maart 2022 - Jaarbeurs
Het event voor slimme maakoplossingen

Nederlandse R&D-investeringen blijven achter

Nederland investeert 2,3% van het bruto binnenlands product (BBP) in onderzoek en ontwikkeling (research & development / R&D). Dit komt neer op een jaarlijkse investering van 22 miljard euro. Ons land loopt hiermee ver achter op andere landen.

Dit blijkt uit cijfers die TNO deelt. Zowel onze ooster- als zuiderburen investeren aanzienlijk meer in R&D. Zo steken de Duitsers jaarlijkse 3,1% van het BBP in R&D, terwijl dit percentage in België op 3,5% ligt. Koploper wereldwijd is Zuid-Korea, dat op jaarbasis 4,9% van het BBP in R&D investeert.

Apple investeert meer dan heel Nederland bij elkaar

Een voorbeeld is de Veldhovense fabrikant van chipmachines ASML, dat in 2022 in totaal 3 miljard euro investeerde in R&D. Het bedrijf staat daarmee wereldwijd op de 64ste positie qua R&D-investeringen. TNO trekt daarbij de vergelijking met Apple, dat op de vierde positie staat. Het Amerikaanse techbedrijf investeerde in datzelfde jaar 24 miljard euro in R&D. Dit is meer dan heel Nederland bij elkaar.

Nederland loopt achter op andere Europese landen; ons land haalt de EU-norm van 3% niet. Naast Duitsland en België investeren ook Denen, Finnen en Oostenrijkser meer in R&D. Een ander land dat achterblijft is Frankrijk.

Private uitgaven blijven achter

Op basis van een analyse meldt TNO dat de achterblijvende R&D-investeringen deels zijn te verklaren door relatief beperkte private uitgaven aan R&D. “Om tot de 3% doelstelling te komen is 1% voor rekening van de overheid en 2% voor rekening van private partijen”, meldt TNO.

Een verklaring voor de achterliggende private investeringen kan volgens TNO de verslechtering van het Nederlandse ondernemers- en investeringsklimaat zijn, met name voor de industrie. De oorzaak hiervan ligt onder meer bij de toegenomen regeldruk, relatief hoge energiekosten en congestie op onder meer het elektriciteitsnet, wegen, huizenmarkt en arbeidsmarkt.

Top vijf partijen

Als we kijken naar de partijen die het meest in R&D investeren gaat ASML met ruim 3 miljard euro aan leiding. NXP Semiconductors volgt met ruim 2 miljard euro. Philips rondt de top drie af met 1,83 miljard euro aan R&D-investeringen. ASML, NXP en Philips staan hiermee op de wereldwijde ranglijst respectievelijk op de 64ste, 111ste en 124ste positie.

Andere spelers in de top vijf zijn Ahold en TomTom. Ahold investeerde in 2022 in totaal 370 miljoen euro in R&D, wat het bedrijf op de 519de positie op de wereldwijde ranglijst plaatst. TomTom volgt met 344,43 miljoen euro, goed voor een 547ste positie.

R&D-uitgaven anders verdeeld

Nederland investeert veel in fundamenteel onderzoek. Dit is vaak gericht op nieuwe kennis, zonder dat er specifieke toepassingen of gebruik van de kennis in zicht is. Het gaat daarbij om onderzoek om nieuwe kennis te verwerven over onderliggende fundamenten van verschijnselen en waarneembare feiten.

Veel andere landen richten investeringen juist vooral op valorisatie en toegepast onderzoek rond concrete producten en diensten. Denk daarbij aan Japan, de Verenigde Staten en Zuid-Korea. Het gaat daarbij om onderzoek om nieuwe kennis op te doen gericht op specifiek praktisch doel of doelstelling. Nederland investeert verhoudingsgewijs veel in academisch onderzoek. Ons land slaagt er volgens TNO echter onvoldoende in om kennis naar de markt te brengen.

Om de EU-norm van 3% te halen, moet Nederland op jaarbasis 6,7 miljard euro extra investeren in R&D.

Wereldwijde ranglijst

Wereldwijd zijn er vooral veel Amerikaanse partijen in de top vijf te vinden. De top vijf ziet er als volgt uit:

  • Alphabet (37 miljard euro / VS)
  • Meta (31,5 miljard euro / VS)
  • Microsoft (25,5 miljard euro / VS)
  • Apple (24,6 miljard euro / VS)
  • Huawei (20,9 miljard euro / China)

Volkswagen is de hoogstgenoteerde Europese organisatie en staat met 18,9 miljard euro aan R&D-investeringen op de zesde positie. Het Zwitserse farmaceutische bedrijf Roche volgt op de negende positie met 14,3 miljard euro, terwijl het eveneens Zwitserse farmaceutische bedrijf Novartis volgt me3t 8,5 miljard euro. Andere Europese spelers in de top 25 zijn:

  • Mercedes-Benz (8,5 miljard euro / 16de positie)
  • Robert Bosch (7,5 miljard euro / 23ste positie)
  • BMW (7,2 miljard euro / 25ste positie)

Een factsheet met meer informatie over het onderzoek van TNO is hier beschikbaar.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Consortium werkt aan recyclebare zonnepanelen

Zonnepanelen maken het mogelijk duurzame energie op te wekken, en dragen zo bij aan het ontlasten van het milieu. Tegelijkertijd zijn traditionele zonnepanelen niet tot nauwelijks recyclebaar aan het einde van hun levensduur. In het EU-Horizon project PILATUS werkt een consortium van 19 bedrijven en onderzoeksinstellingen daarom aan recyclebare zonnepanelen.

Het consortium – dat bestaat uit 19 bedrijven en onderzoeksinstellingen – werkt een alternatief ontwerp voor zonnepanelen waarbij individuele componenten en materialen beter toegankelijk zijn. Dit moet het recyclen van de onderdelen mogelijk maken.

Achterzijdecontact-cellen

Binnen het project PILATUS werken de partijen aan een pilotline voor de productie van heterojunctie silicium zonnecellen met achterzijdecontact technologie (interdigitated back-contact / IBC). Achterzijdecontact-cellen kunnen in potentie de allerhoogste rendementen halen voor enkelvoudig silicium, meldt TNO.

TNO ontwikkelde eerder de zogeheten ‘release encapsulant’, en is vanuit deze rol bij PILATUS betrokken. De encapsulant vormt een verbindingslaag voor het inbedden van zonnecellen in het zonnepaneel, en zorgt daarnaast voor mechanische integriteit. Aan het einde van de levensduur is het materiaal bij traditionele zonnepanelen echter moeilijk te verwijderen.

4.000 ton zonnepanelen gaan jaarlijks de shredder in

Dit betekent in de praktijk dat veel zonnepanelen die het einde van hun levensduur hebben bereikt in de shredder eindigen en worden verbrijzeld tot vulmateriaal voor gebruik in de (wegen)bouw. Binnen de Europese Unie (EU) gaat het op jaarbasis om zo’n 4.000 ton zonnepanelen.

