschillende methoden gehanteerd voor het berekenen van de impact van AI op de werkgelegenheid. De onderzoekers melden dat ongeacht de methode die zij hanteren, zij een positief verband zien tussen AI-ondersteunde automatisering en veranderingen in werkgelegenheid. Deze impact varieert van 2,6% tot 4,3%.

De onderzoekers wijzen er ook op dat de impact van automatisering kan variëren per opleidingsniveau, en hierdoor ook op ongelijke wijze inkomsten kan raken. Zo zijn middelhoog opgeleide werknemers in routinematige banen vatbaarder voor de impact van computerisatie, terwijl hoogopgeleide werknemers juist vatbaarder zijn door AI-ondersteunde automatisering.

Toename van de werkgelegenheid

“Automatisering op basis van AI wordt dus in verband gebracht met een toename van de werkgelegenheid in Europa – vooral voor hooggekwalificeerde beroepen en jongere werknemers. Dit staat op gespannen voet met de gegevens uit eerdere technologiegolven toen de automatisering het relatieve aandeel van de werkgelegenheid van middelhoogopgeleide werknemers deed afnemen, wat tot polarisatie leidde”, schrijven de onderzoekers.

“We vinden echter geen bewijs van dit polarisatiepatroon voor onze steekproef, zelfs niet als we de impact van softwaregebaseerde automatisering onderzoeken, zoals blijkt uit de software-exposure door Webb (2020).” De onderzoekers zien geen relatie tussen blootstelling aan software en veranderingen in de werkgelegenheid voor de samengevoegde steekproef. Ook zijn er geen aanwijzingen dat software routinematige banen met middelmatige vaardigheden vervangt.

Meer informatie is hier beschikbaar.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Gordon Johnson via Pixabay

Lotus rolt eigen snellaadnetwerk uit in Europa

Lotus rolt een eigen snellaadnetwerk uit in onder meer de Europese Unie (EU). Het laadnetwerk moet in het tweede kwartaal van 2024 in het merendeel van de EU-lidstaten beschikbaar zijn. Ook presenteert het bedrijf zijn eigen laadpalen.

De Britse autofabrikant wil wereldwijd een netwerk van laadpalen uitrollen, die onder meer 450 kW gelijkstroom-snelladers moet omvatten. Per station moeten vier voertuigen gelijktijdig kunnen opladen. Lotus rolt het laadnetwerk wereldwijd uit. Het netwerk is per direct beschikbaar in China, en naar verwachting vanaf het tweede kwartaal in het merendeel van de EU-lidstaten en het Midden-Oosten.

Laadstress voorkomen

Met het netwerk wil Lotus onder meer de beschikbaarheid van laadpalen versterken. Het wijst hierbij op laadstress, dat de angst van EV-rijders omschrijft om niet tijdig een laadpaal te vinden en daardoor stil te komen staan.

Het ontbreken van afdoende laadinfrastructuur is een van de belangrijkste redenen voor klanten om af te zien van de aankoop van een EV, blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse Energy Policy Institute. Deze zorgen hoopt Lotus met het nieuwe laadnetwerk wegnemen.

Focus op elektrisch rijden

Niet verwonderlijk, want de Britse autofabrikant zet al langere tijd sterk in op elektrisch rijden. Het automerk biedt momenteel vier modellen aan: de Emeyra, Eletre, Emira en Evija. Alleen de Emira is met een verbrandingsmotor beschikbaar; de overige modellen zijn uitsluitend met een elektrische aandrijving verkrijgbaar.

Zowel de Eletre als Emeya kunnen snelladen. Zo belooft Lotus dat de Eletre in 20 minuten voldoende kan worden opgeladen om een bereik van 400 kilometer te realiseren. Het maximale bereik ligt op ongeveer 600 kilometer. Ook de Emeya kan snelladen en laadt in 18 minuten van 10 tot 80% accucapaciteit op. Het bereik van de Emeya is nog niet bekend gemaakt, maar is volgens Lotus vergelijkbaar met die van de Eletre.

Verschillende laadpalen beschikbaar

Naast een wereldwijd netwerk introduceert Lotus ook verschillende laadpalen, gericht op partijen die laadplekken willen aanbieden. Het gaat hierbij onder meer op de Liquid-Cooled All-in-One DC Charge, die snelladen met een vermogen van maximaal 450 kW mogelijk maakt. Lotus meldt dat de Lotus Eletre R hiermee in slechts vijf minuten kan opladen tot een bereik van 142 kilometer.

