Stellantis, moederbedrijf van veertien automerken, kondigt omvangrijke investeringen aan in elektrisch rijden. Het bedrijf investeert tot 2025 een bedrag van ruim 30 miljard euro in elektricering en software. 70% van alle verkochte voertuigen van Stellantis moeten in 2030 een lage uitstoot kennen. Het bedrijf zet hierbij in op een viertal voertuigplatforms. Ook opent het verschillende ‘gigafactories’.
Stellantis is ontstaan uit de fusie van FCA en PSA die begin 2021 is afgerond. Het merk telt in totaal veertien automerken: Abarth, Alfa Romeo, Chrysler, Citroën, Dodge, DS, Fiat, Jeep, Lancia, Maserati, Opel, Peugeot, RAM en Vauxhall. Het bedrijf kondigt een omvangrijke elektrificatiestrategie aan. “De klant staat altijd centraal bij Stellantis en onze toezegging met dit investeringsplan van ruim 30 miljard euro is het leveren van iconische voertuigen die de prestaties, mogelijkheden, stijl, comfort en elektrisch bereik bieden die naadloos in hun dagelijkse leven past”, aldus Carlos Tavares, Chief Executive Officer bij Stellantis. “De strategie die we hebben opgesteld is gericht op de juiste investeringen in de juiste technologie voor het bereiken van de markt op het juiste moment. Zo stellen we zeker dat Stellantis de vrijheid van beweging op de meest efficiënte, betaalbare en duurzame manier ondersteunt.”
Het bedrijf stelt zichzelf als doel dat meer dan 70% van alle voertuigen die het in Europa verkoopt een lage uitstoot kent. In de Verenigde Staten moet dit percentage voor passagiersvoertuigen én lichte bestelwagens op 40% liggen. Ter ondersteuning van deze doelstelling investeert Stellantis ruim 30 miljard euro in elektrificatie en software-ontwikkeling.
Stellantis telt in totaal 14 automerken, die zich richten op uiteenlopende klanten en een uiteenlopend imago. Desondanks zet het bedrijf in op een viertal voertuigplatforms om modellen voor al zijn veertien merken te ontwikkelen. Het gaat hierbij om de volgende platforms;
De platform zijn onder meer in lengte en breedte aanpasbaar. Ook delen de platforms componenten met elkaar. Van ieder platform wil Stellantis op jaarbasis tot twee miljoen exemplaren kunnen produceren.
Ook op het gebied van aandrijving zet het bedrijf in op standaardisatie. Zo zijn drie elektrische aandrijfmodules (EDM) beschikbaar waarin de motor, versnellingsbak en omvormer geïntegreerd zijn. De EDM’s zijn schaalbaar en configureerbaar als voorwielaandrijving, achterwielaandrijving en vierwielaandrijving.
Stellantis wil ook innoveren met accutechnologie. Voor 2024 staan een tweetal accu’s op de planning: een accu met een hoge energiedichtheid en een nikkel- en kobaltvrije accu. Het bedrijf stelt zichzelf als doel in 2025 de eerste competitieve solid state batterij op de markt te brengen.
Stellantis opent daarnaast een vijftal zogeheten ‘gigafactories’ in Europa en Noord-Amerika. Deze zijn gericht op de productie van accu’s voor de voertuigen van Stellantis. In totaal verwacht het bedrijf een behoefte van ruim 130 gigawattuur (GWh) aan capaciteit in 2025 en ruim 260 GWh in 2030. Voor het veiligstellen van de levering van lithium voor deze fabrieken is het bedrijf een Memorandum of Understanding aangegaan met een tweetal partners in Noord-Amerika en Europa.
Het bedrijf wil met behulp van zijn technische expertise en synergieën in accuproductie de kosten van accu’s verlagen. Accupakketten voor elektrische voertuigen moeten in de periode 2020 tot en met 2024 ruim 40% goedkoper worden. In 2030 moet de prijs vervolgens nog eens met 20% dalen. Het bedrijf ziet hierbij kansen op uiteenlopen vlakken. Denk aan het optimaliseren van het accupakket als geheel, het vereenvoudigen van de opstellen van accumodules, vergroten van de capaciteit van accucellen en verbeteren van de chemische samenstelling van accu’s.
Ook aandacht voor waterstof
Naast elektrisch rijden zet het bedrijf ook in op middelgrote bestelbussen op basis van waterstof. Deze moeten vanaf eind 2021 leverbaar zijn in alle regio’s waar Stellantis actief is.
Auteur: Wouter Hoeffnagel