De hoeveelheid stijgt daarnaast door de toenemende hoeveelheid zonnepanelen. Zo komen in Nederland in 2030 naar schatting een kwart miljoen panelen in aanmerking voor verwijdering. Wereldwijd gaat in 2050 naar schatting om 10 miljard zonnepanelen, met een gezamenlijk gewicht van 60 miljoen ton.

Van verbrijzelen naar recyclen

Eerder is al een nationaal gefinancierd project genaamd DEREC uitgevoerd. In dit project toonde TNO al aan dat het mogelijk is zonnepanelen op verantwoorde wijze te ontmantelen. Binnen het PILATUS-project passen de partijen deze werkwijze toe op de heterojunctie silicium zonnepanelen met achterzijdecontact technologie (IBC SHJ) van Meyer Burger.

Het project kent als doel de ontwikkeling van circulaire zonnepanelen op Europese en Amerikaanse bodem mogelijk te maken. Het moet zo helpen de afhankelijkheid van Azië te verminderen. “Het is de bedoeling op termijn circulair ontworpen zonnepanelen in Europa te produceren”, zegt Martin Späth, Senior Scientist bij TNO. “Goed voor het milieu en voor het creëren van nieuwe bedrijvigheid. Vanuit de EU is er wetgeving op komst: de Net Zero Industry Act (opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) en de Critical Raw Materials Act (opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website), gericht op de productie van circulaire producten met verminderde uitstoot van broeikasgassen. In het PILATUS-project werken we samen met bedrijven die daar zelf al volop mee bezig zijn. We moeten van ‘weight towards value’, oftewel van tonnen aan afval naar het terugwinnen en hergebruiken van waardevolle materialen als glasplaten voor zonnepanelen, silicium en zilver.”

Europese fabriek

Het Zwitserse Meyer Burger, leverancier van machines om zonnecellen te produceren, is coördinator van het PILATUS-project. Meyer Burger gaat een fabriek bouwen gebaseerd op de nieuwe IBC SHJ-technologie. Norwegian Crystals (NCR), eveneens als partner bij PILATUS betrokken, levert de ‘wafers’ die het basismateriaal vormen voor het maken van de zonnecellen. Een aangepast productieproces voor de zonnecellen maakt het ‘afval’ dat bij het vormzagen van de wafers ontstaat volledig herbruikbaar voor het produceren van nieuwe heterojunctie zonnecellen.

“De combinatie van kennis en praktijk bij de samenwerking tussen de partijen in dit project zal Europa wereldwijd op voorsprong zetten. In Azië is enorm geïnvesteerd in technologieën waar wij hier juist afscheid van willen nemen omdat de zonnepanelen niet goed recyclebaar zijn”, aldus Späth.

Praktisch haalbaar en rendabel ontmantelingsproces

“TNO richt zich in het bijzonder op circulariteit door specifieke aandacht voor toepassing van ‘closed loop’ materiaal en het ontmantelen van een zonnepaneel in zuivere componenten voor verdere gerichte recycling daarvan. We testen de gefabriceerde zonnepanelen onder meer in onze klimaatkamers met als doel een praktisch haalbaar en rendabel ontmantelingsproces.”

Meer informatie over het PILATUS-project is hier beschikbaar.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

4CEE neemt Tradeinterop over

4CEE neemt de speler op het gebied van e-facturatie en e-procurement Tradeinterop over. 4CEE integreert daarbij alle activiteiten van Tradeinterop in zijn portfolio.

Tradeinterop levert onder meer boekhoudsoftware voor e-facturatie, waarmee gebruikers digitale facturen via het beveiligde Peppol-netwerk (Pan-European Public Procurement Online) kunnen aanleveren. Dit is een beveiligd netwerk, dat onder beheer staat van de Europese Commissie. Het netwerk maakt het mogelijk facturen en orders volgens de UBL-standaard uit te wisselen. Dit maakt onder meer het uitwisselen van documenten met de Nederlandse overheid en Europese bedrijven mogelijk.

E-facturen aanleveren via bestaande software

Ook biedt Tradeinterop oplossingen aan waarmee organisaties e-facturen kunnen aanleveren via bestaande ERP- en op maat gemaakte software. Dit zonder bestaande software of processen te hoeven wijzigen. De software zet daarbij de e-facturen van organisaties om naar het Peppol-formaat, wat het mogelijk maakt de facturen via het Peppol-netwerk naar klanten te versturen. Het ondersteunt daarbij diverse formaten voor facturen, waaronder UBL, DICO (SALES en INSBOU), SETU, Energie eFactuur, UN/CEFACT, iDOC en FatturaPA.

De software maakt het eveneens mogelijk ontvangen e-facturen te ontvangen via het Peppol-netwerk. Tradeinterop zet de facturen daarbij om in het juiste formaat, zodat deze in de bestaande software van organisaties kan worden verwerkt.

Leveranciers e-facturatie laten omarmen

Indien een organisatie wil overstappen op e-facturatie en digitale facturen wil kunnen ontvangen, is het belangrijk dat leveranciers deze werkwijze eveneens omarmen. Ook bij dit proces biedt Tradeinterop ondersteuning. Met behulp van tooling en advies, onderdeel van de oplossing Tradeinvite, helpt het bedrijf leveranciers bij het maken van deze overstap. Het heeft hiervoor onder meer een zogeheten Onboarding Manager ontwikkeld voor het geautomatiseerd benaderen van leveranciers en monitoren van de resultaten van campagnes rondom het onboarden van leveranciers. Ook traint het bedrijf organisaties, zodat zij het onboardingproces na verloop van tijd zelf op zich kunnen nemen.

Tot slot biedt Tradeinterop een oplossing genaamd Tradeinsights, die inzicht biedt in het facturatieproces. De oplossing geeft organisaties in realtime inzicht in data rondom het versturen, ontvangen en verwerken van facturen. Het doel hiervan is hert optimaliseren van facturatieprocessen en de overstap op e-facturatie.

Administratieve processen ondersteunen

Dankzij een overname komt Tradeinterop in handen van 4CEE, een speler op het gebied van software voor finance en administratie. 4CEE is een groep IT-bedrijven die oplossingen biedt die de administratieve processen van organisaties ondersteunen. De groep bestaat uit vijf partijen:

  • ICreative: Een Basware- en Kofas-partner die procure-to-pay- en e-facturatie-oplossingen levert voor grote ondernemingen en zowel onderwijs- als overheidsinstellingen. De oplossingen geven bedrijven meer controle over hun bedrijfsuitgaven en vereenvoudigen daarnaast het inkoop- tot betalingsproces.
  • Easy Systems: biedt ERP-onafhankelijke software aan voor het ondersteunen van purchase-to-pay- en e-facturatieprocessen. De software automatiseert daarbij administratieve processen en neemt bedrijf zo werk uit handen.
  • Coforce: Automatiseert werk met behulp van Robotic Process Automation (RPA). RPA is een technologie die terugkerende bedrijfsprocessen en taken met behulp van software automatiseert.
  • Diesis: Automatiseert het order-to-cash-proces, en neemt het beheer van en de ondersteuning voor de omgeving van inkoop- en financesoftware Unit4 Financials op zich.
  • Stiply: Biedt een digitale ondertekenoplossing voor middelgrote en grote organisaties aan. De oplossing ondersteunt het digitaal ondertekenen van documenten en biedt daarnaast inzicht in het ondertekenproces.