Daarnaast introduceert Lotus het Liquid-Cooled Power Cabinet. Die is een modulair elektriciteitskast geschikt voor locaties waar een hoog vermogen noodzakelijk is om laadtijden te verkorten, zoals tankstations langs snelwegen. Deze oplossing beschikt over een vermogen tot 480 kW.

Ook nieuw is de Liquid-Cooled Charging Unit. Dit is een laadstation dat in combinatie met de Liquid-Cooled Power Cabinet het mogelijk maakt tot vier voertuigen gelijktijdig op te laden. De unit biedt een maximaal vermogen van 600 Ampère.

Steeds meer laadpalen in de EU

Het aantal laadpalen in de EU stijgt overigens snel. Zo blijkt uit cijfers van de Europese vereniging voor laadpaalaanbieders ChargeUp dat het aantal laadpalen in de EU in een jaar tijd met 44% is gestegen. In totaal zijn er ruim 475.000 laadpalen te vinden in de EU. Dit aantal lag een jaar geleden nog op 330.000 stuks. Nederland is samen met Duitsland en Frankrijk goed voor 50% van de publieke laadpunten in de EU.

Wel blijkt de hoeveelheid publieke laadinfrastructuur in Nederland, Luxemburg, Litouwen en Estland te zijn teruggelopen. Dit komt doordat een deel van de laadpalen die eerder als publiek is aangemerkt in werkelijkheid privé blijkt te zijn.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: Lotus

Nissan investeert miljarden in nieuwe Britse EV-gigafactory

Nissan investeert tot twee miljard Britse pond, omgerekend 2,3 miljard euro, in de productie van elektrische voertuigen in het Britse Sunderland. In zijn fabriek in Sunderland wil Nissan twee modellen EV’s gaan produceren: een elektrische versie van de Juke en een elektrische Qashqai.

Dit is door de Britse minister-president Rishi Sunak bekend gemaakt. Nissan is al lange tijd actief in het Britse Sunderland; het Japanse bedrijf opende in 1986 de deuren van zijn fabriek in Sunderland. In de fabriek zijn sinds de opening al meer dan 11 miljoen voertuigen gebouwd.

Nieuwe gigafactory gepland

Nissan wil nu een nieuwe gigafactory voor EV’s gaan bouwen in Sunderland. Het Japanse automerk investeert in totaal 1,12 miljard Britse pond, omgerekend 1,29 miljard euro, in deze gigafactory.

Deze fabriek spitst zich toe op de productie van de elektrische Juke en Qashqai. Deze modellen zet Nissan naast zijn bestaande Leaf EV’s op de markt.

Totale investering komt uit op 2 miljard Britse

Daarnaast investeert Nissan 8,8 miljoen Britse pond (omgerekend ruim 1 miljard euro) in de toeleveringsketen en infrastructuur rondom zijn nieuwe gigafactory. De Japanse autofabrikant steekt hiermee in totaal 2 miljard Britse pond in de Britse automotive-sector.

Nissan voert hiermee zijn investeringen in productie in het Verenigd Koninkrijk (VK) verder op. Het kondigde in 2021 samen met accupartner AESC al een investering een miljard Britse pond aan in een EV-hub. Sinds 2021 stak Nissan in totaal al 3 miljard dollar in de Britse automotive-sector.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: sawyersong via Pixabay

Nieuw systeem filtert 50 ton CO2 uit de lucht op jaarbasis Frankrijk helpt minima met goedkope leasecontracten aan EV Gelderse Vallei onderzoekt inzet van Augmented Reality bij schouderoperaties Verve Motion haalt 20 miljoen dollar op bij investeerders voor exosuit NIO opent negende accuwisselstation in Nederland AI-tool maakt snelle en nauwkeurige meting van levertumoren mogelijk Testfaciliteit NLR Drone DigiCity opent officieel zijn deuren Digital twin moet behandeling van herseninfarct of -bloeding verbeteren Ondernemers minder vaak bereid tot overstap naar EV-bestelwagen ECB: ‘Zorgen over impact van AI op arbeidsmarkt historisch gezien overdreven’ Lotus rolt eigen snellaadnetwerk uit in Europa Nissan investeert miljarden in nieuwe Britse EV-gigafactory

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven