Volvo Cars en Northvolt bouwen gigafactory in Zweden

Volvo Cars bouwt samen met Northvolt in het Zweedse Gotenburg een nieuwe accufabriek. De fabriek moet in 2025 operationeel zijn en gaat zich toespitsen op de productie van accu’s voor elektrische voertuigen (EV’s) van specifiek Volvo en Polestar, het performancemerk van Volvo Car Corporation.

Elektrificering is voor Volvo een belangrijke focus; het bedrijf stelt zichzelf als doel in 2030 nog uitsluitend volledig EV’s te produceren en verkopen. De samenwerking die het bedrijf nu aangaat met Northvolt draagt bij aan het realiseren van deze doelstelling. Volvo Cars wijst erop dat de productie van accu’s een belangrijk deel uitmaakt van de totale emissies gedurende de levenscyclus van een EV.

Productiecapaciteit van 50 GWh

De bouw van de nieuwe fabriek in Torslanda, Gotenburg gaat in 2023 van start. De fabriek is volledig toegespitst op de productie van accucellen. Op jaarbasis moet de locatie tot 50 gigawattuur aan accucellen produceren. Dit is volgens Volvo Cars voldoende voor naar schatting een half miljoen EV’s per jaar.

Torslanda, Gotenburg is als locatie voor de nieuwe fabriek gekozen met het oog op de ligging. Zo is de locatie in de omgeving van R&D-centers van zowel Volvo Cars als Northvolt gelegen. Daarnaast is voldoende talent beschikbaar in de regio en is een ruime hoeveelheid duurzame energie beschikbaar voor het aandrijven van systemen in de fabriek. Doordat de accufabriek relatief dicht bij Europese productielocaties van Volvo Cars en Polestar ligt, reduceert dit de milieu-impact van accuproductie en daarmee de productie van EV’s van de merken. Ook wijst Volvo Cars op de kosten van een accu, wat het duurste component van een EV is.

‘Sleutel tot strategische ambities’

“Ons accucelpartnership met Northvolt is de sleutel in onze strategische ambities op het gebied van elektrificering”, aldus Håkan Samuelsson, topman bij Volvo Cars. “We zijn toegewijd aan het verkrijgen van een leidende positie in het premium EV-segment en de verkoop van uitsluitend elektrische voertuigen in 2030.”

“Het opzetten van deze gigafactory in Gotenburg is een beslissing keuze, zowel voor het voortzetten van de transformatie van een van de meest dynamische automotive-regio’s wereldwijd als het uitgroeien tot een wereldwijde leider op het gebied van duurzame accu’s”, voegt Peter Carlsson, mede-oprichter en CEO van Northvolt, toe.

‘Volledig klimaatneutraal productienetwerk’

“Onze nieuwe accufabriek ondersteunt onze ambitie om over een volledig klimaatneutraal productienetwerk te beschikken. En een veilige levering van hoge kwaliteit accu’s voor de komende jaren veilig te stellen”, licht Javier Varela, head of engineering & operations bij Volvo Cars, toe. “Via ons partnership met Northvolt profiteren we in belangrijke mate van een end-to-end waardeketen op het gebied van accu’s. Van ruwe materialen tot een volledige auto. Dit stelt optimale integratie in onze voertuigen zeker.”

Adrian Clarke, een voormalig topman van de fabrikant van elektrische voertuigen Tesla, is aangesteld als topman van het nieuwe productiebedrijf. Ook wordt een nieuwe R&D-centrum geopend in Gotenburg. Binnen de samenwerking ligt de focus op het ontwikkelen van op maat gemaakte accu’s. En concepten voor voertuigintegratie die onder meer een groot bereik en korte laadtijden mogelijk maken.

Joint venture met Galp

Northvolt timmert de afgelopen tijd flink aan de weg. Het bedrijf richtte eind 2021 een joint venture op met het Portugese energiebedrijf Galp. De partijen willen samen de meest duurzame lithiumfabriek van Portugal bouwen. En de positie van Europa in de waardeketen rondom accu’s versterken.

In januari maakte Northvolt bekend de eerste volledig in Europa geproduceerde lithium-ion accu te hebben geproduceerd. Het gaat om de eerste lithium-ion accu die door een Europees bedrijf in een gigafactory is ontworpen, ontwikkeld en geassembleerd. Voor de financiering van zijn megafabriek Northvolt Ett – getoond op de foto – haalde het bedrijf eerder 900 miljoen euro op bij investeerders. En kreeg het een lening van 350 miljoen euro van de European Investment Bank (EIB).

Auteur: Wouter Hoeffnagel