Het kabinet stelt ook komende jaren subsidie beschikbaar voor de aanschaf van een tweedehands elektrische auto. In totaal is 600 miljoen euro beschikbaar. Het bedrag per aanschaf halveert echter, waarmee het kabinet meer mensen met de subsidieregeling wil helpen.
Het kabinet bereikte afgelopen week een akkoord over het klimaatbeleid voor de komende jaren. Onderdeel hiervan is ook de subsidie op de aanschaf van elektrische auto’s. Al langer is een dergelijke regeling beschikbaar, waarbij kopers van een tweedehands elektrische auto een subsidie van 2.000 euro konden aanvragen. Deze subsidieregeling, die officieel de SEPP-subsidieregeling heet, liep echter ten einde.
Nu blijkt dus dat de regeling ook komende jaren beschikbaar blijft. In totaal stelt het kabinet een bedrag van 600 miljoen euro beschikbaar. Het geld is bedoeld om de aanschaf van een tweedehands elektrische auto te stimuleren. Ook wil het kabinet zo de export van deze voertuigen tegengaan en zeker stellen dat zij op de Nederlandse wegen blijven rijden. Het doel hiervan is het vergroten van het aandeel van elektrische voertuigen in het Nederlandse wagenpark. Elektrisch rijden moet een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen van Nederland.
Minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten meldt aan Nieuwsuur dat de subsidie per aanschaf halveert. Voorheen was een subsidiebedrag van 2.000 euro beschikbaar bij de aankoop van een tweedehands elektrische auto. Voorwaarde hierbij was dat de oorspronkelijk cataloguswaarde maximaal 45.000 euro bedraagt. In totaal is in 2023 een bedrag van 32,4 miljoen euro beschikbaar. Dit betekent in de praktijk dat ruim 16.000 mensen van de regeling gebruik kunnen maken.
Waar dit jaar een bedrag van 2.000 euro beschikbaar was, wordt dit komende jaren 1.000 euro bevestigt minister Jetten. Het kabinet kiest voor deze werkwijze om met de subsidies een grotere groep mensen te ondersteunen bij de aanschaf van een tweedehands elektrische auto.
Door de aanpassing moet de subsidieregeling relatief meer mensen kunnen helpen. Daarnaast stijgt ook het totale bedrag dat aan subsidies beschikbaar is, waardoor ook in absolute aantallen meer mensen kunnen profiteren.
Het kabinet investeert tegelijkertijd ook in het uitbreiden van het netwerk met publieke laadpalen. In totaal trekt het kabinet hiervoor 90 miljoen euro uit. De investering moet de beschikbaarheid van laadpalen in Nederland verbeteren. Uit een inventarisatie van de NOS op basis van data van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) blijkt dat de beschikbare laadpalen onevenredig zijn verdeeld over Nederland. Zo zijn er in het westen en midden van Nederland aanzienlijk meer laadpalen te vinden dan in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland.
Hoewel het aantal inwoners per provincie sterk verschilt, kan dit de ongelijkheid in het aantal beschikbare laadpalen niet volledig verklaren. Zo blijkt dat de verschillen in het aantal laadpalen per geregistreerde elektrische auto sterk uiteenloopt. In Drenthe, Friesland en Limburg gaat het om respectievelijk 10,6, 10,1 en 8,3 EV’s per publieke laadpaal. In Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland ligt dit aantal een stuk lager en gaat het om respectievelijk 5,6, 4,6 en 3,9 elektrische voertuigen per publieke laadpaal. Het aantal laadpalen per huishouden laat een vergelijkbare ongelijk verdeling zien.
Roland Ferwerda, directeur van de NAL, plaatst enkele kanttekeningen bij deze verdeling. Zo wijst Ferwerda erop dat in West-Nederland relatief veel bedrijven aanwezig zijn met leaserijders die over een elektrische auto beschikken. Het netwerk van publieke laadpalen is hierdoor in deze regio sneller ontwikkeld. Daarnaast hebben buiten de Randstad meer mensen de ruimte voor een eigen laadpaal, waardoor de vraag naar publieke laadpalen minder hoog zou zijn. Ferwerda wijst daarnaast op verschillen in welvarendheid, waardoor inwoners van sommige provincies minder snel in staat zijn een elektrische auto aan te schaffen.
Ondanks dat NAL diverse verklaringen ziet voor de verschillen in het aantal laadpalen per provincie, is het blij met de investering vanuit het kabinet. Zo is Nederland door het Centraal Bureau voor de Statistiek opgedeeld in vierkanten van 500 bij 500 meter. NAL kent als uitgangspunt dat in elk gebied van 500 bij 500 meter met minimaal 125 huishoudens minstens één laadpaal beschikbaar moet zijn. Dat is nu nog niet altijd het geval. NAL hoopt dat de subsidie hierin verandering brengt.
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: geralt via Pixabay