De Nederlandse automotive industrie is niet klaar voor een grootschalige omarming van zogeheten ‘connected voertuigen’, auto’s die zijn verbonden met internet. Deze voertuigen zullen forse veranderingen met zich meebrengen. Managers onderschatten echter de snelheid waarmee deze veranderingen zullen plaatsvinden. De sector is hierdoor niet goed voorbereid en kan niet goed profiteren van de voordelen die dit soort voertuigen bieden. Indien partijen geen actie ondernemen, zullen sommige Nederlandse automotive bedrijven op korte termijn geen toekomst meer hebben.
Hiervoor waarschuwt KPMG in het onderzoek ‘The Connected Car is here to Stay’. Voor dit onderzoek is KPMG in gesprek gegaan met verschillende spelers uit de Nederlandse automotive industrie, waaronder toeleveranciers, leasemaatschappijen, importeurs, dealers en verzekeraars. KPMG wijst erop dat de wereldwijde veranderingen in de automotive industrie impact zullen hebben op Nederlandse spelers in deze sector, maar de Nederlandse automotive industrie te klein is om zelf impact te hebben op deze veranderingen. Met het onderzoek wil KPMG daarom de visie van Nederlandse automotive bedrijven op de omarming en impact van connected voertuigen op de Nederlandse automotive industrie in kaart brengen.
KPMG definieert een connected voertuig als een auto die is verbonden met de omgeving (in veel gevallen het internet) via een mobiele datastroom. De auto is voorzien van een SIM-kaart die het mogelijk maakt data vanaf de auto te versturen naar cloud servers die deze data verzamelen, maar ook om datastromen op te zetten van cloud servers naar de auto. Het concept van het connected voertuig heeft ook betrekking op voertuigen die met elkaar zijn verbonden via lokale netwerken.
Data van connected voertuigen kan betrekking hebben op uiteenlopende zaken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
Uit het onderzoek blijkt dat de Nederlandse automotive industrie de auto in toenemende mate ziet als een data-genererende unit, iets wat impact zal hebben op hun business model. Zo geeft 92% van de ondervraagde dealers, importeurs, leasemaatschappijen en verzekeraars aan over voertuigen te beschikken die data verzamelen. KPMG voorspelt dat de hoeveelheid data die auto’s verzamelen alleen maar verder zal toenemen, waardoor big data en analytics steeds belangrijker zullen worden.
Om te kunnen profiteren van deze data is het noodzakelijk dat partijen hun personeel trainen in het analyseren hiervan. Op dit gebied is nog veel werk aan de winkel. Zo geeft slechts 33% van de bedrijven aan dataspecialisten in dienst te hebben die data van connected voertuigen kunnen analyseren. Ook stelt KPMG dat veel bedrijven niet beschikken over de hiervoor benodigde technologieën.
Het is echter alleen mogelijk data te analyseren als bedrijven daadwerkelijk toegang hebben tot deze data. Dit is in de praktijk lang niet altijd het geval. Zo blijkt in 50% van de gevallen data die momenteel door connected voertuigen wordt verzameld opgeslagen te worden op servers van de autofabrikant, de Original Equipment Manufacturer (OEM). Bedrijven in de automotive industrie hebben hier geen of slechts in beperkte mate toegang toe.
Bedrijven geven aan diverse mogelijkheden te zien om de OEM te omzeilen. Zo kunnen importeurs eigen apps ontwikkelen die informatie over het voertuig aan de bestuurder leveren. Leasemaatschappijen en verzekeraars verbinden eigen devices met connected voertuigen om nieuwe diensten te kunnen bieden die aansluiten op de behoefte van de bestuurder. KPMG zelf verwacht echter dat de sleutel tot succes ligt in een nauwe samenwerking tussen verschillende partijen bij het verzamelen van data en aanbieden van datadiensten. De organisatie verwacht echter dat hierbij een balans gezocht zal moeten worden tussen conflicterende belangen van verschillende betrokken partijen.
Data die door auto’s wordt verzameld en opgeslagen biedt volgens KPMG kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. De Nederlandse automotive industrie erkent deze risico’s. Zo ziet 27% het als een groot risico dat voertuigen gehackt worden en bestuurders hierdoor de controle over het voertuigen verliezen. 64% schat dit risico laag in. 55% ziet daarnaast privacyproblemen die ontstaan door het vastleggen van locaties en bestemmingen van gebruikers als groot risico, terwijl 45% dit risico als laag inschat.
KPMG wijst erop dat het verzamelen en opslaan van data over auto’s en in het specifiek gebruikers van deze voertuigen onder de EU Data Protection Directive valt. Belangrijke onderdelen van deze regelgeving zijn ‘Data protection by design’ en ‘Data protection by default’, die bepalen dat de fabrikant de beveiliging van data moet meenemen in het ontwerp van de auto.
KPMG noemt het vertrouwen in de veiligheid van voertuigen en persoonlijke data die hierdoor wordt verzameld van groot belang. Met het oog hierop pleit de organisatie voor het opnemen van een nieuw beoordelingsgebied in de Euro NCAP test: een cybersecurity beoordeling voor de connected auto. Deze test moet zeker stellen dat de databeveiliging van connected voertuigen op orde is.
Tot slot blijkt dat bedrijven in de Nederlandse automotive industrie verwachten dat data die door voertuigen wordt gegenereerd hun business modellen gaat veranderen. Leiderschap vanuit het management wordt gezien als cruciaal om te zorgen dat bedrijven relevant blijven. Tegelijkertijd zijn respondenten van mening dat de Nederlandse automotive industrie nog niet klaar is voor een grootschalige omarming van connected voertuigen en te profiteren van de voordelen die deze auto’s bieden.
Om hier verandering in te brengen heeft KPMG een actieplan opgesteld, dat onder andere betrekking heeft op
Ook adviseert KPMG sterker in te zetten op dataprivacy en -veiligheid. Dit is noodzakelijk om het vertrouwen van gebruikers in connected voertuigen te verstevigen en de merkreputatie van bedrijven te bewaken. KPMG stelt dat beide punten in veel gevallen belangrijke bouwblokken vormen voor de omarming van innovaties, nieuwe producten en nieuwe diensten.
Meer informatie over het onderzoek en het actieplan dat KPMG heeft opgesteld is te vinden in het onderzoeksrapport van KPMG.
Door: Wouter Hoeffnagel
Foto’s: Shutterstock