De groep breidt nu dus uit met Tradeinterop, dat inmiddels vanuit De Meern is verhuisd naar het kantoor van 4CEE in Ede. Naast het portfolio van Tradeinterop neemt 4CEE ook het team van het bedrijf over. Tradeinterop bedient in Nederland en België meer dan 135 klanten, waaronder Exact, citizenM, Bidfood, Moneybird, SnelStart, WeFact en Staatsbosbeheer.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: 4CEE

Eurocommissaris Breton bezorgd over Europese auto-industrie

Eurocommissaris Thierry Breton maakt zich grote zorgen over de Europese auto-industrie. Breton meldt er binnen de Europese Commissie onrust is uitgebroken over ontwikkelingen binnen de sector. Aanleiding zijn de problemen bij de Duitse autofabrikant Volkswagen, dat overweegt fabrieken te sluiten.

Volkswagen verkeert in zwaar weer. De Duitse autofabrikant overweegt voor het eerst in zijn 90-jarig bestaan fabrieken te sluiten. Topman Oliver Blume noemt de situatie in het Duitse Bild alarmerend en stelt dat grote veranderingen nodig zijn om de toekomst van Volkswagen veilig te stellen.

Zwakke autoverkopen

De problemen zijn volgens Volkswagen onder meer te wijten aan de zwakke autoverkopen in Europa. De autoverkoop is na de COVID-19 pandemie niet hersteld, stelt Blume. Daarnaast wijst de topman op groeiende concurrentie vanuit Azië. Hij stelt dat de taart daardoor steeds kleiner wordt, terwijl juist meer partijen hiervan een deel willen. Blume ziet de problemen zich niet alleen beperken tot Volkswagen, maar stelt dat er grote uitdagingen zijn voor de volledige Europese auto-industrie.

Een van de maatregelen die Volkswagen overweegt is dus het sluiten van fabrieken. Het zou voor het eerst in het 90-jarig bestaan van de autofabrikant zijn dat een Volkswagen-fabriek zijn deuren sluit. Het nieuws is in Duitsland dan ook als een bom ingeslagen en leidt onder personeel tot grote onvrede. Volkswagen praatte personeel woensdag 4 september bij over de situatie, waarbij door boze werknemers werd geprotesteerd.

Impact op arbeidsgelegenheid nog onbekend

Details over de plannen van Volkswagen ontbreken. Zo laat het bedrijf in het midden welke fabrieken het zou willen sluiten. Hierdoor is ook onduidelijk wat de impact is op de arbeidsgelegenheid bij de autofabrikant. In totaal zijn ongeveer 120.000 mensen in Duitsland werkzaam bij Volkswagen. De deelstaat Nedersaksen, dat één van de grootste aandeelhouders van Volkswagen is, zou de maatregelen steunen.

De autofabrikant uit Wolfsburg kondigde eerder dit jaar al aan te gaan bezuinigen; het bedrijf hoopt in totaal 10 miljard euro te kunnen besparen. Dit is volgens Volkswagen nodig met het oog op onder meer de hogere grondstofprijzen en inflatie. Het sloot toen het sluiten van fabrieken en schrappen van banen nog uit tot 2029. Wel introduceerde het een regeling voor vervroegd pensioen voor werknemers die in 1967 zijn geboren.

‘Economische omstandigheden aanzienlijk verslechterd’

Het bedrijf hierop nu dus terug; Blume stelt dat de economische omstandigheden in korte tijd aanzienlijk zijn verslechterd. Verregaande maatregelen zoals het sluiten van fabrieken zijn daardoor volgens de topman niet uit te sluiten.

Blume benadrukt in gesprek met Bild overigens te willen blijven inzetten op Duitsland voor autoproductie. Hij wijst daarbij op de lange geschiedenis van het autobedrijf in het land en diens rol als werkgever, en stelt deze rol te willen voortzetten.

Ook zustermerk Audi verkeert in zwaar weer. Zo is toekomst van een Audi-fabriek in het Belgische Brussel onzeker. Audi en de Volkswagen Groep wijzen geen nieuw model meer toe aan de fabriek, waar tot 2027 nog de Q8 e-tron werd geproduceerd. Dit is door de directie van de fabriek tijdens een ondernemingsraad bekend gemaakt, melden vakbonden aan Belgische media. Dat betekent dat er nog twee opties zijn om het voortbestaan van de fabriek op de lange termijn zeker te stellen: het vinden van een investeerder die de fabriek wil overnemen of de productie van onderdelen voor een andere fabriek.

Europese Commissie is bezorgd

De Europese Commissie is bezorgd over de situatie in de Europese auto-industrie. Thierry Breton, Eurocommissaris voor Interne Markt en Diensten, uit in gesprek met het Duitse Handelsblatt zijn zorgen. Hoewel vanuit de Europese Commissie de transitie naar elektrisch rijden is versneld, mag dit volgens Breton niet ten kosten gaan van het concurrentievermogen van Europese autofabrikanten. Breton noemt het essentieel de Europese klimaatdoelstellingen en het Europese concurrentievermogen met elkaar te combineren.

Breton wijst daarbij op de huidige ontwikkelingen in de Duitse auto-industrie, en meldt dat dit tot zorgen leidt binnen de Europese Commissie. De Eurocommissaris wijst op het belang van het behouden van kennis, innovatieve kracht en het concurrentievermogen van de Europese auto-industrie.

Stagnerende vraag naar EV’s

De Eurocommissaris wijt de problemen in de sector onder meer aan de stagnerende vraag naar elektrische voertuigen (EV’s). Autofabrikanten zijn volgens Breton onvoldoende erin geslaagd Europese klanten te overtuigen van elektrische mobiliteit. Want hoeveel de Europese vraag naar EV’s dit jaar met 1,3% is gestegen, is het aandeel van EV’s in de totale automarkt teruggelopen van 14,6% vorig jaar tot 12,5% dit jaar.

Breton uit tegenover Handelsblatt ook zijn zorgen over de teruglopende productie van EV’s in Europa. Voor EV’s is het handelstekort met China inmiddels opgelopen tot 8,8 miljard euro; de EU importeert fors meer EV’s uit China dan het exporteert naar het Aziatische land.

Eerder stelde de Europese Commissie al dat Chinese autofabrikanten op oneerlijke wijze concurreren met Europese tegenhangers. Om dit te compenseren introduceerde het hogere importtarieven voor EV’s van Chinese makelij.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

Startup Carbyon haalt miljoenen op voor uit de lucht halen van CO2

Het Eindhovense Carbyon haalt bij investeerders 15,3 miljoen euro op voor het afvangen van CO2 uit de lucht. Het wil het geld gebruiken voor het demonstreren zijn zogeheten Direct Air Capture (DAC)-technologie op volledige schaal.

