Ik herinner me nog goed dat ik samen met m’n vader naar de programma’s van deze Limburgse wetenschapper keek. Soms lachten wij om zijn voorspellingen, maar vaak had hij het bij het juiste eind. Zo zei Chriet in de jaren ‘8o: “Het wordt in de grote steden steeds moeilijker om ergens met de auto te komen en dus krijgen we behoefte aan telecommunicatie op de fiets.”
Natuurlijk zat Chriet er wel eens naast, maar veel toekomstbeelden die hij ruim 35 jaar geleden op een begrijpelijke manier schetste, zijn nu de gewoonste zaak van de wereld.
Terug naar heden. Het valt me op dat (bèta)wetenschappers anno 2020 nog regelmatig met argusogen worden bekeken. Waarom? Omdat hun werk betrekking heeft op verandering: variërend van vertrouwde levensomstandigheden die verdwijnen tot de ontwikkeling van technologie die we nog niet kennen. Daar wordt lang niet iedereen enthousiast van en daarom stoppen veel mensen liever hun vingers in hun oren dan dat ze belangstellend luisteren naar wat wetenschappers ons te vertellen hebben.
Kunnen we het ons permitteren om berichten van de wetenschap te negeren? De wereld staat voor grote uitdagingen. Doorleven, produceren en consumeren zoals we gewend zijn, geeft steeds meer problemen. Er zijn wetenschappers die ons al tientallen jaren hiervoor waarschuwen en gelukkig ook oplossingen zien.
De tijd dringt, dus je zou verwachten dat de overheid maar wat graag met (bèta)wetenschappers om de tafel gaat zitten. Maar dat valt tegen. Neem klimaatverandering. Nog altijd lijken wetenschappelijke oplossingen nauwelijks door te dringen in het Nederlandse klimaatbeleid. Sterker nog, bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord zat geen enkele wetenschapper aan de Klimaattafels.
Journalist Rosanne Kropman schreef hierover op 19 oktober 2019 een stuk voor Trouw met de kop: ‘Hoe de wetenschap werd overgeslagen bij het klimaatberaad’. In dit artikel stelt zij de vraag welke wetenschappelijke adviezen Ed Nijpels kreeg bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord en komt tot de conclusie dat de wetenschap dus niet eens mocht aanschuiven. En zo kon het gebeuren dat de wetenschappelijke visie volledig buiten beschouwing bleef. De tafels werden gedomineerd door ‘stakeholders’ met ieder hun eigen belangen.
Als ik de media volg, krijg ik het gevoel dat er vooral beleid voor de korte termijn wordt gemaakt, ingegeven door emotie en niet gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. En dat is zonde. Veel hedendaagse vraagstukken zijn op te lossen met innovatieve technologie. Gelukkig werken buiten de klimaattafels om bedrijven en universiteiten samen aan oplossingen om onze planeet ook voor toekomstige generaties leefbaar te houden. Als we er met elkaar voor zorgen dat deze innovaties een podium krijgen, dan zit er straks vast en zeker aan elke politieke tafel een wetenschapper met kennis van zaken. En anders moet er maar snel een nieuwe Chriet Titulaer opstaan die ons én de politiek op een toegankelijke manier uitlegt hoe de toekomst eruit gaat zien. Misschien een mooie uitdaging voor Diederik Jekel of Anna Gimbrère?
Beeld: Sabine Verschoor (Twitter)