De automotiveindustrie wereldwijd is strategisch nauwelijks voorbereid op de digitale transformatie. Het ontbreekt organisaties aan een duidelijke en revolutionaire visie, waarin het belang van nieuwe digitale samenwerkingsverbanden wordt erkend.
Deze conclusie trekken KPMG en Egon Zehnder op basis van het onderzoek ‘Digital Gravity’, waaraan 500 managers in de automotivesector hebben deelgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat 90% van de bedrijven zich bewust is van de noodzaak zowel op strategisch gebied als in bedrijfscultuur te veranderen. Tegelijkertijd heeft ruim de helft van de organisaties hiervoor op strategisch gebied nog geen stappen gezet, terwijl ruim 45% het proces om tot een nieuwe bedrijfscultuur te komen nog niet in gang heeft gezet.
“Bij een meerderheid van de bedrijven in dit onderzoek leeft de overtuiging dat een andere cultuur noodzakelijk is om te kunnen overleven in de digitale wereld”, zegt Loek Kramer, partner bij KPMG en segmentleider Automotive. “Dit vereist samenwerking met echte digitale spelers en heeft ingrijpende gevolgen voor de bedrijfscultuur. Toch denken de meeste bedrijven dat zij geheel zelfstandig een transformatie kunnen realiseren.”
92% van de respondenten stelt een goed beeld te hebben van digitalisering. KPMG wijst erop dat digitalisering een ‘bewegend doel’ is, en bedrijven daardoor niet kunnen toewerken naar een definitief einddoel. Bijna 80% van de respondenten is het eens met de stelling dat het eindresultaat van digitalisering het resultaat is van meerdere tussenfasen, die op dit moment nog niet allemaal bekend zijn.
Dit betekent in de praktijk dat bedrijven op dynamische wijze moeten digitaliseren. Hierbij hebben zij volgens KPMG toolkits en methodologieën nodig die hen meer grip geven op digitalisering en digitalisering tastbaarder maken.
Gevraagd naar de functie die digitalisering zou moeten vervullen noemt 44% het ontwerpen en beheren van de ontwikkeling van nieuwe business modellen. 40% ziet digitalisering het liefst een ondersteunende- en ontwerpfunctie vervullen. Slechts 15% noemt het ondersteunen van de bestaande business. Hieruit kan volgens KPMG worden afgeleid dat het merendeel van de managers digitalisering associeert met nieuwe business en het digitaliseren van bestaande business minder prioriteit heeft.
Met het oog hierop is het opvallend dat bijna 80% van de respondenten aangeeft te beschikken over een uniforme digitale strategie. Kramer: “Dit is typerend voor het oude denken in de sector. Om adequaat met digitalisering te kunnen omgaan zijn verschillende benaderingen en strategieën noodzakelijk. Niet meer dan 10% geeft echter aan verschillende strategieën in de organisatie te volgen.”
De absolute overtuiging dat digitalisering volledig omarmd moet worden ontbreekt onder ondervraagde bedrijven, stelt KPMG. Digitalisering gaat echter niet alleen over een top-down strategie, maar ook over een complete mentaliteits- en cultuurverandering in de volledige organisatie. Centraal hierbij staat het verkennen van zowel nieuwe samenwerkingsverbanden als netwerken, en het krijgen van vertrouwen in het nieuwe soort partners.
Respondenten zijn in het onderzoek ook gevraagd of zij digitalisering zien als een disruptie of evolutie. Bij een disruptie ontstaan volgens KPMG volledig nieuwe business modellen en producten, die hun oudere tegenhangers vervangen. Bij een evolutie worden nieuwe business modellen en producten in eerste instantie juist naast hun traditionele tegenhangers geplaatst, met als doel deze op termijn samen te voegen. 34% van de respondenten geeft in het onderzoek aan digitalisering te zien als een disruptie, een stelling die ook door KPMG wordt onderschreven.
KPMG wijst op de grote verschillen in de wijze waarop verschillende functies naar deze stelling kijken. Zo ziet 51% van de manager in digital business units digitalisering als een disruptie in plaats van evolutie. HR- en IT-afdelingen zijn echter juist zeer conservatief en zien digitalisering over het algemeen als een evolutie. Dit is opvallend, vooral aangezien deze twee afdelingen volgens KPMG juist het meest zullen worden beïnvloed door digitalisering.
“De toekomst kan het best worden gedefinieerd door de ontwikkeling van ketens die niet geïsoleerd zijn, maar zich richten op het volledige ecosysteem in plaats van uitsluitend het multifunctioneel verbeteren van een product. Dit ecosysteem kan betrekking hebben op energie, mobiliteit, verzekering, internet, stedelijke planning en meer, en iedere individuele speler moet zijn eigen rol in dit ecosysteem expliciet definiëren”, schrijft KPMG in het rapport.
Meer informatie is te vinden in het interactieve onderzoeksrapport van KPMG en Egon Zehnder. In dit rapport zijn alle resultaten van het onderzoek te vinden, waaronder cijfers per land en functie te vinden.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Bron: KPMG