Carbyon ontwikkelt apparatuur voor het uit de lucht filteren van CO2. De stof kan hierdoor vervolgens worden opgeslagen ondergronds, of worden omgezet in alternatieven voor fossiele brandstof-gebaseerde producten. Het bedrijf is een spin-off van TNO en in 2019 opgericht door Hans De Neve. Het richt zich op het ontwikkelen van betaalbare en schaalbare technologie voor het aanpakken van klimaatverandering.

Miljoenen euro’s opgehaald

In totaal haalde het bedrijf al 25 miljoen euro op bij investeerders, waarvan 15,3 miljoen euro tijdens zijn meest recente investeringsronde. Onder meer Siemens Financial Services, Omnes Capital en Global Cleantech Capital zijn nieuwe investeerders in het bedrijf. Eerder staken ook Invest-NL, Innovation Industries, Lowercarbon Capital en De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) geld in het bedrijf.

De zogeheten ‘fast swing’-technologie die door Carbyon is ontwikkeld vergroot de CO2-capaciteit en kan zo de productie-, energie- en projectkosten terugdringen. Het bedrijf noemt deze factoren van kritiek belang voor het mogelijk maken van grootschalige implementaties.

Hoge snelheid verlaagt kosten

Deze technologie zijn onderdeel van de DAC-machines die het bedrijf produceert, waarbij het gebruik maakt van een gepatenteerde technologie voor het snel afvangen van CO2 uit de lucht. De snelheid van dit proces verlaagt de kosten van de DAC-machines, waardoor het de kosten per ton afgevangen CO2 terugdringt.

Carbyon werkt al langer aan de technologie, en heeft deze de afgelopen jaren verder uitgewerkt met het oog op het opschalen hiervan. Met het geld dat het bedrijf nu ophaalt bij investeerders wil het een technische demonstratie ontwikkelen, en zich voorbereiden om de technologie op de markt te brengen.

50.000 machines op jaarbasis produceren

De eerste modellen worden getest op de High Tech Campus Eindhoven en vervolgens verscheept naar pilotpartners die de technologie in het veld gaan testen. Carbyon streeft naar een productie van 50.000 DAC-machines in 2031 op jaarbasis, en wil dit vervolgens verder opvoeren.

Auteur: Wouter Hoeffnagel

RWE start bouw supersnel batterijopslagsysteem die netstabiliteit helpt waarborgen

RWE is van start gegaan met de installatie van een snel batterijopslagsysteem bij haar elektriciteitscentrale in Moerdijk. De batterij draagt bij aan het vergroten en waarborgen van de netstabiliteit.

De batterij kent een capaciteit van 7,5 megawatt (MW) en een opslagcapaciteit van 11 megawattuur (MWh). De batterij kan razendsnel elektriciteit leveren of juist afnemen. Zo helpt het opslagsysteem bij het vergroten van de netstabiliteit en beschermen van het elektriciteitsnet tegen te grote frequentieafwijkingen.

In traditionele energiesystemen met voornamelijk conventionele energieopwekking levert de inertie van roterende massa’s van conventionele energiecentrales momentreserve. In een kolen- of gasgestookte centrale drijft een stoomturbine een generator aan, die op zijn beurt energie opwekt. Indien er in een dergelijk energiesysteem te veel energie wordt afgenomen, remt dat de generator te veel af. Dankzij intertie behoudt de generator korte tijd nog zijn snelheid, zodat de stoomturbine kan worden bijgeregeld en het elektriciteitsnet stabiel blijft.

Verlies van inertie compenseren

Naarmate de overstap op duurzame energiebronnen toeneemt en het gebruik van conventionele energieopwekking daalt, neemt het aantal roterende generatoren echter af. Hierdoor daalt ook de hoeveelheid inertie, wat kan leiden tot instabiliteit van het elektriciteitsnet. Batterijopslagsystemen zoals het systeem dat RWE realiseert helpen met het compenseren van dit verlies.

Marinus Tabak, COO van RWE Generation en RWE Country Chair voor Nederland: “Onze nieuwe batterij is innovatief omdat zij meer doet dan alleen energie opslaan. Met dit project testen we de levering van inertie via een batterijopslagsysteem in het continentale Europese net. Dergelijke systemen zullen in de toekomst een belangrijke rol spelen bij het in balans houden van moderne elektriciteitsnetten. Vooral omdat we in heel Europa steeds meer overstappen op hernieuwbare energie en gedecentraliseerde energiesystemen.”

Lithium-ijzer-fosfaat-batterijcontainers

RWE installeert op de Moerdijk Centrale drie lithium-ijzer-fosfaat-batterijcontainers als onderdeel van het batterijopslagsysteem. Het sluit dit systeem via de bestaande netaansluiting aan op het hoogspanningsnet. Het systeem is voorzien van zeer reactieve regeltechnologie en omvormers met grid forming-functionaliteit, waardoor het systeem onmiddellijk reservevermogen kan leveren. Grid forming omschrijft het vermogen om belangrijke functies over te nemen die conventionele energiecentrales traditioneel uitvoeren voor het bewaken van de stabiliteit van het elektriciteitsnet.

Naar verwachting neemt RWE het energieopslagsysteem eind 2024 in gebruik, waarna een testfase van twee jaar van start gaat. Netbeheerder TenneT is partner van het project. TenneT ontwikkelt tijdens de pilotfase de technische eisen en netconformiteitsprocedures voor de netvormende functie verder uit.

OranjeWind

Het project is onderdeel van OranjeWind, een Nederlands offshore windproject dat RWE samen met partner TotalEnergies ontwikkelt. Het windpark ligt op 53 kilometer van de Nederlandse kust en kent een opgesteld vermogen van bijna 800 MW. Het moet op jaarbasis voldoende energie leveren voor ruim een miljoen Nederlandse huishoudens. Het project moet een blauwdruk vormen voor de integratie van offshore windparken in het Nederlandse energiesysteem. En zo helpen uitdagingen van de fluctuerende elektriciteitsproductie van windenergie en wisselende elektriciteitsvraag te overwinnen.

Onderdeel van OranjeWind zijn ook de ontwikkeling van nieuwe elektrolysercapaciteit en e-boilers, terwijl het project daarnaast inzet op het slim opladen van elektrische voertuigen. Bedrijven en start-ups krijgen als onderdeel van OranjeWind de kans innovaties te demonstreren in een werkend project, met als doel het versnellen van de commerciële toepassing van nieuwe technologieën.

Tweede batterij van RWE in Nederland

De batterij in Moerdijk is de tweede batterij die RWE in Nederland realiseert. Begin dit jaar is de bouw van een batterijopslagfaciliteit in de Eemshaven van start gegaan. Deze batterij krijgt een geïnstalleerd vermogen van 35 MW en een opslagcapaciteit van 41 MWh.

RWE bouwt in zowel Europa, de Verenigde Staten als Australië batterijopslagsystemen. Alle systemen die het bedrijf momenteel exploiteert kennen een totale capaciteit van 0,7 gigawatt. Daarnaast zijn wereldwijd meer dan 1 GW aan projecten in aanbouw. RWE wil haar batterijopslagcapaciteit wereldwijd uitbreiden tot 6 GW in 2030.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: RWE

Denen stellen plannen voor energie-eiland in Noordzee met zeker drie jaar uit

Deense plannen voor het realiseren van een energie-eiland in de Noordzee zijn met minimaal drie jaar uitgesteld. Het eiland komt er op zijn vroegst pas in 2036, maakt de Deense minister van Klimaat en Energie Lars Aegaard bekend.

