In het plan staan suggesties om de arbeidsmarkt compleet anders in te richten voor technici. Het nieuwe systeem krijgt de naam de Gouden Poort. Het moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. In samenwerking met betrokken partijen – zoals vakbonden en overheden – moet het Aanvalsplan in de komende tien jaar flinke extra investeringen losmaken. Doel is om zo’n 60.000 vacatures structureel in te vullen.’
Het Aanvalsplan Techniek is gebaseerd op drie belangrijke uitgangspunten:
Er moeten weer meer mensen kiezen en behouden blijven voor de techniek. De ambitie is om de instroom te verdubbelen. Daarnaast wil men de uitstroom tot een minimum beperken. Hiermee is het mogelijk om op termijn structureel 25.000 vacatures per jaar te vervullen. De Gouden Poort is een van de zaken die de branches hiervoor opzetten.
De Gouden Poort moet uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen. Kortom, het is de plek voor wie een overstap naar een (andere) technische sector overweegt of zich verder willen bekwamen. De Gouden Poort verzorgt verder o.a. (zij-)instroomtrajecten, begeleiding en plaatsing op basis van vaardigheden. Van daaruit krijgt iedereen die voor een baan in de betrokken sectoren kiest onder andere 10-jarige werk- en ontwikkelgaranties aangeboden. Om de bestaande tekorten aan techniekdocenten te verminderen, stelt het bedrijfsleven verder 1.000 extra (hybride) docenten beschikbaar. En er komen Techniekcentra voor hybride beroepsopleidingen.
Met een productiviteitsoffensief willen de branches zorgen voor meer robotisering en digitalisering van de industrie (smart industry. Daarnaast willen ze meer pre-fab bouw en standaardisering en meer programmatische en seriematige overheidsaanbestedingen. De ambitie is deze transformaties substantieel te versnellen. Hierdoor zijn naar verwachting 25.000 technici per jaar minder nodig.
De ambitie van de samenwerkende branches is ook om meer statushouders aan de slag te helpen. En om meer talent van buiten (tijdelijk) aan te trekken. Een gerichte vakkrachtenregeling moet hierbij helpen. Met het aantrekken van dit talent is het naar schatting mogelijk structureel zo’n 10.000 vacatures per jaar in te vullen.
Theo Henrar, voorzitter FME over het initiatief: ‘Dit samenwerkingsverband is een historische doorbraak. We gaan met elkaar fors investeren in het technisch onderwijs en in de arbeidsmarkt. Zo zorgen we ervoor dat werken in de techniek en in de technologie aantrekkelijk is’.
Jacco Vonhoff, voorzitter MKB-Nederland: ‘Ik hoop en verwacht dat meer branches in de techniek bij dit plan zullen aansluiten. De nood is overal hoog. Belangrijk is en blijft ook goede samenwerking en verbinding met het onderwijs. Onder meer om iets te doen aan de mismatch die er vaak is tussen vraag en aanbod.
Fried Kaanen, voorzitter Koninklijke Metaalunie: ‘Het belang van goede vakmensen is voor ons, als ‘backbone’ van de Nederlandse maakindustrie, zeer groot. Zonder voldoende goed opgeleide vakmensen komt de productie en toelevering op een lager niveau te liggen. Dat is slecht voor de Nederlandse economie en alle maatschappelijke uitdagingen die voor ons liggen. Samen staan we sterk.’
Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland: ’Door de unieke samenwerking met andere technische sectoren kunnen we onze achterban goed ondersteunen bij het oplossen van krapte op de werkvloer. Samen met vakbonden gaan we instroom en zij-instroom nog verder verbeteren. We zorgen ervoor dat we vakkrachten behouden voor onze sector. Ook helpen we onze bouw- en infrabedrijven bij investeringen in benodigde technologische innovaties en de inzet van talenten van buiten Nederland. De overheid kan dit faciliteren. Dit kan het doen door meer programmatisch te gaan aanbesteden en experimenten met een vakkrachtenregeling mogelijk te maken. Samen maken we dan de goede ambities op het gebied van woningbouw en de energietransitie waar.’
Maarten Otto, voorzitter WENB: ‘Zonder technisch talent geen duurzaam dak boven ons hoofd. De energietransitie en woonopgave dreigen spaak te lopen door het structurele tekort aan technici. Alleen al de energiesector heeft tot 2030 duizenden extra vakmensen nodig. Denk aan technici voor onder meer de uitbreiding en verzwaring van energie infrastructuur, de bouw van windmolenparken en de installatie van warmtepompen, zonnepanelen en laadpalen. Daarom slaan we de handen ineen om méér technisch talent aan te trekken en te behouden. Zo pakken we gezamenlijk het tekort van 60.000 technici in Nederland aan.’