De maakindustrie staat volop in de belangstelling. Enerzijds omdat kwaliteit toch echt een niet te onderschatten meerwaarde blijkt te zijn, anderzijds omdat de Nederlandse sectoren zich zijn blijven ontwikkelen en zich meer zijn gaan richten op oplossingen dan producten. Een jaar geleden stelde ING al dat dit grote kansen biedt voor de Nederlandse maakindustrie. De automotive-sector lijkt die kansen met beide handen aan te grijpen, getuige het aantal successen dat hierin de afgelopen maanden werd gemeld. “Nederland is terug van weggeweest als het gaat om automotive-productie” zo zegt ING.
De automotive industrie is de laatste jaren enorm gegroeid, in 2015 met 18%, in 2016 met 19% en het vooruitzicht voor 2017 is maar liefst een groei van 20%! De omzet gaat in 2017 richting 14 miljard euro. Afgezet tegen een verwachte groei van de industrie in zijn algemeen van 2%, onderscheidt de automotive-sector zich in zeer positieve zin.
Nederland is een kleine speler in de globale automotive-industrie maar de heropening van Nedcar, en de uitbreiding daarvan afgelopen jaar, stimuleerde ook de toelevering in die sector nog eens extra. Maar niet alleen Nedcar, ook de productie van vrachtwagens doet het goed. En met een beetje mazzel zien we Tesla kiezen voor een productievestiging in Nederland. Ons land staat bekend om haar vooruitstrevende kennis en het toepassen daarvan. Zowel de fabrikanten als de toeleveranciers zijn bezig met kennisintensieve technologieën. Dat zien de gerenommeerde fabrikanten in de automobielindustrie als kans om zelf ook de concurrentie nét dat stapje voor te zijn. Zij zoeken de parels en vinden die ook.
Die toelevering betreft flink wat sectoren. Behalve de auto-onderdelenindustrie gaat het om chemie- rubber- en kunststofindustrie, metaalbewerking en alle toeleveranciers aan die industrieën. Met daarbij zoals gezegd vooruitstrevende technologieën, denk aan inductieve verwarming voor het assembleren van onder meer versnellingsbakken, tot SMED-systemen (Single Minute Exchange of Die – afkomstig uit de lean manufacturingfilosofie van het Toyota Production System) die zorgen voor een hogere productiviteit en meer veiligheid in de kunststof- en metaalbewerking. Veel toeleverende bedrijven zijn langdurig actief in de automotive-keten en innoveren mee met de autofabrikant. Ze creëren zo een sterke concurrentiepositie en hebben daardoor mee kunnen profiteren van de groei van de automotive in Duitsland en in mindere mate in Engeland en de Verenigde Staten.
We zien dan ook dat vooral de export een enorme bijdrage levert aan de explosieve groei. De voordurende innovatie en de daardoor goede concurrentiepositie heeft ervoor gezorgd dat de automotive-industrie in Nederland in heeft kunnen springen op de buitenlandse vraag. De omzet in de Nederlandse markt blijft zich matig ontwikkelen, maar de exportgroei is enorm, zowel van de toeleveranciers als van de fabrikanten. De productie van de Mini Hatch, de Mini Cabrio en Mini Countrymen in Born is bedoeld voor verkoop over de gehele wereld. Daarnaast wist DAF haar Europese marktaandeel in de periode 2015-medio 2016 te verhogen van iets onder de 15 procent naar iets boven de 16 procent. De totale export van de Nederlandse automotive industrie zal in 2017 naar verwachting het dubbele zijn van het niveau van 2012.
De ING-onderzoekers wijzen ook op de groeiende afzet van auto’s in Europa, wat de productie in onder meer Duitsland stuwt. Hierdoor profiteren ook onderdelen-leveranciers en andere industriële branches. Zo leveren de Nederlandse chemie en elektrotechnische industrie ieder meer dan een miljard euro aan de auto-industrie en de (basis)metaal bijna tweeënhalf miljard euro. Veel Nederlandse toeleveranciers zijn gericht op de Duitse markt. De industrie haalde tot voor kort 44% van de exportomzet bij grote klanten als Volkswagen, BMW en Daimler.
Een belangrijke ontwikkeling binnen de maakindustrie in zijn algemeen is de verschuiving van een onderhoudsmodel via een servicemodel langzaamaan richting een circulair model. En daarmee ontstaan er kansen voor fabrikanten om “op te schuiven” in hun businessmodel, van productie naar dienstverlening. Gebruikers willen ontzorging en flexibiliteit.
Steeds meer autoproducenten werken met elkaar samen. Deze trend heeft zich voortgezet bij de systeemtoeleveranciers. Hierdoor moeten ook dieper in de toeleverketen gelegen leveranciers zich nadrukkelijker dan voorheen beraden op hun positie in deze keten en de rol die zij voor hun klant kunnen vervullen.
In de automotive worden zware eisen gesteld aan de toeleveranciers. Niet alleen op het gebied van prijs, kwaliteit, logistiek en leverbetrouwbaarheid, maar ook op tal van andere gebieden, zoals productontwikkeling, moeten toeleveranciers steeds kunnen bieden. Dat vraagt om een specialisatie die toeleveranciers van de automotive bewust voor deze industrie als klant laat kiezen. Ze realiseren in deze sector daardoor een groter deel van hun totale omzet.
Door deze ontwikkeling verhoogt ook bij hen de behoefte aan samenwerking en kennisdeling. Dat zien we terug bij de brancheverenigingen. De NEVAT heeft een marktgerichte sectorgroep Holland Automotive opgericht met zo’n 35 aangesloten bedrijven. Ook bij andere verenigingen richt de belangenbehartiging zich meer en meer op de vorming van marktgerichte clusters.
Holland Automotive verenigt Nederlandse leveranciers van complete systemen, subsystemen, modules en specifieke producten en bewerkingen. Van grondstoffen tot metaal-, kunststof-, elektrotechnische- en elektronicacomponenten.
Het vertrouwen van industriële ondernemers in zijn totaliteit is de afgelopen jaren gestaag gegroeid. Begin 2017 kwam die score uit op 6,0. Daarmee bereikt de stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie het hoogste niveau sinds maart 2008. Sinds begin 2014 overheerst het positieve sentiment onafgebroken.
Deze score is opgebouwd uit op drie deelgebieden: de verwachte bedrijvigheid, het oordeel over de orderpositie en het oordeel over de voorraden. De toename van het vertrouwen is met name te danken aan de verbetering van de oordelen over de orderpositie en de voorraden. De productieverwachting nam ten opzichte van het begin van het vierde kwartaal van 2016 licht af, maar is desondanks nog fors positief.
Kennis, samenwerking en vertrouwen. Dat moet goedkomen!
Door: Janet Kooren
Foto: Pixabay