Minister Aegaard meldt aan de Deense zakenkrant Borsen dat het land mogelijk wil samenwerken met Duitsland rond de realisatie van het energie-eiland. De Denen hopen Duitsland te overtuigen ook in het project te investeren.

Hub voor windparken op zee

Het gaat om een eilanden die hub fungeren voor windparken ver op zee. De hubs verdelen energie die de windparken opwekken over verschillende landen. Zo kan energie vanaf locaties waar veel windenergie beschikbaar is worden doorgestuurd naar landen waar juist veel behoefte is aan duurzame energie.

De Denen willen twee van dergelijke eilanden realiseren: één in de Noordzee en één in de Oostzee. Het energie-eiland in de Noordzee moet op ongeveer 100 km uit de kust van het Deense Thorsminde in Jutland komen te liggen. Het gaat elektrotechnische faciliteiten huisvesten voor het routeren van elektriciteit van windturbines naar het elektriciteitsnet.

Tot 10GW aan windenergie

Mogelijk wordt ook een haven en servicefaciliteiten aangelegd voor 3 tot 4GW aan offshore windparken. In een later stadium willen de Denen het eiland en de bijbehorende windparken uitbreiden om tot 10GW aan windenergie op te wekken. Het is de bedoeling dat de energie niet alleen wordt geleverd aan Denemarken, maar ook aan omringende landen.

Het plan voor de energie-eilanden stamt al uit 2020, toen een brede meerderheid van het Deense parlement voor de realisatie stemden. Het is niet voor het eerst dat de bouw vertraging oploopt. Medio 2023 werden de plannen in de ijskast gezet om het model voor de bouw van het eiland opnieuw te kunnen evalueren. Nu loopt de bouw van het eiland in de Noordzee opnieuw vertraging op.

Opnieuw vertraging

Nu loopt het plan dus opnieuw vertraging op. Ditmaal zijn zorgen over de kosten van het energie-eiland aanleiding om het project uit te stellen. Zo was een belangrijke voorwaarde voor de realisatie van het project dat het zonder subsidies zou worden uitgevoerd.

De realisatie van het eiland was van oorsprong een Deens-Belgisch project. Minister Aegaard hoopt dat naast de Belgen ook de Duitsers bereid zijn te investeren in het energie-eiland. In dat geval wordt het project ook aangepast om Duitsland aan te sluiten op het energie-eiland, wat vertraging oplevert. Minister Aegaard meldt aan Borsten dat het eiland daardoor op zijn vroegst in 2036 kan worden gerealiseerd. De bereidheid van Duitsland om deel te nemen aan de financiering van het project zou daarop van grote invloed zijn.

Ook plannen in België

België werkt overigens ook aan het Prinses Elisabeth Eiland, wat het eerste kunstmatige energie-eiland ter wereld moet worden. Dit eiland moet een knooppunt worden om onderzeese hoogspanningskabels met het Verenigd Koninkrijk en Duitsland te verbinden.

Daarnaast kondigde Copenhagen Infrastructure Partners, dat veel in duurzame energie investeert, eerder al aan de komende decennia 150 miljoen euro te willen investeren in een energie-eilanden dat eveneens in de Noordzee moeten komen te liggen. Op de eilanden wil het windturbines realiseren en met behulp van elektrolysers groene waterstof realiseren.

North Sea Wind Power Hub

In Nederland presenteerde TenneT in 2016 al zijn visie voor de North Sea Wind Power Hub. Ook is een consortium opgericht dat de mogelijkheden op dit gebied onderzoekt, waarbij ook Deense en Duitse partijen betrokken zijn. Betrokken partners zijn TenneT Nederland, TenneT Duitsland, de Deense netbeheerder Energinet, Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam. Uit een haalbaarheidsonderzoek bleek toen dat concept technisch en economisch uitvoerbaar is. Naar verwachting wordt de eerste hub begin jaren ’30 ontwikkeld.

Meer informatie over de Deense energie-eilanden in de Noordzee en Oostzee is hier beschikbaar.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Pixabay

Amerikaans bedrijf plaatst kroon bij patiënt met behulp van robot

Voor het eerst is met behulp van een robot geheel geautomatiseerd een tandheelkundige procedure uitgevoerd op een mens. Daarbij is gebruik gemaakt van een robotsysteem dat bestaat uit een combinatie van een robotarm en AI-gedreven beeldvormingsoftware.

De robot is ontwikkeld door Perceptive, dat is gespecialiseerd in tandheelkundige roboticasystemen. Met de robot wil het Amerikaanse bedrijf volledige tandheelkundige procedures zoals het plaatsen van een kroon of het plaatsen van vullingen geautomatiseerd uitvoeren.

Tijdwinst

Dit moet onder meer een aanzienlijke tijdwinst opleveren; Perceptive meldt dat het plaatsen van een kroon handeling in slechts vijftien minuten mogelijk is met zijn robot. Ter vergelijking: het plaatsen van een kroon op de traditionele manier vereist doorgaans twee afspraken van ongeveer een uur per stuk.

Het robotsysteem maakt gebruik van volumetrische 3D-data voor diagnostiek en het plannen van behandelingen. De procedure start met een optische coherentietomografie (OCT), een scan die de interne structuur van onder meer tanden kan visualiseren met op microscopische resolutie. Kenmerkend is daarbij dat de patiënt niet wordt blootgesteld aan straling.

Perceptive ontwikkelde hiervoor een speciale scanner, die tandartsen met de hand bedienen. De tool maakt 3D-beelden onder de rand van het tandvlees en onder de tanden. Dit maakt het mogelijk de staat van de tanden te visualiseren.

Beeld: Perceptive
Beeld: Perceptive

AI-algoritmes

Het systeem gebruikt daarnaast AI-algoritmes voor het analyseren van de 3D-gegevens die met de OCT-scan zijn verzameld. Ook gebruikt het AI-algoritmes voor het plannen van de procedure bij de patiënt. Automatisering staat daarbij centraal; door het geautomatiseerd uitvoeren van dergelijke procedures zij tandartsen minder tijd kwijt per patiënt en kunnen zij meer patiënten behandelen. Daarnaast verkort de werkwijze ook de procedure voor de patiënt, wat de ervaring van de patiënt kan verbeteren.

Door het terugdringen van het aantal menselijke handelingen wil Perceptive daarnaast de kans op menselijke fouten bij het diagnostiseren van tandheelkundige problemen terugdringen.

Beeld: Perceptive
Beeld: Perceptive

Nog niet te koop

De test die Perceptive heeft uitgevoerd is in eigen beheer uitgevoerd. Het systeem is nog niet goedgekeurd door de Amerikaanse Federal Drugs Administration (FDA) en is dan ook nog niet te koop.

Voor de ontwikkeling van de robot haalde Perceptive zo’n 30 miljoen dollar aan financiering op bij investeerders. Onder meer PDS Health, Dr. Ed Zuckerberg, Innospark Ventures, KdT Ventures, Primavera Capital, Plaisance Capital en Y Combinator staken geld in de robot.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Perceptive

Nieuw zonnefolie zonder silicium kent energie-efficiëntie van 27%

Een nieuw zonnefolie maakt opwekken van zonne-energie mogelijk zonder het gebruik van zonnepanelen met silicium met een energie-efficiëntie van 27%. Een belangrijk voordeel, aangezien de vraag naar silicium door diverse ontwikkelingen snel toeneemt. Het zonnefolie kan daarnaast op een breed scala aan materialen worden aangebracht als coating, waardoor allerlei objecten in theorie zonne-energie kunnen opwekken. Denk daarbij aan auto’s, maar ook aan mobiele telefoons of zelfs rugzakken.

Het zonnefolie is ontwikkeld door onderzoekers van de fysica-afdeling van de Britse Oxford University. Het materiaal is door het Japanse National Institute of Advanced Industrial Science and Technology (AIST) gecertificeerd voor een energie-efficiëntie van 27%. Dit is mogelijk dankzij het gebruik van een zogeheten ‘multi-junction’ aanpak. De onderzoekers stapelen hierbij meerdere lichtabsorberende lagen op elkaar in een enkele zonnecel, die hierdoor een breder lichtspectrum kan benutten. Dit maakt het mogelijk meer energie op te wekken uit dezelfde hoeveelheid zonlicht.

‘Op termijn moet efficiëntie van meer dan 45% mogelijk zijn’

“Gedurende vijf jaar aan experimenten met onze stapel- of multi-junction aanpak hebben we de energieconversie-efficiëntie verhoogd van 6 tot 27%, wat dicht bij de limieten ligt van wat enkellaagse fotovoltaïsche panelen vandaag de dag kunnen realiseren”, licht Dr Shuaifeng Hu, Post Doctoral Fellow bij Oxford University Physics, toe. “We denken dat na verloop van tijd deze aanpak fotovoltaïsche apparaten met veel grotere efficiëntie tot meer dan 45% mogelijk kan maken.”

Ter vergelijking: hedendaagse zonnepanelen kennen een energie-efficiëntie tussen 15% en 22%, wat betekent dat zij tot 22% van het zonlicht dat zij opvangen omzetten in energie.

Iets meer dan een micron dik

Kenmerkend voor het zonnefolie is de dikte, die slechts iets meer dan een micron bedraagt. Ter vergelijking: dat is 150 keer dunner dan een siliciumwafer, waaruit chips worden vervaardigd. Dankzij de dunheid van het folie kan het op nagenoeg ieder materiaal aangebracht worden. Dit in tegenstelling tot traditioneel fotovoltaïsch materiaal, dat met name op silicium wordt aangebracht.

“Het gebruik van nieuwe materialen die als coating kunnen worden aangebracht laten we zien dat we silicium kunnen repliceren en overtreffen, terwijl we ook aan flexibiliteit winnen. Dit is belangrijk, aangezien dit meer zonne-energie mogelijk maakt zonder dat we hiervoor veel silicium-gebaseerde zonnepanelen of zonneparken nodig hebben”, zegt Dr Junke Wang, Marie Skłodowska Curie Actions Postdoc Fellow bij Oxford University Physics.

Kosten van zonne-energie terugdringen

De onderzoekers verwachten dat hun zonnefolie kan helpen de kosten van zonne-energie verder terug te dringen. “We kunnen ons voorstellen dat perovskietcoatings op bredere soorten oppervlakken worden aangebracht om goedkope zonne-energie op te wekken, zoals het dak van auto’s en gebouwen en zelfs de achterkant van mobiele telefoons. Als er op deze manier meer zonne-energie kan worden opgewekt, kunnen we op de langere termijn minder behoefte voorzien om siliciumpanelen te gebruiken of steeds meer zonneparken te bouwen”, aldus Dr Wang.

De onderzoekers maken deel uit van een grotere groep onderzoekers die onder leiding van Hoogleraar Hernieuwbare Energie Henry Snaith van de Oxford University Physics Department werken aan fotovoltaïsch materiaal. Via de spin-off Oxford PV willen de onderzoekers het materiaal op de markt brengen. Massaproductie van perovskietzonnecellen is onlangs van start gegaan in een fabriek in het Duitse Brandenburg-an-der-Havel. De keuze is daarbij op Duitsland gevallen vanwege incentives die de Duitse overheid beschikbaar stelt.

Een perovskietzonnecel is voorzien van een absorptielaag, die bestaat uit een materiaal met een kristalstructuur die zonlicht absorbeert en gedeeltelijk omzet in een stroom van elektrische ladingen. De laag is aan de boven- en onderzijde voorzien van een transportmateriaal dat elektronen (negatief geladen) of gaten (positief geladen) doorlaat. Ook onder meer TNO werkt aan perovskietzonnecellen.

Meer partijen werken aan zonnefolie

De Oxford University is overigens niet de enige partij die werkt aan zonnefolie; ook diverse andere partijen ontwikkelen oprolbare zonnecellen. Denk daarbij aan Hyet Solar, dat enkele jaren geleden is gestart met de massaproductie van het materiaal. Onder meer Vopak maakt in de Laurenshaven in Rotterdam op terminals gebruik van het materiaal. Ook TNO Solar Research werkt aan zonnefolie.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Michael Pointner via Pixabay

Eerste MR 5300 MRI-scanners van Philips geïnstalleerd in Nederland

Philips meldt de eerste MR 5300 in Nederland te hebben geïnstalleerd. De eerste modellen zijn geïnstalleerd bij het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht, Het Zonnehuis van QuaRijn in Doorn én een samenwerking tussen MRON en OCON Orthopedische en Sportmedische Kliniek.

Het gaat om 1,5 Tesla-scanners van Philips, die het bedrijf in november 2023 presenteerde. De MR 5300 is ontworpen om de druk op de afdeling radiologie terug te dringen. Zo maakt de scanner gebruik van geautomatiseerde workflows en kunstmatige intelligentie (AI). Deze combinatie maakt het mogelijk routineonderzoeken in minder vijf minuten uit te voeren, wat tot 50% sneller is dan vergelijkbare scans. Dit vergroot de efficiëntie op de afdeling en ontlast radiologen.

Geautomatiseerde workflows

De geautomatiseerde workflows zorgt dat patiënten binnen een minuut gereed zijn voor een onderzoek. Ook dringt de scanner volgens Philips de wisseltijd tussen onderzoeken tot 30% terug. Kenmerkend is ook het gebruik van de lichtgewicht Breeze-spoelen, wat het gebruik vereenvoudigt.

“Onze MR 5300, het nieuwe spoelen concept en de BlueSeal magneet maken MRI-onderzoeken toegankelijker, omdat een MRI-scanner makkelijker en op meer plekken geïnstalleerd kan worden. Bovendien kan de scanner met de lichte spoelen makkelijker gebruikt worden,” zegt Paul Wiering, Head of Imaging bij Philips Benelux. “Ook AI-technologie in de MR 5300 levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van MRI-onderzoeken en genereren van inzichten. Zo kunnen we met onze AI SmartSpeed technologie MRI-scans versnellen en zijn er verschillende AI-toepassingen die radiologen ondersteunen bij de beeldanalyse.”

Gebruik van vloeibaar helium terugdringen

De MRI-scanners zijn uitgerust met een BlueSeal-magneet die slechts 7 liter vloeibare helium gebruikt. Dit is fors meer dan traditionele MRI-scanners, die tot 1.500 liter vloeibaar helium kunnen gebruiken. Een MRI-scanner gebruikt dit materiaal voor het koelen van de magneet.

Het gebruik van de BlueSeal-magneet helpt dus het gebruik van vloeibaar helium terug te dringen. Belangrijk, aangezien helium een schaarse en dure grondstof is. In totaal zijn met de installatie van de drie nieuwe MR 5300 MRI-scanners nu 25 van deze magneten in Nederland in gebruik. Philips meldt dat hierdoor in Nederland in totaal 37.000 liter vloeibare helium is bespaard.

Snel herstarten na noodstop

De BlueSeal-magneten zijn gesloten, waardoor het helium niet uit het systeem kan ontsnappen. Dat biedt diverse voordelen. Zo kunnen ziekenhuizen met behulp van de magneet helium-vrije MR-operatie uitvoeren, wat wil zeggen dat er geen helium verloren gaat. Daarnaast kunnen zij na een noodstop de MRI-scanner weer snel activeren, aangezien zij niet hoeven te wachten tot de scanner weer is gevuld met vloeibaar helium. De scanners zijn hiervoor voorzien van een AI-gebaseerde functionaliteit genaamd EasySwitch, die het mogelijk maakt de magneet te ontladen en opnieuw herladen met energie zonder verlies van helium.

De magneten zijn niet nieuw; het eerste exemplaar is in 2018 geïnstalleerd in het Spaarne Gasthuis in Hoofddorp. Naast het fors lagere gebruik van vloeibaar helium is ook het lagere gewicht van de magneet een belangrijk voordeel, onder meer met het oog op de installatie. Een BlueSeal-magneet is 900kg lichter dan een traditioneel exemplaar. Daarnaast zijn de ventilatiekanalen die een traditionele magneet met grotere hoeveelheden vloeibaar helium nodig heeft bij de BlueSeal-magneet overbodig, wat de installatie vereenvoudigt.

Het Albert Schweitzer ziekenhuis beschikt nu over twee MRI-scanners met een BlueSeal-magneet. “Wij maken gebruik van verschillende MRI-scanners van Philips waaronder nu twee scanners met een BlueSeal-magneet,” zegt Cor Ritmeester, afdelingshoofd Radiologie bij het Albert Schweitzer ziekenhuis. “Het komt gelukkig heel weinig voor maar soms belanden metalen objecten ongelukkigerwijs in een MRI-scanner, bijvoorbeeld een krukje of een rolstoel. Dit zou betekenen dat je in geval van een dergelijke noodsituatie de scanner moet uitschakelen waarbij alle helium verloren gaat en weer aangevuld moet worden. Als dit gebeurt is de scanner een paar dagen uit bedrijf. Dit heeft een enorme impact op de continuïteit van zorg en willen we te allen tijde voorkomen. Bij een BlueSeal magneet kunnen we de scanner uitzetten zonder dat er helium verloren gaat. Hierdoor is de BlueSeal een duurzame oplossing zowel voor de portemonnee als het klimaat.”

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Philips

Symbotic neemt ontwikkelaar van FreeMove-veiligheidssysteem voor robots Veo Robotics over

Roboticabedrijf Symbotic neemt Veo Robotics over, een bedrijf gespecialiseerd in veiligheidssystemen voor industriële robots. Het krijgt daarmee onder meer FreeMove in handen, een 3D-visionsysteem voor industriële robots.

Symbotic is een Amerikaans bedrijf gevestigd in Wilmington, Washington dat is gespecialiseerd in automatiseringsoplossingen voor magazijnen en distributiecentra. Het richt zich daarbij specifiek op door kunstmatige intelligentie (AI) ondersteunde robotica voor toeleverketens. Het levert hiervoor een end-to-end geautomatiseerd platform, dat uit diverse componenten bestaat.

SymBots en autonome robotarmen

Het systeem omvat onder meer intelligente autonome robots die zelfstandig door het magazijn of distributiecentrum bewegen en benodigde producten en/of goederen kunnen ophalen en afleveren. Deze robots noemt het bedrijf SymBots. Kenmerkend is onder meer dat SymBots hun activiteiten niet te hoeven onderbreken om te worden opgeladen; dankzij een slimme laadinfrastructuur laden de robots op terwijl zij hun routes afleggen.

Daarnaast omvat het systeem autonome robotarmen, die bijvoorbeeld producten van pallets op lopende banden kunnen plaatsen of juist daarvan af kunnen halen, maar ook producten kunnen sorteren, in de juiste oriëntatie plaatsen of verpakken. Daarnaast kunnen de robotarmen pallets inpakken. Door twee robotarmen gelijktijdig in te zetten claimt Symbotic pallets drie tot vier keer sneller in te kunnen pakken dan concurrerende systemen.

Geschikt voor bestaande faciliteiten

Het robotsysteem kan worden geïmplementeerd in bestaande distributiecentra of magazijnen. Zo wil Symbotic klanten helpen de snelheid, wendbaarheid en dichtheid van hun faciliteiten te vergroten, terwijl zij tegelijkertijd de kosten terugdringen.

Het systeem maakt gebruik van AI-ondersteunde visiontechnologie voor het controleren van producten. Zo kan het systeem onder meer producten die niet aan de eisen voldoen – bijvoorbeeld doordat zij beschadigd zijn – automatisch herkennen en scheiden.

Wie is Veo Robotics?

Symbotic neemt Veo Robotics over voor 8,7 miljoen dollar. Veo Robotics is een bedrijf uit Waltham in de Amerikaanse staat Massachusetts. Veo Robotics is opgericht in 2016 en haalde eerder financiering op bij diverse bekende partijen, waaronder AI Capital Partners, Google Ventures, Lux Capital Management, Siemens Next47, Nikon-SBI Innovation Fund, SBI AI & Blockchain Fund en Baidu Ventures. Het bedrijf richt zich specifiek op het veilig laten samenwerken van mensen en robots.

Het bedrijf ontwikkelde hiervoor FreeMove, een 3D-veiligheidsoplossing die industriële werkomgevingen. Het monitort werkomgevingen in 3D en detecteert daarbij automatisch de aanwezigheid van mensen. FreeMove berekent mogelijke toekomstige posities van de robot, en brengt eventuele risico’s daarbij in kaart. Indien de robot te dicht bij een mens dreigt te komen stopt FreeMove de robot automatisch, zodat geen ongelukken kunnen ontstaan. Zodra de mens weer op voldoende afstand is, zorgt FreeMove dat de robot automatisch zijn werking hervat.

Geïntegreerd in systeem van Symbotic

Symbotic wil het FreeMove-veiligheidssysteem integreren in zijn automatiseringssysteem voor magazijnen en distributiecentra. Zo wil het bedrijf de productiviteit van het systeem verder vergroten door meer dynamische en flexibele samenwerking tussen mensen en robots mogelijk te maken. Een tijdspad voor deze integratie is niet bekend gemaakt.

“Het innovatieve FreeMove visionsysteem stelt Symbotioc in staat de productiviteit voor klanten te verhogen en het hoogste niveau van veiligheid te bieden in omgevingen waar mensen samenwerken met robots”, zegt Rick Cohen, voorzitter en Chief Executive Officer (CEO) van Symbotic. “We zijn verheugd dat het voormalige Veo Robotics team toetreedt tot Symbotic, waar zij dit spannende werk voortzetten en hun talent, expertise en baanbrekende technologie naar ons bedrijf brengen.”

Ook wijst Symbotic erop dat het FreeMove-systeem voldoet aan de Europese standaarden op het gebied van veiligheid, waaronder de ISO 13849-certificering categorie 3 voor onderdelen van machinebesturingssystemen die zijn toegewezen aan een veiligheidsfunctie. Deze categorie schrijft onder meer voor dat veiligheidssysteem dusdanig zijn ontwerpen dat een enkelvoudige fout in een onderdeel niet kan leiden tot uitval van de veiligheidsfunctie, en waar mogelijk deze fout direct wordt gedetecteerd.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Tung Lam via Pixabay

BMW stoot Tesla in Europa van de troon als grootste EV-verkoper

BMW stoot voor het eerst in langere tijd Tesla van de troon als het merk dat in Europa de meeste elektrische voertuigen (EV’s) heeft geleverd. Het Duitse autobedrijf wist in juli meer EV’s te slijten aan Europese klanten dan zijn Amerikaanse concurrent.

Dit blijkt uit gegevens van Jato Dynamics. Onder meer het grote succes van de Tesla Model Y zorgde ervoor dat het Amerikaanse autobedrijf lange tijd koploper was wat betreft het aantal geleverde EV’s in Europa. Hierin is juli echter verandering gekomen; voor het eerst gaat BMW aan de leiding. Het verschil is overigens niet groot. BMW wist in totaal 14,869 EV’s te slijten aan Europese klanten. Tesla volgt op de voet met 14,561 exemplaren.

Tesla Model Y nog altijd het meest verkocht

Als we inzoomen op de verkoopcijfers blijkt dat BMW zijn koppositie te danken heeft aan twee modellen. Het leverde 4,305 exemplaren van de elektrische BMW iX1 en 4,198 exemplaren van de BMW i4. Het meest verkochte EV-model was in juli echter nog altijd de Tesla Model Y, waarvan het Amerikaanse bedrijf er in Europa 9,544 wist te verkopen.

Uit de cijfers blijkt ook dat met name de vraag naar de Volkswagen ID.4 sterk is teruggelopen; VW verkocht 40% minder exemplaren van dit model dan een jaar eerder. Een andere sterke daler is de MG 4, waarvan 33% minder is verkocht. De vraag naar de Skoda Enyaq liep met 27% terug.

De sterkste stijger is de Audi Q4, waarvan 27% meer exemplaren zijn verkocht. De BMW iX1 volgt met 25%, terwijl de vraag naar de BMW i4 met 23% steeg. De relatieve nieuwkomer Volvo EX30 scoort goed en staat met 6,573 verkochte modellen op de tweede positie.

Volvo EX30 ook in Nederland populair

Ook in Nederland is de Volvo EX30 populair, blijkt uit cijfers van BOVAG. In juli zijn 970 nieuwe exemplaren op kenteken gezet, waarmee de elektrische Volvo een marktaandeel van 11,8% in handen heeft. De Tesla Model Y volgt met 829 registraties en een marktaandeel van 10,1%. De Kia Niro staat op de derde positie met 712 op kenteken gezette exemplaren en 8,7% marktaandeel.

Uit de cijfers van BOVAG blijkt dat de vraag naar modellen van Tesla terugloopt. Zo zijn in juni 2024 nog 1,768 Tesla Model Y’s op kenteken gezet, terwijl 1,664 exemplaren van de Model 3 zijn geregistreerd. Samen waren de twee exemplaren toen goed voor een marktaandeel van 29,7%. Tesla liet zijn concurrenten in juni ver achter zich; de Volvo EX30 staat op de derde positie met 1,172 registraties en een marktaandeel van 4,4%.

Hybride modellen in Nederland aan de leiding

Als we kijken naar de verkoop per brandstofsoort valt op dat hybride modellen met afstand aan de leiding gaan. Zo zijn in juli 2024 volgens BOVAG 12,648 hybride voertuigen op kenteken gezet, goed voor een marktaandeel van 47,1%. Een maand eerder waren hybride voertuigen nog goed voor 43,4% van alle verkochte auto’s. EV’s volgen in juli met 8,207 registraties en een marktaandeel van 30,6%. Daarmee is het marktaandeel licht gedaald ten opzichte van de 31,2% marktaandeel die EV’s in juni nog hadden.

De vraag naar benzinevoertuigen blijft relatief groot; in juli zijn 5,543 benzinevoertuigen op kenteken gezet, goed voor een marktaandeel van 20,7%. Wel is de vraag iets lager dan in juni, toen 23,6% van de verkochte auto’s op benzine reed. De vraag naar dieselmodellen is met een marktaandeel van 1,2% zeer beperkt en gelijk aan een maand eerder. In absolute getallen gaat het om 331 registraties.

Europese vraag naar EV’s loopt terug

Als we kijken naar Europa is het marktaandeel van EV’s met 14,6% in juli 2023 teruggelopen naar 13,5% in dezelfde maand dit jaar. Jato Dynamics schrijft deze daling toe aan het gebrek aan duidelijkheid rondom incentives op het gebied van EV’s, wat consumenten terughoudend maakt. Ook wijst Jato Dynamics op de relatief beperkte restwaarde van veel EV’s, wat eveneens een rol speelt.

Auteur: Wouter Hoeffnagel
Beeld: Goran Horvat via Pixabay

Nederlandse R&D-investeringen blijven achter Consortium werkt aan recyclebare zonnepanelen 4CEE neemt Tradeinterop over Eurocommissaris Breton bezorgd over Europese auto-industrie Startup Carbyon haalt miljoenen op voor uit de lucht halen van CO2 RWE start bouw supersnel batterijopslagsysteem die netstabiliteit helpt waarborgen Denen stellen plannen voor energie-eiland in Noordzee met zeker drie jaar uit Amerikaans bedrijf plaatst kroon bij patiënt met behulp van robot Nieuw zonnefolie zonder silicium kent energie-efficiëntie van 27% Eerste MR 5300 MRI-scanners van Philips geïnstalleerd in Nederland Symbotic neemt ontwikkelaar van FreeMove-veiligheidssysteem voor robots Veo Robotics over BMW stoot Tesla in Europa van de troon als grootste EV-verkoper

Blijf op de hoogte, schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Je ontvangt maximaal 1x per week het laatste nieuws per email.
Inschrijven